Yo La Tengo brusselt
‘We zijn een kleuterklasje dat met de juf op uitstap gaat: we lopen beleefd achter het nummer aan en zien wel waar het ons brengt’
Feest! Volgend jaar viert Yo La Tengo wat ze sinds kort ‘een halve Guy Mortier’ noemen: 40 jaar dwarse rock-’n-roll en krakend genoegen. In de tussentijd staat het indietrio – sinds Sonic Youth het voor bekeken hield dé patroonheiligen van de wulps krollende gitaar – op 16 april eindelijk nog eens in België, in de AB. Aanleiding genoeg om te mijmeren over vroeger en nu, CBGB in de jaren 70 en 80, hun uitstékende nieuwe plaat ‘This Stupid World’, ome Lou en Mimi Parker.
Ik bel Ira Kaplan (gitarist, zanger, levensgezel van drumster Georgia Hubley) wanneer hij door de gangen van The Fillmore in San Francisco banjert, de legendarische rocktempel waar hij later die avond zal optreden.
HUMO Wat is je favoriete stukje muziekgeschiedenis dat aan The Fillmore kleeft?
IRA KAPLAN (lachje) «Ik ben niet zo tuk op ‘je favoriete dit of dat’-vragen, maar omdat jij het bent: veel beter dan de Jefferson Airplane-liveplaat ‘Bless Its Pointed Little Head’ wordt het niet. Elke groep uit de tegencultuur van de jaren 60 heeft hier gespeeld, hè. Zelfs The Velvet Underground met Nico.»
HUMO Dé legendarische club waar Yo La Tengo kind aan huis was, was CBGB, van 1973 tot 2006 de thuishaven voor all things punk in New York.
KAPLAN «De eerste keer dat we er geafficheerd stonden, speelden we tijdens de zogenoemde graveyard shift: na de headliner, waardoor je voor een paar dronken koppen en de schoonmaakploeg stond. Ach ja, we waren allang blij dat we érgens mochten staan (lacht). En zo slecht is het ons niet afgegaan in CBGB. Later heeft Dave Matthews Band nog ónze nachtshift verzorgd!
»Toen ik nog groen achter de oren was, heb ik er optredens bijgewoond van zo goed als iedereen die je met CBGB associeert. Ramones, Talking Heads, Television... Elke dag waren er twee headliners. De tweede show was pas gedaan om drie uur ’s nachts. Het is moeilijk om de sfeer van CBGB los te zien van de sfeer van het tijdsgewricht. Je vóélde dat er iets nieuws, iets speciaals uit de grond borrelde. Ik wist toen al dat ik een bevoorrechte getuige was.»
HUMO Als ik een handvol rockoptredens uit de geschiedenis had mogen bijwonen, was Television in CBGB er één van. Kun je, ter nagedachtenis van zanger Tom Verlaine, die op 28 januari overleed, nog eens vertellen hoe goed ze waren?
KAPLAN (blaast) «As good as it gets.
»Ik heb levendige herinneringen aan de eerste keer dat ik hen live zag. Als bisnummer coverden ze ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’ van The Rolling Stones. Ik heb nooit een betere of intensere versie van dat nummer gehoord, zelfs niet door de Stones zelf. (Denkt na) Of dat nu waar is of niet: zo vóélde het die avond wel. Een wervelende kakofonie, met Richard Lloyd die zijn gitaar over het podium liet botsen en Tom Verlaine die boven alles uit zweefde. Ze blijven onovertroffen.»
HUMO Over naar ‘This Stupid World’: de 17de studioplaat van Yo La Tengo is één van jullie beste geworden, als je ’t mij vraagt. Het klinkt alsof jullie tijdens de pandemie bij elkaar zijn gekomen en gewoon zijn beginnen te jammen.
KAPLAN «Ja, maar... eigenlijk zijn ál onze platen zo ontstaan. Het gebeurt maar zelden dat iemand met een afgewerkte compositie naar de repetitie komt. Wij wandelen liever zonder stafkaart. Eigenlijk is Yo La Tengo als een kleuterklasje dat met de juf op uitstap gaat: we lopen beleefd achter het nummer aan en zien wel waar het ons brengt.»
HUMO Eén van de grote thema’s op de plaat is het verglijden van de tijd. Heb je dat er op je 66ste bewust ingeslepen?
KAPLAN «‘Bewust’ zou ik niet zeggen, maar ik kan niet ontkennen dat het thema vaak terugkeert.»
HUMO In 2024 zal Yo La Tengo 40 jaar bestaan. Wat mis je aan de muziekwereld van vroeger?
KAPLAN (lachje) «Dat mensen naar een show keken zonder een telefoon de lucht in te steken. Ik heb niks tegen het internet – veel mensen hebben onze muziek daardoor leren kennen – maar voor ons was het wel wennen. Als we ’s zaterdags in New York een cover spelen, weet tegen maandag de hele wereld dat. Ik weet niet of ik dat zo leuk vind. Als concertganger in CBGB, destijds, had ik op voorhand geen idee wat er zou gebeuren. Voor ik naar de bioscoop ga, lees ik ook geen recensies: ik wil verrast worden! En dat is misschien wel wat ik het meest betreur aan dit computertijdperk: de teloorgang van de verrassing.
»Ach, nu verkoop ik natuurlijk oudezakkenpraat.»
HUMO Het is je vergeven. Heb je al covers voorbereid voor jullie show in Brussel?
KAPLAN «Nee, die dingen gebeuren gewoon. We hebben net in Portland gespeeld: daar woont Todd Haynes, de regisseur die in 2021 een documentaire over The Velvet Underground heeft geregisseerd. Voor hem hebben we een Velvet-cover in de set gestopt, ‘Candy Says’, een nummer dat we nog maar één keer hadden gespeeld. De magie van het moment, hè.»
HUMO In 1996 vertolkten jullie The Velvet Underground in de film ‘I Shot Andy Warhol’: was dat een fijne ervaring?
KAPLAN «Ja! We houden van film, dus we vonden het al geweldig om gewoon op de set te staan.
»Ik heb toen trouwens een wijze les geleerd. Tijdens één scène moesten we op de achtergrond ons materiaal opstellen terwijl op de voorgrond de acteurs hun ding deden. Iemand riep ‘Actie!’, dus ik begon te zeulen met een loodzware versterker. Waarop diezelfde stem zei: ‘Perfect! Nu nog eens, op exact dezelfde manier.’ Daarna heb ik dagenlang mijn armen niet gevoeld! (Lacht) De volgende keer dat ik voor de camera sta, plug ik gewoon m’n pedaal in.»
HUMO John Cale schreef de soundtrack voor ‘I Shot Andy Warhol’, terwijl Lou Reed zich tegen de film had verzet: heb je de twee Velvet Underground-legendes ooit ontmoet?
KAPLAN «Ja. Het was, euh, interessant om te zien hoe die twee totaal tegengestelde ideeën hadden. Was het wel kies om een film te maken over het leven van Valerie Solanas en haar moordpoging op hun mentor Andy Warhol? (Op 3 juni 1968 loste de radicaalfeministische schrijfster, die leed aan paranoïde schizofrenie, drie schoten op de kunstenaar, red.) Mij moet je het ook niet vragen.
»For the record: ik vond Lou Reed erg aardig. De enkele keren dat we hem ontmoet hebben, maakte hij een uitstekende indruk. Op SXSW speelden we twee nummers in een Lou Reed-tributeshow, waaronder ‘I Heard Her Call My Name’ van ‘White Light/White Heat’. Nadien is hij niet toevallig op ons gebotst, nee, hij liep actief naar ons te zoeken. Om te zeggen dat hij mijn gitaarsolo geweldig vond nog wel!»
HUMO Sta je op zo’n moment te trillen op je benen, of ben je dat allang gewend?
KAPLAN «Als je bij Lou Reed niet op je benen staat te trillen, bij wie dan wel?
»(Mijmert) Dat was één van de machtige dingen aan in New York wonen in die tijd: je zag Lou Reed overal. In de cinema, bijvoorbeeld. Ook al zat hij tien rijen verder: ik kan nu toch maar mooi zeggen dat ik de film-noirklassieker ‘White Heat’ heb gezien samen met de man zonder wiens muziek ik hier wellicht niet zou zitten.»
HUMO Tot slot: vorig jaar verloor de muziek een stukje van haar ritme, toen Mimi Parker van Low overleed aan kanker. Er zijn veel gelijkenissen tussen Low en Yo La Tengo: het zijn twee bands die zich in dezelfde wereld bewegen, met soortgelijke fans, en die allebei om een echtpaar draaien waarvan de vrouw de drummer is. Kijk je sinds Mimi’s dood met andere ogen naar Georgia?
KAPLAN «Dat zou ik niet zeggen... Wel grappig dat je zegt dat we ons in dezelfde wereld bewegen, want dat is natuurlijk wáár. En toch zijn we erin geslaagd om elkaar al die decennia mis te lopen, alsof onze paden al die tijd op parallelle treinsporen liepen: synchroon, zonder elkaar ooit te kruisen. Tot een gemeenschappelijke vriend zich afvroeg: ‘Waarom hebben jullie nog nooit iets samen gedaan?’ Toen dachten wij ook: ja, waarom? We hebben Low uitgenodigd op één van onze Chanoeka-shows (elk jaar organiseert Yo La Tengo een reeks speciale concerten ter ere van de Joodse feestdag, red.). En het heeft enkele jaren geduurd, maar in 2021 waren ze er eindelijk! Fantastische nacht. We hebben onder meer een prachtig Flo & Eddie-nummer gespeeld: ‘Keep It Warm’. Dat zongen we allemaal tezamen.
»Na haar dood wilden we dat nummer opnieuw zingen en aan haar opdragen. Toen we in de repetitieruimte op zoek waren naar de tekst, botsten we plots op Mimi’s handgeschreven lyrics. Een ontroerend memento, vond ik. Want als er nu iets past bij haar nalatenschap, dan is het toch wel deze boodschap: keep it warm.»