1.100 Geesteszieken zonder therapie achter de tralies
Menselijk wrakhout in de vergeetput van de samenleving: zo omschrijft de Liga voor Mensenrechten de ruim elfhonderd geïnterneerden in Belgische gevangenissen. De Liga heeft schrijnende getuigenissen gebundeld in het zwartboek ‘Geïnterneerd: cel of zorg?’. Humo brengt het pakkende verhaal van twee geïnterneerden: Robert en Eric.
Wie een psychische aandoening of geestesstoornis heeft en een misdrijf pleegt, wordt niet veroordeeld, maar ontoerekeningsvatbaar verklaard en geïnterneerd. De Commissie tot Bescherming van de Maatschappij (CBM) beslist vervolgens wanneer de geïnterneerde kan vrijkomen.
undefined
Wie geïnterneerd wordt, heeft recht op behandeling in een zorginstelling, maar dat loopt al decennia grondig fout in ons land. Een aar weken geleden werd België opnieuw veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens omdat een man met een verstandelijke handicap al zeven jaar zonder enige vorm van therapie in de gevangenis zit, en er zijn nóg tien procedures van Belgische geïn- terneerden lopende. België is ook herhaaldelijk op de vingers getikt door het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraf- fing (CPT) van de Raad van Europa.
undefined
Robert zit al bijna dertig jaar achter de tralies als geïnterneerde. Nadat hij destijds een moord had gepleegd, werd hij onderzocht door een gerechtspsychiater – een routineonderzoek van een uurtje, volgens Robert. De diagnose: hij leed aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De psychiater omschreef hem als ‘een uitgeslapen opschepper en gladde mooiprater’ en ‘een gevaar voor de maatschappij’.
undefined
Robert wilde onze vragen wel beantwoorden, maar alleen schriftelijk en via zijn advocaat. HUMO Voor welke feiten werd u geïnterneerd? Robert «Ik heb bijna alles gedaan wat God heeft verboden. Het gaat om ernstige feiten, maar ik wil er verder niets over kwijt.»
undefined
HUMO Bent u terecht geïnterneerd?
Robert «Ja, ik besef wel dat er één en ander aan mij mankeert. Wat ik heb gedaan, doe je niet als je bij je volle verstand bent, maar ik kan moeilijk beoordelen of ik al dan niet toere- keningsvatbaar ben. Ik ben geïnterneerd, maar niet gek.»
HUMO Welke therapie krijgt u?
Robert «Helemaal niks. Ik heb al vijftien jaar geen therapeut gezien. Er is welgeteld één zorgpsychiater met wie ik af en toe een praatje maak. Daar houdt het op. Ik schat dat hier gemiddeld één psychiater één dag per week beschikbaar is voor driehonderd geïnterneerden en gevangenen.»
HUMO Wat doet die zorgpsychiater?
Robert «Weinig. Je moet bij hem langsgaan als je antidepressiva of slaappillen nodig hebt. Maar sommige geïnterneerden zijn er zo erg aan toe dat ze alle medicatie weigeren. Een ver- pleegster komt ze dan, vergezeld van enkele cipiers, in hun cel een spuitje geven. Ik hoor ze gillen en schreeuwen.
»Je wordt in de gevangenis gegooid zonder noemenswaardige verzorging. Ze deponeren je eigenlijk bij het grof huisvuil.»
HUMO Hoe brengt u uw dagen door?
Robert «Ik zit alleen in m’n cel en vul mijn dagen met tv-kijken. Ik kan mijn toestel aan- en uitzetten: dat is de enige vrijheid die ik heb. Vroeger werkte ik soms in het atelier van de gevangenis, maar sinds een jaar lukt dat niet meer. Ik heb al een hele tijd een periode waarin slechte dagen afgewisseld worden met nog meer slechte dagen.
»Ik ben geen uitzondering. Tachtig procent van de geïnterneerden zit in zijn cel naar de tv te staren of speelt eindeloze spelletjes op een PlayStation. En daarnaast: eten, slapen en elke dag wat meer verkommeren. De helft van de geïnterneerden verlaat zijn cel alleen nog om te douchen. We zijn bijna allemaal afgestompt en uitgeblust.»
HUMO Er zijn toch activiteiten voor de geïn- terneerden?
Robert «We hebben recht op anderhalf uur crea per week, zeg maar knutselen, en daarnaast is er ook anderhalf uur een ‘salonmoment’. Dan kun je kaarten of monopoly spelen. De weinigen die op de binnenplaats gaan wandelen, staan soms al na een halfuurtje als makke schapen aan te schuiven om terug naar hun cel te mogen.»
HUMO Bent u in al die jaren ooit buiten de gevangenis geweest?
Robert «Ja, één keer, voor de begrafenis van m’n moeder. Ik werd met loeiende sirenes naar de kerk gevoerd. Daar mocht ik, met de handboeien om, tussen mijn broers en zussen zitten. Nadat ik de kist had gekust, ging het vol gas terug naar de gevangenis. Een bloemenkrans op haar graf leggen mocht niet.»
HUMO Hebt u de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij nooit om uw vrijlating ge- vraagd?
Robert «Ik herinner me zelfs niet hoelang het geleden is dat ik nog voor de CBM ben verschenen. Vijf jaar, of zeven? Ik heb de voorbije twintig jaar drie keer om een overplaatsing naar een andere gevangenis gevraagd. Maar als de gevangenisdirectie vindt dat je naar een high security-instelling moet, kun je het vergeten. In België bestaat zoiets namelijk niet. Dus was de beslissing van de CBM telkens ‘behoud’, en bleef ik zitten waar ik zit.»
Omwille van de privacy zijn de namen van de getuigen fictief en werd een aantal details in hun verhaal gewijzigd