10 dingen die u moet weten over de Nobelprijs voor Literatuur
Omdat de eerbiedwaardige Zweedse Academie door een seksschandaal wordt geplaagd, zal de Nobelprijs voor Literatuur dit jaar niet worden uitgereikt. Tien dingen die u moet weten over ’s werelds belangrijkste literaire prijs.
1| Shortlist
De prijs wordt uitgereikt door de Zweedse Academie, die achttien voor het leven benoemde leden telt. Elk jaar verstuurt de Academie een oproep aan voormalige winnaars en academici om kandidaten voor te dragen. Uit die nominaties wordt na veel wikken en wegen een shortlist van vijf auteurs gedistilleerd, van wie het werk uitvoerig wordt bestudeerd. De winnaar is de kandidaat die meer dan de helft van de stemmen haalt.
2| De jongste en de oudste
Sinds 1901 werd de Nobelprijs voor Literatuur aan 114 mensen uitgereikt. De jongste winnaar was Rudyard Kipling, u wellicht vooral bekend van ‘The Jungle Book’, die 41 jaar oud was toen hij in 1907 de prijs ontving. Doris Lessing was in 2007 de oudste laureate: zij kreeg de prijs toen ze 88 was.
3| Churchill
Eén van de opmerkelijkste winnaars was Winston Churchill, die in 1953 werd onderscheiden voor zijn historische boekwerken (onder meer zijn memoires over de Tweede Wereldoorlog), maar ook voor de briljante speeches waarin hij ‘verheven menselijke waarden’ verdedigde. Churchill werd ook een paar keer genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, maar die kreeg hij nooit.
4| Slechts één belg
Op de erelijst prijkt één Belg: Maurice Maeterlinck, een in Gent geboren auteur die in het Frans schreef, was laureaat in 1911. Hoe dicht Louis Paul Boon en Hugo Claus er ooit bij zijn geweest, zullen we pas weten wanneer de archieven van de Academie – die vijftig jaar geheim moeten blijven – worden vrijgegeven. Schrale troost: met één winnaar doen we nog altijd beter dan onze noorderburen.
5| Gemengde gevoelens
Mocht u zich altijd hebben afgevraagd hoe leuk het is om de prijs te winnen: volgens Seamus Heaney is het ‘alsof je gegrepen wordt door een min of meer goedaardige lawine.’ Mario Vargas Llosa omschreef het als ‘een sprookje van één week, en vervolgens een nachtmerrie van een jaar. Je kan je niet voorstellen hoe groot de druk is om non-stop interviews te moeten geven.’ Doris Lessing klaagde erover dat ze door de overweldigende media-aandacht geen tijd meer vond om nog boeken te schrijven.
6| Weigering
Wie geen zin heeft in die drukte, kan de prijs ook gewoon weigeren. Dat gebeurde twee keer: in 1964 liet Jean-Paul Sartre weten dat hij de prijs niet hoefde. Zoals hij dat consequent bij álle prijzen deed. Boris Pasternak, de auteur van onder meer ‘Dokter Zjivago’, was in 1958 de eerste die de prijs weigerde – zij het wel onder dwang van het Sovjet-bewind.
7| Vergeten
Critici wijzen er graag op dat op de erelijst veel schrijvers prijken die inmiddels al hopeloos vergeten zijn. En dat terwijl veel literaire giganten ontbreken, zoals Leo Tolstoj, Henrik Ibsen, Émile Zola, Mark Twain, James Joyce en Vladimir Nabokov.
8| Te Europees
In 1984 erkende de Zweedse Academie dat de prijs in het verleden veel te Europees georiënteerd was en kondigde ze aan daar verandering in te brengen. Volgens critici als Tim Parks is dat onbegonnen werk. ‘Hoe kan een klein clubje Zweedse academici een oordeel vellen over de immense variatie aan literatuur die over de hele wereld wordt geproduceerd? Werken die ze vaak ook nog eens in vertaling moeten lezen? Ik snap echt niet waarom die prijs zo serieus wordt genomen.’
9| Mannenbastion
Echt vrouwvriendelijk is de Academie niet. Tot op heden kregen amper veertien vrouwen de onderscheiding, op een totaal van 114 winnaars. De eerste was de Zweedse Selma Lagerlöf in 1909.
10| Dylan
In 2016 zorgde de toekenning van de prijs aan Bob Dylan voor controverse. Muziekliefhebbers reageerden enthousiast, maar veel schrijvers vonden het een slechte publiciteitsstunt en zelfs een belediging.
De mooiste uitspraak kwam misschien wel van wijlen Leonard Cohen, die vond dat er geen Nobelprijs nodig was om Dylans grootheid te erkennen: ‘Het is alsof je de Mount Everest een medaille geeft omdat hij ’s werelds hoogste berg is.’