15 jaar tussen de schimmen: Alain Remue, hoofd van de Cel Vermiste Personen
Begin 1996 richtte de rijkswacht de 'Nationale Cel Verdwijningen' op, met aan het hoofd de kersverse officier Alain Remue, die nog nooit een verdwijningsdossier in handen had gehad. Vijftien jaar later heeft zijn dienst, inmiddels omgedoopt tot de 'Cel Vermiste Personen' meer dan 16.500 dossiers behandeld.
Fragment uit het interview met Alain Remue
De meeste vermisten werden teruggevonden. Ongeveer één op de tien bleek dood te zijn, tweederde van hen had zelfmoord gepleegd, 17 procent overleed door een ongeval, in 8,5 procent van de gevallen was er sprake van een gewelddaad. 777 zaken werden 'cold cases' - zij raakten nooit opgelost.
Over het verhaal achter de cijfers schreef Alain Remue, inmiddels een bekend gezicht, het boek 'Zeg nooit nooit. 15 jaar Cel Vermiste Personen.' Voor lezers met een sterke maag.
Cold case
HUMO Jullie werkwijze doet me denken aan dokter House uit de schitterende televisiereeks, die de moeilijkste medische raadsels moet oplossen. Hij stuurt zijn ploeg altijd op het huis van de patiënt af om daar te zoeken naar alles dat tot de juiste diagnose kan leiden.
Remue «Ja, wij gaan ook altijd eerst naar de plek waar iemand thuishoort. Er is een groot verschil tussen een verdwijning in de velden van Damme of eentje in het quartier Saint-Léonard in Luik. De woning vertelt ook veel over de vermiste. Is het netjes binnen, of meer een vuilnisbelt? Van de koelkast kan je heel wat leren: als er 25 blikken bier in liggen en één banaan, dan zegt dat iets.
»We maken dus eerst een profiel van onze vermiste. Wie is hij? Hoe zit zijn leven in elkaar? Met wie gaat hij om? Heeft hij een gezin? Waar werkt hij? Heeft hij problemen? Medische? Financiële? Psychische? Moet hij medicatie nemen? Hoe verplaatst hij zich? Welke boeken leest hij? Bij jongeren leren we veel uit hun computergebruik: welke sites bezoeken ze? Met wie chatten ze? Welke posters hangen er in hun kamer aan de muur? Is er een dagboek?»
HUMO Als er een kind verdwijnt, zoeken jullie eerst in de omgeving vanuit het standpunt van een kind: op handen en voeten.
Remue «Er was eens een jongetje verdwenen terwijl hij aan het spelen was in de zandbak. Mama in paniek, ze had de hele omgeving afgezocht, wij komen ter plaatse met speurhonden... De hondengeleider ging zitten in de zandbak, en zag een doorgang onder een grote struik, een rododendron.
»Daarachter zag hij 'iets wits'. Het was een oude koelkast die daar stond te wachten op de ophaling van het groot vuil. De hondengeleider kruipt op handen en voeten naar die koelkast en trekt de deur open. Koekoek! Het kleintje zat er in. Als we hem niet zo snel gevonden hadden, was hij misschien gestikt.»
HUMO House gaat er ook vanuit dat patiënten altijd liegen. Jullie krijgen soms ook met leugens van ouders of familie te maken.
Remue «Mensen kunnen geweldig liegen: over problemen in de familie, schulden, incest, drugs... De volledige waarheid krijg je zelden onmiddellijk te horen. Dat is vaak moeilijk: die ouders zijn natuurlijk doodongerust en verdrietig, maar je mag tegelijk niet uitsluiten dat zij iets met de verdwijning van hun kind te maken hebben.
»De zaak van Jansien B. was daar een goed voorbeeld van, een meisje van 2,5 jaar uit Sint-Job-in-'t-Goor. Ze verdween op een woensdagmiddag toen ze samen met haar moeder de kippen voederde in de tuin, en haar moeder even in de keuken was. We ondervroegen de moeder, die huilde en huilde. Katty Doms, een van mijn mensen, had echt met die moeder te doen. Het was iemand van de ploeg wel opgevallen dat de moeder geen nylonkousen droeg, hoewel het koud was buiten.
»'s Anderendaags is het kleintje gevonden in een vuilniszak aan de oever van het kanaal, gewurgd met een nylonkous. De mama heeft de feiten snel daarop bekend.»
HUMO Wil je dan niet weten waarom ze dat gedaan heeft?
Remue «Natuurlijk. Maar er is nooit een antwoord op gekomen. De moeder is niet voor assisen verschenen, ze is ontoerekeningsvatbaar verklaard.»
undefined
U leest het volledige interview op dinsdag 31 augustus in Humo 3652/35.