25 Jaar abortus (2): het taboe houdt stand
Van alle 50-jarige vrouwen in België heeft één op de vijf een abortus gehad, maar veel minder vrouwen komen daar ook openlijk voor uit. Hoewel abortus al 25 jaar lang mag in ons land, houdt het taboe stand.
‘Mijn moeder heeft het nooit geweten,’ vertelt Annie*. ‘Ze is gestorven in ’88, zonder dat ik haar ooit over mijn abortus heb verteld. Op het einde heb ik nog getwijfeld, maar ze was toen zo ziek. Soms vraag ik me af of ze toch geen vermoeden had. We waren erg close.’
Annies stilzwijgen is niet verwonderlijk: ze onderging haar abortus in 1973, toen er nog geen sprake was van een Belgische wet ter zake. Iemand die in die tijd zwanger was en het kind niet wilde, trok meestal naar Nederland, waar abortus sinds het begin van de jaren 70 werd gedoogd. Achteraf zweeg je er in alle talen over.
Annie «Mijn lief en ik zijn naar Beverwijk gereden in Nederland. Ik was 20, hij pas 19. Van de rit herinner ik me vooral de druilerige regen en de koplampen die over de donkere autostrade gleden. In de auto – die hadden we met een smoes van zijn ouders geleend – heerste er stilte. Van Beverwijk herinner ik me vooral de wachtzaal. Er zaten bijna alleen maar vrouwen – ik was zo blij dat mijn lief wél was meegekomen. Ik heb geen woord gezegd. Ik schaamde me kapot. De ontvangst door het personeel was kil. Het was alsof ik bij de tandarts zat te wachten: ‘De volgende!’ Niemand zei: ‘Je bent niet de enige.’ Of: ‘We zijn er voor jou.’ De dokter vroeg alleen: ‘Je bent toch niet verder dan twee maanden, hè?’
»Een woordje uitleg over wat er zou volgen, kreeg ik niet. Ik werd niet verdoofd, dus toen ze begonnen te zuigen, voelde ik meteen een hevige pijn. Ik huilde en riep: ‘Stop!’ Maar de dokter zei: ‘Mevrouw, wat wilt u nu? We zijn al begonnen.’ Er was niemand om mijn hand vast te houden of me te sussen – mijn lief moest in de wachtzaal blijven. Achteraf mocht ik even in een kamertje gaan liggen, daarna konden we vertrekken. Zelfs een pijnstiller heb ik niet gekregen. ‘Wie z’n billen brandt, moet op de blaren zitten’ – dat gevoel gaven ze me. Ze zeiden alleen dat ik naar de dokter moest als ik de dagen erna zou beginnen te bloeden. Het voelde allemaal aan als bandwerk, maar misschien was dat hun manier om die abortussen te ontmenselijken.»
Cyclus doorbreken
Annie «Ik wist meteen dat ik het kind niet kon houden. We zaten thuis al in zo’n moeilijke situatie. Mijn ouders waren uit elkaar en mama zorgde in haar eentje voor ons. De band met mijn vader was niet goed. Mijn moeder spaarde het eten uit haar mond om mij op kot te kunnen sturen. Ik ben er zeker van dat ze me niet had laten vallen als ik het kind had gehouden, maar ik zou haar met een serieus probleem opgezadeld hebben. Bovendien voelde ik zelf ook dat ik geen kind wilde. Mijn leven moest nog beginnen: ik zat pas in mijn tweede jaar toneelschool en mijn lief moest zelfs nog aan zijn studies beginnen.»
HUMO Het vaderschap was voor hem ook uitgesloten?
Annie «Ja. Ik heb het hem meteen verteld, want ik was in paniek. Angst: dat is de voornaamste emotie die bij me opkomt als ik eraan terugdenk. ‘Wat hebben wij gedaan? Dit moet uitgeveegd worden!’ De schrik dat anderen het te weten zouden komen, dat het ons verdere leven zou bepalen. Angst voor mijn eigen leven, ook. Ik kende de verhalen van de ‘engeltjesmaaksters’ die illegale abortussen uitvoerden, met alle risico’s van dien.
»Ik was als jong meisje geen heilig boontje, maar ik vond mezelf toch een brave. Ik had succes bij de jongens, ja. Maar daar deed ik weinig mee. Ik kende mijn grenzen. Het was niet omdat ik met iemand uitging of een jointje rookte, dat ik ook met die jongen in bed dook. Mijn lief en ik waren een jaar samen toen ik zwanger werd. Ik was zo naïef, was totaal niet bezig met het feit dat je niet mocht vrijen als je vruchtbaar was. In die tijd vrijde je als je er de kans toe kreeg. Omdat ik op kot zat, deed die kans zich wat vaker voor. In de middelbare school had ik één meisje gekend dat op haar 16de had moeten trouwen, omdat ze zwanger was. Ze heeft haar middelbare school zelfs niet afgemaakt. Ik dacht: ‘Gaat die haar jonge leven nu al weggooien?’ Mijn twee oudere broers waren ook op hun 18de getrouwd – meer om de miserie thuis te ontvluchten dan voor de liefde. Bij de oudste was het ook van moeten. Maar zo’n leven wilde ik niet. Ik wilde die cyclus doorbreken, aan het leven ontsnappen waarvoor ik leek voorbestemd. Het klinkt misschien egoïstisch, maar ik vond dat ik daar recht op had.
»Het precieze moment waarop ik ontdekte dat ik zwanger was, kan ik me niet meer voor de geest halen. Ik heb het allemaal verdrongen. Ik zie me nog wel de bus nemen naar het Jongeren Advies Centrum. Via via was ik te weten gekomen dat je daar terechtkon. De dokter stelde me gerust: ‘Er valt nog iets aan te doen, maar je zult ervoor naar Nederland moeten.’ Dat het in België ten strengste verboden was, dat wist ik wel. Ik denk zelfs dat die dokter mijn afspraak in Beverwijk heeft geregeld. Hij heeft me toen ook onderzocht. Zijn conclusie was dat ik misschien nog net op de grens van twee maanden zat – daarna mocht het ook in Nederland niet meer.
»Eerlijk waar: ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een kind vermoordde. Op dat moment beschouwde ik dat niet als een kindje. Het was iets onwezenlijks, iets dat óns leven bedreigde. Achteraf heb ik me nog wel afgevraagd: ‘Heb ik toch niet een kind vermoord?’ Maar altijd was mijn conclusie: ‘Nee, het was iets wat een kind had kunnen worden.’ Voor dát schuldgevoel was er sowieso weinig plaats, omdat ik me al zo schuldig voelde over al die andere dingen: dat ik niet eerlijk was geweest tegen mijn moeder, dat we de auto met een smoes hadden meegenomen. Op de terugweg van Beverwijk waren we allebei erg aangedaan. Mijn lief is die nacht bij me gebleven, maar de volgende dag moesten we allebei weer naar school.»
undefined
'Had iemand me na de ingreep voor de voeten geworpen dat ik een moord had gepleegd, dan had ik gegarandeerd ja geknikt'
HUMO Hoe hebben jullie die abortus toen betaald?
Annie «Het kostte zo’n 6.000 frank, een bom geld toen. Om dat te betalen heb ik een hele zomer lang gefigureerd in de voorstelling ‘De parochie van miserie’ – een meer toepasselijke titel is er niet (lachje). Ik had mijn moeder wijsgemaakt dat dat werk onbetaald was. Dat ik ook dáárover moest liegen, vond ik heel erg. Ik had haar die centjes liever gegeven.
»Al vrij snel na die abortus is het fout gegaan tussen mijn lief en mij. Ik speelde in een stuk, waarvoor ik een doorzichtige jurk aan moest. Achteraf was hij kwaad: ‘De hele zaal zat naar je borsten te kijken!’ Plots vond hij dat alle actrices hoeren waren. Hij leek vreselijk met zichzelf in de knoop te zitten. Het is nooit uitgepraat tussen ons, opeens was het gewoon gedaan. Ik heb daar vreselijk van in de put gezeten. Ik had dat kindje tenslotte laten wegnemen met het idee samen een toekomst te hebben.»
Mismeesterd
Annie «Nu ik het allemaal weer oprakel, denk ik: ‘Heb ik dat écht gedaan?’ Natuurlijk vind ik het jammer – niet omdat ik het kind toen niet heb gehouden, maar eerder omdat ik toen in die situatie ben beland, omdat ik die keuze heb moeten maken. Ik denk nog altijd dat mijn leven er niet goed had uitgezien zonder die zwangerschapsafbreking. Later heb ik de abortuswetgeving met aandacht gevolgd. Toen professor Jean-Jacques Amy in de jaren 80 werd veroordeeld omdat hij illegale abortussen had verricht, hakte dat er bij mij wel in. Het was ook een extra reden om te blijven zwijgen. Ik voelde meer dan ooit: ‘Wat ik daar toen heb gedaan, dat was iets misdadigs.’ Na de wet van 1990 dacht ik ook: ‘De vrouwen nu hebben meer chance dan ik.’ Niet dat ik jaloers was. Ik was oprecht blij dat ze niet meer dezelfde helse weg moesten afleggen als ik.
»Veel later heb ik een nieuwe partner leren kennen, met wie ik graag kinderen wilde. Alleen lukte het ons niet om zwanger te worden. Na veel proberen ben ik naar een fertiliteitspecialist gestapt. Ik vertelde hem dat ik in de jaren 70 voor een abortus naar Nederland was gegaan. Hij trok een bedenkelijk gezicht, onderzocht me en zei: ‘Mevrouw, ze hebben u daar mismeesterd.’ In Beverwijk hadden ze bij het afzuigen van het vruchtje mijn eileiders beschadigd. ‘Heel typisch voor die tijd,’ zei de dokter. Mijn eerste reactie was er één van boosheid: al die jaren had ik voor niks de pil genomen. Ik was ook woedend op mijn ex. Hij was gewoon verdergegaan met zijn leven, had intussen zelfs al kinderen verwekt bij meerdere vrouwen, terwijl ik nog altijd de gevolgen droeg van wat we toen samen hadden gedaan. Ik wilde het hem vertellen. Ik vond dat hij moest weten wat voor repercussies zoiets heeft op het leven van een vrouw. Ik heb geprobeerd zijn contactgegevens te achterhalen, maar heb hem nooit gevonden. Bovenal vond ik het een straf. Ik moest kennelijk boeten voor wat ik had gedaan.
»Na mijn hersteloperatie had ik in theorie weer alle kansen om zwanger te worden. Ik ben uiteindelijk nog twee keer zwanger geweest, maar telkens heb ik het vruchtje verloren. Toen pas, toen ik voor het eerst de echo van dat kloppende hartje zag, besefte ik wat ik destijds had laten weghalen. Het maakte het allemaal veel wezenlijker. Uiteindelijk heb ik de hoop op eigen kinderen definitief laten varen, maar omdat ik mijn leven niet wilde eindigen zonder kind, heb ik een prachtige zoon geadopteerd – 15 is hij nu. Ik ben zo blij dat ik zijn mama mag zijn. Je zou kunnen stellen dat hij het gevolg is van mijn abortus. Die gedachte stelt me gerust: er is toch nog iets moois uit voortgekomen.»
Praten met de fotograaf
Sinds de komst van de abortuswet hoeven Belgische vrouwen niet meer naar Nederland, maar kunnen ze in één van de Belgische abortuscentra terecht voor een abortuspil (tot 6 weken zwangerschap) of een ingreep (tot 12 weken). Jaarlijks maken gemiddeld 20.000 vrouwen gebruik van de wet om hun zwangerschap te beëindigen. Maar in tegenstelling tot wat dat cijfer lijkt te suggereren, is het taboe rond abortus nog springlevend. Dat merkt ook Lut Daniëls, directeur van het abortuscentrum in Gent.
Lut Daniëls «We praten er nog altijd weinig over. Ter gelegenheid van 25 jaar abortuswet hebben we met de centra alle vrouwen die ooit een abortus hadden gehad, opgeroepen om zich door ons te laten fotograferen. Het ging ons enkel om de foto, om het gezicht – hun naam en verhaal zouden we niet publiceren. De reacties waren positief: veel meer vrouwen dan verwacht namen contact op. Alleen maakte die fotosessie kennelijk iets los bij hen: ze deden uitgebreid hun verhaal aan onze fotograaf. Het lééft dus wel.»
HUMO Waarom zwijgen veel vrouwen er dan nog altijd over tegen hun vriendinnen, collega’s of zelfs familie?
Daniëls «Er zijn tegenwoordig wel vrouwen die er openlijk over praten, maar zeker nog niet iedereen. Veel van hen – en het gros van de vrouwen die bij ons over de vloer komen, zijn geen tienermeisjes, maar vrouwen tussen 25 en 38 – stappen hier binnen met het idee: ‘Ik had nooit gedacht dat het mij zou overkomen.’ Ze vinden toch dat ze een fout hebben gemaakt: ‘Ik had dit moeten voorkomen.’ Ach, schuld en boete. Da’s typisch Vlaams, hè.
»Sommigen beschouwen het ook als iets privé: niemand hoeft het te weten. Dan kunnen ze er ook niet op aangesproken worden. En dan is er nog de verheerlijking van het kind: als je zwanger bent of kinderen krijgt, dan hoort het allemaal perfect te zijn. Alles wat daarvan afwijkt, stoppen we liever ver weg.»
Meteen raak
Voor Evelien* (32) was abortus geen taboe: ‘Omdat er bij mij thuis nooit raar over gedaan werd. Misschien zijn we daarin wel een atypische familie. Mijn vader is huisarts – seks, zwangerschap, abortus: het hoort voor hem bij het leven.’
Evelien «Ik wist ook dat mijn moeder ooit een abortus had gehad. Ze had al vier kinderen en bleek toen ongepland zwanger van een vijfde, maar tegen die tijd liep de relatie tussen mijn ouders al minder goed. Het was voor hen allebei duidelijk dat er geen vijfde kindje meer bij kon. Later zijn ze uit elkaar gegaan.
»Mijn jongste zus had ook al een abortus gehad, toen ze rond haar 19de plots zwanger bleek. Niet dat ze daar trots op was – ze sprak er eerder met schaamte over – maar er werd in elk geval over gepraat.»
undefined
'In Nederland was er niemand om mijn hand vast te houden - mijn lief moest in de wachtzaal blijven. Wie z'n billen brandt, moet op de blaren zitten: dat gevoel gaven ze me'
HUMO Hoe was jij ongepland zwanger geraakt?
Evelien «Ik nam de pil niet. Mijn lichaam kan er niet goed tegen en omdat ik geen vriend had, hoefde het ook niet – ik heb niks tegen seks buiten een relatie, maar zelf heb ik geen behoefte aan onenightstands met een wildvreemde. Toen ik opeens toch iemand leerde kennen, was ik van plan met de pil te starten, maar het was al te laat: het moet meteen raak geweest zijn. Ik redeneerde zoals wel meer vrouwen: ‘Ik zal wel niet zo’n vrouw zijn die van de eerste keer zwanger wordt.’ Daarom was het in zekere zin ook een geruststelling: ‘Alles functioneert.’ Het was niet het juiste moment, maar als ik ooit klaar zou zijn voor kinderen, dan zou dat vlotjes lukken.
»Ik voelde aan mijn lichaam dat ik zwanger was. Op zes weken heb ik een test gedaan: positief. We waren toen een dikke maand samen. ‘Oei, wat nu?’ was zijn reactie. Ik zei dat het voor ons allebei duidelijk was dat we nog niet klaar waren voor een kind. Hij beaamde dat. Ik was nochtans al 26, dus in theorie kon het perfect. En toch wilde ik het niet. Het was zelfs geen moeilijke keuze. Die zwangerschap was een ongelukje en ik ben van mening dat een mens niet zijn hele leven moet opdraaien voor een ongelukje. Daar doe je jezelf geen plezier mee, maar zeker ook je kind niet.»
Stomme geit
Evelien «Ik voelde me wel schuldig, maar dat schuldgevoel had niks te maken met de afbreking van die zwangerschap. Het was vooral een gevoel van: ‘Stomme geit, waarom heb je dat nu laten gebeuren? Je hebt verstand en geld genoeg om de juiste anticonceptie op het juiste moment te nemen.’ Dat gevoel gaf de dokter van het abortuscentrum me ook een beetje, toen ik langsging voor de ingreep: ‘Allee, hoe komt dat nu? Je bent toch slim genoeg!’ Hij zei het lachend, maar ik voelde me toch wat dom. Verder werd ik goed geholpen door het abortuscentrum Ze hebben het niet zwaarder of lichter voor me gemaakt, ze zijn me gewoon gevolgd in mijn keuze.»
undefined
'Die zwangerschap was een ongelukje, en daar hoeft een mens toch niet z'n hele leven voor op te draaien?'
HUMO Tussen het eerste gesprek met de psychosociale medewerker van het centrum en de ingreep zit een verplichte wachttijd van zes dagen.
Evelien «Ik heb twee weken moeten wachten. Ik was pas zes weken zwanger toen ik op gesprek ging in het abortuscentrum. Op dat moment is je baarmoeder nog zo klein dat de ingreep pijnlijker is – de kans is groter dat de arts de baarmoederwand raakt. Op acht weken is het vruchtje, en dus ook de baarmoeder, groter. Ik had ook voor de abortuspil kunnen kiezen, maar dat wilde ik niet. Die pillen werken in op je hormonale huishouding en dat vond ik te ingrijpend. Nee, liever één ingreep en klaar.
»Mijn vriend en ik zijn een halfjaar later uit elkaar gegaan. Daar had die abortus niks mee te maken. Hij was nog niet toe aan een vaste relatie. Hadden we wel gekozen voor het kindje, dan waren we nu dus niet meer samen. Dan kun je je afvragen: ‘Zou ik dan gelukkig geweest zijn met dat kindje? En kan een kind wel gelukkig zijn met een ongelukkige mama?’ Ik wens ieder kind toe dat het gewenst ter wereld komt. Dat hoeft daarom niet per se in een gezin met twee ouders te zijn: het kan net zo goed als alleenstaande mama, maar dan moet je je daar wel goed bij voelen. Mocht ik nu ongepland zwanger worden, dan zou het een heel ander verhaal zijn. Ik heb vast werk, stabiliteit en een steeds groter wordende kinderwens. Alleen heb ik nu geen relatie. Stel dat ik morgen iemand ontmoet van wie ik zwanger word, dan zou ik het kind wel houden, ongeacht of de relatie blijft duren. Op voorwaarde dat de man dat wil, natuurlijk. Ik zou niemand tegen zijn zin met het vaderschap opzadelen. Mijn kinderwens is zelfs zo groot dat ik me heb voorgenomen om er, als ik tegen mijn 35ste nog niemand ben tegengekomen, in mijn eentje aan te beginnen.
»Ik denk wel na over dingen als: ‘Wat als het nu niet meer lukt om zwanger te worden?’ Dat zou ik jammer vinden, maar ik zou er niet plots door gaan denken: ‘Had ik dat kindje maar gehouden.’ Het had mijn leven op dat moment helemaal anders gemaakt. Ik weet heel goed waarom ik toen die keuze heb gemaakt en daar heb ik geen spijt van. Soms denk ik: ‘Amai, had ik het gehouden, dan had ik nu een kind van 6.’ Da’s geen pijnlijke gedachte, eerder een vaststelling.
»Ik ben altijd heel open over mijn abortus. Ik zeg het ook gewoon op café, als het onderwerp ter sprake komt. Dan krijg ik wel vreemde blikken – mensen zijn het duidelijk niet gewoon – maar ik vind het mijn taak om mijn verhaal te doen. Ik ben, denk ik, het prototype van de vrouw die er niet lichtzinnig overheen gaat, die er goed over heeft nagedacht, en die nog altijd heel erg achter haar keuze staat. Ik wil niet meewerken aan het in stand houden van het taboe.»
Geen druppel alcohol
Spijt van haar abortus heeft Eva* niet, al staat die haar wel nog altijd haarscherp voor de geest.
Eva «30 december 2008, om twee uur in de namiddag. De datum staat in mijn geheugen gegrift. Elk jaar opnieuw is dat een vreemde dag. Dan voel ik weer de angst, de spanning, de twijfel, de eenzaamheid – alsof ik het elk jaar herbeleef. Behalve mijn vriend wist niemand van mijn abortus.»
HUMO Waarom had je niemand iets verteld?
Eva «Uit schaamte. Niemand van mijn vriendinnen had al een abortus gehad. Moeilijk te geloven, als je weet hoeveel vrouwen jaarlijks een abortus hebben. Ik wist niet hoe mijn omgeving zou reageren. Ik wilde het gewoon snel achter de rug hebben. Niemand hoefde iets te weten. Zeker mijn ouders niet. Ze hebben me geadopteerd toen ik een baby was. Dat maakte de situatie extra gevoelig. Had mijn biologische moeder destijds geredeneerd zoals ik, dan was ik er nooit geweest.
»Thuis weten ze het intussen wel, maar ik heb het hun pas kort geleden verteld. Mijn mama zei meteen: ‘Waarom heb je dat nooit gezegd?’ Ze was helemaal niet boos of ontgoocheld. Dat gaf me nog meer het gevoel dat ik het toen met hen had moeten delen. Als je het er moeilijk mee hebt, dan kun je zoiets niet in je eentje dragen.»
HUMO Waarom had je het er zo moeilijk mee?
Eva «Omdat ik de beslissing zo snel had genomen. Ik was acht weken zwanger toen ik het vruchtje liet weghalen. Tussen het moment dat ik het wist en de ingreep zaten zes dagen – de wettelijk voorgeschreven bedenktijd. Ik zat achteraf ook met vragen: wat als ik nu toch iemand pijn heb gedaan? Wat als ik toch voor adoptie had gekozen? Ik heb zelf kansen gekregen die ik níét aan iemand anders heb gegeven. Mijn geweten draaide op volle toeren. Ik voelde me vuil, alsof ik eigenlijk in de gevangenis thuishoorde. Had iemand me toen voor de voeten geworpen dat ik een moord had gepleegd, dan had ik gegarandeerd ja geknikt.
»De eerste keer dat ik naar het abortuscentrum ging, voor mijn gesprek met de psycholoog, stond Pro Vita er voor de deur folders uit te delen. Ik werd nogal agressief aangeklampt door een oudere vrouw: ‘Mevrouw, ik moet u spreken. U kunt niet zomaar doorlopen.’ Ik had geen zin om de confrontatie aan te gaan. Nu ligt dat anders: nu zou ik haar misschien uitleggen dat zo’n abortus absoluut geen lichtzinnige keuze is, dat het geen gewetenloze mens van je maakt.»
HUMO Heb je je twijfels geuit bij die psychologe?
Eva «Nee. Ik heb dat gesprek gemanipuleerd, denk ik. Ik kwam heel zelfverzekerd over. Mijn argumenten waren ingestudeerd en praktisch van aard: ik was te jong, studeerde nog, had geen inkomen, geen eigen dak boven mijn hoofd. Die psychologe stelde daar weinig vragen bij. Ze vroeg wel of mijn vriend er ook zo over dacht.»
HUMO En?
Eva «Zijn keuze was onmiddellijk gemaakt: abortus. Daar schrok ik wel van. Voor hem was het een uitgemaakte zaak en ergens ben ik daarin meegegaan. Dat heb ik mezelf achteraf verweten. Ik was 22 en geen kind meer. Ik voelde me ook schuldig omdat ik zwanger was geworden. Ik nam de pil, maar was even gestopt. Eén of twee keer hebben we geen condoom gebruikt. We waren echt naïef. Maar in het abortuscentrum stelden ze me gerust: ‘Het kan iedereen overkomen.’
»Met mijn vriend kon ik er niet over praten. Omdat we toen net in de kerstperiode zaten, werd er overal volop alcohol geschonken. Gek genoeg had ik de reflex om geen druppel meer aan te raken. Ik kon dat vruchtje niet bewust schade berokkenen. Daar begreep hij niks van: ‘Doe toch normaal!’ Misschien ben ik me tijdens die week toch gaan hechten. Constant werd ik heen en weer geslingerd tussen mijn ratio en mijn emoties. Daarom denk ik nu: ‘Had ik er maar met iemand over gepraat.’»
HUMO Zou je dan een andere beslissing genomen hebben?
Eva «Ik was ervan overtuigd dat ik de juiste keuze maakte, voor mij en het kind. Ik was gewoon niet in staat om voor een kind te zorgen. Ik geloof dat nog steeds, maar dat neemt niet weg dat ik de keuze graag beredeneerder had gemaakt.»
Litteken
Lut Daniëls bevestigt dat het gesprek met de psychosociale medewerker in het abortuscentrum een momentopname is.
Daniëls «Maar da’s ook goed. Wat wij doen is crisisinterventie: wij komen even tussen in een mensenleven en dan laten we weer los. In het overgrote deel van de gevallen kunnen die vrouwen gewoon verder.»
undefined
'Veel vrouwen vinden toch dat ze een fout hebben gemaakt: 'Ik had dit moeten voorkomen.' Schuld en boete: typisch Vlaams, hé'' Lut Daniëls, Abortuscentrum Gent
Voor vrouwen die méér willen praten, is er Fara, een luister- en informatiepunt rond zwangerschapskeuzes dat vrouwen begeleidt in hun besluitvorming en eventueel ook bij de verwerking van hun keuze.
Katleen Alen (stafmedewerker Fara) «Wij proberen ons buiten het pro- en contradebat te houden en willen er gewoon zíjn voor vrouwen en hun omgeving, ongeacht de keuze die ze maken. Onze focus ligt niet op wát ze kiezen – abortus of ouderschap – maar op het proces om tot een weloverwogen keuze te komen. Sommigen hebben het achteraf moeilijk met hun beslissing, of ze nu kozen voor een afbreking of voor het behoud van hun zwangerschap. De eerste groep kan bij ons terecht, voor individuele gesprekken of in praatgroepen, maar voor de tweede groep is er minder aandacht. Misschien is dat wel het grootste taboe in onze maatschappij: over een ongelukje doen we lacherig, maar hardop zeggen dat je kind ongewenst is, dát is not done.
»Van de duizenden vrouwen die jaarlijks een abortus ondergaan, zijn er heel veel die niet twijfelen. Anderen worstelen er wel mee, in meerdere of mindere mate. Wij zeggen: ‘Je moet het er niet moeilijk mee hebben, maar het mág.’ Ik heb het gevoel dat onze maatschappij redeneert: ‘Je hebt er zelf voor gekozen, dus waarom zou je het er moeilijk mee hebben?’ Vaak bedoelt de omgeving het goed: ‘Het was de juiste keuze, dus pik de draad maar weer op.’ Dat dóén die vrouwen ook, maar soms lopen ze vast in verdriet of schuldgevoel. En dat willen we bespreekbaar maken. Er even intens mee bezig zijn, helpt vaak om het hoofdstuk te kunnen afsluiten. Iemand in onze praatgroep verwoordde het mooi: ‘Het zal altijd een litteken blijven, maar het vervaagt wel.’ Voor de meesten gaat dat snel; anderen blijven er wat langer mee zitten. En soms gaat het litteken jaren later nog eens open. Bij een volgende zwangerschap, of zelfs veel later, als zo’n vrouw grootmoeder wordt.»
Milder met de jaren
Op de dag van de ingreep vergezelde de vriend van Eva haar naar het abortuscentrum.
Eva «Maar ik had de indruk dat hij dat vooral deed om zich ervan te vergewissen dat het écht was gebeurd. Terwijl het voor mij zo’n ingrijpende gebeurtenis was. Létterlijk: het voelde alsof die machine al mijn ingewanden uit mijn lichaam zoog. Afgrijselijk. Maar ergens vond ik dat ik dat had verdiend.
»Een jaar later ben ik naar een psycholoog gestapt, omdat ik het er moeilijk mee bleef hebben. Met haar kon ik er wel goed over praten. Op een bepaald moment – de ingreep lag intussen al jaren achter me – ben ik zelfs teruggegaan naar het abortuscentrum, om die plek nog eens rustig te kunnen bekijken. Toevallig kreeg ik de verpleegster aan de lijn die geassisteerd had bij mijn abortus. Volgens haar waren er wel meer vrouwen die achteraf terugkwamen. Ze heeft me rondgeleid en verteld wat er achteraf met dat vruchtje gebeurt – dat wilde ik per se weten: ze vriezen het tijdelijk in en daarna gaat het naar de verbrandingsoven. Dat stelde me gerust: ze kieperen het tenminste niet in de vuilnisbak.
»Mijn vriend en ik zijn na de ingreep nog een jaar samen gebleven, maar daarna was het op. Die abortus speelde daar wel een rol in: we konden er totaal niet over praten en dat gebrek aan communicatie begon zich ook op andere vlakken te manifesteren. In zekere zin stelde de breuk me gerust: ‘Stel dat we nu samen een kind hadden moeten opvoeden...’»
undefined
'Een vrouw die haar kind tóch houdt en hardop zegt dat het ongewenst is: dát is not done' Katleen Alen, Fara
HUMO Hoe denk je er vandaag over, zeven jaar later?
Eva «Ik denk er nog heel vaak aan terug, op de meest onvoorziene momenten. Onder collega’s is abortus eens ter sprake gekomen. De teneur van het gesprek was: ‘Dat doe je toch niet!’ Ze zouden eens moeten weten. Als ik mijn situatie zou uitleggen, zouden ze het misschien wel begrijpen, maar toch blijf ik zwijgen. Jammer, want het houdt andere vrouwen wellicht tegen om er ook over te beginnen.
»In mijn nieuwe relatie ben ik superstrikt met mijn anticonceptie: als er enige twijfel bestaat, dan is mijn goesting over (lacht). Tegelijk heb ik mezelf wel weer voorzichtig een kinderwens toegestaan – na de abortus voelde ik me een tijdlang zo schuldig dat ik ervan overtuigd was dat ik geen kinderen meer verdiende. Ik heb mijn vriend wel al gezegd dat een eventuele zwangerschap voor mij nooit de eerste zwangerschap zal zijn, zelfs niet het eerste kind – ook al is die eerste baby er nooit geweest. Ik ben er zeker van dat ik die ervaring voor de rest van mijn leven meedraag. Het is gewoon een kwestie van het een plaats te geven. Mijn echo en een paar dingetjes die ermee te maken hebben, zitten in een kistje naast mijn bed.
»Met de tijd ben ik milder geworden voor mezelf: iedereen maakt fouten. De mijne was niet om ongepland zwanger te worden, maar om het met niemand te delen.»
* De getuigenissen zijn anoniem.