null Beeld

438 dagen op de Stille Oceaan: de survival van een Salvadoriaanse schipper

Op 29 januari 2014 spoelde José Salvador Alvarenga met zijn visserssloep aan op de Marshalleilanden, na een zwerftocht van 438 dagen op de Stille Oceaan. Zijn relaas is nu te boek gesteld, de verfilming is slechts een kwestie van centen. ‘Cast Away’, maar dan écht.

stern/picture press

'Een week lang heb ik het lichaam van Ezequiel bijgehouden. Ik praatte tegen hem: 'Hoe is het om dood te zijn?''

Een kliffenkust in Zuid-Californië. De Stille Oceaan ligt er spiegelglad bij. José Salvador Alvarenga zit aan het strand. 38 jaar oud, fris geschoren en gekapt. Je zou nooit de langharige schipbreukeling herkennen die op 29 januari 2014 aan land spoelde na meer dan een jaar op zee rondgedobberd te hebben. Hij steekt een joint aan. Zijn handen trillen. Hij ademt diep in.

null Beeld

- Wat is er aan de hand? U lijkt onrustig.

José Salvador Alvarenga «Ik ben niet graag meer aan zee.»

- Er is nochtans geen wolkje aan de hemel.

Alvarenga «Ja, maar op zee was het meestal zo rustig. En dat betekende ook: een brandende zon, geen drinkwater, overal haaien, eenzaamheid. Het roept veel herinneringen op.»

- Welke dan?

Alvarenga «Te veel. Hoe mijn vriend verhongerde, hoe ik mijn teennagels opat en schildpaddenbloed dronk.»

- Zullen we ergens anders verder praten?

Alvarenga «Nee. Ik kan niet blijven vluchten. Ik ben een man van de zee.»

- 438 dagen dreef u op deze oceaan rond, 10.000 kilometer in een drijvende notendop. Een ongelofelijke odyssee. Zo ongelofelijk dat uw verhaal soms niet wordt geloofd.

Alvarenga «Daar word ik triest van. Ze zouden het zelf moeten meemaken. Gelooft u mij ook niet?»

- Ik geloof u. Ik heb wel veel vragen. U hebt er sindsdien weinig over gesproken.

Alvarenga «Ik haatte die mediastorm. Vraag maar aan mijn collega’s.»

undefined

null Beeld

- Dat heb ik gedaan. Op 17 november 2012 voer in het Mexicaanse vissersdorp Costa Azul inderdaad een visser uit op zee, Salvador Alvarenga genaamd, en die keerde niet terug. Maar hij was niet alleen.

Alvarenga «Ezequiel Córdoba. God hebbe zijn ziel.»

- U kende Córdoba helemaal niet. Hij was pas 20. En toch ging u met hem de zee op.

Alvarenga «Ik wilde zoals altijd gaan varen met mijn partner Ray Perez. Die is ervaren en nergens bang voor. Maar Ray moest die dag naar de politie. Hij had voortdurend last met de wet, moet je weten.»

- En dus nam u een onervaren zeeman mee?

Alvarenga «Dat was een fout van mij. Maar ik wilde absoluut uitvaren. De vangst van de dag voordien was geweldig geweest: goudmakreel, haaien, marlijn. 600 kilo, dat is veel geld. Kerstmis stond voor de deur en ik had geld nodig.»

- Voor 17 november werd een noorderstorm voorspeld, een beruchte norteño.

Alvarenga «We konden ook niet weten dat het zo’n extreem zware storm zou worden.»

- Andere vissers voeren niet uit. Op de radio werd ervoor gewaarschuwd.

Alvarenga «Dat heb ik niet gehoord.»

- Op wat voor boot voer u?

Alvarenga «Een schuit van 8 meter lang uit glasvezel, zonder kajuit of dak. Ik had hem Titanic gedoopt.»

- En qua uitrusting?

Alvarenga «250 liter benzine, 60 liter zoet water en 50 kilo sardines als lokaas. En hengels.»

- Had u een radio-installatie mee?

Alvarenga «Ja, maar die was maar half opgeladen. En ik controleer dat zelden.»

- Een gps?

Alvarenga «Ja, maar die was niet waterdicht.»

- Een anker?

Alvarenga «Ik dacht niet dat we op hoge zee een anker nodig zouden hebben.»

- Reddingsvesten?

Alvarenga «Eentje.»

- Zulke fouten kunnen levens kosten.

Alvarenga «Ik heb een paar fouten gemaakt, ja. Maar het ging al vijftien jaar goed.»

- Dus u vaart uit naar de Golf van Tehuantepec, 90 kilometer voor de kust. Het weerbericht waarschuwt voor hevige windstoten tot 80 km per uur.

Alvarenga «De golven waren al snel 3 meter hoog, de boot werd door de storm heen en weer gegooid. Córdoba werd zeeziek. Ik besloot om terug te keren en zette koers op noordoost, 70 graden. Recht de storm in. De zwaarste waar ik ooit in heb gezeten. Maar ik had hoop. Ik was een goede stuurman, ik kon uitstekend inschatten waar ik moest versnellen of gas terugnemen. Ik kon op de golven varen als een surfer.»

- Dat klinkt zowaar euforisch.

Alvarenga «Er bestaat geen grotere kick.»

- Maakte de boot geen water?

Alvarenga «Enorm. We bleven maar hozen. Als Córdoba niet overgaf, was hij aan het hozen. Toen vloog hij overboord, maar hij kon zich aan de borstwering vastklampen. Ik trok hem aan zijn haar terug in de boot.»

- Het was toen acht uur ’s ochtends. Hoe ver waren jullie van de kust?

Alvarenga «Zo’n 25 kilometer. Ik kon de bergen al zien. En toen begon de motor opeens te sputteren. Ik dacht: ‘Misschien is er iets mis met de ontsteking, of met de brandstoftoevoer?’ Ik belde Willy op, mijn baas. Ik riep: ‘Willy, de motor is kapot!’ Hij zei: ‘Geef me de coördinaten.’ Ik: ‘Mijn gps werkt niet!’ Hij: ‘Werp het anker uit.’ Ik: ‘Ik heb er geen!’»

- Willy zegt dat hij veertien dagen naar u heeft laten zoeken. U maakte deel uit van een hechte gemeenschap.

Alvarenga «We noemden onszelf de tiburoneros, de haaienjagers. We hebben elkaar vaak gered bij noodweer, maar we zijn soms ook mannen kwijtgeraakt. En we hebben soms dagenlang gevierd, met tequila en vrouwen. Dat soort broederschap ken je niet als je geen schipper bent.»

undefined

'Ik wilde mezelf niet van kant maken: dan zou ik niet in de hemel komen'

- Nu moest u zonder motor het gevecht aangaan.

Alvarenga «We werden drie verdiepingen omhooggegooid en dan weer de diepte ingeworpen. Ik dacht: ‘Dat zal hier niet lang duren. We zijn te zwaar.’»

- Wat kun je dan nog doen?

Alvarenga «We gooiden alles overboord: 500 kilo vis, 200 liter benzine en de radio, want die was morsdood. Ik maakte een sleepanker uit een vislijn en vijftig boeien, voor meer stabiliteit. Dat heeft ons gered.»

- De voorspellingen voor dag twee waren: windstoten tot 90 km per uur en vijf meter hoge golven.

Alvarenga «De storm duurde vijf dagen. We konden altijd net genoeg water hozen om niet te vergaan. Córdoba was zo zeeziek dat hij riep: ‘Laat ons sterven!’ Ik riep terug: ‘Nee, we houden vol!’»

- Oceanografen hebben berekend dat u ongeveer 450 kilometer van de kust bent weggedreven.

Alvarenga «Ik had geen idee waar we waren. Je kunt je moeilijk iets engers voorstellen: een storm in het donker, op zo’n oneindige oceaan.»

- Kon u eigenlijk slapen?

Alvarenga «Nauwelijks. We lagen in de koelkist, tegen elkaar geplakt, allebei nat en koud.»

- Twee vreemde mannen die elkaar vasthouden?

Alvarenga «We lagen zelfs met onze benen in elkaar verstrengeld.»

undefined

null Beeld


Haaien op de kust

- Vijf dagen woedde de storm. En daarna?

Alvarenga «Plots was het rustig – die windstilte was spookachtig. Maar het belangrijkste was dat we nog leefden.»

- Maar er was geen land in zicht?

Alvarenga «Geen land. Geen schepen. Niets. Alleen de brandende zon.»

- Hoe beschermde u zichzelf?

Alvarenga «We brachten de dag door in de koelkist, maar we dachten dat we zouden omkomen van dorst. Mijn keel was droog en mijn slokdarm gezwollen.»

- Wat dronk u?

Alvarenga «Ons laatste water, en op een gegeven moment zelfs urine. Het smaakte wat naar zout.»

- Survivalexperts raden dat af. In urine zitten veel zouten, waardoor je nog meer vloeistof nodig hebt.

Alvarenga «Dat merkten we al snel, en toen schakelden we over op warm schildpaddenbloed. Ik ving namelijk ook schildpadden.»

undefined

'Nu ben ik beroemd, maar er is veel afgunst: mensen denken dat ik rijk ben geworden.'

- Hoeveel eten was er nog?

Alvarenga «Eén rode ui.»

- Waar overleefde u dan van?

Alvarenga «Schildpadden en kwallen.»

- Kwallen? Hoe smaken die?

Alvarenga «Ze branden in je keel, en ze blíjven branden.»

- Na een paar weken begon het opnieuw te regenen.

Alvarenga «Eerst een paar druppels, daarna steeds meer. We dansten van vreugde. We verzamelden het water op een plastic zeil en vulden zo flessen en emmers die we op zee haddn gevonden. Er drijft zoveel rond: flessen, jerrycans, plastic zakken. De zee is één grote vuilnisbelt.»

- Wat vond u nog?

Alvarenga «Oud keukenvet. We propten het naar binnen, en ik stelde me daarbij voor dat ik een hamburger at. Wat een delicatesse! Of we vonden zure melk, dat werd in mijn gedachten yoghurt. Zalig.»

- Hoe was het om dag en nacht alleen met zo’n jonge kerel als Córdoba op een boot te zitten?

Alvarenga «We werden broers. We praatten over ons leven. We waren allebei slechte zonen geweest, en ik nog een slechte vader ook. Ik heb mijn dorp in El Salvador vijftien jaar geleden verlaten. Naar mijn dochter Fatima had ik niet omgekeken. We beloofden elkaar dat als we zouden overleven, we ons leven zouden beteren. Maar Córdoba werd zienderogen zwakker. Hij at niet genoeg. Ik ving vogels en at ze rauw op, maar hij wilde dat niet. Ik sneed het vlees in repen voor hem en legde het op de door de zon verhitte motor, dan pas wilde hij eten. Maar we konden gewoon niet genoeg vogels vangen.»

- Hoe reageerde Córdoba?

Alvarenga «Hij riep om zijn moeder. En ook: ‘De haaien gaan mij opvreten!’»

- Waren er haaien?

Alvarenga «Massa’s. Ze bonkten tegen de boot. Ze merkten dat er een prooi in zat en probeerden hem te laten kapseizen. Córdoba werd steeds zwakker. Op een gegeven moment kon hij niet eens zijn waterfles meer opheffen. We spraken af dat wie van ons overleefde, de moeder van de ander zou bezoeken. Op een dag zei hij: ‘Ik ga dood.’»

- Wanneer was dat?

Alvarenga «Na zo’n twee maanden. Ik zei hem: ‘Denk daar niet aan.’ Hij vroeg om water en ik hield de fles aan zijn lippen. Hij kreunde, verstijfde, en toen was het voorbij. Ik schreeuwde: ‘Laat mij niet in de steek! Je moet in leven blijven!’ Zijn ogen waren nog open.»

- Wat deed u met het lijk?

Alvarenga «Ik praatte ertegen.»

- Pardon?

Alvarenga «Ik zei: ‘Hoe is het vandaag? Hoe is het om dood te zijn?’»

- Werd u gek?

Alvarenga «Ik was eenzaam. Ik huilde urenlang. Ik stelde mij gewoon voor dat hij nog leefde.»

- Een lijk vergaat toch?

Alvarenga «De zon droogt het lichaam uit. Ik heb hem zelfs in mijn armen gehouden. Pas na zes dagen dacht ik: waar ben ik mee bezig? Toen heb ik zijn kleren uitgetrokken, ik heb die zelf aangetrokken en het lijk in het water laten glijden. Toen ben ik flauwgevallen.»

- In de media werd er over kannibalisme gespeculeerd.

Alvarenga «Ik zou nog liever sterven.»

- Waarom overleefde u wel en Córdoba niet?

Alvarenga «Wilskracht. Ervaring. Maar ik voelde me schuldig, want ik had Córdoba meegenomen.

»Ik kan niet meer. Zullen we morgen verder praten?»


Visgratenpap

Een paar dagen later zetten we het interview verder in een ruige buurt van Los Angeles, in een Salvadoraans restaurant tussen pandhuisjes en 99 centwinkels. Alvarenga bestelt soep en tamale, een Mexicaans maisgerecht. Zodra het eten wordt opgediend, stort hij zich erop.

- U hebt blijkbaar grote honger.

Alvarenga «Ik kan veel eten, hoor.»

- Bent u nog uw schade aan het inhalen?

Alvarenga «Ik heb dagenlang niet één hap kunnen eten. De honger maakt je gek: ik stond op het punt één van mijn vingers met een machete af te hakken, in stukjes te snijden en op te eten. Maar ik was bang dat ik zou doodbloeden.»

- Hoe hebt u overleefd?

Alvarenga «Ik at mijn vinger- en teennagels op.»

- Hoe smaken teennagels?

Alvarenga «Niet zo slecht als baardhaar. Ik knipte dat af, sprenkelde er zout water over en slikte het in. Of ik stampte visgraten tot meel en mengde dat met water. Dat was dan mijn havermoutpap (lacht).»

- Daar kun je toch niet van overleven?

Alvarenga «Meestal was er vis. Ik ving ze met mijn blote handen. Kleinere haaien zijn redelijk makkelijk te vangen. Je grijpt ze bij de rug vast en werpt ze de boot in. Er groeiden ook mosselen onder de romp. En één keer dreef er een dode walvis voorbij. Dat was een feestmaal, want die trok andere dieren aan, veel vogels vooral.»

- Hoe vang je eigenlijk vogels?

Alvarenga «Die landden graag op de koelkist, omdat ze op die eindeloze Stille Oceaan toch ergens moeten kunnen pauzeren. Je blijft dan doodstil zitten, je wacht je moment af en dan grijp je ze bij de poten. Ze verdedigen zich dan wel, ze bijten en pikken als gek (toont zijn armen en benen vol littekens). Op die dode walvis kwamen veel sternen af. Die ving ik en dan brak ik hun vleugels. En daarna liet ik ze voetbal spelen, met tien tegen tien (lacht).»

undefined

'Nu ben ik beroemd, maar er is veel afgunst: mensen denken dat ik rijk ben geworden.'

- Voetbal?

Alvarenga «Ik wierp een gedroogde kogelvis vol stekels naar hen. Die konden ze niet opeten, maar ze hadden zoveel honger dat ze zich erop stortten. Ik beeldde me in dat Mexico tegen Brazilië speelde, en dat ik de commentator was.»

- Wie won?

Alvarenga «Mexico, natuurlijk!»

- Hoe ging u met de eenzaamheid om?

Alvarenga «Het was erg lastig. Ik praatte tegen mezelf. Ik bad dagelijks verschillende keren, en ik had een zee-eend als vriendje, Pancho. Daar praatte ik mee: ‘Mooi weer vandaag, Pancho!’»

- Wat is er met Pancho gebeurd?

Alvarenga «Toen ik echt niets anders kon vangen en al dagen zonder eten zat, heb ik hem moeten doden. ’s Nachts, zodat ik er niet te veel van zag. Ik draaide hem de nek om, en daarna heb ik gehuild.»

- U hebt al die tijd nooit een schip gezien?

Alvarenga «Toch wel, een paar zelfs, maar dat waren grote containerschepen. Om hun aandacht te trekken bond ik mijn T-shirt vast aan een houten stok en ik zwaaide ermee. Op een dag kwam zo’n schip recht op mij af. Ik dacht dat mijn redding nabij was. Ik wuifde en zwaaide, en het schip naderde: nog 300 meter, nog 200 meter... En toen voer het mij straal voorbij. Er was niet één man aan boord. Die monsters varen op automatische piloot, moet je weten.»

- Dat is toch om gek van te worden?

Alvarenga «Ik werd ook langzaam gek. Ik had toen al tien keer de volle maan zien opkomen: driehonderd dagen!»

undefined

null Beeld

- Begin je dan niet te overwegen om jezelf van kant te maken?

Alvarenga «Daar heb ik aan gedacht, ja. Ik was bij momenten vreselijk depressief, maar sterven wilde ik niet. Mijn moeder heeft me altijd verteld dat zelfmoordenaars niet in de hemel komen.»

- Bent u heel gelovig?

Alvarenga «Ik was het niet. Ik ging nooit naar de kerk. Maar Córdoba heeft me het geloof doen vinden. Wij baden samen. Ik beloofde dat ik een ander mens zou worden als ik het zou overleven.»

- U dobberde al maanden op de Stille Oceaan rond...

Alvarenga «...en toen zag ik plots drijfhout. Takjes. Er moest land in de buurt zijn. Ik zag een eiland. Een eiland met palmen. Geen huizen, geen mensen. Ik sprong overboord, zwom op z’n hondjes en werd aan land gespoeld.»

- Dat was Tile Islet, één van meer dan duizend piepkleine eilandjes van de Marshalleilanden. Wat deed u eerst?

Alvarenga «Ik rolde in het zand en de aarde, en ik at bloemen. Ik wilde stappen, maar ik raakte maar een paar meter ver. Daarna verloor ik het bewustzijn.»

- Aarde en bloemen op het strand?

Alvarenga «Gelooft u mij niet?»

- Ik geloof u, maar zulke details kan niemand checken. Is dat geen zeemansverhaal?

Alvarenga «Absoluut niet. Mijn boot is gevonden.»

undefined

null Beeld

- Experts vinden uw odyssee plausibel. Uw emotionele crash ook.

Alvarenga «Ik sleepte me traag voort. Het eiland was maar een paar voetbalvelden groot. Ik dacht: ‘Nu moet je op een schip wachten.’ En toen zag ik iets roods.»

- Een huis?

Alvarenga «Een hemd. Dan een huis. Aan de andere kant van een riviertje. Toen zag ik een vrouw. Ik wuifde naar haar, en ze wuifde terug. Dat was Emi. Daarna zag ik haar man Russell. Zij hebben me vetgemest, man!»

- Wat was uw eerste maaltijd?

Alvarenga «Pannenkoeken. Ik schrokte ze met twee handen tegelijk naar binnen. Daarna rijst en kokosnoten. En kip. Alles! Toen bracht een politieagent me in zijn boot naar een ziekenhuis.»

- Wat was de diagnose?

Alvarenga «Ik leed aan bloedarmoede, en mijn lever zat vol parasieten omdat ik zoveel vogels rauw had opgegeten. Maar mijn verstand was in orde en ik leefde nog.»

- Hoe was het om naar El Salvador en uw dorp Garita Palmera terug te keren?

Alvarenga «Niet simpel. Ik was daar in geen vijftien jaar nog geweest. Mijn dochter wist niet eens dat ik vermist werd. Ze vroeg: ‘Waarom kwam je niet op bezoek?’ Ik heb haar eerlijk verteld dat ik veel had gefeest en aan de drugs had gezeten. Ze heeft mij uiteindelijk alles vergeven.»

- Hoe zien mensen u tegenwoordig?

Alvarenga «Nu ben ik beroemd, maar er is veel afgunst: mensen denken dat ik rijk ben geworden. Ik was weer een tijdje samen met de moeder van mijn dochter, maar ze was stikjaloers omdat alle vrouwen uit de omgeving mij wilden. Nu heb ik een jonge vriendin, ze is pas 21 en in verwachting van mijn kind.»

- Hoe is het met uw gezondheid?

Alvarenga «Lichamelijk ben ik oké. Ik heb alleen leverschade opgelopen. Maar ik schrik ’s nachts vaak wakker: dan heb ik gedroomd dat ik op zee ronddobber.»

- Hebt u, zoals beloofd, Córdoba’s moeder bezocht?

Alvarenga «Ja, ik heb twee uur met haar gepraat. Zij gelooft dat ik haar zoon niet heb vermoord. Maar zijn broers geloven mij niet. Die willen geld.

»Ik wil alleen mijn simpele leven terug. Een huisje. Een gezin. Een kleine zaak. Maar op zee varen, dat wil ik niet meer.»

© 2015 Stern / Picture Press

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234