'50 tinten wijs': de levenslessen van Lynn Wesenbeek, Goedele Liekens, Bart Kaëll & Luc Appermont en Dirk De Wachter
Lynn Wesenbeek, die zelf haar leven op haar 50ste zag kantelen, interviewde samen met personal coach Kris Colpaert bekende 50-plussers over de lusten en de lasten der jaren.
'Na de 50 beleef je seks als nooit tevoren. Als de kinderen het huis uit zijn, kun je helemaal loosgaan'
LYNN WESENBEEK
‘Oude taart’
Lynn Wesenbeek (55) «Wat lijkt op Lynn Wesenbeek en vind je bij de bakker net voor sluitingstijd?’ ‘Een oude taart!’ Met die openingszin maakte ik voor het eerst na mijn 50ste mijn rentree op de Vlaamse televisie. Het was een mopje uit ‘De slimste mens ter wereld’, de populaire quiz op VIER. Het publiek in de zaal begon te lachen en ik ook. Maar vanbinnen voelde het als een koude douche.
»Op de ochtend van mijn 50ste verjaardag hing ik voor de kust van Kaapstad in Zuid-Afrika in het midden van de oceaan. Met nog vijf andere duikers zat ik in een stalen kooi te wachten tot hij kwam. Hij, de witte haai, de grootste roofvis ter wereld.
»Mijn familie stond boven toe te kijken vanaf de boot waar we net de veiligheidsvoorschriften hadden meegekregen: armen en benen binnenhouden, dat had ik goed begrepen. Toen de duikinstructeur vrijwilligers zocht om in de kooi te stappen, hadden mijn twee dochters lachend gezegd: ‘De jarige eerst!’ Ze hadden me nog net geen zetje gegeven.
»Plots voelde ik een por in mijn zij. Het was mijn buurman die steun zocht, omdat hij geschrokken was. En toen zag ik ze ook, ze waren met zijn tweeën. Ik voelde hoe mijn hart in mijn keel begon te kloppen op het moment dat hun imposante lijven tot vlak bij de kooi kwamen. Ik hield mijn adem in en zag hun nieuwsgierige blikken. Gefascineerd keek ik toe. Mensenhaaien zijn ook in het echt heel impressionant, alleen minder moordzuchtig dan de Hollywoodversie van Steven Spielberg. Toeristisch is zo’n haaienduik natuurlijk ook, maar ik kon leven met de ironie van dieren die kwamen kijken naar mensen in een kooi.
undefined
»Eigenlijk ben ik niet zo bedreven in het vieren van verjaardagen. Alle zogenaamde mijlpalen vielen samen met een keerpunt in mijn leven. De eerste keer op mijn 21ste, met de dood van mijn moeder, die nooit 50 is geworden. De tweede keer op mijn 40ste, met het verlies van mijn huwelijk. Mijn derde keerpunt was eerder dat jaar gekomen. Op een vrijdagnamiddag in april.
»Ik was net klaar met het middagnieuws toen me werd gevraagd langs te komen voor een mededeling. Er hing spanning in de lucht, dat kon ik voelen. Het duurde dan ook niet lang voor de mededeling op tafel kwam: het aantal nieuwsankers werd herschikt en als gevolg daarvan zou er geen plaats meer zijn voor mij. Deed ik mijn werk dan niet goed? Bijna een kwarteeuw was de Vlaamse Televisie Maatschappij mijn professionele baken geweest. Ik was met het bedrijf volwassen geworden, gegroeid, misschien zelfs vergroeid, want weinigen waren de voorbije jaren meer het gezicht van de zender geweest dan ik. Mijn laatste nieuwsuitzending was er al twee dagen later. Na het nieuws van zeven uur zei ik ‘Tot morgen!’ tegen mijn collega’s. Ik nam geen afscheid. Dat was zo afgesproken, want voorlopig zou er niet worden gecommuniceerd.
»Ik bleef als laatste op de redactie, ruimde mijn bureau op en haalde het kastje met mijn persoonlijke spullen leeg. Toen ik die zondagavond in 2012 het VTM-gebouw verliet, moest ik aan het openingsgala denken, vijfentwintig jaar eerder. Het contrast met de glamour van toen kon op dat moment niet groter zijn. Het was een einde dat sneed.
»50 worden viel voor mij in grote lijnen samen met het afsluiten van een belangrijk hoofdstuk in mijn professionele leven. Ik kwam in een nieuwe realiteit terecht en moest op zoek naar een ander leven, met een andere job.
»‘Met jouw naam zal dat geen probleem zijn,’ werd er gezegd. ‘Fluitje van een cent.’ Dat bekende mensen in straten wonen waar de zon altijd schijnt, was een misvatting die ik vaker hoorde. Ik kon makkelijk op gesprek komen, dat wel. Maar er was ook een keerzijde. Zoals een bedrijfsleider het verwoordde na mijn eerste sollicitatie: ‘Mevrouw, u hebt een prachtig parcours gereden, maar ik zie u niet met een dienblad in ons bedrijfsrestaurant staan.’ Vanuit dat standpunt had ik het nog nooit bekeken.
»Ik bleef lange tijd strijdvaardig en weerbaar. Toch begon ik te beseffen dat 50 jaar voor de arbeidsmarkt een gevaarlijke grens is. Je hebt hopen ervaring, maar niemand lijkt die nodig te hebben.
»Ik was altijd trots geweest op mijn werk. Toen ik vijfentwintig jaar geleden begon, had ik geen tien troeven in mijn hand. Ik had er één, en dat was wilskracht. Ik was nog geen 21 toen ik mijn moeder verloor. Het zwaarste afscheid in mijn leven had ik dus al gehad. Maar dat wil niet zeggen dat al het andere er niet toe deed. Integendeel. Ik deed mijn werk graag. Een job geeft structuur en zin aan je dagen. Je hoort ergens bij. Je hebt collega’s met wie je kunt lachen of niet. Dat was allemaal weggevallen, bijna van de ene dag op de andere. En dat was lastig. In een slachtofferrol kruipen wilde ik echter niet. Misschien kan dat verleidelijk zijn, soms, aantrekkelijk is het nooit.
'Ik kwam terecht in een nieuwe realiteit en moest op zoek naar een ander leven. Je hebt hopen ervaring, maar niemand lijkt die nodig te hebben'
»Die hele periode voelde als van de ene kamer naar de andere lopen, met ertussenin een donkere gang. Zolang je door het donkere gedeelte loopt, weet je niet waar je zult uitkomen en die onzekerheid is niet altijd prettig. Bij momenten is het zelfs beangstigend. Ik dacht voortdurend na over wat ik nog wilde doen. Een boek schrijven, bijvoorbeeld, want met dat idee liep ik al lang rond. Of weer een televisieprogramma maken, met een reeks interviews. Allemaal dingen waaraan ik dacht en waarover ik ook weleens sprak, maar er gebeurde niets. Altijd was er een cruciaal element dat me ontbrak, de moed.
»Ik woon in een dorp met een charmante dorpskern. Ik kom er graag, want het is er mooi en bijna elke dag wandel ik met mijn hond voorbij het kerkhof. Op een dag viel mijn oog op een grafschrift. ‘Schep moed, niemand is onsterfelijk,’ las ik.
»Die ene zin deed het. Het leek alsof die paar woorden voor mij bedoeld waren. Boven het opschrift hing een foto van een man die mij recht aankeek. Ik herkende hem meteen. Het was de Gentse assisenpleiter Piet Van Eeckhaut, die in 2014 onverwacht is gestorven en die niet ouder dan 65 is geworden. Ontelbare keren was ik er al voorbijgekomen. Ik had de foto en het grafschrift nooit eerder opgemerkt. Ik las de tekst nog eens. Diezelfde dag ben ik aan een boek begonnen.»
GOEDELE LIEKENS
undefined
‘Feest in Lapland’
Goedele Liekens (55) «Lynn en ik, wij zijn vintage. Zoals die broeken met olifantenpijpen, die zijn ook lang in de mode geweest. In dat opzicht lijken media en mode op elkaar. Om de zoveel tijd willen mensen iets nieuws, een nieuwe drank of een nieuwe look. Je kunt immers geen broeken met olifantenpijpen blijven dragen. In de media gaat het net zo. Voortdurend verschijnen er nieuwe gezichten. En dat begrijp ik. Maar met een beetje geluk komen de echte klassiekers, net zoals in de mode, ooit nog terug.
»Vandaag werk ik in Groot-Brittannië. Daar ben ik bezig met wat ik in België en Nederland al meer dan een kwarteeuw doe, televisie maken. Ik maak er een programma over seks en intimiteit met een redactie waarvan iedereen jonger dan 30 is. Ik ben volledig verantwoordelijk voor de inhoud van het programma. Het gaat dus over mijn vak en toch... De manier waarop deze generatie vandaag een televisieprogramma maakt, is zo anders. Alleen al het kantoor waarin ze zitten! Niemand heeft er een bureau. Het ene moment zit de ene daar en de andere ginder, en daarna wisselen ze weer. Ze werken ook volledig digitaal. De eerste keer dat ik met mijn notitieboekje afkwam, dacht ik: God, wat voor een andere wereld is dat hier! Het leek wel alsof ik in de ruimte zat.
»Niemand van hen heeft nog een auto, dat vinden ze niet meer zo belangrijk. Maar ze hebben wél allemaal een smartphone, het liefst met zoveel mogelijk applicaties. Dat is hun heiligdom. Daar toveren ze mee. Binnen de kortste keren hadden ze allerlei apps op mijn gsm gezet, een datingsite om te flirten en Slack, een intern mailsysteem. Dat is een WhatsApp-groep, maar dan voor mails. Nu heb ik dus ook Slack.
»Die jongeren denken en spreken niet meer zoals wij. Ik kan niet zeggen dat ik me dan oud voel, maar ik voel me wel vreemd. Het lijkt alsof je ineens op de markt staat in China. Zo kan ik 50 worden misschien nog het best omschrijven, je treedt binnen in een ander rijk.
»Voor mijn 50ste verjaardag stond een verrassingsfeest gepland. Het is er nooit van gekomen, want op de avond zelf zat ik vast in Lapland. Ik was daar samen met een fotografe voor het magazine Goedele. Toen we weer naar huis wilden vliegen, raakten we ingesneeuwd op de luchthaven. We hebben daar dan maar een flesje gekraakt.
»Het speciale aan mijn 50ste verjaardag was dat anderen vonden dat die speciaal moest zijn. Zowel kranten als tijdschriften vroegen me toen om een interview, en allemaal stelden ze dezelfde vraag: ‘Hoe voelt dat nu, die 50?’ Wel, je voelt dat dus niet. Ik toch niet. Wat niet wil zeggen dat ik me nog altijd even jong voel als tien jaar geleden. Met het vorderen van de leeftijd merk ik dat ik wel makkelijker serieus word genomen.
'In interviews gaat het vaak over het uiterlijk: zou je een facelift overwegen? Of botox? 'Vraag dat eens aan Koen Wauters,' zeg ik dan.'
»In interviews gaat het vaak over het uiterlijk. En wat doe je, nu je 50 bent? Zou je een facelift overwegen? Of botox? ‘Vraag dat eens aan Koen Wauters,’ zeg ik dan. Want er zijn ook mannen die naar de plastisch chirurg gaan. Alleen vragen zij doorgaans om een sympathieker gezicht. Bij vrouwen gaat het altijd over jonger en mooier.
»Voor vrouwelijke vijftigers is het toch even slikken. Natuurlijk ben je niet meer de mooiste en je probeert weleens iets, zonder in het extreme te gaan. Lichamelijk en mentaal verandert er wel wat. Er wordt ook anders naar je gekeken. Maar hoe heerlijk is het tegelijk om je niet meer te hoeven afvragen of je nog wel de mooiste bent. Of mooi genoeg. Dat geldt zeker in mijn vak.
»Toen ik destijds Miss België was, of als ik bijvoorbeeld naar een gala ging, was er constant die druk om te scoren – met je jurk, met je figuur. Nu die druk is weggevallen, komt er zoveel tijd vrij voor andere dingen. Ik ben niet meer zo gericht op de buitenwereld of op mijn ego. Rond mijn 35ste vond ik het belangrijk om in een mooie auto rond te rijden. Ik wilde bewijzen dat ik het had gemaakt, dat ik die auto zelf had verdiend.
»Ik ben rustiger geworden, milder ook. En emotioneler. Al kan dat met de menopauze te maken hebben. Dat is nog zoiets. Geen enkele vrouw zal van de daken schreeuwen dat ze menopauzale klachten heeft. Er bestaan wel menopauzeparty’s en zo, maar voor veel vrouwen blijft de overgang een absolute breuklijn. Dan betekent het letterlijk: vruchtbaar of onvruchtbaar. Of cru gezegd: fuckable of unfuckable, want dat is wat sommigen ervan maken. Voor veel vrouwen is dat een harde noot om te kraken.
»Toch moet ik een positief verhaal vertellen over vrouwen van 50 en ouder. Na de 50 zijn de meeste problemen voorbij en beleef je seks als nooit tevoren. Met een beetje geluk zijn zelfs de kinderen het huis uit en kun je helemaal loosgaan.
»Het aantal vijftigers dat gescheiden leeft en een andere relatie wil beginnen, is al lang niet meer te tellen. Toch is een nieuw lief vinden niet zo simpel. Ook al weet je beter wat je wel en niet meer wilt. Je begint niet meer aan een prul en je laat je niet meer misleiden, of toch niet zo makkelijk. Maar we blijven wel allemaal zoeken naar die spreekwoordelijke speld in de hooiberg.
»Ik ook. Ik ben niet gemaakt om alleen te zijn. Ik heb behoefte aan standvastigheid. En voor mij betekent dat een soort rust als je thuiskomt. Of samen op reis gaan en elkaar iets te vertellen hebben, want hoe vaak zie je niet dat mannelijke vijftigers hun vrouw inruilen voor een jonger iemand? Die mannen hadden destijds een vrouwke met wie ze trouwden en die willen nu een vrouw met een babbel, een job, een achtergrond en een eigen leven. Dat maakt het soms nog pijnlijker. Daarom zou ik elke vrouw aanraden haar job te behouden. Zorg ervoor dat je je onafhankelijkheid niet verliest.
»Wat niet per se betekent dat je tot het einde van je dagen even ambitieus moet zijn. Een dagelijkse talkshow à la ‘Gert Late Night’, bijvoorbeeld, zou ik nooit ofte nimmer nog kunnen opbrengen. Echt waar, over my dead body. No way dat ik die energie nog heb. Om dat te kunnen doen, moet je bovendien familiaal offers brengen. En dat heb ik genoeg gedaan. Ik heb het er niet meer voor over.»
BART KAËLL & LUC APPERMONT
undefined
‘Vooral nichten’
Bart Kaëll (57) «Ik vond dat niet zo tof, 50 worden, omdat het lijkt alsof je plots in een andere groep terechtkomt, een groep waarvan ik vond dat ik er nog niet bij hoorde. Er ook nog niet in paste. Als er morgen een pil zou bestaan om eeuwig jong te blijven, dan nam ik die onmiddellijk. Wie zou dat nu niet doen? Zou jij dat niet doen, Luc?»
Luc Appermont (68) «Neen, maar jij hebt het altijd al wat moeilijker gehad met leeftijd. Ik ben elf jaar ouder dan Bart, dus mijn 50ste verjaardag viel uiteraard eerst. Ik herinner mij die dag nog heel goed en ik zal zeggen waarom. Bart had voor mij een verrassingsfeest georganiseerd. Ik wist alleen dat ik op een bepaald uur ergens moest zijn. We reden naar een plaats in Wallonië en daar werd ik geconfronteerd met het traditionele grapje: licht uit, licht aan en iedereen die ‘Hoera, gelukkige verjaardag!’ roept. Ik knipperde met mijn ogen tegen het licht, keek de zaal in en dacht: o nee, dit houd je niet voor mogelijk. En toen brak mijn klomp. Aan de ene kant van de tafel zaten alle vrienden van Bart, een rij homo’s. Aan de overkant zaten al mijn vrienden, een rij hetero’s. Bart had die twee groepen letterlijk tegenover elkaar gezet. Hij dacht dat hij mij daar een plezier mee deed.»
Kaëll «Maar die twee groepen waren tot dan ook altijd twee aparte werelden geweest. Onze vrienden kwamen nooit samen. Het waren de homo’s aan mijn kant en de ‘normale’ mensen aan Lucs kant, want hij had toen alleen nog maar heterovrienden. De beste vriend van Luc, een advocaat, hield een speech. En hij begon: ‘Beste Bart en Luc, beste familie, tantes, nonkels, neven en vooral nichten.’ Dat was voor hem een makkelijke binnenkomer, want hij zag ze natuurlijk allemaal op een rij zitten. Aan het einde van de avond was het één en al verbroedering, het was een erg leuk feest en eigenlijk voor Luc en mezelf ook de echte opening naar onze beide werelden. Toen mijn 50ste verjaardag eraan kwam, elf jaar later, hebben we het anders aangepakt. We hebben toen al onze vrienden uitgenodigd voor een groot tuinfeest in Knokke, maar ze zaten ondertussen niet meer op een rij. Dat was al geëvolueerd. Alle vrienden waren gemixt.»
'Als er een pil zou bestaan om eeuwig jong te blijven, dan zou ik die niet nemen'
Appermont «Ik heb alleszins nooit veel belang gehecht aan jarig zijn.»
Kaëll «Ik wel. Ik had dat voor het eerst op mijn 30ste. Het afscheid van mijn jaren als twintiger was voor mij het afscheid van mijn jeugd. Ik vond dat heel confronterend. En datzelfde gevoel had ik min of meer opnieuw op mijn 50ste. Ik herinner me dat ik als kind de overlijdensberichten las in de krant. Als ik zag dat iemand van 50 was gestorven, dan vond ik dat bijna normaal, want die was al oud. Als kind zag ik dat zo. En toen werd ik zelf 50! Ik kon het niet geloven. Onze maatschappij verdeelt mensen in groepen. Iedereen wordt ook ingedeeld in een leeftijdscategorie. Ik vind dat heel raar. Ik vraag nooit aan mensen hoe oud ze zijn. Ik vind ze gewoon leuk of niet leuk. Die fixatie op leeftijd is in onze westerse cultuur echt een zwak punt. Begin als vijftiger maar eens werk te zoeken. Op den duur begin je je vanzelf af te vragen of je er nog wel bij hoort. Dat geeft stress. En je geeft het ook door aan elkaar. Je krijgt het gevoel dat je carrière zal stoppen omdat je 50 bent geworden. Als artiest zit ik in een vak waarin je bijna jong móét blijven. Wanneer je een bepaalde leeftijd hebt, lijkt het alsof je hebt afgedaan. Dat is een onzekerheid die af en toe wel meespeelt.»
Appermont «Dat is niet nodig, Bart. Als ik met je meega naar een optreden, zit de zaal vol jonge mensen. En allemaal zingen ze je liedjes mee. Bart heeft een tournee gemaakt langs alle Vlaamse universiteiten, ook daar zijn ze dol op zijn ‘Marie-Louise’. Alle studenten brullen het lied luidkeels mee.»
Dirk De Wachter
undefined
‘Bijna gestorven’
Dirk De Wachter (58) «Neen, ik heb geen bucketlist. Tot nu toe heb ik ongelofelijk veel chance gehad in mijn leven. Ik heb meer gekregen dan ik ooit had kunnen denken. Vanaf mijn 15de al wilde ik psychiater worden. Het is wonderlijk dat het ook zo is gegaan en dat ik het nog altijd graag doe. Ook privé heb ik geluk gehad. Ik zie mijn vrouw nog altijd graag en omgekeerd is dat ook zo, denk ik. Al die meevallers kan ik natuurlijk relativeren, maar het maakt mij toch heel dankbaar.
»Aan mijn 50ste verjaardag heb ik geen speciale herinnering. Aan mijn 40ste des te meer. Die verjaardag heb ik heel bijzonder gevierd, met een groot feest in het historische kader van La Coupole in Parijs, met veel vrienden en alles erop en eraan. Die verjaardag was zo speciaal omdat ik een jaar eerder bijna was gestorven. Op mijn 39ste kreeg ik een soort hersenverlamming. Ik raakte volledig verlamd, eerst mijn been, dan mijn arm, daarna mijn gelaat. Ik kon ook niet meer spreken. Mijn kinderen waren nog klein en ik weet dat ik toen dacht: ik zal nooit weten wat voor mensen zij zullen worden. Dat vond ik het ergste. Het is uiteindelijk weer goed gekomen met mijn gezondheid, maar ik was toch ernstig in gevaar geweest. Sindsdien hebben wij de gewoonte om alles te vieren: verjaardagen, huwelijksverjaardagen, feestdagen, Vaderdag en Moederdag... Mijn 50ste verjaardag ongetwijfeld ook, alleen weet ik het niet meer zo goed. De kans is groot dat we weer in Parijs waren, mijn vrouw en ik. Ik ben een groot liefhebber van Parijs. Ik heb er gestudeerd en daarom ken ik de stad zeer goed. Ik kom er heel graag.
»Ouder worden vind ik tot dusver niet zo erg, maar dat heeft natuurlijk ook te maken met mijn job. Als psychiater wordt men, tot op zekere hoogte, beter met de leeftijd. Op mijn 30ste voelde ik mij soms ongemakkelijk wanneer een stel vijftigers bij mij over hun seksuele problemen kwam praten. Die mensen werden dat niet gewaar, zij zagen mij als relatietherapeut, maar ik voelde me toen niet altijd comfortabel in zo’n situatie. Wat je meemaakt in je eigen leven, in je huwelijk, bij de opvoeding van je kinderen enzovoort, al die ervaringen geven meer fond. Ik ben een filosofisch geïnspireerd mens en ik citeer graag de filosoof Heidegger. Die heeft het over Gelassenheit, een soort ‘wachten’. Als psychiater is het heel belangrijk dat je liefdevol, aandachtig en respectvol kunt wachten, geduldig aanwezig kunt zijn en mensen kunt vasthouden. Het is mooi meegenomen dat dat begrip toevallig in mijn naam voorkomt. Het wachten gaat ook beter met de jaren. Voor mijn job lees en studeer ik nog veel, maar je moet toch vooral geleefd hebben. Alleen door je eigen ervaring kun je die duizenden mensen die je als arts begeleidt beter begrijpen in hun doen en hun laten, en hun angsten en zorgen beter voelen.
'Je illusie van jeugdigheid lost op, je kinderen gaan het huis uit, je ouders worden afhankelijk of ziek, je job wordt moeilijker. Dan zie ik vijftigers vastlopen.'
»Je zult maar iets aan de hand krijgen met je kinderen. Je zult maar ontslagen worden op je werk en financieel enkele stappen terug moeten zetten. Je zult maar in de steek gelaten worden door je grote liefde en gekrenkt en beledigd achterblijven. Naarmate je ouder wordt, is het risico groter dat er weleens iets met je gebeurt dat er zwaar inhakt. En dan moet je leren leven met een nederlaag, met mislukking. En met dromen die niet gerealiseerd zullen worden.
»In dat opzicht kom je op je 50ste in de gevarenzone. Dan tel je de eretekens in de kast, of anders gezegd de littekens op je ziel. De vijftigers die ik zie, zitten vaak in de sfeer van relationele kloterijen, om dat woord te gebruiken. Van barsten in de liefde en het paradijs dat stilaan instort. De toestanden van ‘al jaren aan de gang en ik wist het niet’. De bekende midlifetoestanden die mannen naar motoren en jonge blondines doen grijpen, en die vrouwen op zoek doen gaan naar jeugdige partners. In mijn praktijk draait het op die leeftijd vaak om relationele rampen en explosies. Naar mij kom je als het echt vreselijk loopt, als het bijna voorbij is. Dan voel ik de haat, de verschrikking. Mijn taak is dan een vechtscheiding te voorkomen. Hoe kan ik ervoor zorgen dat de kinderen buiten schot blijven, dat de strijd niet op hun hoofden wordt gevoerd? Ik zie dan vaak de vertwijfeling en de angsten van die mensen, ze blijven gekrenkt achter of worden er depressief van. Mannen die zeggen: ‘Als mijn vrouw vertrekt en ik mag mijn kinderen niet meer zien, dan heeft het leven voor mij geen zin meer.’ Of vrouwen die zich aan de kant gezet voelen, omdat hun echtgenoot er met zijn secretaresse vandoor is gegaan. De noodlottigheid van het leven wordt dan zichtbaar.
»Als psychiater zie ik duidelijk de strijd in de verschillende levensfases. Op ons 20ste zoeken we vooral zelfstandigheid, hoe we van thuis kunnen losraken en eindelijk kunnen beginnen te leven. 70 is synoniem voor oud worden, niet meer kunnen, moeten omgaan met verlies en afscheid. Vijftigers zitten ergens in het midden. We worden ouder, onze illusie van jeugdigheid lost meer en meer op. De verbindingen met andere volwassenen in een huwelijk, in relaties worden losser. Je kinderen gaan het huis uit, je ouders worden oud. De mensen naar wie je altijd respectvol hebt opgekeken, worden ineens afhankelijk, angstig, dement of ziek. Of ze sterven. In je job wordt het ook moeilijker. Jonge mensen weten bijvoorbeeld meer over computers, ik noem maar wat. Je denkt dan al snel dat zulke dingen je moeite kosten, dat die jongeren vlugger zijn, makkelijker met alles meekunnen. Met 55 word je met vervroegd pensioen gestuurd, al dan niet met een gouden handdruk. Dat speelt zich allemaal af in die middenfase. En dat is soms heel zwaar. Dan zie ik mensen vastlopen en moe worden.
»Je hebt mensen die tegen het leven aanlopen en daarna toch een kans zien om bewuster in het leven te staan. Sommigen worden echt door het noodlot getroffen en dan zie je dat ze daar ongelofelijk moedig mee omgaan. Het zal je maar overkomen een kind te verliezen. Erger bestaat niet, denk ik. Bovendien is de kans groot dat het rouwproces van beide ouders verschillend verloopt. Dat je met andere woorden je kind én je partner verliest. Dat is dramatisch. Maar soms zie ik dat mensen elkaar wél vinden en dat ze jaren later, wanneer het leed een klein beetje een plaats heeft gekregen, kunnen zeggen dat het noodlot hun ook iets heeft bijgebracht. Dus ja, tegenslagen kunnen ook betekenisvol zijn. Al is dat uiteraard geen pleidooi voor miserie.»
undefined
undefined
undefined
undefined
undefined
undefined
Lynn Wesenbeek & Kris Colpaert, ‘50 tinten wijs’, Van Halewyck