A.F.Th. van der Heijden - Het schervengericht
A.F.Th. van der Heijden is terug. Ruim 35 kilo lichter en ruim 1.000 bladzijden zwaarder. 'Het schervengericht' (Querido) wordt gepresenteerd als een deel uit de 'Homo Duplex'-romancyclus, maar heeft (nog) geen nummer en dus (nog) geen duidelijke plaats in die cyclus.
Dat is niet zo verwonderlijk, want de nieuwe roman deelt geen hoofdpersonages met 'De Movo Tapes', het vier jaar geleden verschenen 'Deel 0' van 'Homo Duplex'.
undefined
De seismografische pen van Van der Heijden slaat steeds verder uit. Zijn eerste cyclus, 'De Tandeloze Tijd', schetste (naast zoveel meer) het Nederland van schrijvers jeugd en studentenjaren; de laatst verschenen delen van die cyclus, en ook 'De Movo Tapes', draaiden om maatschappelijke kwesties die Nederland beroerden en typeerden. Illustratief voor die periode is de roman-in-de-steigers met als werktitel 'De bijlslag', die over de vliegtuigramp in de Bijlmer zou gaan. (Maak dat boek alsnog af, A.F.Th., 9/11 heeft het alleen maar relevanter gemaakt!) Het ziet ernaar uit dat 'Het schervengericht' een nog wijdere, rijkere fase aankondigt in Van der Heijdens toch al rijke schrijverschap: de roman verkent maatschappelijke tribulaties die Nederland ver te buiten gaan, maar daarom niet minder diepgaand tekenen.
'Het schervengericht' kristalliseert zich rond twee dramatische momenten uit het leven van cineast Roman Polanski: de moord op zijn hoogzwangere vrouw Sharon Tate door de bende van Charles Manson in de zomer van 1969, en zijn veroordeling wegens zedenfeiten met een meisje van dertien, acht jaar later. De roman speelt zich grotendeels af in de Californische staatsgevangenis Choreo, waar de geïnterneerde paden van Polanski en Manson elkaar zeven weken lang kruisen - een as if-ontmoeting: in werkelijkheid is Polanski Amerika én een veroordeling ontvlucht. Maar verder zijn de talloze biografische verwijzingen wel historisch correct, al noemt Van der Heijden de twee nooit bij naam: ze figureren onder hun respectievelijke schuilnamen, Remo Woodehouse en Scott Maddox - schuilnamen die ze nodig hebben, om wraakacties van collega-gevangenen met een levensgevaarlijke hekel aan goeroes en kinderschenders te vermijden. (Ze ontraadselen elkaars identiteit ook pas na ruim 300 bladzijden: Remo heeft zich vermomd met een zware bril en baard, Maddox loopt met een omzwachteld hoofd om zijn verbrande hoofd.)
Dat opzet mag dan megalomaan heten, maar is eigenlijk relatief logisch in geglobaliseerde tijden: zoals in de betere roman alles alles aanraakt, zo vertakken verbanden tegenwoordig lustig over de grenzen van tijd en ruimte heen. Zo kan de bende rond Maddox in 'Het schervengericht' bijvoorbeeld herinneren aan de Nederlandse Hofstadgroep die de executie van Theo van Gogh uitvoerde. Van der Heijden bevindt zich wat dat betreft overigens in prima gezelschap: Louis Paul Boon, wel vaker zijn tijd vooruit, publiceerde in 1973 ook al een roman over Charles Manson, 'De meisjes van Jesses'. Boon was er immer op uit zijn tijd te vatten door zich te verdiepen in wat hij 'accidentjes' noemde: ontsporingen, misstanden en andere dingen die foutlopen en net daardoor het ware gelaat van een cultuur openbaren. 'De meisjes van Jesses' stelde vragen bij de uitwassen van het hippiedom en de ideologie van de jaren zestig, en Van der Heijden sluit zich bij Boon aan door soortgelijk aan de slag te gaan met één van de grootste mythes van het naoorlogse Amerika: 'Het was de terreur van de tijdgeest.'
Hij plaatst die mythe heel gepast in de theatrale arena van Choreo om er de Griekse mythologie en Sophocles op los te laten. Die Griekse wortels verbinden 'Het schervengericht' - ook via een Apollo -achtige gevangenisbewaker - thematisch met de Oedipus-bewerking van de cyclus 'Homo Duplex'. Die titel - Latijn voor 'de gespleten mens' - zet de deur wijdopen voor de tegenstrijdigheden in elkeens postmoderne borst, en hoe die te verbeelden. De gevangenisdialogen tussen de twee fascinerende protagonisten walsen tussen goed en kwaad, schuld en boete, liefde en haat. Racend over de snelweg naar de Grote Thema's houden ze elkaar een spiegel voor: 'Twee dwergen die, ieder op hun eigen manier, jonge vrouwen uitknijpen. We hebben elkaar in de tang.' Mens en monster wisselen stuivertje in dezelfde inborst: 'Op een dag blijken we een en dezelfde persoon te zijn.'
Ook de schrijver zelf kan enige gespletenheid niet ontzegd worden: het laatste decennium liep de spanning tussen Van der Heijdens drive, zijn fysieke mogelijkheden en het incasseringsvermogen van zijn lezers weleens hoog op. Dat heeft her en der geleid tot klachten over doorschietende barok in taal en metaforiek, en ontgoocheling over zevenhonderd 'De Movo Tapes'-bladzijden voorspel zonder meer. 'Het schervengericht' smoort dergelijke klachten en ontgoochelingen in de kiem. De toon van de roman is die van de kale hardheid zoals die tegen gevangenismuren weerkaatst, slim gemonteerd in korte, vinnige hoofdstukjes die de lezer ijlings voortjagen. Ach, wellicht zou het allemaal wel een paar honderd bladzijden korter gekund hebben, maar ik zou geen van de 1.051 bladzijden hebben willen missen.
Dat alles maakt dat ik niet zo gauw zou weten waarin de grootste kwaliteit van dit monsterboek schuilt: de beklemmende beschrijving van het gevangenisleven; de beklijvende dans rond goed en kwaad; het doorgeslagen discours van Maddox, met 'op z'n best een logica van rauwe poëzie'; de blik in de spiegel van de kunstenaar Van der Heijden via de cineast Remo; het dertig bladzijden lange requiem voor het ongeboren jongetje dat nog twintig minuten geleefd heeft in de buik van Remo's vermoorde vrouw; de uitzonderlijke beheersing van de verhaalmaterie en de taal; de cultuurkritische envergure van het geheel... Wat ik wél weet: A.F.Th. van der Heijden is terug. Dat elke lezer, ook diegene die afgehaakt is bij vorige boeken, er zijn voordeel mee doet. Ruim 25 heerlijke leesuren lang.