Afscheid van de VRT-omroepsters: Onze Man huilt
Een historisch moment voor de VRT, nu donderdag. Omdat ze aan de Reyerslaan definitief afscheid nemen van hun omroepsters. Onze Man plengt een traantje.
Als kind was ik bang van de adamsappel van Gert Verhulst.
Die was imposant en geprononceerd – een entiteit die buiten Gert zelf leek te staan, en een schokkerig ballet uitvoerde dat niet per definitie verband hield met de cadans van de woorden die hij uitsprak. Het liefst had ik mezelf een contactverbod met de akelige appel opgelegd, maar dat kon niet: als omroeper kondigde Gert elke dag ‘Tik Tak’ aan, en was hij dus een onontkoombare verschijning in mijn glorieuze kleuterleven. Een vriend, mag ik wel zeggen, en een vriend vergeef je zijn anatomische eigenaardigheden.
undefined
'Het was de mannenslipbevochtigende periode van de openbare omroep, huwelijken werden verwoest'
Gert moet zich op een bepaald moment zélf bewust zijn geworden van die opzichtige kikker in z’n keel, want in 1990 – ik was 5 – kwam hij met een briljant afleidingsmanoeuvre: plots had hij een nerveuze bobtail naast zich, die hem met spitse aforismen bij zijn omroeperschap assisteerde. De toenmalige BRTN nam zo een potig risico, want zou een dyslectische, emotioneel instabiele hond wel in staat zijn om ‘De drie wijzen’ aan te kondigen? Maar natuurlijk kon Gert dat. En Samson bleek een vaardige aangever. De rest is geschiedenis: Gert verhuisde met hond en appel naar een pand waar de bel dienst weigerde, het duo kreeg een eigen tv-show en maakte me erelid van de Samsongeneratie. In mijn diepste wezen zal ik altijd een emotionele aandeelhouder van Studio 100 blijven.
De Gert Verhulst van vóór de Samsonmiljoenen behoorde tot een lange, zaligmakende traditie waar nu een eind aan komt. En laat ik maar eens in uw plaats spreken: u keek niet naar het NIR, de BRT, de BRTN of de VRT voor de programma’s – die waren flets en saai en coma-aanmoedigend. U keek wel voor de aankondigingen van de omroepers en – vooral – omroepsters. Want ze bestonden, de Luccen Appermont, maar in het omroephok regeerde het oestrogeen toch met een meerderheidskabinet. Waardige, boven het gehakketak in de banale wereld verheven, majestueus in beeld pop-uppende deernes als Rita Boelaert (foto links), Rachel Frederix, Paula Semer en Paul Codde gidsten de argeloze kijker in de jaren 50, 60, 70 en 80 door de programma’s van de Reyerslaan. Het was de mannenslipbevochtigende periode van de openbare omroep: op forenzentreinen, familiefeesten en fanavonden fluisterden hormonaal buiten hun oevers tredende manspersonen bewonderend over het jurkje waar Rita Boelaert haar benen uit liet groeien, over het geheim in de ogen van Nadine De Sloovere, en over het kraakje in de stem van Tante Terry. De openbare omroep heeft toen huwelijken verwoest.
Maar dat was dus voor ik een baarmoeder betrok en er negen maanden later de huur opzegde. Mijn hormonale droomfabriek trad in werking op bevel van Rani De Coninck (foto rechts) en Sabine De Vos, de omroepsters die aan mijn jaren 90 een lila schijntje gaven. Sabine heb ik nooit horen praten: zodra haar noordelijkste lippen aan het dansen gingen, vernauwde mijn bewustzijn zich en gingen al mijn zintuigen – behalve mijn zicht – in lunchpauze. O, de extase: die lippen belóófden iets, ze rapporteerden uit een exotisch land waar ik, als ik maar geduldig was, ooit onderdaan van zou worden. En alsof dat al niet te veel was voor een twijfelend jongenslichaam, verscheen Rani óók nog eens op het altijd te kleine scherm. Ze had een speelse, tijdloze elegantie, en tegelijk zag ze eruit alsof ze elk moment haar zelfbeheersing kon verliezen en in een charmante meisjesgiechel zou uitbarsten. Ik stelde me ook haar eenzame uren voor in het hokje waar de omroepers hun teksten schreven, en hoe ze daar stiekem wel eens vriendschap sloot met een pinot gris, tot ze genoeg moed had verzameld om Bavo Claes uit te nodigen voor een roerige chachacha in de gangen van het omroepgebouw.
Toen ik écht vertrouwd was met het terrorisme van de onderbuik, viel ik voor de melancholie van Andrea Croonenberghs. Ze werd weleens als koeltjes getypeerd, de onverschillige koningin van een oninneembaar ijspaleis, maar wie goed keek, kon véél in haar ogen lezen. Dat het leven lijden is en de liefde een mesthoop, soms. Dat Ben Crabbé de dag ervoor het avondeten weer had laten aanbranden, vaak.
En er was natuurlijk Johan Verstreken. Niet dat hij mijn weg naar geslachtsrijpheid asfalteerde, maar ik had wel goed begrepen dat Johan een triomf van de eugenetica was. Er ontstond nogal wat oproer toen wetenschappers een waterree met een dwergkonijntje lieten paren – een mars op Brussel werd slechts ternauwernood vermeden – maar toen het resultaat van dat experiment op TV1 ‘Zeg eens euh!’ aankondigde, viel de wereld in katzwijm: Johan deed huisvrouwen hun menopauze uitstellen en gays dromen van avonden met hem op een luipaardvel voor het haardvuur.
undefined
'Plots stootte ik in 'Matroesjka's' op de spectaculair glooiende venusheuvel van Saartje Vandendriessche. Ik geloof dat dát het moment is waarop ik volwassen ben geworden'
In de loop der jaren stootte ik wat de omroepsters betreft steeds vaker op een probleem: ze verloren hun onaantastbaarheid. Ik zag ze principieel als onbereikbare Champions League-engelen, als verheven toverfeeën die niet aan allerlei banaals als honger, dorst en lust deden. Maar plots stootte ik in ‘Matroesjka’s’ op de spectaculair glooiende venusheuvel van Saartje Vandendriessche. Saartje, mijn aardige, lieve, schalkse Saartje Stokstaartje, bleek goddomme ook gewoon een kut te hebben. Een prácht van een flamoes, heus, een staaltje van gynaecologische perfectie, geen klachten, maar de betovering was wel verbroken. Ik geloof dat dát het moment is waarop ik volwassen ben geworden.
Het heeft nog wat jaren geduurd voor ze bij de VRT beseften dat de illusie geknapt en de mythe getorpedeerd was, dat de omroepsters overbodig geworden waren, maar nu komt er dus toch een point final. Is er leven na het omroeperschap, vraag je je dan af, want niemand die Eva, Saartje, Geena en Andrea wat ongelukkigs toewenst. Kijkend naar hun voorgangers zou je zeggen: neen. Evy Gruyaert tekende een contract bij de grote minimoefti van de lage tv-landen. Johan Verstreken belandde in de klauwen van CD&V. Katja Retsin droeg de kinderen van Jan Schepens. En Paul Codde werd gewoon zot. Maar laat dat de Spice Girls van de Reyerslaan alsjeblieft niet ontmoedigen. Laat ze een voorbeeld nemen aan hun ex-collega Bettina Geysen, voor wie een omroepcarrière slechts een opstapje was naar nog meer roem, geluk en glorie: Bettina huwde de meest begeerde Snorrieporrie van Vlaanderen, werd voorzitter van een politieke partij die de democratie in Vlaanderen een grondige update gaf, en leidt nu een productiehuis dat Gouden Palmen winnende bedrijfsfilms maakt. Nee, er gloort altijd hoop, zélfs bij de VRT.
Bekijk de VRT-omroep(st)ers door de jaren heen:
undefined