Al Gore - De aanval op de redelijkheid
George W. Bush lijkt heel erg op Richard Nixon, schrijft Al Gore in zijn nieuwe boek 'The Assault on Reason' en dat is uiteraard als een belediging bedoeld. Nixon staat voor leugens, geheimhouding, machtsmisbruik, intimidatie.
'Angst, en niet liefde, brengt mensen in beweging; dat leren ze je niet op de zondagsschool, maar het is wel waar,' was één van zijn wijsheden. Bush doet in niets voor Nixon onder, maakt Gore duidelijk, integendeel. Hij noemt Bush een man die van de realiteit losgeslagen is, een sekteleider die religie politiek misbruikt, en zijn omgeving omschrijft hij als 'een morele beerput'. Incovenient truths, heet dat, sinds Gores vorige boek.
Onmiddellijk na 11 september 2001 kon de VS op enorm veel sympathie rekenen. Zes jaar later rest daar niets van, en is er overal ter wereld een diepgewortelde angst voor in de plaats is gekomen, een angst niet voor wat terroristen in hun schild voeren, maar voor wat de Verenigde Staten van plan zijn: ziedaar, aldus Gore, het palmares van Bush jr.
De toon is onverwacht fors: Gore beticht Bush van niets minder dan een reeks 'officiële misdaden'. En de oorlog in Irak - 'de grootste strategische vergissing in de geschiedenis van de VS' - loopt dan voorop. Het kost Gore weinig moeite hard te maken dat het Witte Huis opzettelijk loog over Saddams massavernietigingswapens, de zogenaamde aanleiding tot die oorlog. Waarom wou Bush die oorlog absoluut? Wraakgevoelens, ideologische verblinding, oliebelangen, een streven naar wereldheerschappij... Een eenduidig antwoord geeft Gore niet. Maar Bush krijgt wel heel duidelijk persoonlijk de rekening toegeschoven: zijn foute beslissingen bekochten duizenden Amerikanen en Irakezen met de dood. En Gore vergeet de 37 lijken niet die tot nog toe uit gevangenissen werden weggedragen: onder Bush werd martelen weer gewoon.
Gores aanklacht is grondig gestoffeerd, met parlementaire stukken, onderzoeksrapporten, verklaringen in de pers. Hij wil de redelijkheid weer doen zegevieren in de politiek, democratie ziet hij als een organisatievorm om de beste ideeën naar boven te brengen, en hij heeft alvast van dit boek het product van een omvangrijke denktank gemaakt.
De woordvoerder van die denktank, Gore, is een schrander en energiek advocaat, die passie laat gevoelen, en consequent een retorische strategie aanhoudt: in het Amerika van Bush, zegt hij met enig tremolo, herken ik niets meer van het Amerika van onze Founding Fathers. Gore is ook een advocaat die wel erg breedsprakig is, lang op dezelfde spijker klopt en wat graag met Aristoteles en Thomas Jefferson en Adam Smith komt aanzetten.
Behalve een politiek pamflet, wou Gore ook een bredere analyse van de Amerikaanse politiek schrijven, met nog eens een filosofisch traktaat over het ideale democratische functioneren er bovenop: dat is wel erg veel tegelijk. Wat Gore te zeggen heeft over kwesties als de invloed van de televisie op de politiek en de democratische potentie van het internet, is interessant, maar stukken minder overtuigend dan het requisitoir tegen George W. Bush.
Er wordt nu druk gespeculeerd of dit boek - de Nederlandse vertaling 'De aanval op de redelijkheid' verschijnt eind juli - het manifest is van een presidentskandidaat in 2008. Mijn gok op basis van het boek? Hier heb je een man die er heilig van overtuigd is dat het verkeerd loopt in de wereld en in de VS in het bijzonder, die weet dat er geen invloedrijker positie is dan president van de VS, en die dat nog kan worden ook. Ja dus.