Ali Smith - De eerste persoon en andere verhalen
Een vrouw vindt in haar winkelkarretje opeens een prachtig babyjongetje. Ze neemt 'm mee in haar auto, waar het jongetje prompt ultraconservatieve en racistische praat uit zijn schattige roze babymondje begint te slaan. Zo begint 'Het kind', met voorsprong het grappigste verhaal uit de bundel 'De eerste persoon en andere verhalen' (Mouria), waarin de Schotse Ali Smith volop experimenteert met het kortverhaal. Nu eens bedenkt ze zich opeens, gaat voor een andere wending of eindigt met een opsomming. Dan weer laat ze de lezer kiezen uit een rits mogelijkheden. Verleden, toekomst, herinneringen, verzinsels en opera's sluipen het drama binnen.
In 'De derde persoon' zoomt ze telkens in op een koppel om daarna, als een straalbezopen cameraman, snel weer naar een volgend tweetal over te gaan. Verwarrend, maar nu en dan levert het ook een sterk beeld op. Een man weet zeker dat zijn relatie gedoemd is omdat zijn vrouw vol afgrijzen toekijkt hoe hij een courgette in reepjes hakt: 'Hij heeft het gevoel dat het einde van hun liefde te maken heeft met de manier waarop hij groenten snijdt.' In 'Grift', een eerder zeldzame voltreffer, wordt een vrouw op straat door een onbekende gekust. Wanneer ze thuiskomt, loopt daar plots haar veertienjarige zelf rond. Ze heeft zin om het meisje gerust te stellen - dat haar moeder nog niet doodgaat, dat ze naar de universiteit kan, dat het niet erg is om van jongens én meisjes te houden - maar dat kan ze niet maken.
'De eerste persoon en andere verhalen' is fris, maar tegelijk kil en vooral onrustig: een fikse uitdaging voor de lezer. Vooraan noemt Ali Smith het kortverhaal 'een slanke nimf' en de roman 'een verlepte oude hoer'. Hopelijk laat ze die laatste binnenkort nog eens alle hoeken van de kamer zien.