Allez, circulez! Reis rond de rotonde in 80 seconden
Op 16 september begint de Week van de Mobiliteit en als er één symbool van onze beweeglijkheid is, dan is het de rotonde. Miljoenen Vlamingen draaien dagelijks rondjes rond één van onze 1.622 verkeerspleinen. Iedereen gebruikt ze, maar niemand kent ze.
Filmpje: Frankrijk is ‘wereldkampioen’ met meer dan 40.000 rotondes.
Filmmaker Pierre Goetschel maakte er een docu over (“Rond-Point” 2010).
undefined
Taart, ring, zon, maan, pannenkoek, het is allemaal rond en ook de aarde draait rond. Maar in het verkeer is weinig rond, hoogstens de ringweg, het wiel, het stoplicht, sommige verkeersborden én de rotonde. Die zeldzaamheid vraagt om nader veldonderzoek. En zoals in een voyage autour de ma chambre zal ik minutieus op ontdekking gaan in het binnenste van de rotonde.
undefined
'Rotondes zijn een soort draaihekken. En wij, consumenten, volgen de machthebbers: waar we moeten shoppen, werken, enzovoort'
Als parcours kies ik de weg van Rotem naar Wondelgem. Wegens de inherentie (‘rot’ + ‘onde’ = ‘rotonde’) en de rechte lijn door vier provincies (Limburg, Brabant, Antwerpen en Oost-Vlaanderen). Op die 167 kilometer tref ik 36 rotondes. Niet echt een rond getal, maar toch een sympathiek getal.
In Rotem is er geen rotonde, de eerste komt pas in Bree. Een lege rotonde, met enkel gras. Hoogst zeldzaam, die leegte. Haast alle rotondes zijn opgedirkt met monumenten of groendecoratie. Dit is de ware zen-rotonde. Zo zou een rotonde móéten zijn. Een espace vide. Een terrain vague.
Ik wil ’m betreden, maar ik aarzel, zo pal in het spitsuur. Om me toch een air van bevoegdheid te geven trek ik een fluohesje aan. Dan sta ik op het gras. Ik probeer te doen alsof ik hier alle dagen kom, maar dat is lastig. In feite sta je moederziel alleen op een eiland dat al zeker tien jaar onbewoond is. Ik voel me bekeken, achter de voorruiten groeit de verbazing.
De tweede rotonde heeft ook enkel gras, maar wel in een reliëf: dat van het omgedraaide soepbord. Een korte spurt door de avondspits en nu sta ik anderhalve meter hoger dan Bree, dat 48 meter boven de zeespiegel ligt. Een bijzonder uitzicht, zo boven het verkeer: al die motorkappen die komen aangereden, al die bestuurders die intensief met hun draaicirkel bezig zijn en toch naar boven kijken: wat doet die knuppel daar?!
De derde rotonde in Bree is pure land art. Een buitencirkel van het gras is gemaaid, in het midden heeft men hoog opgeschoten onkruid laten staan. Op deze rotonde durf ik al zonder fluojas. Grondwerken Clijsters schudt zijn hoofd achter het stuur, die voetgangers van tegenwoordig denken dat ze alles mogen.
Vlakbij ligt het politiebureau van zone Noordoost-Limburg, nogal dubieus afgekort tot Zone Nol. Ik vraag aan de balie of de wegcode toelaat dat je rotondes betreedt. De bediende belt een officier: ‘Hier staat een man aan de balie die wil weten of je als voetganger een rotonde mag betreden?’ Het mág! Niet alleen in Bree, maar overal! Merde, toch één ding vergeten te vragen. Of je als autobestuurder op zo’n draaitafel 33 of 45 toeren mag doen.
Dan volgt de rotonde van Nieuwstadpoort: twee omgekeerde soepborden boven elkaar en een hellend vlak van zeker vier meter hoog. Het ontstaan van een nieuw begrip: een rotonde beklimmen. Drie woorden die nooit eerder in kranten of literatuur zijn opgedoken.
Er klinkt een drietonige melodie op een claxon. Een bestuurder in een rode sportwagen wuift en steekt zijn duim op. Ook Tanktransport Peeters zwaait. Je bent een bezienswaardigheid op een plek waar niks te zien is. Je maakt mensen blij. Kortom, je verbetert de wereld.
undefined
undefined
'Waarom bestaat er geen rotondetoerisme? De hele wereld is al platgetreden, maar rotondes zijn door nog geen handvol bezoekers ontdekt. 't Is terra incognita'
Mie Tet en Damiaan
Ik ga niet alle 36 rotondes beschrijven. Ik hou het bij de vaakst voorkomende profielen. Heb ik rotondes met kunstwerken gezien? Jazeker. In Peer staat een steigerend paard: ‘Hulde Aan Darco, Wereldpaard’. Darco was top in de jumpingwereld én hij is geboren in Peer. Op deze ovonde of ovale rotonde zijn zestien parkeerplaatsen en het is er gezellig toeven op deze zomeravond. Mensen sluiten hun wagen af en wandelen door een poortje van beukenhaag, en in het bushok klit de dorpsjeugd wat bij elkaar. Met minirok, geen beatlehaar.
In Leopoldsburg staat een bronzen marketentster. De twee klanten van de tattooshop zeggen dat het een eresaluut is aan Mie Tet alias José Cipriani, die al 27 jaar hotdogs en roomijs verkoopt op het militair domein.
Zo is dat met rotondes. En passant wil een gemeentebestuur wat couleur locale meegeven. Een mijnlamp in Oostham, een ei in Kruishoutem, hopstaken in Poperinge. Het is eerbetoon op een drafje, want de rotonde zegt het zelf: de moeite niet om te stoppen!
In Aarschot heeft het Damiaaninstituut een standbeeld van pater Damiaan geplaatst. De grote vriend van de melaatsen, de held van het eiland Molokai, is hier de eenzame van een verkeerseiland.
De discussie over deze en andere rotondekunst is al oud. In 2007 publiceerde bouwmeester bOb Van Reeth de visietekst ‘Over verkeersrotondes als context voor kunst’. Hij zag hoe de kunst ondergeschikt is aan de verkeersveiligheid, want het object moet er vooral voor zorgen dat het verkeersplein van ver zichtbaar is, zodat de bestuurder zijn rijgedrag tijdig kan aanpassen.
Kunst wordt hier ‘gereduceerd tot een obstakel, amper zichtbaar vanuit de ooghoek van de bestuurder’, zegt cultuurfilosoof Lieven De Cauter in dezelfde visietekst. Wat weinig protest oplevert: ‘Ons landschap is toch al verknoeid, denkt iedereen, dus wat kunnen ons die rotondes schelen?!’ Enkel de draken onder de kunstwerken zorgen nog voor irritatie: ‘Het bevestigt het populaire vooroordeel dat moderne kunst veel weg heeft van uit de voegen gebarsten loodgieterij.’
Geel heeft zo’n opvallend beeld, een negen ton zwaar kluwen van buizen dat verwijst naar het voorbijrazende hectische verkeer. Officiële naam: ‘Jeukigjonglerend Schrilschrijlings Roerloosbuit’. Bijnaam: darmen op een wasdraad.
In Hechtel zag ik een grintperk met middenin een streng aluminium die door aliens beklommen wordt. Het blijkt de Levensboom te zijn, door minister Hilde Crevits ingehuldigd op 13 maart 2009. Vijf spots moeten het kunstwerk ’s avonds verlichten. Wat een moeite om dit punt uit zijn banaliteit te verheffen. Het is toch maar een kruispunt van wegen, ergens in het noorden van Limburg?!
De Cauter noemt het ‘opvullen’ van rotondes problematisch. Als een landschap al is volgestouwd met karakterloos straatmeubilair en met de woekering van wegwijzers, verkeersborden, bushaltes, zitbanken en bloembakken, hoe moet je die rotonde dan nog een eigenzinnig kunstzinnig karakter geven? Een haast onmogelijke opdracht. Het enige wat de rotondes volgens hem nog kunnen accentueren, ‘is de vervreemding die uitgaat van het verkavelde, volgestouwde, moegetergde naoorlogse Vlaamse landschap’.
undefined
undefined
'Ik probeer te doen alsof ik hier alle dagen kom, maar dat is lastig. In feite sta je moederziel alleen op een eiland dat al zeker tien jaar onbewoond is'
Vivaldi!
Op de problematische rotondekunst kwam wel degelijk reactie. Kortrijk was in 2011 ‘de eerste Vlaamse gemeente’ die definitief géén rotondekunst meer wilde ‘omdat de setting weinig respectvol is voor de kunstenaar zelf’.
Op de 36 rotondes kwam ik trouwens maar zes kunstobjecten tegen, 25 rotondes waren hoofdzakelijk ingevuld met groen. Eigenlijk zijn rotondes kingsize bloempotten waarin gras gezaaid en heesters en bomen geplant worden. Voor de studie van rotondes zijn geen stedenbouwkundigen nodig, wel botanici.
In alfabetische volgorde zag ik: aster, bamboe, berk, beuk, beukenhaag, buxus (al dan niet met buxusmot), esdoorn, eik, geranium, heide, hortensia, Japanse kerselaar, kastanje, klaver, klimop, laurier, lavendel, lijsterbes, margriet, meidoorn, paardenbloem, roos, rozenbottel, salvia, savannegras, taxus, zurkel en ik vergeet nog de helft.
Ik heb bij al die bodembedekkers vaak gedacht aan de muizen die daar hun biotoop hebben. Is de rotonde hun eindige wereldbol? Of durven ze ’s nachts die stille oceaan van asfalt over te steken?
Dat er zoveel groen is, is trouwens de logica zelve. Het landschap en het zicht erop is ons ontnomen door de lintbebouwing en we krijgen het in fel geconcentreerde vorm terug op de rotonde. Compensatiegroen.
Vooral in de buurt van industriezones kiest men voor groen. Soms pijnlijk groen. Ik heb lavendel gezien, maar zo wiskundig symmetrisch aangeplant dat het tristesse wordt. Heel vaak is de rotonde ook een harde leerschool voor jonge boompjes. Ze komen hier op de wereld, gespalkt met houten krukken en ingebakerd in rubberen windels.
Wél mooi was die eenzame grote eik op een rotonde in Zele. De sterkte van één boom. Met drie zwarte kraaien in de kruin. Je kunt er de eikeldoppen rapen om op te fluiten. En als twee kinderen elkaar een voetje geven, kunnen ze zelfs in de dikke takken klimmen.
In Heppen staan zes lindebomen. Zes lindes in een ring, het klinkt als een gedicht. En dan moet de herfst nog komen. De mist! De nevel! De wind en de vallende blaren! De vier seizoenen! Vivaldi! Op een rotonde komt het allemaal samen.
A propos, door al dat uitbundige groen vallen sommige van die 36 rotondes zelfs binnen een jachtgebied (zie ook: de jachtplannen). Dat is alvast het geval in Bree-Peerderbaan, Opdorp (Buggenhout) en bij minstens vier rotondes in Zele. De jagers hebben zeker een argument: het jachtige verkeer!
undefined
undefined
'De moderne mens móét in beweging zijn. De rotonde is een metafoor voor de routineuze tredmolen van ons dagelijks bestaan'
40.000 rotondes
Finland is het land van de duizend meren, Frankrijk het land van de duizend rotondes. Correctie: meer dan veertigduizend rotondes, en daarmee is Frankrijk wereldkampioen. Filmmaker Pierre Goetschel maakte in 2010 een docu over die uitbarsting, ‘Rond-point’ – de trailer kunt u op YouTube zien.
Goetschel «Het aantal rotondes is in Frankrijk geëxplodeerd vanaf midden jaren 80. Dat ding vermenigvuldigt zich als een kanker, ook wereldwijd is er geen tegenhouden aan. Je ziet ze evengoed in China als in de woestijn.
»Ik ben gefascineerd door die banale plekken. Rotondes zijn de blinde vlekken in ons bestaan: we passeren ze dagelijks, maar we zien ze niet. Het is niemandsland. Je kunt er niet komen en niet wonen. Maar toch vormen ze een belangrijk deel van onze mobiliteit en van ons nationale architecturale patrimonium. Maar waarom vind je ze dan in geen enkele toeristische gids? Dat maakte het voor mij intrigerend en interessant. Ze hebben ook hun aparte poëzie. Je kunt rotondes zien als de toppen van een trekbiljart, we vliegen eropaf en onvermijdelijk worden we weer weggestuiterd.
»Rotondes zijn ook een metafoor van ons moderne bestaan. Ooit zijn dorpen en steden ontstaan aan kruisingen van land-, spoor- of waterwegen. Daar kwamen huizen en kruispunten en pleinen om elkaar te ontmoeten. De rotonde is een antikruispunt. Een rotonde is gemaakt om elkaar te ontwijken. Het is een draaischijf, een letterlijke non-stop. Het beantwoordt aan heel die filosofie van de periferie. Men ontwijkt het centrum, men haast zich weg van de kern van een stad. En men gaat naar de buitenwijken, daar is ruimte voor die draaischijven.
»De antropoloog Marc Augé heeft een theorie over al die non-lieux zoals snelwegen, luchthavens en rotondes. Door hun kille uniformiteit werken ze volgens hem de vervreemding en de eenzaamheid in de hand.»
Humo De rotonde suggereert ook beweging: niet meer hoeven stoppen voor een kruispunt of stoplichten.
Goetschel «Ja, want stoppen of stilstaan is achteruitgaan. De moderne mens móét in beweging zijn. Tegelijk is het ook een metafoor voor het rondjes draaien, de routineuze tredmolen van ons dagelijks bestaan.»
Humo Jacques Tati zag dat al in 1967. In zijn film ‘Playtime’ zie je een rotonde waar de automobilisten eeuwig rondjes blijven draaien.
Goetschel «Ah, Tati! Die was visionair. Hij zag al heel vroeg de mallemolen als je alles gaat rationaliseren en uniformiseren. Maar zo wordt het natuurlijk niet verkocht. Er komt veel holle retoriek bij kijken. Ik heb city managers horen oreren dat de rotondes de stenen in de rivier zijn, dat ze de stroomversnelling vormen van de fluïditeit van het verkeer. Daarmee negerend dat het verkeer overal dichtslibt. Echt, als je alle speeches uitgesproken bij de opening van een kunstzinnige rotonde naast elkaar zou leggen, dan krijg je Tati, dat absurde in het kwadraat. Zoals in La Hay-Fouassière. Daar is een koekjesfabriek van LU en dat bedrijf heeft mee betaald voor een rotonde met een ruimtetuig waar kosmonauten uitstappen die hun koekjesvlag komen neerplanten. Als je dat discours hoorde, leek het alsof daar een humanitair-universele daad was verricht.»
undefined
undefined
'Door hun kille uniformiteit werken rotondes de vervreemding en de eenzaamheid in de hand'
Seveso-kunst
Humo Waarom toch al die decoratie, dat dwangmatig willen verheffen van zo’n verkeersplein?
Goetschel «De eerste rotondes in Frankrijk waren heel sec en technisch, volgens een strak lastenboek. Het ministerie van Openbare Werken voorzag niet in ruimte voor ornamenten. Maar al heel snel zijn die ruimtes gerecupereerd door de gemeentebesturen, die ze gingen beschouwen als hún territorium, en dus moesten daar vlaggen en wapenschilden komen, en verwijzingen naar streekproducten en toeristische attracties.»
Humo Dat dwangmatig inkleden is ook een gevolg van de horror vacui, de angst voor de leegte.
Goetschel «Zeker. En je ziet het evengoed in Portugal als in Rusland. Het vraagt moed om dat plein leeg te laten. Ik denk dat er in Frankrijk hooguit 10 procent ‘leeg’ is gebleven. En uiteraard is er veel kitsch te zien, maar dat tijdperk is voorbij. Er is nu meer inkleding die zich inpast in het omringende landschap.
»De publieke opinie neemt vaak alleen aanstoot aan de buitenissige ornamenten. Maar voor mij is de rotonde hét voorbeeld van hoe de politiek onze openbare ruimte beheerst én betuttelt. Zij kiest voor het patroon van de periferie. En in die periferie zegt de politiek waar woongebieden, shoppingcentra en industrieterreinen mogen komen. Dat worden zones en campussen genoemd, ze krijgen ketenwinkels, bedrijvenparken en kantoorcomplexen die er overal hetzelfde uitzien, en ze worden ontsloten met rotondes, die in feite een soort draaihekken zijn. En wij, consumenten, stappen door dat draaihek en wij volgen de machthebbers: waar we moeten wonen, waar we moeten shoppen, werken, enzovoort.
»Niets lijkt zo banaal als de rotonde en toch komen daar grote belangen samen: van politiek en commerce, bijvoorbeeld. Dat zie je in regio’s met chemische industrie. Waar sevesobedrijven zijn, vind je de duurste kunstwerken op de rotondes. Die bedrijven betalen veel taksen wegens hun hinderlijke industrie, en dat geld wordt door de gemeente aangewend om de omgeving te ‘verfraaien’. Ik ken genoeg kunstenaars die de ‘sevesogemeentebesturen’ aflopen met hun portfolio vol ontwerpen; het is een business als een andere.»
Twee van de rotondes op mijn reisweg hadden een industrieel kunstobject. Een rotonde in Breendonk, bij Puurs, heeft twee roodkoperen brouwerijketels van Duvel. En in Aarschot heeft de plaatselijke Duracell-fabriek betaald voor een rotonde met zes batterijen. Ze zijn zes meter hoog, en al van ver te zien. Dik en plomp, nul elegantie. Als extra verfraaiing is gekozen voor cilinders (!) van kijkgroen. Het is de wansmakelijkste rotonde die ik heb gezien. Wat nog mankeert, is een groot roze konijn dat non-stop een trommel ranselt.
undefined
Hors catégorie
De rotonde wordt soms de ufo van de openbare weg genoemd. En met reden. Sommige exemplaren lijken uit de lucht gevallen, zonder enige band met de omgeving. Een schitterend voorbeeld zie je op het industrieterrein Hoogveld in Dendermonde. Rond een centraal kastanjeboompje is een borstwering van ornamenten opgetrokken: een kwistig opgestelde petanque van stenen bollen, kubussen en cilinders met ook nog tussenwerpsels van haag en klimop, en op de grond bestudeerde patronen van klinkers en kleine kasseien. Met dat dynamische design heeft men een dode hoek in een schrale industriezone willen opkrikken. Tevergeefs, zou ik zeggen. Als geradicaliseerden met het oog op een buitenlandse missie willen leren hoe je kunst afbreekt: hier is een geschikt oefenterrein.
Ook buiten categorie is de rotonde in het centrum van Betekom. Een rotonde die in gedachten nog een kruispunt is. Ooit was hier een viersprong van wegen – Brussel, Aarschot, Mechelen en Leuven – en die vier blauwe wegwijzerborden heeft men op een kluit van een vierkante meter gezet, met daarrond een boord van beton. Die is al langs alle kanten geschampt en aangetast, en tot overmaat van ramp is er een halve Volkswagen in een nabije gevel gevlogen. Ik sta in lichte bewondering. Dit is onze Vlaamse koterijcultuur pur sang.
Helemaal bijzonder is de rotonde op de kruising van de Hospitaalstraat en de Bremstraat in Beringen. Volgens Het Laatste Nieuws is het ‘de kleinste rotonde van Europa’ en dat lijkt niet gelogen. Er is geen sokkel, geen witte wegmarkering, er is enkel een paal in het midden van twee smalle asfaltwegen. Een stopnaald in het wegdek. Maar alle voertuigen vertragen door de haaientanden en de ronde blauwe borden op de paal. De buren zijn verheugd over die Europese erkenning. En ja, ze horen voorbijrijdende fietsers soms hard lachen. Ook de burgemeester van het naburige Ham heeft zich al spottend uitgelaten, maar ‘dat ding doet zijn werk’. Voordien was er om de paar maanden een ongeval. Ze wijzen de plaatsen aan, ‘daar lag een madam met een kapot been, ginder lag een madam met een gebroken heup in de haag’, veel fietsers zijn er aangereden. En nu: niemand meer. Ja, er zijn wel nog ‘zatten en blinden’ die tegen die paal rijden.
undefined
Proficiat!
Na zoveel bezienswaardigheden wil ik hier een lans breken voor het rotondetoerisme. In de jaren 50 en 60 had je het bermtoerisme. Gezinnen gingen met hun wagen de bermen van drukke wegen opzoeken; ze plooiden een tafel met proviand en een klapstoel open om naar het verkeer te kijken. Het uitzicht was ongezien en ook de uitlaatgassen waren adembenemend.
Dat bermtoerisme is verzwonden, maar waarom zou het rotondetoerisme niet in de plaats kunnen komen? De hele wereld is zogezegd al bezocht en platgetreden, maar rotondes zijn door nog geen handvol bezoekers ontdekt. ’t Is terra incognita.
Van de 36 bezochte rotondes waren er zeker 19 die je zonder moeite kon betreden, ze zijn dus geschikt voor een korte rondwandeling. Neem de rotonde in Zele aan de Pieter Gorusstraat. Pieter Gorus (1891-1994) was een kunstschilder en het uitzicht vanaf die rotonde is ook absoluut schilderachtig: maisvelden, weilanden en een prachtig wolkenspel. Het verkeersplein heeft enkel gras en is zo leeg als de maanbodem, je krijgt er zin om een vlag te planten. En zie, de truckchauffeur van Smart Packaging Solutions steekt z’n duim al op – 1 like. Hier leer je mensen kennen, hier maak je vrienden. Vroeger zwaaiden kinderen vanaf de bruggen van de snelweg naar het verkeer; nu kunnen kinderen vanaf de rotonde zwaaien. En gegarandeerd wordt er teruggezwaaid.
Het klinkt dwaas, het rotondetoerisme, maar dat is het niet. Hoe meer rotondes ik bezocht, hoe groter de zin om er nog te zien. Als de gps aangaf dat de volgende 6,5 km verder was, ging ik de hectometers aftellen, benieuwd naar wat komen zou. En 1.622 rotondes in Vlaanderen, daar ben je lang zoet mee. Je kunt ze allemaal vinden op de website van Geopunt (klik op Kaart - Mobiliteit - Transport over Land - Wegen - Rotondes).
Sommige rotondes hebben ook verrassingen in petto. De rotonde aan de Baasrodestraat in Dendermonde had zo’n ondoordringbaar geboomte en struikgewas dat ik dacht: hier kan een moordenaar ongestoord een lijk verstoppen. Hier komt geen mens, niemand zal deze plek ooit uitkammen. De verrassing was dat iemand híér een pakje in de rug van het rotondeverkeersbord had geklemd. Het zat in een stevige plastic wikkel zoals drugs, maar het waren twee Walt Disney-prentenboeken. Het begeleidende briefje richtte zich tot mij: ‘Hallo, boekenjager of toevallige vinder. Proficiat, je hebt net een achtergelaten boek gevonden.’ En dat ik het pakket opnieuw mocht verstoppen en een tip achterlaten op de Facebookgroep De Boekenjagers. Mijn tip is: zoek nabij het Rondpunt van Wommelgem, een rotonde die al vijftig jaar bestaat.
undefined
Close encounter
Allicht vraagt u zich af of een rotondebezoek gevaarlijk is. Alle verkeer is gevaarlijk en dus zijn rotondes ook niet zonder risico. Er zijn geen voet- noch zebrapaden die erheen lopen, en aandachtig oversteken is dus aangeraden, want niemand, werkelijk níémand, verwacht een overstekende voetganger. Ook het verlaten van de rotonde is lastig, omdat het zicht op de auto’s soms belemmerd wordt door struiken en bomen.
Op één rotonde had ik zelfs een close encounter met een camion. Zijn lange oplegger sneed de binnenbocht van de rotonde plots zo scherp aan dat ik me in het struikgewas moest drukken om chassis en wielen te ontwijken. No big deal, maar toch minder geschikt voor minderjarigen.
Wees ook voorzichtig op de ovonde in Aarschot-Centrum. Die heeft een ornament van kunstzinnige lampenkappen, maar midden in het camouflerende rietgras is er een put van vier meter diep, daar stroomt een zwarte olieachtige beek.
Rotondes zijn ook gevaarlijk omdat ze zelf worden aangereden. Dat is te merken aan losgekomen wieldoppen, afgerukte reflectorbalkjes en barsten in de betonnen beschoeiing. Maar toch: wie op een rotonde staat, is zo’n anomalie dat weggebruikers je áltijd gezien hebben. (Zeg dat Flor Koninckx het gezegd heeft.)
undefined
Boccaccio
Ik rij door het Vlaanderen van Frituur@Patat en traiteur What’s Happ. Het mag wel duidelijk zijn dat dit land de trein van de 21ste eeuw niet gemist heeft. M’n eindbestemming Wondelgem heeft geen rotonde, de laatste op m’n route ligt in Destelbergen. Zo dicht bij Gent zijn er veel floraliën op de rotonde, de blauwe en witte bloemen accorderen met de rode vrachtwagens die ronddraaien. Een buurtbewoner komt naderbij: ‘Ik zie dat ge foto’s maakt.’ Of ik een halfuurtje heb? Het gaat over zwaar verkeer en autobussen die heftig manoeuvreren en hortend afremmen, zijn huis draagt er de scheuren van. En die rotonde? Die is er volgens Julien gekomen door de nabije dancing Boccaccio, en al die zotte weddenschappen om ’s nachts over dat kruispunt te vlammen zonder links of rechts te kijken. Nu botsen er elk jaar auto’s op de rotonde. En door hun hoge snelheid zijn er al twee auto’s uit de rotondebocht en in café Nenuphar gevlogen. Of ik ook naar zijn hof kom zien? Zie hoe schoon ze staan, zijn tomaten en pompoenen. Ik krijg tomaten mee voor thuis. ‘En kom over drie weken terug, dan heb ik van die goeie druiven.’
Woorden beginnend met ‘rot-’ voorspellen weinig goeds: rothumeur, rotkarakter, rotzak. Er is één uitzondering.