Alphons Orie, rechter bij het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag: 'De emoties van de slachtoffers en ook wel van de daders zijn aanzienlijk interessanter dan de mijne'
Nadat rechter Alphons Orie het 'levenslang' had uitgesproken, verschenen in de Servische hoofdstad Belgrado portretten van de veroordeelde legerleider Ratko Mladic en konden inwoners van Bosnië hun tranen niet bedwingen. Is de Bosnisch-Servische Mladic voor een deel van de bevolking op de Balkan een oorlogsheld, voor een ander deel is hij hét gezicht van het kwaad.
De Bosnisch-Kroatische oorlogsmisdader Slobodan Praljak, die zich na zijn veroordeling in de rechtszaal met gif om het leven bracht, werd in Zagreb geëerd met een ceremonie waarop ministers, oud-generaals en Kroatische tv-persoonlijkheden verschenen. Wie had gehoopt dat het Joegoslavië-Tribunaal zou bijdragen tot verzoening tussen de volken en staten van de Balkan, bijna een kwart eeuw na het bloedvergieten, is bedrogen uitgekomen.
'De verwachtingen waren misschien te hooggespannen', zegt Orie (70), sinds 2001 rechter bij het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag dat vandaag na 24 jaar de deuren sluit. 'Ik denk dat verwachtingen over verzoening en preventie van oorlogsmisdaden te zwaar zijn aangezet door politici en diplomaten die het instituut hebben opgericht.
Alphons Orie «Als je met de inzet van het strafrecht ook partijen kunt verzoenen, is dat mooi meegenomen. Maar de primaire doelen van het strafrecht zijn: vaststellen wat er is gebeurd, de verantwoordelijkheid bepalen, en vervolgens straf opleggen. Het tribunaal is daar in belangrijke mate in geslaagd.
»Vergeet ook niet: de conflicten op de Balkan hadden een lange voorgeschiedenis. Sommige gaan terug tot de Tweede Wereldoorlog, waarin Kroaten een afwijkende positie innamen (ze stonden aan de kant van nazi-Duitsland, red.). Andere gaan eeuwen terug, tot
de Slag op het Merelveld in 1389 (een voor Serviërs roemruchte veldslag, red.). Het verbaast me niet echt dat landen nog altijd op gespannen voet staan.
»Bovendien, ik denk dat het voor veel mensen bevredigend is geweest dat verantwoordelijkheden zijn vastgesteld en daders gestraft. Dat staten het nog steeds niet goed met elkaar kunnen vinden, zegt niets over de genoegdoening die aan slachtoffers is gegeven.
»Andere slachtoffers hebben wellicht het gevoel dat iemand ten onrechte is vrijgesproken of de straf veel te laag is. Maar het begrip 'een eind maken aan straffeloosheid' betekent niet dat iedereen gestraft wordt. Het houdt in dat iedereen vervolgd kan worden voor de zwaarste misdaden die we kennen.»
- U was betrokken bij de eerste veroordeling door het tribunaal, in 1997, zij het niet als rechter maar als advocaat.
Alphons Orie «Ik was lid van het verdedigingsteam van Dusko Tadic, een Bosnische Serviër. Hij is wel een 'kleine vis' genoemd, al werd hij tot 20 jaar celstraf veroordeeld, maar juridisch was het een reuzezaak. Alle principiële vragen rond het tribunaal moesten nog uitgevochten worden, want het oprichtingsstatuut telde maar zo'n 35 bepalingen. Het ging om vragen als: zitten de rechters hier rechtmatig? Is het tribunaal bevoegd dit soort zaken te doen? De rechtsmacht moest nog worden vastgesteld. Ik houd ervan juridisch-analytisch te werk te gaan. Als advocaat heb ik ook veel genoegen beleefd aan een zaak bij de Hoge Raad die draaide om zwartrijden in tram 9 richting Scheveningen.'
- Als rechter toonde u weinig emoties, terwijl u zich boog over de ergste gruweldaden in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.
Alphons Orie «Je weet dat de hele wereld over je schouders meekijkt, dat vonnissen een grote maatschappelijke impact hebben. Staatshoofden, legerleiders en burgerlijke autoriteiten staan terecht, dus dat is logisch. Ik wil niet zeggen dat emoties er niet zijn. Maar de emoties van de slachtoffers en ook wel van de daders zijn aanzienlijk interessanter dan de mijne.
»Laat ik nog even terugkomen op de zaak-Tadic, want ik wil niet praten over zaken die ik als rechter heb behandeld. Als verdediging van Tadic kwamen we erachter dat een getuige een volkomen verzonnen verhaal had ingestudeerd. Een dramatisch relaas over de talrijke slachtoffers van Tadic. Raak ik overweldigd door al het leed dat voorbij komt, dan vergeet ik misschien te kijken of het verhaal wel klopt. Dat is mijn eerste taak.
»Als rechter moet ik mijn eigen emoties geen plek geven in een vonnis, wél de emoties van anderen. Ik heb inlevingsvermogen nodig om te kunnen inschatten wat het verlies van een kind voor ouders betekent. De vraag in hoeverre het mijzelf raakt, of niet raakt, staat niet centraal. Een chirurg die geen bloed kan zien, kan beter een ander beroep kiezen.»
- Verdachten, onder wie Mladic, hebben u beticht van vooringenomenheid. Als Nederlandse rechter zou u niet onpartijdig kunnen oordelen over de genocide in Srebrenica waar Nederlandse VN-militairen bescherming moesten bieden.
Alphons Orie «Dat heb ik niet als een persoonlijke aanval opgevat, het deed me weinig. De president van het tribunaal moest oordelen of het wrakingsverzoek ingewilligd zou worden. Ik heb hem gezegd: ik zit hier niet als Nederlander. Bovendien kwam het verzoek van de verdediging rijkelijk laat, een paar dagen voor de behandeling van de zaak. Ik was toen al een jaar of 65 Nederlander. Er waren overigens nog zo'n twintig andere wrakingsgronden. De president besloot dat er zelfs geen enkele reden was om het aan een wrakingskamer voor te leggen.»
undefined
- Op uw beurt beschuldigde u, vorig jaar nog, de Servische autoriteiten van gebrek aan medewerking met het tribunaal.
undefined
Alphons Orie «Het ging om 'minachting van het hof'. Er was een aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen een aantal lieden die ervan verdacht worden dat ze getuigen hebben beïnvloed. Een Servische rechter heeft bepaald dat ze niet naar Den Haag overgebracht hoeven te worden. Hopelijk zien we hen alsnog verschijnen voor het MICT (een afgeslankte vorm van het tribunaal, zie kader hierboven - red.).'
- U bent u een van de rechters van het MICT. Mogelijk krijgt u nog te maken met Mladic' 'politieke baas' Radovan Karadzic, die in beroep is gegaan tegen zijn veroordeling tot veertig jaar cel.
Alphons Orie «Nee, de kamer van hoger beroep in de zaak-Karadzic is al vastgesteld. Ik was ook nog veel te druk met de zaak-Mladic.
»Voor de rechters die toetraden tot het MICT gold het als een voordeel dat zij ervaring hadden opgedaan in het tribunaal. De Nederlandse regering heeft me voorgedragen. Als de president bijvoorbeeld advies nodig heeft over vervroegde invrijheidstelling van een veroordeelde, kan hij dat bij uitstek toevertrouwen aan een rechter die over de zaak gezeten heeft. Dat geldt ook voor het opheffen van de vertrouwelijkheid van stukken, om te helpen bij strafvervolging op de Balkan, waar nog honderden verdachten terechtstaan.
»Bij het Joegoslavië-Tribunaal zijn er geen voortvluchtigen meer, bij het Rwanda-Tribunaal nog wel. Die zouden eventueel nog berecht kunnen worden. Dat kan er, in theorie, toe leiden dat ik straks weer een fulltime baan heb. Als ik al niet te oud zou zijn, en nog gezond genoeg. Ik zou erover moeten nadenken.»
- Is uw passie voor internationaal strafrecht zo groot dat u ook na uw 70ste wilt doorgaan?
Alphons Orie «Ik kwam al vroeg, in de jaren zeventig toen ik docent was aan de Universiteit Leiden, en door enig toeval in aanraking met de internationale kanten van het strafrecht. Een Nederlandse zeeman die in Groot-Brittannië een straf wegens moord uitzat, vroeg zich af of hij die ook in Nederland kon uitzitten.
»Ik ontdekte toen dat internationale samenwerking op het gebied van strafrechtspleging nog veel hiaten vertoonde. Het fascineerde me om gaten te dichten die er vielen door nationale grenzen of doordat verdachten hoge militaire en politieke functies bekleden. Mijn fascinatie gold, kortom, het grenzeloos functioneren van strafrechtspleging.
»Daarbij komt dat van huis uit het communiceren met mensen in hun eigen taal gestimuleerd werd. Mijn vader, een medicus, sprak naast Engels, Frans en Duits - de moderne talen die ik ook beheers - vloeiend Spaans, een beetje Portugees en leerde op hoge leeftijd alsnog Bahassa Indonesia. Ik beleef veel plezier aan het spreken van vreemde talen. Een geërfde passie wellicht?»
HET VERVOLG OP HET TRIBUNAAL
Met een ceremoniële bijeenkomst in de Ridderzaal komt er vandaag officieel een einde aan het Joegoslavië-Tribunaal. Het werk
is evenwel niet voltooid en daarom heeft de VN-Veiligheidsraad het Mechanism for International Criminal Tribunals (MICT, in de wandeling: het 'mechanisme') in het leven geroepen. Het is ook de voortzetting van het Rwanda-Tribunaal in Arusha (Tanzania), opgericht in 1994 na de volkerenmoord die in Rwanda ten minste een half miljoen mensen het leven kostte. Het 'mechanisme', met 25 rechters, behandelt onder meer zaken in hoger beroep. Zoals die van de Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic, die zijn veroordeling tot veertig jaar cel heeft aangevochten. Ook de aanklagers van Vojislav Seselj zijn in beroep gegaan, tegen de vrijspraak van de Servische ultra-nationalist. Ratko Mladic heeft erop gezinspeeld eveneens in beroep te gaan, maar dat verzoek is nog niet formeel gedaan.
(de Volkskrant)
undefined