Humo's grote trainersenquête (1)
‘Als het eentonig dreigt te worden, is het aan anderen om beter te doen dan Club Brugge’
Nu de Olympische Spelen hun beslag hebben gekregen, draaien alle camera’s weer naar het voetbal. In de Jupiler Pro League zijn we al toe aan de vierde speeldag, en alles is nog mogelijk. Maar Humo zou Humo niet zijn als wij u tóch niet al iets over de afloop zouden verklappen, met de deskundige hulp en de klare blik van de hoofdcoaches van de eersteklassers. Over de oprispingen van Club Brugge, de handleiding van Mike Trésor en de charme van Seraing. ‘De pandemie heeft de voetbalsector, en zeker de armere clubs, in een diepe crisis gestort.’
WIE WORDT KAMPIOEN?
1. Club Brugge .......................... 12
2. Racing Genk ........................... 3
3. Antwerp, Anderlecht ............. 1
Vier landstitels in zes seizoenen, mooi verdeeld in pakketjes van twee: Club Brugge domineert meer dan ooit het Belgische voetbal. Met een derde opeenvolgende kampioenschap zou het geschiedenis schrijven. Een grote meerderheid van de trainers gelooft erin.
VINCENT MANNAERT (algemeen manager Club Brugge) «Afgaande op de statistieken van de voorbije jaren is dat niet zo vreemd. Voor het eerst sinds lang zijn we twee keer op rij kampioen geworden. Een derde titel zou ons zelfs terugvoeren naar de fameuze periode onder Ernst Happel (de mythische coach met wie Club in de jaren 70 drie opeenvolgende titels behaalde, red.). Wij zijn de nummer 1 van het land, en blijkbaar gaan velen ervan uit dat dat zo zal blijven. Maar hoe langer we die positie bezetten, hoe meer we te verliezen hebben. Dat merkte je al tijdens de play-offs: door onze grote voorsprong beschouwde iedereen het kampioenschap al als voorbij. De andere drie ploegen speelden daardoor alsof ze niets te verliezen hadden. Daar hadden we beter mee moeten omgaan.»
HUMO Waarna het jaarlijkse gejank over de halvering van de punten voor de play-offs ook weer opstak.
MANNAERT (knikt) «Dat hebben we niet goed gedaan. Het is zoals klagen over het weer in België: wat haalt het uit? Ik ben het er zelf ten diepste mee oneens dat de beste van de klas wordt afgestraft – we vinden daar trouwens almaar meer steun voor. Ik begrijp de oprispingen van de spelers dus goed, ze komen recht uit het hart van de topsporter die zich onrechtvaardig behandeld voelt. Maar de les is: zeur er niet meer over. Het maakt alleen maar negatieve energie los.»
HUMO Wordt Club dit jaar zijn eigen grootste tegenstander?
MANNAERT «Het blijft afwachten tot 31 augustus om te zien hoe de spelerskernen er definitief zullen uitzien. Bij Genk is er voorlopig niemand vertrokken, en zij zijn vorig seizoen heel dicht geëindigd. Zij komen ervoor uit dat ze voluit voor de titel gaan. Ook Antwerp heeft zwaar geinvesteerd, en zelfs Anderlecht zegt dat ze ’t beter willen doen – alleen Gent heeft zich niet uitgesproken. Ik verwacht veel strijd.»
HUMO Dat Antwerp Michel-Ange Balikwisha voor jullie neus wegkaapte bij Standard, lijkt erop te wijzen dat het hen menens is.
MANNAERT «Hun investeringen zijn op z’n zachtst gezegd fameus te noemen. Maar als een speler voor hen kiest in plaats van voor ons, moet je daarmee kunnen leven. Ik bekijk het filosofisch.»
HUMO Volgens De Tijd is Paul Gheysens bezig om van Antwerp een Manchester City of PSG op Belgisch niveau te maken.
MANNAERT «Als iemand investeert in het voetbal, kan ik dat alleen maar toejuichen. Wat ik me niet kan indenken, is dat je ook bereid bent er structureel geld aan te verlíézen. Net daar loopt de vergelijking met City en PSG mank: bij die clubs gaat het louter over investeren, al zijn de zakken van hun eigenaars zo diep dat ze het verlies er wel bij nemen. Dat zie ik in België niemand doen, ook Antwerp niet.»
HUMO Is Club Brugge na vier titels in zes jaar op weg om het Bayern München van België te worden, zoals sommigen stilaan vrezen?
MANNAERT «Sport gaat over winnen. Wie wint, verdient dus respect. Als het eentonig dreigt te worden, zoals in Duitsland, is het aan de anderen om beter te doen. In de beginjaren van Bart (Verhaeghe, voorzitter en mede-eigenaar van Club Brugge, red.) en mij was Anderlecht ook te sterk. Alleen hebben wij daar energie uit gehaald om een inhaalbeweging te maken. Nu gaan we er alles aan doen om onze positie vast te houden. Je kunt iemand moeilijk kwalijk nemen dat hij het goed doet (lachje).»
HUMO Anderlecht-voorzitter Wouter Vandenhaute zei in De Morgen dat in het Belgische voetbal ‘een cultuur van matennaaien’ heerst. Begreep u dat?
MANNAERT «Nee, en dat heb ik hem ook gezegd. Hij heeft zijn woorden vervolgens wat afgezwakt: ze waren uit hun context gerukt.»
HUMO Hij doelde op jullie poging om Lukas Nmecha naar Brugge te lokken.
MANNAERT «Maar Nmecha was een speler van Manchester City, niet van Anderlecht! Als iemand het goed doet in de Belgische competitie, zou het vreemd zijn als wij níét geinteresseerd zouden zijn. Trouwens, het omgekeerde is waar: Percy Tau vertrekt bij ons en Anderlecht springt erop. Ze hebben Abdoulay Diaby terug naar België gehaald en ook Lior Refaelov heeft een carrière bij ons gehad. Die uitspraak hield totaal geen steek.»
HUMO Hoe moeilijk was het om Philippe Clement aan boord te houden? Na drie opeenvolgende titels – één met Genk, twee met Club – kan het niet anders of er zijn al kapers op de kust geweest.
MANNAERT «We kennen elkaar al lang, meer dan twee goede gesprekken hebben we niet nodig gehad. Het was vrij snel duidelijk dat we met elkaar zouden doorgaan. Hij gaf wel aan dat andere clubs een paar keer contact met hem hadden opgenomen, maar hij zag nog genoeg rek op zichzelf en de groep om bij ons te blijven. Behalve een buitenlandse collega die me onlangs heeft gezegd dat Philippe bij hen op een lijst stond – mooie club, mooie competitie – heb ik zelf ook nooit een formele vraag gekregen.»
HUMO Krijgt Charles De Ketelaere eindelijk een vaste positie centraal in het elftal, zoals hij zelf zo graag wil?
MANNAERT «Het vorige seizoen was dat van de doorbraak voor Charles. Dat hij toen op verschillende posities is gebruikt, maakt deel uit van de ontwikkeling van een jonge speler. Maar het is duidelijk dat zijn kwaliteiten het best tot uiting komen in een centrale rol. Wat dat betreft, zitten we op dezelfde golflengte.
»Het was ook allemaal wat uit zijn context gerukt. Ja, Charles heeft eens links achteraan gestaan. Maar de meeste wedstrijden speelde hij vanaf de rechterkant, vanwaar hij naar binnen kon komen. Precies zoals Noa Lang dat als rechtsvoetige doet aan de andere kant.»
HUMO Het aandeel van Lang in de titel kan moeilijk overschat worden.
MANNAERT (knikt) «Noa kan vanuit het niets beslissend zijn, ook als hij niet in de match zit. Vaak maakt dat het verschil tussen wel of geen succes. Hij is nog zo’n speler voor wie de mensen naar een stadion komen. Dat corona dat het voorbije jaar onmogelijk heeft gemaakt, wringt nog altijd. Ook bij de fans. Er waren er heel wat die mij een bericht stuurden: ‘Zorg dat we Lang zeker nog in het stadion aan het werk kunnen zien.’ Dat hebben we gedaan, de aankoopoptie bij Ajax werd gelicht. Noa was daar ook altijd van uitgegaan. Die jongen maakt supporters blij – de onze toch (knipoogt).»
HUMO Ook extrasportief was er nieuws: deze zomer is Club Brugge als eerste Belgische topclub deels in buitenlandse handen overgegaan. De Amerikaanse investeerder Orkila Capital nam een minderheidsparticipatie. Past dat in een exitstrategie van Bart Verhaeghe en uzelf?
MANNAERT «Nee. De enige bedoeling was een goede basis leggen voor de belangrijke investering die eraan zit te komen: het nieuwe stadion. Het staat er nog niet, maar vroeg of laat – en zoals het er nu naar uitziet: eerder vroeg dan laat – zullen we kapitaal nodig hebben om het te bouwen. Die basis moet ervoor zorgen dat we tijdens het bouwen ook sportief competitief blijven.»
HUMO Nu verwijst u naar de extra investering van 20 miljoen euro door Orkila. De aandelenverkoop is wat anders: daar wordt Club niet beter van, maar zijn jullie het die cashen.
MANNAERT «Ik voel me er absoluut niet slecht bij om na tien jaar hard werken een rendement te nemen op onze verwezenlijkingen. Dat we dat hebben gedaan met een investeerder van wie we denken dat hij Club nog sterker kan maken, bewijst net dat we niet lichtzinnig te werk zijn gegaan. Orkila heeft niet alleen aandelen overgenomen, maar ook vers kapitaal aangebracht. Dat illustreert hun betrokkenheid op langere termijn. Ik zie uw punt dus niet.»
HUMO Volgens specialisten was dit het goede moment om eruit te stappen: veel dominanter zal Club niet meer worden in België.
MANNAERT «Als dat de juiste analyse is, waarom hebben we dan niet ál onze aandelen verkocht? Het is veel moeilijker om een kapitaalkrachtige minderheidsaandeelhouder te vinden dan een meerderheidsaandeelhouder. Dat we de controle behouden, bewijst juist dat we nog niet weg zijn, en ook geen plannen hebben in die zin.»
HUMO Was het een goede oplossing voor het gezichtsverlies na de mislukte beursgang eerder dit jaar?
MANNAERT «Zoiets doe je niet ter compensatie van iets anders, maar het is er wel uit voortgevloeid. We hadden een dossier dat de beurswaakhond, de FSMA, had goedgekeurd en dat iedereen kon inkijken. Vrij snel nadien heeft Orkila contact met ons opgenomen: zij zagen een zeer sterk dossier.»
HUMO Als dat dossier echt zo sterk was, had Club nu toch op de beurs genoteerd gestaan?
MANNAERT «Ik heb in mijn leven wel meer fouten gemaakt, maar ik probeer daar telkens uit te leren. En dat heeft Club Brugge in dit dossier ook gedaan.»
WIE DEGRADEERT?
1. Seraing ..................................... 5
2. STVV, Kortrijk .......................... 1
WIE DEGRADEERT?
1. Seraing ..................................... 5
2. STVV, Kortrijk .......................... 1
Voor het gros der clubs is het elk jaar vooral bang achteromkijken. Aan een voorspelling over de degradatiestrijd wilden dan ook weinig trainers hun vingers verbranden. Toch heeft één club het weinig benijdenswaardige ticketje retour in veler ogen al beet: nieuwkomer Seraing. Assistent-trainer Marc Grosjean haalt er de schouders bij op.
MARC GROSJEAN «Ons budget is 5,5 miljoen euro: wat wil je dat ik zeg? Geld liegt niet. Mij verrast dit dus niet. Maar goed, me erover opwinden doe ik evenmin (lachje).
»Wie had er een cent om verwed dat we op de tweede speeldag al KV Mechelen zouden kloppen? Het wordt moeilijk, dat weten we. Maar voetbal blijft voetbal. Wij zijn geen profclub als alle andere. Hier vind je nog menselijke waarden. Omdat lokale mensen hier de dienst uitmaken, en omdat een half dozijn spelers het hele traject van het amateurvoetbal naar de hoogste klasse samen heeft afgelegd. Precies zoals in mijn tijd als speler. Toen promoveerden we ook eens in vijf jaar tijd van vierde naar eerste klasse, met zes spelers uit de regio. Toen al zeiden onze trainers: ‘Die zes, zíj zijn de sterkte van deze ploeg.’
»Ik kwam uit de opleiding van Standard. Robert Waseige trainde het eerste elftal, maar dat heb ik nooit gehaald. Geen schande, want het toenmalige Standard was absolute top. Op mijn twintigste heb ik een stap teruggezet naar Seraing. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht dat ik ooit nog in eerste klasse zou spelen. En toch is het gebeurd.»
HUMO Iedereen herinnert zich 1994, toen Seraing als derde eindigde en Europees voetbal afdwong, met kleppers als Edmilson, Wamberto en Roger Lukaku, de vader van Romelu.
GROSJEAN «Maar de echte hoogdagen, dat was ónze periode – met Jules Bocandé, Nico Claesen en de Deense Gouden Schoen Jens Bertelsen. Wíj waren het echte Seraing, met echte Sérésiens nog in de ploeg. Guy Mathot, de burgemeester, was een man van het volk. Geen moeite was hem te veel om de club te helpen groeien. Het hele bestuur kwam uit het Maasbekken, met de staalindustrie als belangrijke geldschieter. Tot de club failliet ging – een drama. Het is niet aan mij om dat proces te maken, maar er zijn toen rare dingen gebeurd. Gérald Blaton (een Brusselse betonboer, red.) heeft Seraing daarna overgenomen en naar de top teruggebracht.»
HUMO Dat succes was artificieel. Even snel verdween Seraing ook weer.
GROSJEAN «Blaton was een mecenas, en eigen aan mecenassen is dat ze er op elk moment de stekker uit kunnen trekken. Dat heeft hij gedaan. Hij verkocht Seraing aan Standard: het begin van een lange tocht door de woestijn, met vele naamsveranderingen en degradaties. Dankzij Bernard Serin (de Franse eigenaar van Seraing, voorzitter van FC Metz en pdg van het in Seraing gevestigde John Cockerill, red.) en FC Metz zijn we nu terug. Sneller dan gedacht, misschien.»
HUMO Té snel? De terugkeer naar de nationale elite werd afgekocht door het stamnummer van toenmalig tweedeklasser Francs Borains over te nemen, en de promotie naar 1B kwam er pas nadat andere clubs door de pandemie geen licentie hadden gekregen.
GROSJEAN «Ik vind: in het leven gaat het nooit te snel. Komt er iets moois op je pad, dan sla je dat niet af. De pandemie heeft de voetbalsector, en zeker de armere clubs, in een diepe crisis gestort. In 1B hadden we al het kleinste budget, en ook toen werden we tot de degradatiekandidaten gerekend. Daar hebben we mooi de draak mee gestoken: op twee weken na, toen we derde waren, hebben we het hele seizoen eerste of tweede gestaan. Door de pandemie heeft ons dat economisch helaas niets opgeleverd. Ondertussen heeft ook Metz met problemen af te rekenen in Frankrijk: het tv-contract met Mediapro is er opgezegd, en uiteraard heeft dat gevolgen voor onze samenwerking.»
HUMO Wat missen jullie vooral?
GROSJEAN «Ervaring. Geen enkele speler heeft al op het hoogste niveau gespeeld. Hoe zullen zij zich ontwikkelen? Niemand die het weet. Maar neem nu Georges Mikautadze: toen Metz hem hier stalde, was hij een spits die geen bal tussen de palen trapte. Toch werd hij de topschutter van 1B. Metz heeft hem nu teruggeroepen. Ik begrijp dat de supporters het daar lastig mee hebben, maar zo loopt de samenwerking nu eenmaal.»
HUMO Was het vertrek van Emilio Ferrera, na anderhalf jaar als hoofdcoach, al niet een teken aan de wand?
GROSJEAN «Emilio en ik zijn vrienden. Ik wist al lang dat hij niet zou blijven. Niet omdat hij vreesde tegen de degradatie te moeten vechten. Nee, hij houdt van structuur en die ontberen we hier nog. Organisatorisch loopt het nog niet op wieltjes. Dat vraagt veel engagement van wie hier werkt. Voor Emilio viel dat niet langer te verzoenen met zijn voetbalacademie, die almaar meer van zijn tijd opslorpte.»
HUMO Eén prijs winnen jullie alvast: die van de sympathiekste club.
GROSJEAN (knikt) «In deze regio bestaat van oudsher een grote rivaliteit tussen Standard en Club Luik. Seraing ontsnapte daaraan, iedereen hield van deze club. Van zijn familiale karakter, zijn sfeervolle stadionnetje, de volkse kantine. Van zijn jeugdacademie ook: op het hoogtepunt voetbalden hier meer dan duizend kinderen. Vandaag zijn dat er nog altijd zo’n zeshonderd. Extraordinaire!
»Seraing herleeft, we hebben het weer op de kaart gezet. Duizend abonnementen zijn al verkocht, wat uitzonderlijk veel is voor deze club. Ook naast het veld beweegt het: je zou er versteld van staan welke infrastructuurplannen we nog hebben. Plannen die alleen nog op uitvoering wachten. Ondertussen maken we er het beste van, in moeilijke omstandigheden. Maar dat zijn we gewend. Dát is onze sterkte.»
WIE IS DE BESTE ZOMERTRANSFER TOT NU TOE?
1. Mike Trésor (R. Genk) ........... 4
2. Benito Raman (Anderlecht) .. 2
3. Lior Refaelov (Anderlecht), Aron Dønnum (Standard), Vinícius Souza (KV Mechelen), Michel-Ange Balikwisha (Antwerp), Michael Frey (Antwerp), Andrew Hjulsager (AA Gent), Joseph Okumu (AA Gent), Edgaras Utkus (Cercle Brugge) ...................... 1
Zoveel goede tijdingen zijn hem vanuit Nederland voorafgegaan dat hij nu al als dé Belgische zomersensatie wordt beschouwd. Jeugdinternational Mike Trésor (22) trok drie jaar geleden de deur achter zich dicht bij Anderlecht, speelde zich in de kijker bij kleine clubs als NEC en Willem II, en hoopt nu te schitteren bij Racing Genk.
Bij Willem II was Adrie Koster, ex-Club Brugge en ex-Beerschot, anderhalf jaar Trésors trainer. ‘Ik heb hem gefeliciteerd met zijn transfer. Heeft-ie keurig een berichtje teruggestuurd: ‘Dank u wel, trainer.’ Beleefde jongen (lacht).’
HUMO Heeft Racing Genk goud in handen?
ADRIE KOSTER «Ze gaan er in ieder geval veel plezier aan beleven. Vooral omdat Mike nu omringd wordt door betere spelers. Zij zullen voor het evenwicht zorgen dat hij als nummer 10 – de positie waarnaar zijn voorkeur uitgaat, al heeft hij bij mij ook vanaf de linkerflank gespeeld – nodig heeft om zijn kwaliteiten tot hun recht te laten komen. Voetbaltechnisch barst hij van het talent, maar in verdedigend opzicht is hij nog voor verbetering vatbaar: hij is geen jongen die de duels aangaat. Toch niet naar voren, wanneer er druk moet worden gezet om de bal af te pakken.
»Maar goed, met zijn technische kwaliteiten kan hij altijd het verschil maken. Zeker in zijn eerste seizoen bij Willem II heeft hij dat ruimschoots gedaan. Met assists, maar ook met doelpunten. Dat we als vijfde eindigden, was in belangrijke mate dankzij hem. Dat bezorgde hem een nieuwe status, die je toch telkens weer moet bevestigen. Daarin is hij het afgelopen seizoen minder geslaagd: hij heeft hij niet zo geëxcelleerd. Maar goed, dat gold voor de hele ploeg.»
HUMO Hij heeft een fluwelen baltoets, maar soms lijkt ook een gemakzuchtig kantje in hem te schuilen.
KOSTER «Dat komt door zijn manier van spelen: die oogt flegmatiek. Maar uiteindelijk wordt elke speler afgerekend op zijn rendement. Mike beschikt over een schitterende techniek, heeft een versnelling in de benen – een versnelling ín de versnelling, zelfs – en hij ziet oplossingen, waardoor hij ook in de passing het verschil kan maken. Hij heeft alles om belangrijk te zijn.»
HUMO In zijn ijver gaat hij weleens zwerven over het veld en dingen doen waarin hij niet zo goed is, las ik.
KOSTER «Soms heb je van die wedstrijden waarin je weinig aan de bal komt. Dan vind ik het logisch dat je je laat uitzakken. Als een speler dat nodig heeft om in de wedstrijd te komen, moet je hem dat gunnen. Maar achterin een bal ophalen en dan domme dingen gaan doen: dat doet Mike niet. Hij weet heel goed waar hij zijn acties moet maken en waar niet. In en rond de zestien meter, dáár is hij beslissend.»
HUMO Soms mist hij nog wat slimmigheid, las ik ook: weten wanneer hij wel en niet risico’s kan nemen.
KOSTER «Ook dat zit ingebakken in zijn spel. Als zijn individuele acties lukken, staat iedereen op de banken. Lukken ze niet, dan komt de kritiek. Ik hou wel van zulke spelers, misschien omdat ik er zelf ook zo één was. De tegenstander opzoeken en uitspelen: héérlijk! (lacht)»
HUMO Hij dúrft tenminste: waar zie je dat nog?
KOSTER «Precies. Tijdens het voorbij EK heb ik me vaak zitten ergeren. Balletje breed, tikje terug – en maar blijven schuiven. Nou, dan vind ik het wel mooi als er eens iemand iets dóét. Zo gebeurt er tenminste wat. Het is zijn grootste kwaliteit, dus dat moet hij zeker vasthouden.»
HUMO Rafael van der Vaart – ex-Real Madrid, Ajax en Oranje, en nu analist – heeft hem al ‘de rechtsvoetige Ziyech’ genoemd, naar Hakim Ziyech, ex-Ajax en nu Chelsea.
KOSTER «Ik hou niet van vergelijkingen – iedere speler is anders – maar daarin kan ik me wel vinden. Het zijn in ieder geval twee jongens die met hun technisch vernuft het verschil kunnen maken. En Ziyechs omschakeling was evenmin top in het begin van zijn carrière; sindsdien is hij daarin sterk verbeterd.»
HUMO Volgens Zeljko Petrovic, je opvolger bij Willem II, heeft Trésor de kwaliteiten om op een dag voor Real Madrid te spelen.
KOSTER «Nou, dat gaat-ie zelf wel bepalen. Laat hem eerst maar slagen bij Genk. Daarna volgt wel een nieuwe uitdaging – de Rode Duivels, zeg maar. En dán pas de stap naar het buitenland.»
HUMO Te vrezen valt dat zulke uitspraken hem ten eeuwigen dage zullen achtervolgen.
KOSTER «Daar op een goede manier mee omgaan wordt een uitdaging. Naast z’n schoenen zie ik hem niet gaan lopen. Inmiddels is hij er ook achter dat talent alleen niet volstaat en dat hij ook keihard zal moeten werken. Ik heb genoeg gesprekken met hem gevoerd om aan te geven wat allemaal komt kijken bij de stap naar de absolute top: ‘Er is er maar één die gaat bepalen hoever je zal komen, en dat ben jíj.’»
HUMO Bij Willem II nam hij de strafschoppen. Sterk, voor zo’n jonge kerel.
KOSTER «Niet eentje heeft hij gemist. Ging hij achter de bal staan, dan wist je al: doelpunt! (lacht) Zelfs in de belangrijke wedstrijden, zoals uit bij Ajax, waar we met 0-2 wonnen en hij vanaf de stip de score opende. Je weet nooit wat hij gaat doen: hij wacht tot de keeper de eerste beweging maakt en legt hem dan lekker binnen. Cool!»
HUMO Stress is hem vreemd?
KOSTER «Zo komt het over, ja. Je weet natuurlijk nooit helemaal wat er in zo’n hoofd omgaat. Maar hij is een vrij rustige jongen.»
HUMO Bij Anderlecht noemden ze hem ‘een speciale jongen met een handleiding’.
KOSTER «Nou, een handleiding vind ik niet zo erg (lacht). En nu ik erover nadenk: ik ben het er ook niet mee eens! Toen hij Anderlecht verliet voor NEC, speelde die club in de Nederlandse eerste divisie – de tweede klasse, zeg maar. Een stap terug dus, maar hij wilde per se spelen. Vandaar ging het naar Willem II, in de eredivisie. En nu naar Genk. Noem het voor mijn part eigengereid, maar ik zie er bewuste stappen in van een speler die bereid is in zichzelf te investeren.
»Nu staat hij op een cruciaal punt in zijn carrière: gaat hij de beloftes die hij in zich draagt inlossen, of blijft hij het eeuwige talent?»
HUMO Zuur voor Anderlecht om hem bij de concurrentie te zien terugkeren, net nu het zelf zo inzet op zijn jeugd.
KOSTER «Ik kan me hun spijt wel voorstellen, ja. Zeker als hij straks de pannen van het dak speelt.»
WIE WORDT TOPSCHUTTER?
1. Bas Dost (Club Brugge) ........ 5
2. Paul Onuachu (R. Genk) ....... 4
3. Noa Lang (Club Brugge), Teddy Chevalier (KV Kortrijk), Thomas Henry (OHL), Ferdy Druijf (KV Mechelen), Dante Vanzeir (Union), Jackson Muleka (Standard), Smail Prevljak (Eupen) ..................... 1
Het ontbrekende puzzelstukje: zo werd hij bij zijn komst vorige winter omschreven. Met negen doelpunten droeg Bas Dost nog ruim bij aan de landstitel van Club Brugge. In Krant van West-Vlaanderen legde hij zijn lat voor dit seizoen op ‘meer dan 20 goals’.
TOM SAINTFIET (ontdekker van Dost, nu bondscoach van Gambia) «Dat is heel hoog. Maar het siert hem. Als 32-jarige met zijn cv had hij zich kunnen indekken en het erop houden dat hij zich ten dienste stelt van het elftal. Nu legt hij zichzelf druk op. Maar zo is Bas: een sterke persoonlijkheid, intelligent en enorm gepassioneerd. Iemand met een echte winnaarsmentaliteit. Zulke spelers zijn vooral veeleisend voor zichzélf.»
HUMO Jij kent hem al lang.
SAINTFIET «Van toen ik in 2006 hoofd opleiding en trainer van de U19 en het tweede elftal van Emmen werd, op dat ogenblik een tweedeklasser in Nederland. Bij de U19 liep daar ene Bas Dost rond. Zeventien jaar, niet beschouwd als het grootste talent, maar mij viel hij direct op. Een goeie spits, vond ik. Nou, dat had ik beter niet kunnen zeggen: ‘Een spits? Dat is een nummer 10.’ Toen ik Bas erover sprak, bleek hij ook zichzelf zo te zien. Het heeft even geduurd voor ik hem in het spitsenverhaal kon laten geloven.
»De eerste keer dat ik hem meenam met het tweede elftal, maakte hij uit het niets twee doelpunten. Toen de spits van het eerste elftal uitviel en ik suggereerde om Bas door te schuiven, kwam me dat in de club op hoongelach te staan: ‘Jij domme Belg!’ Wat later werd ik technisch directeur en drukte ik door dat hij toch minstens met het eerste elftal mocht meetrainen. Ik liet hem ook zijn eerste profcontract tekenen. Maar aan zijn situatie veranderde dat niets: de coach bleef hem negeren. Uiteindelijk heeft dat mee tot mijn vertrek bij Emmen geleid.
»Rovaniemi, in Finland, was mijn volgende club. Ik wilde Bas graag meenemen, en Emmen ging akkoord om hem uit te lenen. Zijn vader, Lou, was meteen gewonnen voor het idee: hij kwam als zakenman vaak in Finland. Ook Bas besefte dat ik de enige was die in hem geloofde. Omdat ze er bij Rovaniemi een stokje voor staken, is het uiteindelijk niet doorgegaan. Gelukkig, misschien: plots kreeg hij meer speeltijd, begon hij te scoren, en had hij zijn transfer beet – eerst naar Heracles, daarna naar Heerenveen.»
HUMO Daar werd hij topschutter van Nederland. Ajax meldde zich.
SAINTFIET «Ajax was zijn droomclub: als kleine jongen sliep hij in een Ajax-pyjama. Dat het niet doorging, is zeker een ontgoocheling geweest. Van Heerenveen ging hij dan naar Wolfsburg. Daar werd hij de op één na beste schutter van Duitsland, en in 2017 bij Sporting Lissabon zelfs de best scorende spits van Europa, na Lionel Messi.»
HUMO Ook bij Club Brugge schoot hij meteen raak: vier goals in zijn eerste vier matchen. Waarna hij al meteen enkele weken geblesseerd aan de kant stond.
SAINTFIET «De laatste jaren bij Eintracht Frankfurt had hij al met blessures af te rekenen. Maar gezien zijn leeftijd vind ik hem nog altijd één van de beste spitsen in de Belgische competitie. Veel hangt af van hoe je hem gebruikt. Bas is de man van de goals die simpel lijken – intikkers. Hij zal geen zeven man dribbelen of vanaf twintig meter raak schieten. Maar in de box staat hij altijd op de juiste plek. Natuurlijk moet hij dan wel voorzetten krijgen.
»Net daarom is hij bij Oranje nooit doorgebroken. Toenmalig bondscoach Ronald Koeman stapte af van de vleugelspelers waarmee Nederland groot is geworden en gaf de voorkeur aan Memphis Depay. Typisch zo’n speler die louter voor eigen succes gaat. Liever dribbelde hij zich vijfentwintig keer te pletter of schoot hij de bal hoog in de tribune omdat hij per se zelf wilde scoren. Dat egoïsme is Bas zuur opgebroken: in achttien interlands scoorde hij maar één keer.
»Het is heel makkelijk om een spits te beoordelen op zijn doelpunten. Maar Bas is zoveel meer: hij laat ook anderen scoren. Niet zozeer met assists, maar door zijn loopacties: die zijn zo intelligent dat hij ook ruimte creëert voor infiltrerende spelers. Met name Noa Lang profiteert daarvan: van zijn veertien doelpunten maakte hij er acht in wedstrijden waarin ook Bas op het veld stond. Dat zegt genoeg. Ook als hij geen topschutter wordt, zal hij dus nuttig zijn voor Club Brugge. Maar, belangrijk: als centrumspits. In een tweespitsensysteem, zoals tegen Union, zie ik hem niet graag. Dat sommigen hem na die wedstrijd al afschreven, alsof hij op zijn retour is, vind ik veel te voorbarig.»
HUMO Heb je nog contact met hem?
SAINTFIET «Niet met Bas zelf, wel met z’n vader. Elk jaar hebben Lou en ik onze vaste afspraak en gaan we samen een hapje eten. De laatste keer was vorig jaar rond deze tijd. De contacten met Club Brugge waren er toen al. Nadien heeft hij me nog gebeld om mijn mening te vragen.
»Van zijn vader weet ik dat Bas nog altijd dezelfde is. Niet het makkelijkste karakter, maar een eigenzinnig mannetje en enorm gedreven om zich te bewijzen. Na een slechte wedstrijd worstelt hij nog altijd met zichzelf. Dat zie je ook aan zijn lichaamstaal: hij keert dan helemaal in zichzelf. Hooguit zal hij het hoofd schudden, maar spelers uitkafferen of gebaren maken naar de trainer? Nooit. Bas zal de schuld nooit bij de trainer of een ploegmaat leggen.
»Veel voetballers uiten hun frustraties of littekens in amoureuze escapades, dure auto’s of tatoeages. Bij Bas niets van dat alles: bij mijn weten is hij nog nooit in het nieuws gekomen met onsportief of onprofessioneel gedrag. Of met zeven Ferrari’s in zijn garage. Dat heeft me altijd voor hem ingenomen.»
Volgende week:
De Rode Duivels en meer