'Als het verzonnen is, moet het op zijn minst goed geschreven zijn.' Vakantieboeken: Karel De Gucht
Het geheim van deze zomerse boekenrubriek is haar eenvoud: een geïnterviewde vertelt welke boeken hij of zij heeft klaargelegd voor aanstaande vakantie. Zo helpt hij de Humolezer die nog om inspiratie verlegen zit, uit de nood. Maar als de geïnterviewde Karel De Gucht heet, bepaalt híj de spelregels: ‘Ik ga boeken noemen die ik al gelezen héb, akkoord?’ Akkoord. ‘Maar waar heb ik ze gelegd, verdorie?’
Karel De Gucht «Het gaat dus om boeken waarvan ik denk dat het goed zou zijn dat iedereen ze leest. Op vakantie, bijvoorbeeld, zodat mensen een groter besef van de wereld hebben. Ik heb ze klaargelegd. Ik ga ze zoeken: babbelt u ondertussen maar verder.»
HUMO De traditionele openingsvraag – ‘Waar gaat u dit jaar op vakantie?’ – moet ik u wellicht niet stellen?
De Gucht «Nee. Dat weet u.»
HUMO Naar uw buitenhuis. Wordt u Toscane nooit beu?
De Gucht «Ik denk dat Toscane míj eerder beu zal zijn dan andersom. (Foeterend) Maar enfin, waar heb ik die boeken nu gelegd?»
undefined
HUMO Bent u een veellezer op vakantie?
De Gucht «Niet alleen tijdens de vakantie: ik lees altijd veel, maar niet per se alleen boeken. De kranten staan de laatste tijd vol interessante zaken. Wat nu met Groot-Brittannië gebeurt: dat is toch een fascinerende geschiedenis, nee? Met de Belgische en buitenlandse kranten ben je snel een uur zoet. En op vakantie lees ik ze elektronisch.»
HUMO Voor veel mensen is de vakantie het uitgelezen moment om de actualiteit te laten voor wat-ie is.
De Gucht «Ik sluit mij niet af tijdens de vakantie: ik heb er geen behoefte aan en ik zie er het nut niet van in. Ik werk op vakantie ook gewoon door. Niet zoveel als anders, maar ik ben toch een paar uur per dag bezig. Dit jaar zal ik mijn vakantie moeten onderbreken omdat ik twee bestuursraden heb: die vergaderen traditioneel in juli over de halfjaarlijkse resultaten. Part of the job, maar het is niet per se préttig: ik moet heen en weer reizen.
»Maar nu snap ik niet waar die boeken liggen. Wie heeft die weggelegd?»
HUMO Kunt u de titels niet gewoon noemen?
De Gucht «Ja. Maar dat is niet het punt: het is raar dat ze hier niet liggen. Bon. Het eerste boek is ‘De barbaren’ van Alessandro Baricco. Een zeer goed boek dat op een speelse toon duidelijk maakt dat er ook in de moderne samenleving altijd een opvatting zal bestaan over wat cultuur is. Het zal een ándere opvatting zijn, maar wel degelijk een opvatting. Het relativeert ook het idee dat Hoge Cultuur de enige juiste cultuur zou zijn. Het is een eyeopener die unieke inzichten biedt. En het leest ook plezierig: ideaal voor op vakantie. Dat geldt niet voor alle boeken.
»Verder raad ik ‘Macht en onmacht’ van Tinneke Beeckman aan. Over de waarden van de verlichting, en hoe men die nu probeert te deconstrueren. Alsof er geen énkele waarheid bestaat. Ik ga ermee akkoord dat absolute waarheden niet bestaan, maar postmodern nihilisme leidt nergens toe. Beeckman beschrijft op een luchtige manier waar dat soort relativisme vandaan komt. (Deur zwaait piepend open) Liggen ze hier misschien? Beeckman stelt ook een duidelijke maatstaf: je mag niet álles relativeren. Want dan zou je ook de relativering moeten relativeren.»
HUMO Luchtig, zei u: ik vond het geen hapklare brok.
De Gucht «Nee. Maar ze schrijft wel helder en duidelijk: iemand die geïnformeerd is, begrijpt waar het over gaat. En de meeste mensen hebben veel tijd als ze op vakantie zijn.»
HUMO U leest enkel non-fictie?
De Gucht «Nu wel, omdat er zoveel gebeurt. En ook omdat ik een wekelijkse column schrijf. Ik probeer altijd het bredere maatschappelijke perspectief te schetsen. En ik blijf schrijven. Omdat het een wekelijkse column is: die moet elke week verschijnen. Anders is het geen wekelijkse column. Ik heb de illusie dat ik voor een vast publiek schrijf dat elke zaterdag de krant openslaat: ‘Wat heeft De Gucht nu weer geschreven?’ Het Laatste Nieuws is trouwens gemakkelijk te vinden op vakantie.
»Het derde boek dat ik wil aanraden, is Paul Scheffers ‘De vrijheid van de grens’. Ik ben het niet per se eens met alles wat hij schrijft, maar dat hoeft ook niet. Het idee dat je vrijheid pas kunt organiseren en kunt laten accepteren als je een territorium afbakent, is geen gekke gedachte. Wat niet wil zeggen dat ik voor een ondoorlaatbare buitengrens pleit: ik ben het volledig oneens met het huidige migratiebeleid van de Europese Unie. Maar vrijheid organiseren behoeft een territorium. Dat haakt in op de menselijke natuur: mensen zijn territoriumdieren. Dat territorium hoeft niet klein te zijn, zoals Vlaanderen, want dat is nationalisme en de strijd tussen het nationalisme en het globalisme is een heruitgave van de strijd tussen het kapitalisme en het communisme. Het territorium hoeft zelfs niet België te zijn, maar in een onbegrensde vlakte kun je geen vrijheid organiseren. Kosmopolitisme is een zeer elitair gedachtegoed dat je niet kunt doortrekken voor de hele bevolking. Dat is niet plausibel, en de politiek moet zich bezighouden met plausibele oplossingen.
»Mijn advies: lees eens iets wat dingen ter discussie stelt. We zitten in een periode waarin men antwoorden verwacht van de politiek. Ik vind dat politici tekortschieten. Wat in Groot-Brittannië gebeurt, is daar een mooi voorbeeld van: een totale miscommunicatie tussen de bevolking en de politieke klasse. Ik ben niet tegen elites – een maatschappij zónder elite is een vormeloze massa – maar men moet blijven luisteren naar wat leeft bij de gewone man. (Stoomt onverstoorbaar verder) Een boek dat kan helpen om de situatie in Groot-Brittannië te begrijpen, is ‘Vergeten koninkrijken’ van Norman Davies. Het toont de relativiteit van staatsvormen aan. Niets is definitief, en als structuren uit elkaar vallen, kan dat enorme gevolgen hebben. Kijk naar het Ottomaanse of het Habsburgse rijk. Die stortten trouwens pas in toen ze al in ontbinding wáren. Met andere woorden: als de Europese Unie uit elkaar zou vallen – door een brexit, bijvoorbeeld – betekent dat dat ze eigenlijk al uit elkaar aan het vallen was. Maar dat gebeurt niet plots bij een stabiele structuur. Ik hoor en lees de grootste zotternijen over Europa, maar denk dat de Europese structuur veel stabieler is dan de meeste mensen denken. En ik denk dat ik wel iets over Europa weet, nee?»
HUMO Wat maakt Europa dan zo solide? De gedachte erachter of de structuren zelf?
De Gucht «Wat de Engelsen intricacy noemen: de enorme complexiteit en verwevenheid van de structuren. Europa is een juridische structuur, en het Europese recht een verenigende factor. Europa kan niet uit elkaar vallen. Kijk maar in welke onoverzichtelijke problemen Groot-Brittannië is beland: door de Act of Devolution kan Schotland zelfs een veto tegen de uittreding stellen. De structuren zijn gewoon te veel verweven, en de problemen zo onoverzichtelijk dat men zich nu afvraagt of ze toch niet beter zouden blijven (lacht). En Groot-Brittannië is niet eens lid van de Europese monetaire unie. Dat is misschien op korte termijn het enige voordeel van de brexit: omdat ze zien in welke problemen de Britten zitten, zal niemand anders het in zijn hoofd halen om iets soortgelijks te doen.»
HUMO Het zegt ook iets over de lichtzinnigheid van politici. Cameron heeft het referendum uit de hoed getoverd als verkiezingsbelofte, Boris Johnson zag het als een springplank naar het premierschap.
De Gucht «Dat is geen lichtzinnigheid, maar opportunisme. Zo’n Boris Johnson is eigenlijk een Jean-Marie Dedecker met een intellectuele saus erover. Alleen is Dedecker niet naar Eton geweest. En Cameron heeft ook boter op het hoofd: hij heeft de vergissing van de eeuw begaan.»
HUMO Als u toch één fictiewerk zou moeten aanraden: welk zou dat zijn?
De Gucht «Dat heb ik hier wél gevonden: ‘De spiegelingen’ van Erwin Mortier. Zijn laatste roman. Ik ken Erwin vrij goed: een sympathieke man – maar dat zou ik ook gevonden hebben als hij niet zo goed kon schrijven. Nu, dat kan hij wel – een beetje ouderwets, met lange, goed geconstrueerde volzinnen die mooie beelden oproepen. Er zijn te veel romans die ik na veertig bladzijden opzijleg. Als het al verzonnen is, moet het op zijn minst goed geschreven zijn.»
HUMO Dat wordt gezegd over ‘Het smelt’ van de jonge schrijfster Lize Spit, de literaire sensatie van het jaar.
De Gucht «Ik lees af en toe een column van haar: ze heeft precies wel een goede pen. ‘Het smelt’, zei u? Ik heb erover gelezen, maar ik was de titel vergeten. Ik wil het graag lezen. Ik vind Erwin Mortier onze beste schrijver, ik verkies hem boven Tom Lanoye. Pas op: ik vind dat Lanoye ook goed schrijft, en het is ook een sympathieke gast, maar hij gebruikt zoveel hyperbolen. ‘Sprakeloos’, over zijn moeder, heb ik wel heel graag gelezen: een zeer emotioneel boek, en herkenbaar voor mijn generatie. Maar ik ga liever voor Mortier. Dat is mijn goed recht, denk ik.»
HUMO Slotvraag, meneer De Gucht: in welke omstandigheid leest u graag op vakantie? Ik probeer me u voor te stellen aan de rand van het zwembad, maar dat lukt niet.
De Gucht «Nee, want daar lig ik sowieso niet. Ik lees wanneer en waar ik zin heb. Ik zoek meestal een zetel in de luwte en het lommer. In elk geval niet in de volle zon, want na een halfuur beginnen mijn ogen te prikken en de letters te dansen.»