'Als ik die verkrachting nog langer had ontkend, dan was ik er nu niet meer geweest.' Na de verkrachting: de hashtag en de blog
Wie in het verleden slachtoffer werd van seksueel geweld, hield achteraf in de meeste gevallen de lippen stijf op elkaar. Vandaag doet nog altijd maar 10 procent van de slachtoffers aangifte bij politie of justitie. De overige 90 procent is het zogenaamde dark number.
'Ik besefte plots: als ik met mijn openhartige post dat ene meisje heb geholpen, dan kan ik ook iets voor anderen betekenen' Liesbeth
Sinds haar prille kindertijd was Liesbeth Kennes het slachtoffer van zwaar seksueel misbruik, maar tot zo’n jaar geleden was ze er niet eens van overtuigd dat haar daarmee onrecht was aangedaan: ‘Ik dacht dat ik niet beter verdiende.’
Liesbeth Kennes (30)«Ik was nog zo jong toen het begon. Daardoor zijn mijn herinneringen eerder flarden zonder duidelijk begin, midden of einde. Dat maakt het moeilijk om erover te praten. Als kind heb je geen woorden om te beschrijven wat er met je gebeurt, en als volwassene komen die woorden ook niet vanzelf.
»Er waren twee daders in mijn verleden – wie ze precies waren, wil ik hier liever niet kwijt. Mensen geloven maar al te graag dat daders van misbruik vieze venten zijn, met gele tanden en vettig haar, die op een hoekje van de straat hun slachtoffers staan op te wachten. Dat klopt niet: 80 tot 95 procent van het seksuele misbruik gebeurt door bekenden. Van mijn daders zou waarschijnlijk niemand vermoeden dat ze tot zoiets in staat waren.»
HUMO Er moeten toch mensen zijn die destijds iets in de gaten hadden? Je familie? Je school?
Kennes «In mijn tienerjaren begon het echt niet goed met me te gaan. Ik had een eetstoornis, sneed mezelf en was depressief. Dan zette ik het ‘Requiem’ van Mozart op en beeldde ik me in dat ik zou doodgaan. Die zelfmoordgedachten gaven me het gevoel dat er even niemand anders macht over me had. Maar al die tijd ben ik wel nog blijven functioneren.
»Na de middelbare school ben ik in behandeling gegaan voor mijn depressie. Tien jaar lang ben ik naar de psycholoog blijven gaan, maar al die tijd bleef ik rond de hete brij van het misbruik heen draaien. Vaak kwamen de gesprekken wel in de buurt. Ik héb ook wel wat informatie losgelaten, maar telkens raakte ik overspoeld door herinneringen. Op den duur was ik erg goed in nét genoeg zeggen, zodat ik het nooit helemaal hoefde te zeggen. Ik ontkende liever wat er was gebeurd en wat de gevolgen ervan op mijn leven waren. Ik was liever depressief dan getraumatiseerd. Maar voor dat verdringen betaalde ik een hoge tol: ik raakte enorm vervreemd van mezelf.»
Dromen van Julian Assange
Vorig jaar werd Liesbeth opnieuw slachtoffer, dit keer van een aanranding door een onbekende – de man die ze nietsvermoedend had gebeld om de boiler te repareren. Toen ze even met hem alleen in de kelder achterbleef – haar huisgenote was naar boven gerend om te testen of het water warm werd – deed de zestiger haar een voorstel: of hij háár niet even warm mocht maken.
Kennes «Ik heb heel vreemd gereageerd: ik flapte eruit dat dat niet nodig was, dat we genoeg fleece dekentjes in huis hadden. Zo stom! Hij begon ook foto’s te nemen. Eerst van de boiler, daarna van mij: ‘En nu het juffrouwke.’ Ik was compleet verbouwereerd. Ik heb me gewoon omgedraaid: ‘Ik pak niet op foto.’ Alsof het maar om te lachen was. Het ging allemaal zo snel. Voor ik het wist, raakte hij mijn borsten aan. Pas achteraf drong tot me door dat dat echt ongepast was.»
HUMO Je duwde hem niet weg?
Kennes «Ik heb me niet eens verweerd. Toen mijn huisgenote terugkeerde, heb ik haar toegesist: ‘’t Is een seksist!’ Meer niet. Het gekke was dat hij ook met haar alleen is geweest, toen ik even geld ging afhalen. Maar met haar heeft hij niets gedaan. Dat gaf me het gevoel dat het aan mij lag: ‘Zat mijn jurkje niet goed of zo?’»
HUMO Dat zelfverwijt had wellicht te maken met het misbruik uit je verleden?
Kennes «Dat dacht ik wel, ja: ‘Zie je wel, ik ben te beschadigd om kordaat te reageren.’ Anderen hebben me er achteraf van moeten overtuigen dat zij in zo’n situatie ook niet ad rem geweest zouden zijn.»
Liesbet Stevens, specialiste seksueel strafrecht aan de KU Leuven en adjunct-directrice van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, kent het fenomeen van de slachtoffers die te verbouwereerd zijn om te reageren, laat staan om een klacht in te dienen.
Liesbet Stevens «Zeker als ze nog niet veel ervaring met seks hebben. Op het ogenblik dat ze in een risicovolle situatie belanden en iemand hen seksueel benadert, bevriezen ze gewoon. Intussen weten we uit de psychologie dat bevriezen één van de drie normale reacties van de mens is: fight, flight or freeze. Alleen is in België het risico groot dat die freeze-reactie in het nadeel van het slachtoffer speelt. Op het vlak van seksualiteit is de mentaliteit bij ons nog altijd een beetje: ‘Een nee heb je, een ja kun je krijgen.’
»In ons land hebben we op dit moment nog geen cultuur die slachtoffers ondersteunt. We moeten doordrongen zijn van het besef dat we allemaal potentiële slachtoffers zijn en dat slachtoffers van seksueel geweld ernstig onrecht wordt aangedaan. Bij politie en justitie is er al veel verbeterd, maar er is nog werk aan de winkel in de samenleving. Om mensen te beschermen tegen seksueel misbruik moet je ze vooral leren wat goeie seks is. Misschien hebben we daar als samenleving nog niet genoeg over gediscussieerd. Denk maar aan het incident over Julian Assange en die twee vrouwen in Zweden: ze dienden een klacht in tegen hem, niet omdat ze geen seks met hem hadden gewild, maar wel omdat ze duidelijk hadden aangegeven dat ze geen seks zonder condoom wilden. Van dat soort discussies kun je in België alleen maar dromen. Hier discussiëren we nog altijd over woord tegen woord: het woord van de dader tegen het woord van het slachtoffer. Maar als ik ga aangeven dat mijn fiets is gestolen, dan zal iedereen me op mijn woord geloven, ook al kan ik dat onmogelijk aantonen.»
Geef het terug
Het boilerincident van Liesbeth Kennes deed zich voor in november. Een paar maanden later was er de hashtag #wijoverdrijvenniet. Toen deed ze wat tegenwoordig wel meer slachtoffers van seksueel geweld doen: na jaren van stilzwijgen schreef ze in een opwelling haar aanrandingsverhaal neer in een post.
Kennes «Kennelijk maakte die iets los bij veel mensen, want ik kreeg tal van reacties. Opeens was er dat Facebookbericht: ‘Ben jij die Liesbeth van de boilerman?’ Het kwam duidelijk van een jong meisje: een volwassene schrijft niet met drie vraagtekens en een ‘y’ waar er een ‘ij’ hoort te staan. Ze schreef over haar oom, die steeds verder met haar ging. Ze durfde het niet tegen haar mama te zeggen: ‘Ze zal boos zijn op mij.’ In elk bericht voelde ik hoe fragiel ze was. Ik ben toen in professionele pedagoog-modus geschoten – ik ben afgestudeerd als pedagoge. Voorzichtig wist ik haar te overtuigen toch met haar mama te praten. Diezelfde avond nog kreeg ik telefoon van de moeder. Ze bleek helemaal niet boos en was opgelucht dat ze haar dochter nu kon helpen. Toen besefte ik: ‘Als ik met mijn openhartige post dat ene meisje heb geholpen, dan kan ik ook iets voor anderen betekenen.’»
HUMO Toen heb je besloten om, samen met andere slachtoffers, de website Wij Spreken Voor Onszelf op te richten.
Kennes «Ik speelde al langer met het idee een Belgische evenknie te maken van Project Unbreakable, een Amerikaanse website die is opgestart door een fotografe. Slachtoffers van over de hele wereld konden er hun ervaringen met seksueel geweld posten. Ze schreven met stift de woorden van hun daders op papier en namen daar dan een foto van – soms zag je alleen hun handen, soms ook hun gezicht. Zo gaven ze de woorden die ooit tegen hen waren gebruikt terug aan de rechtmatige eigenaar: de dader.»
HUMO Eén van de eerste posts op WSVO komt van jou. Je steekt een papier de hoogte in, met daarop: ‘Als ge tegen iemand iets zegt, dan...’
Kennes «Ik heb lang nagedacht over die eerste zin. Hij moest perfect verwoorden wat ik al die jaren had gevoeld. Sindsdien ben ik niet meer gestopt met spreken.
»Ik sta er versteld van hoeveel Wij Spreken Voor Onszelf losmaakt bij slachtoffers die jarenlang hebben gezwegen. De eerste week al kregen we verschillende mails binnen van slachtoffers, van mannen en vrouwen die als kind waren misbruikt, of die waren verkracht door hun lief of door een hulpverlener. Soms was zelfs hun eigen echtgenoot niet op de hoogte. Door eindelijk te spreken over wat hen is overkomen of hun verhaal via WSVO te delen, tonen ze dat ze méér zijn dan alleen maar slachtoffer. Ze hebben het overleefd. Ze zijn survivors. Dat klinkt misschien melig, als een song van Destiny’s Child, maar het is bittere ernst. Iemand verwoordde het heel mooi: ‘Op Wij Spreken Voor Onszelf laten jullie mensen op verhaal komen.’ Dat is wat ik nu ook aan het doen ben: ik kom op verhaal. Beetje bij beetje laat ik de puzzelstukjes in elkaar passen. Ik weet intussen ook: als ik nog langer was blijven ontkennen wat er vroeger is gebeurd, dan was ik er nu niet meer geweest.»
Vijf minuten naar het plafond
Ook Stefanie* vond haar stem op sociale media. Drie jaar had ze in een relatie gezeten, maar pas toen ze haar ervaringen begon neer te pennen in een blogpost, drong het tot haar door: ‘Mijn ex heeft me drie jaar lang geterroriseerd. Ook seksueel.’
Stefanie (27) «Om eerlijk te zijn: ik denk niet dat hij ten volle beseft wat hij me heeft aangedaan. Als ik hem nu zou vertellen hoeveel pijn hij me heeft gedaan, dan zou hij wellicht toegeven dat hij zich niet altijd correct heeft gedragen. Maar als ik de woorden ‘misbruik’ of ‘verkrachting’ in de mond zou nemen, dan antwoordt hij gegarandeerd: ‘Hola, zo had ik het bedoeld!’ Terwijl het evenwicht al van bij het begin zoek was. We hebben elkaar leren kennen op café. Ik had net ambras met iemand en hij heeft me de hele avond getroost. Twee weken later waren we een koppel.»
HUMO Wat voor kerel was hij?
Stefanie «Niet buitengewoon mooi, maar wel charmant. Superslim, ook. Hij studeerde voor burgerlijk ingenieur, haalde goede punten en zat ook in de studentenkring en in de academische raad. Als je met hem praatte, dacht je meteen: ‘Wauw, wat een drive! Die gast gaat het maken.’ De dynamiek tussen ons zat vanaf dag één scheef: hij kon alles; ik had nog niks bereikt, zat slecht in mijn vel en was labiel. Hij kon daar niet bij: ‘Pak je leven in handen. Jíj moet veranderen!’ Toen gaf ik hem alleen maar gelijk. Nu denk ik: ‘Wat een psychische terreur!’»
HUMO Die scheefgetrokken dynamiek was er ook in bed?
Stefanie «Seksueel had ik al een paar slechte ervaringen achter de rug. Op mijn 11de ben ik aangerand door vier jongens van 16 in de kleedhokjes van het zwembad. Met z’n vieren kwamen ze rond mij staan en begonnen ze me te betasten. Eén van hen stond op het punt z’n broek open te ritsen, toen er een jong meisje langskwam – een zusje of een nichtje – en hen wegjoeg.»
HUMO Heb je iets tegen je ouders gezegd?
Stefanie «Een jaar later pas. Mijn mama zei: ‘Stel je niet aan. Denk eens aan al die meisjes die écht iets meemaken.’ Nu lijkt me dat een abnormale reactie, maar wist ik veel, als kind. Mijn thuissituatie was belabberd: op alles hadden mijn ouders kritiek, niet het minst op mijn gewicht en mijn uiterlijk. En op school werd ik gepest.
»Eigenlijk was die ervaring in het zwembad nogal dubbel. Het voelde niet oké, maar het was ook de eerste keer dat er iemand interesse in me toonde. Naarmate ik ouder werd, werd het me steeds duidelijker dat ik met mijn lijf reacties kon uitlokken. Liep ik van de bushalte naar huis, dan ging elke vrachtwagenchauffeur uit z’n raam hangen: ‘Hé, poepke!’ Ik heb lang het idee gehad dat ik mijn lijf aan iemand moest geven om liefde te krijgen, om mensen aan me te binden. Mijn hele seksuele instelling draaide rond het idee dat het mijn plicht als vriendin was om in bed met alles in te stemmen. Anders zou hij me verlaten.»
undefined
'Zei ik nee, dan begon het schelden opnieuw. Wat doe je dan? Je spreidt je benen en kijkt vijf minuten naar het plafond' Stefanie
HUMO Wist je vriend van je slechte ervaringen met seks?
Stefanie «Ja. In het begin zat de seks nog goed tussen ons, maar op den duur gebeurde het weleens dat ik geen goesting had. Toen klonk het al snel: ‘Mijn libido is veel hoger dan dat van jou. Zonder seks stop ik met deze relatie.’
»We gingen vrij snel samenwonen en kregen ruzie over de stomste dingen. Hij was net beginnen te werken en zat onder de stress. Die werkte hij dan uit op mij. Op den duur werd het een patroon: ik zat thuis te wachten met het eten en aan het geluid van de sleutel in het slot hoorde ik al of hij slechtgehumeurd was. Nog voor we één woord hadden gewisseld, begon ik me al te verontschuldigen. Hij liet zijn afkeuring duidelijk merken: dat ik niks waard was, dat ik blij mocht zijn dat hij er nog was. Soms kroop ik huilend in een hoekje, terwijl hij boven me stond te blaffen en te schelden. Achteraf toonde hij wel spijt. Als ik in bed lag te huilen, dan kroop hij naast me en pakte me vast: ‘Ik weet dat het erover was, maar je maakt het me niet gemakkelijk.’ Dan begon hij te prutsen aan mijn kleren of ging hij gewoon boven op me liggen. Zei ik dan nee, dat het voor mij echt niet ging, dan begon het schelden opnieuw. Tja, wat doe je dan? Je spreidt je benen, kijkt vijf minuten naar het plafond en hoopt dat het snel voorbij is.»
HUMO Voor jou was het verkrachting?
Stefanie «Hij wist goed genoeg dat ik het niet wilde. Plus: wat verwachtte hij? Hij had me net uitgescholden voor het vuil van de straat. Dacht hij dat ik daardoor zin kreeg? Eén keer heb ik hem daar achteraf op aangesproken: ‘Voor mij kan dat niet.’ Hij zou erop letten, maar die belofte heeft hij meteen aan z’n laars gelapt.»
HUMO Hadden jullie op andere momenten nog seks mét onderlinge toestemming?
Stefanie «Ja. Ik was verliefd. Dat maakte het des te erger.»
HUMO Ben je nooit met iemand gaan praten?
Stefanie «Niemand. Ik wist niet waar ik naartoe kon. Ik durfde het niet eens aan mijn moeder te zeggen. Ik kon haar reactie al raden: ‘Ik had je toch gezegd dat het geen goeie kerel was.’»
HUMO Bij de politie moest je met je verhaal niet aankomen.
Stefanie «Moet je mij eens uitleggen hoe je zoiets moet aangeven, laat staan bewijzen! Ik had geen poot om op te staan. Plus: het kwam zelfs niet in me op. Ik wilde die relatie niet opgeven. Ik had niet eens een eigen plek. Waar moest ik heen? Voor mij hoeft hij ook niet gestraft te worden. Hij is geen slecht mens. Al neemt dat niet weg dat het slecht was, wat hij met mij heeft gedaan. Ik weet dat hij intussen een nieuwe relatie heeft. Misschien is zij iemand die wél voor zichzelf durft op te komen, die beter in haar vel zit. Misschien escaleert het daar niet.»
HUMO Heb je spijt dat je je niet beter hebt verweerd tegen je ex?
Stefanie (knikt) «Had ik dat wel gedaan, dan had hij me niet tegen het bed geduwd, een blauw oog geslagen of met geweld mijn benen gespreid – dat ben ik zeker. Hij is geen monster. Dan had hij gewoon zitten bokken, was hij razend geworden en had hij onze relatie sneller verbroken. Dat had me veel miserie bespaard. Voor ik hem leerde kennen, was ik niemand en hij heeft er heel handig gebruik van gemaakt om me zo te houden. Ik was zo afhankelijk.»
undefined
Fijn voor jou?
Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Elke Sleurs (N-VA) kondigde in ‘De zevende dag’ aan dat er centra voor totaalopvang komen voor slachtoffers van seksueel geweld. In die centra moeten de slachtoffers voor het totaalpakket aan hulp terechtkunnen, ook als ze géén klacht willen indienen. Speelden blogposts als die van Liesbeth en Stefanie een rol bij het ontstaan van die centra?
Stevens «Ere wie ere toekomt: Elke Sleurs weet, zeker met haar achtergrond als gynaecologe, heel goed waar de pijnpunten van de slachtofferhulp in ons land liggen. Het is haar verdienste dat ze zich daar nu voor wil inzetten. Maar zoals altijd kan de politiek niets doen als de maatschappij het probleem niet belangrijk genoeg vindt. Daarin spelen de getuigenissen van slachtoffers op sociale media een cruciale rol – daar ben ik rotsvast van overtuigd.
»Een initiatief als Wij Spreken Voor Onszelf, dat van de slachtoffers zelf komt, is op twee vlakken belangrijk. Voor de slachtoffers werkt het bevrijdend om over hun ervaringen te praten. Ze putten kracht uit de vaststelling dat ze niet alleen zijn, dat er anderen zijn die zeggen: ‘Dat is mij ook overkomen.’ Je hebt natuurlijk altijd internettrollen die de boel kunnen verzieken, maar doorgaans is het internet een relatief veilige omgeving. Het is iets anders dan wanneer een slachtoffer met naam en gezicht in de krant gaat staan.
»Daarnaast hebben we als samenleving nood aan goed vertelde verhalen, waardoor we beter begrijpen wat er met de slachtoffers gebeurt. Het is niet meer zo erg als vroeger, toen de boodschap luidde: ‘Probeer ervan te genieten als het je ooit overkomt.’ Maar nog altijd stappen we te makkelijk over seksueel misbruik heen. Het is zó ingrijpend, dat we als niet-slachtoffer moeilijk kunnen vatten wat zoiets met een mens doet. Dat merk ik zelf als jurist. Als ik over verkrachtingszaken lees, dan denk ik in termen van ‘artikel 375’, ‘de Seksuele Agressie Set’ en ‘een vernederende dader’ – allemaal juridisch jargon. Maar als ik in een blogpost van een slachtoffer op WSVO lees wat zo’n vernederende dader allemaal doet en zegt, dan komt dat wél heel hard binnen. Het klinkt bijna banaal wat sommige daders durven te zeggen, zover zijn ze in hun hoofd verwijderd van de realiteit. Neem nu het verhaal van die dader van 17, die aan het meisje van 13 dat hij net had verkracht, vroeg: ‘Was het ook fijn voor jou?’ Dat zegt zoveel meer dan alle cijfers en statistieken samen.»
Stefanie «Eigenlijk was het niet mijn bedoeling om mijn persoonlijke ervaring te delen op die blog. Ik zat op café te schrijven – dat doe ik altijd – en had wat last van writer’s block, toen ik dacht: ‘Laat ik proberen iets over mijn nare ervaring met mijn ex neer te schrijven, misschien hebben anderen er iets aan.’ Voor ik het wist, stond die tekst op papier. En terwijl ik het voor anderen deed, was het tot mijn verbazing uiteindelijk ikzelf die er veel aan heeft gehad. Ik kreeg reacties als: ‘Dat is écht niet normaal!’ en ‘Zo herkenbaar!’ Die deden me huilen als een klein kind. Anderen deelden hun eigen ervaring, waarop nóg anderen hetzelfde deden – het was als een bal die aan het rollen ging. Voor mij hoefde mijn ex niet gestraft te worden, maar ik had wél die bevestiging nodig: ‘Het is erg wat je is overkomen.’
»Door erover te schrijven en met andere slachtoffers te praten kwam ik tot het besef: het wás dwang. Misschien zat het seksuele misbruik verpakt in allerlei andere problemen, maar ik bén gedwongen tot dingen waar ik me niet goed bij voelde. Ik vind het een overwinning voor mezelf dat ik dat eindelijk kan toegeven.»
undefined
'Het heeft me tien jaar therapie gekost om te kunnen zeggen: 'Dit was verkrachting. Dit was onrecht. Het was niet mijn schuld'' Liesbeth
Liesbeth Kennes post nu regelmatig op Wij Spreken Voor Onszelf en deinst er niet voor terug om voor aula’s vol studenten het woord te nemen. Ze begint haar toespraak altijd met dezelfde woorden: ‘Ik ben Liesbeth en ik ben een survivor van seksueel geweld.’
Kennes «Het lijkt misschien alsof die woorden vanzelf komen, maar telkens opnieuw blijven ze even in mijn keel steken. Elke keer zeg ik het tegen een nieuw publiek, maar ook opnieuw tegen mezelf. En elke keer ben ik er even niet goed van. Ik kan erin komen dat de samenleving het liever niet wil weten. Staat er heel sec in de krant: ‘Vader veroordeeld voor misbruik van twee dochters’, dan vloekt iedereen collectief: ‘Wat een klootzak!’ En ze slaan de bladzijde om. Ik snap dat. Ik wil het soms zélf niet weten. Ook ík wil ervan weglopen, alleen kunnen slachtoffers dat niet. Als ik ervan wegloop, dan ga ik eraan kapot. Dat is me vorig jaar bijna overkomen. Toen ging ik de volle draagwijdte inzien van wat me is aangedaan. Mijn conclusie was: ‘Hier kan ik niet mee leven.’»
HUMO Waarom zo’n drastische beslissing?
Kennes «Op dat moment dacht ik: ‘Ik bén gewoon zo. Dit zal nooit overgaan.’ Ik kon dat ook staven: ik was al tien jaar in behandeling, ik was al die tijd therapietrouw gebleven, ik had nooit een sessie gemist, en toch ging het niet beter. Ik ben verschillende keren opgenomen, maar niks hielp. Ze gaven me alleen maar meer medicatie.»
HUMO Maar in die therapie sprak je nooit over het misbruik uit je jeugd?
Kennes «Nee. Ik bleef altijd rond de pot draaien. Ik probeerde het wel, zeker in de moeilijke periodes, omdat de herinneringen zich dan aan me opdrongen, maar ik reed me er telkens in vast.
»Pas toen ik me had voorgenomen om uit het leven te stappen, ben ik eindelijk beginnen te praten. Ik heb een radicale klik gemaakt: ofwel ga ik dood, ofwel ga ik er voluit voor. Ik vond iemand die het zag zitten om EMDR-therapie met mij te proberen. Het was mijn laatste strohalm. Bij EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) moet je je concentreren op bepaalde herinneringen, waardoor er allerlei beelden terugkomen. Zo worden de herinneringen een geheel, waarin ervaring en emotie weer kunnen samenvallen.»
HUMO Heb je het gevoel dat je nu op het juiste pad bent?
Kennes «Ja, dat wel. Vroeger had ik een utopisch beeld van mensen die er wél in slagen om het misbruik uit hun verleden te verwerken en een leven zoals alle anderen te kunnen leiden. Alleen leek me dat zelf niet te lukken. Nu besef ik dat het misbruik me mijn hele leven zal blijven beïnvloeden. Dat is oké. Door WSVO heb ik mijn eigen stem gevonden en door zelf te spreken moedig ik anderen aan om dat ook te doen. Zo kan ik iets goeds doen met de negatieve dingen die ik heb ervaren. Al wil ik niet de rest van mijn leven voor slachtoffer doorgaan, ik ben veel meer: ik ben een goed pedagoge, een toegewijde vriendin, ik heb hobby’s, talenten en dromen.
»Ik begrijp die 10 procent slachtoffers die aangifte doen van het onrecht dat hen is aangedaan en gerechtigheid eisen – het is absoluut noodzakelijk dat politie en justitie beter werk leveren voor hen. Maar de overige 90 procent eist niets. Vóór je als slachtoffer iets kunt eisen, moet je ervan overtuigd zijn dat je onrecht is aangedaan en dat het niet jouw schuld is. Soms duurt het lang voor dat besef komt – omdat je er nog altijd van overtuigd bent dat het aan jou ligt, dat je een braver kind of een betere partner had moeten zijn. Het heeft me tien jaar therapie gekost om te kunnen zeggen: ‘Dit was verkrachting. Dit was onrecht. Het was niet mijn schuld.’
»Ik kan alleen maar zeggen: ‘Vergeet niet te luisteren naar de stille 90 procent.’ Want het spreken valt hen soms ontzettend zwaar. Een meisje schreef op WSVO dat ze aan haar juf had verteld dat papa soms erg boos werd – haar manier om het over de incest te hebben waarvan ze slachtoffer is. De reactie van de juf was typisch: ‘Alle mama’s en papa’s worden weleens erg boos.’ Dat meisje vatte haar antwoord op als: ‘Zwijg erover.’ Zo gaat het vaak: we willen het niet weten. De samenleving kan niet leven met de waarheid, overlevers kunnen niet leven zonder. Daarom moet ik dit doen. Ik kan het niet níét doen.»
* Stefanie is een schuilnaam.
Verkrachting: de pijnlijke cijfers
✖ Volgens de recentste politiestatistieken worden er in ons land elke dag acht mensen verkracht. In 2013 deden 3.429 slachtoffers aangifte (negen per dag), in 2014 ging het om 3.016 gevallen (acht per dag).
✖ Het werkelijke aantal kennen we niet, maar onderzoeken uit binnen- en buitenland geven aan dat 90 procent van de slachtoffers géén klacht indient.
✖ Volgens een studie van het Fundamental Rights Agency, dat voor de EU data verzamelt over mensenrechten in alle lidstaten, is 13 procent van de Belgische vrouwen ouder dan 15 jaar ooit het slachtoffer van seksueel geweld geweest – meer dan één op de tien.
✖ Volgens diezelfde Europese studie is slechts 15 procent van de slachtoffers bereid aangifte te doen bij ernstig fysiek en seksueel geweld door iemand anders dan de partner.
✖ De Belgische parketten registreerden in 2013 3.974 verkrachtingszaken. Dat aantal blijft min of meer constant.
✖ Van die dossiers worden steeds minder gevallen zonder gevolg geklasseerd, maar toch blijven 42,8 procent van de verkrachtingen zonder gevolg, in meer dan de helft van de gevallen omdat er geen bewijs is.
✖ Van de dossiers die voor de rechtbank komen, leidt 74 procent tot een veroordeling en strandt 7 procent