Wraakporno
Als je seksfilmpje plots online staat: eerste hulp bij wraakporno
Wie ongewenst figureert in seksfilmpjes op internet hoeft niet bij de pakken neer te zitten. Bedrijven en hulpverleners kunnen helpen de strijd aan te binden tegen wraakporno.
Je bent online te schande gemaakt. Wraakporno heeft haar verwoestende psychologische werk verricht en je hele hebben en houden ligt op straat. Dat betekent niet dat je uit schaamte de rest van je leven achter de lamellen moet slijten. Er is leven na de sociale dood. Er zijn bedrijven en organisaties die helpen onwelgevallige content als gehackte seksfilmpjes en foto’s te verwijderen.
Vraag maar aan Patricia Paay. Nadat die Nederlandse mediapersoonlijkheid in 2017 met een seksvideo aan de digitale schandpaal was genageld, zocht ze haar toevlucht tot White Canvas, een bedrijf in Amsterdam dat is gespecialiseerd in onlinereputatiemanagement. Het beweert dat het je internet-eer smetvrij maakt door je publieke persoonlijke narigheid te laten verdwijnen. Verhalen die je bedrijf in een kwaad daglicht stellen, ongelukkige uitspraken in het openbaar, geruchten over buitenechtelijke affaires en ja, ook die seksfilmpjes die alleen voor eigen gebruik waren bedoeld.
Zo is hier een nog betrekkelijk jonge bedrijfstak geboren. Trollen, hackers, nietsontziende filmpjesdelers en fotopushers hebben klandizie gekweekt voor bedrijven als White Canvas, dat al ruim tien jaar bestaat. Internationaal helpt een waaier van ondernemingen met het wegwerken van onwelgevallige beelden op internet.
Marco Juffermans, eigenaar van White Canvas, noemt zijn bedrijf een ‘bedrijf voor de toekomst’. Want wraakporno, breed gedefinieerd als ‘online seksueel getinte afbeeldingen die schadelijk kunnen zijn voor de persoon in die afbeeldingen of zijn/haar imago’, is een blijvertje.
White Canvas zegt dat in hun achthonderd namen tellende klantenbestand de verhouding particulieren en bedrijven fiftyfifty is. Vierhonderd particulieren dus. Niet allemaal slachtoffer van wraakporno, wel allemaal klanten die minstens een halfjaar lang 60 euro per maand over hebben voor de belofte van een blakend imago in de cloud. Volgens Juffermans duurt het gemiddeld zes à acht maanden voordat een onlinespeurtocht naar het gewraakte materiaal geen hits meer oplevert.
Om dat resultaat te bereiken doorzoeken computers van de virtuele schoonmaakbedrijven 24 uur per dag het internet, aangestuurd door bijvoorbeeld de naam van de gedupeerde of een geleverd plaatje dat met behulp van de zoekmethode reverse image search op internet kan worden opgespoord.
Zowel White Canvas als het soortgelijke bedrijf Leakserv schrijven websitebeheerders aan. In de meeste gevallen gaat het om grote pornosites en sociale media. In wat heet goed overleg, en geruggesteund door lichte juridische dreiging, werken die mee aan verwijdering van het betrokken materiaal. Vervolgens moeten ook nog de resultaten in zoekmachines worden aangepast, plaatje of filmpje en zoekterm ontkoppeld en dode links verwijderd.
Als een sitebeheerder niet wil meewerken, kan volgens Juffermans negatieve content in plaats van onzichtbaar zo goed als onvindbaar worden gemaakt. Hij beweert technologie in huis te hebben waarmee negatieve content ver kan worden weggedrukt in de Google-lijsten.
Het gaat ook weleens minder soepeltjes. Nick Steenland van Leakserv: ‘Lastige jongens met websites die draaien op illegale software zijn moeilijker te overtuigen.’ Dat laatste is een eufemisme. Steenland heeft net nog een mailtje gestuurd naar zo’n cowboy met een vriendelijk verzoek tot verwijdering. De reactie: ‘Ga je moeder in d’r kont neuken!’
‘Tja, dat is de toon in die kringen. Je krijgt te maken met internetvrijbuiters die zich onaantastbaar wanen, omdat ze weten dat juridische stappen tijd en geld kosten. Het eerste kunnen slachtoffers van wraakporno zich niet veroorloven en het tweede hebben ze vaak niet.’
Als stok achter de deur zijn er nog de adverteerders, die de achilleshiel van elke internetentrepreneur met gratis content kunnen raken. ‘We schrijven ze aan om ze in te lichten over het materiaal dat hun gastheer in huis heeft. Als ze zich terugtrekken, voelen die sites dat meteen in hun portemonnee. Meestal is dat voldoende om ze uiteindelijk bakzeil te laten halen.’
En zoals het plaatsen van gratis porno lucratief is, zo kleeft er ook een businessmodel aan het verwijderen daarvan. De verzekering heeft de bedrijfswaarde van White Canvas op tussen de 7 en 8 miljoen euro geschat. Juffermans heeft een toekomstvisioen waarin mensen een maandelijks bedrag betalen om zich te vrijwaren van opduikend compromitterend materiaal; wraakpornopreventie als de verzekering van de 21ste eeuw.
Dat is nog niet aan de orde. Er zijn andere instanties die armlastige slachtoffers gratis de helpende hand reiken. Zoals helpwanted.nl, dat hulp biedt bij het stapsgewijs verzoeken tot het verwijderen van seksueel beeldmateriaal. De site heeft voorbeeldmails naar websitebeheerders en formulieren voor verwijdering van persoonlijke informatie op zoekmachines.
Maar al is een filmpje verwijderd, het kan zich nog steeds schuilhouden in de luwte van het internet, ver van sociale media en populaire pornosites, om later zijn weg naar de voorgrond terug te vinden. Trouwens, iedereen die het filmpje in zijn smartphone heeft, kan het zo wéér uploaden. En lang niet alle internetwasserettes wassen brandschoon, is te zien wanneer men simpelweg de naam googelt van een bekend slachtoffer in combinatie met een bekende pornosite.
Bestuurslid Willem van Lynden van de stichting Stop Online Shaming (SOS), noemt het bestrijden van wraakporno op individueel niveau dweilen met de kraan open. Alleen effectief als je er continu mee bezig bent. Hij spant zich met zijn eigen bedrijf MediaMaze nog wel in voor particulieren, met juridische verzoeken aan pornowebsites, hostingpartijen en zoekmachines, omdat er op dit moment simpelweg geen andere, betere methode is.
Dat gaat misschien veranderen. In samenwerking met helpwanted.nl heeft SOS een zaak aangespannen tegen de Nederlandse website vagina.nl. Daarop zijn volgens Van Lynden filmpjes te zien waarvan onzeker is of de getoonde personen wel toestemming hebben gegeven voor verspreiding. En dat moet, op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die sinds 2018 in de Europese Unie geldt. ‘Websites als vagina.nl gaan uit van impliciete toestemming en hebben vaak geen idee wie of wat er allemaal te zien is. Als SOS strijden we met de Europese verordening in de hand voor een verplichte geregistreerde toestemming van de mensen in die filmpjes.’
In plaats van te reageren – symptoombestrijding – bepleit Van Lynden preventie. Hij wil het collectieve belang behartigen en hoopt dat als SOS de zaak tegen vagina.nl wint ‘andere sites wel zich twee keer zullen denken voordat ze van alles online gooien’.
Magda, moeder van een slachtoffer, vertelt hoe door een filmpje hun leven in een hel veranderde
Magda schreef twee jaar geleden een mail naar Pornhub. Woedend was ze. Wisten ze dat ze zich schuldig maakten aan het verspreiden van kinderporno? Dat haar dochter Michelle nog maar 14 was en nu al een rol speelde in een filmpje op hun pornosite?
Het bleef stil aan de andere kant. Pas na de tweede mail, met de dreiging van juridische stappen, gaf Pornhub antwoord. Het filmpje werd verwijderd. ‘Maar dan ben je er nog lang niet,’ vertelt de 45-jarige moeder van Michelle in een e-mailinterview.
‘Het leek even beter te gaan met Michelle en toen dook het filmpje weer op. De ellende begon van voren af aan. Het schelden, het uitlachen, de woede, de frustratie, de schaamte.’
Dat terwijl de aanleiding van een grote trivialiteit was. Een uit de hand gelopen geval sexting. Verliefd Nederlands schoolmeisje geeft, in een spelletje van wederzijdse uitdaging, iets van zichzelf bloot aan wat minder verliefde schooljongen. En in de 21ste eeuw wordt nu eenmaal alle bewijs van jeugdige onbezonnenheid vastgelegd. Via Snapchat verstuurde Michelle haar filmpje naar haar ‘bewonderaar’. Wat begon als iets wat tussen twee mensen had moeten blijven, werd aan de wereld getoond.
Magda weet tot op de dag van vandaag niet wat er op het filmpje staat. ‘Alleen dat ze herkenbaar is. Mijn dochter wilde pertinent niet dat ik het filmpje zag. Ik denk: hoe erg kan het zijn? Maar zij schaamt zich. Dat maakt het pijnlijk. Ik respecteer haar keuze en wil haar vertrouwen niet beschamen.’
Dat gold niet voor het vriendje. Die maakte nog wat screenshots en deelde de video en foto’s met twee andere jongens. Op hun beurt deelden die het weer met vier anderen, enzovoort, enzovoort. ‘Binnen een dag had de hele school het, konden de mensen in onze woonplaats het zien en via Pornhub heel Nederland.’
De digitale schandpaal deed zijn werk. Sociale uitsluiting was het gevolg. Michelle ging doodongelukkig in schoolpleinquarantaine. Haar vriendinnen lieten haar meteen vallen. ‘Ze kreeg berichtjes dat ze er maar een einde aan moest maken en ontving op één dag 123 dubieuze volgverzoeken op Instagram.’
Magda, die in haar eentje vocht om te voorkomen dat de wereld haar zag als gratis voer voor voyeurs, beschrijft haar strijd als ‘vechten tegen windmolens’. Nadat het filmpje was verwijderd van Pornhub dook het wéér op Snapchat op. En weer. En weer.
‘Elke keer meldde mijn dochter het als een zogenaamde vriend het daar had gedeeld. En elke keer werd het verwijderd. Maar er kwam geen eind aan. Omdat het op zo veel mobieltjes staat, kan het oneindig vaak worden geüpload.’
De politie dan? Die nam, toegegeven, de zaak direct serieus op. De eerste videoverspreider werd ontboden op het politiebureau, evenals de jongens die dat daarna hadden gedaan.
Magda: ‘Maar hij ontkende en bleef dat doen. Mijn dochter wilde praten. Hij wilde niet. Uiteindelijk heeft de rechtbank de zaak geseponeerd. Gebrek aan bewijs. Het stond niet meer op zijn mobieltje. Hij had vlak na het voorval een nieuwe gekocht.’
Magda’s dochter heeft er een posttraumatische stressstoornis aan over gehouden. Ze kreeg woedeaanvallen, schaamde zich omdat vrienden niet met haar gezien wilden worden en had het gevoel niets waard te zijn. Om iets van de pijn te verdoven ging ze blowen. Ze moest in therapie.
Maar ook als moeder blijf je niet gespaard. Magda: ‘Ik heb lang gezeten met de frustratie dat ik mijn kind niet kon beschermen tegen een onzichtbare vijand. Ik heb twee jaar geleden wel informatie van helpwanted.nl ingewonnen, maar heb alles, hoe onbeholpen ook, in mijn eentje gedaan. Ik wist niet waar je als ouder naartoe kon of wat je moest doen als het leed al was geleden.’
Eén van de weinig positieve kanten van het drama was dat de school het onderwerp oppikte. Op verzoek van Michelles moeder werd in de lessen aandacht besteed aan het fenomeen sexting. Magda: ‘In alle klassen werd meegedeeld dat wie het filmpje op zijn telefoon had staan strafbaar was wegens bezit van kinderporno. Mijn dochter heeft op eigen verzoek een gesprek gehad met twee jongens die het filmpje hadden verspreid. En ze kreeg een docent als vertrouwenspersoon bij wie ze altijd terechtkon.’
Hoe gehavend ook, het slachtoffer heeft zich nooit gewonnen gegeven. ‘Met iedereen die haar scheef aankeek, ging Michelle de discussie aan, ze kwam voor zichzelf op. Ze maakte het zichzelf daardoor ook moeilijk. Want kinderen bleven haar uitdagen en kregen haar op de kast.’
Het gaat beter met Michelle. ‘Al zit ze nog in een wankel evenwicht. Ze begint aan vervolgonderwijs maar is bang dat medestudenten haar zullen herkennen of van het filmpje afweten.’ De angst en schaamte verdwijnen nooit helemaal. Voor dit alles had Magda geen idee in wat voor hel je terechtkomt als dit je overkomt. Ze weet nog dat Michelle het nieuws kwam vertellen. ‘Begon ze met: ‘Er is iets heel ergs gebeurd.’ Als ouder vraag je dan: ‘Ben je zwanger? Heb je iets gestolen? Heb je iemand vermoord?’ En als die vragen met nee worden beantwoord, denk je: zo erg zal het dan niet zijn.’
Dat was het dus wel. En dan krijgt het slachtoffer vaak genoeg ook nog de schuld, terwijl de dader stilletjes uit beeld verdwijnt. Vaak wordt volgens Michelle geredeneerd dat het haar eigen schuld is, dat ze het maar niet had moeten versturen. ‘En hij dan? Híj had het niet hoeven delen maar dat deed hij dus wel. Hoe zit het daar dan mee?’
De namen van de betrokkenen in het interview zijn gefingeerd
(VK)