BOEK★★★1/2☆
Amarylis De Gryse: ‘Varkensribben’
In ‘Varkensribben’, het prima debuut van Amarylis De Gryse, wordt Marieke door haar jeugdliefde de deur gewezen. En het verzorgingstehuis waar ze werkt, is met bejaarden en personeel verhuisd naar een nieuw gebouw. Marieke blijft achter met de zwaksten en vreest het moment dat ook zij moeten verhuizen. Maar zolang ze niet te veel nadenkt, komt alles wel goed. Haar houvast zijn herinneringen aan vroeger, zoals gehakt bakken met haar moeder, die bitter en broos geworden is.
‘Varkensribben’ is door Mariekes nostalgie en haar neurotische mijmeringen - in soms vermoeiend lange zinnen - geheel van deze tijd, met het bijbehorende risico op navelstaren. Maar de droog-humoristische schrijfstijl maakt het toch een charmant en ontroerend debuut. Marieke is geen zeurmillennial, maar een klassieke verloren ziel, en ze is door haar onhandigheid herkenbaar en beminnelijk.
De fijnste passages zijn die met uitgebreide beschrijvingen van het eten. Mariekes thuisloosheid vertaalt zich in een zucht naar troostrijk voedsel, dat Amarylis De Gryse met smaak beschrijft: varkenswangetjes met uien en jus, ovenschotels met een knapperige kaaskorst, appelmoes met zachte stukjes appel. Het water komt je er spontaan van in de mond.