Amatorski - TBC
Amatorski
doet het neonlicht uit, en steekt een kaars aan. 'TBC'
, hun eerste langspeler, is één van die platen waarvan je – nog voor je een noot hebt gehoord – aan je water voelt dat het om Iets Bijzonders gaat.
Een intrigerende titel (tel in de interviews die rond deze tijd verschijnen na hoeveel journalisten al gevraagd hebben wat er achter de drie letters schuilgaat), evenzeer tot de verbeelding sprekende songtitels ('The Cheapest Soundtrack'
, '22 Februar'
, hidden track 'Anthem & Hop-è'
), en twee verschillende versies van de hoes: aan betere tijden herinnerende plechtigecommunicantenfoto's, om één of andere sicke reden vanaf de neus afgesneden.
De muziek beantwoordt slechts bij hoge uitzondering aan de verwachtingen die de ep 'Same Stars We Shared' vorig jaar mee heeft opgeroepen, en ademt wonderlijke, schrikwekkende wolkjes. Achter het gordijn wordt drama vermengd met vage dreiging en melancholie. Soms weinig meer dan een breekbare stem, soms vooruitgejakkerd - speekselslierten aan de mondhoeken - door zenuwachtige ritmes.
Ja, 'TBC' telt amper acht songs, maar er worden al te veel platen uitgebracht die twintig minuten te lang voortstrompelen omdat de makers het lef niet hadden om vervelende artistieke knopen door te hakken. Déze duurt geen seconde te lang, en zo is het goed. Vooral omdat wie aandachtig heeft geluisterd toch nauwelijks kan wachten om na afloop opnieuw te beginnen.
'Fading'
opent. Meer lullaby dan voldragen song. De galmknop compleet opengedraaid. Een instrumentaaltje dat deugddoende rust belooft, maar wel beter weet. Had het oudere 'Come Home' nog iets lieflijks, dan zijn de happy ends op 'TBC' ver zoek: op 'Soldier'
, ijselijk mooi, waart een onheilspellend loensende Edgar Allen Poe
in de schemer. David Lynch
op downers.
Een nummer dat er altijd al lijkt te zijn geweest, maar bij de dertigste beluistering nóg in je ziel kerft. 'Peaceful'
dan ('Got to stop / The face of God / They got Him now / In dreams of faith') – misschien wel het allerbeste op deze plaat. Vaagweg te situeren in regionen waarvan je gewild had dat Hooverphonic
ze na 'Inhaler' was gaan opzoeken, maar opwindender en met ingebouwde nachtmerries.
'22 Februar' is ijl en ongrijpbaar. Besluipt je langs achter om je, als je twee seconden niet oplet, in de nek te spuwen. '8 November
' (dat zijn inspiratie bij Sparklehorse
haalde, maar je moet luisteren om dat te horen) kabbelt van droom naar mayhem – alles moet eraan – en terug. 't Zijn nummers die jarenlang hebben liggen rijpen: ze kregen vorm tijdens optredens en zijn, opgesmukt met extra arrangementen en dubben, nu pas op plaat beland. Omdat ze nu pas helemaal à pointzijn.
Inne Eysermans
zingt aldoor als was ze het dodelijk verveelde zusje van Tracey Thorn
, maar ze weet steeds beter wat ze met haar stem kan aanrichten. Op 'The Cheapest Soundtrack' bedient de groep zich van een oude Portishead
-truc: in perfecte omstandigheden opnemen en het resultaat tijdens het mixen vervolgens door een gammele taperecorder laten lopen om lo-fi-patina te verkrijgen. Het kraakt en scheurt aan de voegen, maar zakt niet in. 'TBC' is een kaalslag: gestript tot alleen de essentie overblijft.
In de hoesteksten bedankt Amatorski naast familie en vrienden ook alle 'fools who supported us'. U zou zomaar eens de volgende onnozelaar kunnen zijn. Kopen.