American Sniper
Er hangt een vies geurtje aan de nieuwe film van Clint Eastwood.
Clint Eastwoods verfilming van het levensverhaal van Chris Kyle, een Navy SEAL uit Texas die tussen 2003 en 2009 met z’n telescoopgeweer vanop de Irakese daken minstens 160 mensen neerknalde – ‘Hooyah!’ – splitste de Amerikaanse bevolking de voorbije weken op in twee oververhitte kampen. Schandalig dat een man die uit pure haat vrouwen en kinderen doodschoot, door Eastwood op een voetstuk wordt gehesen, zo fulmineerden de criticasters.
‘American Sniper’ is een machtig eerbetoon aan een echte Amerikaanse patriot, zo bulderden de aanhangers. En de linkse ratten die het daar niet mee eens zijn, zo voegden sommigen daar op Twitter aan toe, die mogen naar Irak verhuizen, waar ze zich kunnen laten verkrachten en onthoofden door hun vriendjes van IS. Wat is Amerika soms toch een verheven natie! De controverse legde Eastwood in ieder geval geen clinteieren: ‘American Sniper’ stoomde, dankzij al die patriotten die met een Amerikaans vlagje op hun achteruitkijkspiegels naar de multiplexen tuften, intussen door naar een recette van meer dan 300 miljoen dollar, een duizelingwekkende som die normaal alleen is weggelegd voor de Harry Potters en Captain America’s van deze wereld.
De film zelf? Deftig gemaakt, maar nogal saai, en een tikkeltje ranzig. Het lijdt geen twijfel dat de sniperscènes met veel vakmanschap in beeld zijn gezet, al begonnen wij, nadat we Kyle voor de zoveelste keer hadden zien richten, schieten en herladen, een beetje terug te verlangen naar de íéts spannender en meeslepender oorlogservaringen van ontmijner William James (Jeremy Renner) in het superieure ‘The Hurt Locker’. We zaten ook geboeid te kijken naar Bradley Cooper, en dan vooral naar de fascinerende manier waarop hij, allicht in een poging om op de echte Chris Kyle te lijken, de hele tijd een stukje van zijn onderlip op zijn bovenlip gevouwen houdt. Zou hij afwasbare lijm hebben gebruikt? Een stukje dubbelzijdige tape? Hoe dan ook: de Oscar voor Best Acterende Onderlip gaat naar Bradley Cooper!
Dankzij de satelliettelefoon, toch wel een handige uitvinding, is het Eastwood ook gelukt om een flinke dosis klefheid zijn film binnen te smokkelen, zoals wanneer Kyle onder vuur wordt genomen nét op het moment dat hij met zijn hoogzwangere echtgenote op het thuisfront staat te telefoneren: ‘I’m coming home, baby! I’m coming home!’ Er valt ook te grinniken met de oorlogsclichés die Clint in de plot heeft verwerkt: reken maar dat de soldaat die tijdens een verkenningstocht door de stoffige straten van Fallujah enthousiast aan z’n makkers vertelt dat hij zonet een verlovingsring heeft gekocht, de volgende is die een kogel te slikken krijgt.
Die linkse ratten in de Verenigde Staten hebben overigens een punt wanneer ze zeggen dat ‘American Sniper’ op ideologisch vlak een beetje suckt: in het wereldbeeld van Clint zijn de Navy SEALs zonder één uitzondering de goeien en de Irakezen de slechten, om niet te zeggen: verraders, sadisten en barbaren. Hooyah! Even stuitend zijn de simplistische drijfveren die Clint zijn personages meegeeft. Om ons toch maar duidelijk te maken dat zijn hoofdfiguur om de juiste, patriottische redenen handelt, last Clint bijvoorbeeld een scène in waarin Kyle met ingehouden woede de Twin Towers op televisie in elkaar ziet storten; in de volgende scène tuurt hij extra kwaad door het vizier van zijn geweer, en op het moment dat hij de trekker overhaalt, zet Clint een extra luide echo op het schot. De onuitgesproken boodschap: ‘Báng, ik kom jullie een lesje leren, motherfuckers!’Nog meer psychologie van likmekogelvrijvestje: op missie in Irak gedraagt Kyle zich als een koelbloedige professional, maar eenmaal thuis verandert hij in een van paranoia stijf staande creep die als een zombie voor zich uit zit te staren terwijl zijn vrouw (Sienna Miller) hem zinnetjes toeschreeuwt als: ‘Je moet weer mens worden, Chris!’ Boeiend, maar na twaalf van zulke scènes krijg je zin om te roepen: ‘Oké, Clint, we hebben het begrepen, de man lijdt aan een posttraumatische stressstoornis!’ Dat de échte Chris Kyle in realiteit helemáál niet overhoop lag met zichzelf, dat hij in werkelijkheid een American psycho was die er openlijk voor uitkwam dat hij het fun vond om vrouwen en kinderen neer te knallen (‘I hate the damn savages,’ zo schreef hij in zijn autobiografie, ‘I couldn’t give a flying fuck about the Iraqis’), dat hij een onverholen racist was die er met volle teugen van genoot om mensen af te schieten die een andere huidskleur hadden dan hij, is een gegeven dat door Eastwood dan weer heel vakkundig uit de film werd weggegomd. Hooyah!
Bekijk de trailer van 'American Sniper'