InterviewCoronavaccin
Andrea werkte mee aan Moderna-vaccin: ‘Corona krijgen is echt een véél groter risico dan je laten inenten’
De Nederlandse Andrea Pruijssers (40) speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het Moderna-vaccin, dat op dit moment onder het vergrootglas ligt van de Europese geneesmiddelenautoriteit EMA. De viroloog legt graag uit hoe de vaccins in elkaar zitten en waarom je er volgens haar niet bang voor hoeft te zijn.
Als de EMA morgen toestemming geeft, zou Moderna het tweede farmabedrijf zijn dat met succes een coronavaccin aflevert op de Europese en dus ook Belgische markt. Het is een Amerikaans product, en net als bij het al goedgekeurde vaccin van Pfizer-BioNTech gaat het hier om een middel dat gebruik maakt van de mRNA-techniek. mRNA, dat klinkt als modern en nieuw, en dat is het ook. Het is nog nooit op grote schaal toegepast in vaccins.
Gelukkig is er iemand die ons van binnenuit meer kan vertellen over de ontwikkeling van het Moderna-vaccin. Andrea Pruijssers stak in 2004 de Atlantische Oceaan over en is nu research assistant professor aan het Vanderbilt University Medical Center in Nashville, Tennessee.
In die hoedanigheid werd ze gevraagd om te helpen met de ontwikkeling van het vaccin van Moderna. ‘Een droom. Ik heb zoveel geluk gehad, dat ik hierbij betrokken heb mogen zijn. Daar ben ik heel dankbaar voor.’
– Wat was uw rol precies?
ANDREA PRUIJSSERS «Ik zat in het team dat vanaf dit voorjaar analyses uitvoerde van de fase 1-proeven, waarbij het vaccin op een heel kleine groep mensen wordt getest. Je bekijkt dan of het vaccin bij die groep veilig is, welke dosering nodig is en of het lichaam de juiste afweerrespons ontwikkelt. Mensen kregen twee injecties met vier weken ertussen, en bij alle proefpersonen werd regelmatig bloed afgenomen. Bij het analyseren van het bloed zagen we dat die immuunrespons goed was. Toen we het bloed vervolgens ‘aanvielen’ met het coronavirus, bleek het ook na vele verdunningen nog steeds heel neutraliserend. Dat was een ontzettend hoopgevend resultaat.»
– De wereld werd in november verrast door de torenhoge effectiviteitspercentages van de vaccins van Moderna en Pfizer. Maar eigenlijk had u dat dus allang gezien?
PRUIJSSERS «Alles wat we toen konden zien, was heel goed. Maar uiteindelijk zijn het de proeven onder grote groepen mensen die het bewijs moeten leveren.»
– Bent u bij die tests ook betrokken geweest?
PRUIJSSERS «Als deelnemer! Ik ben één van de eersten die het Moderna-vaccin heeft gekregen, dat is natuurlijk heel bijzonder. Ik kan natuurlijk ook een placebo hebben gekregen, maar ik weet eigenlijk zeker dat dat niet zo is. Na de tweede prik was ik een nachtje wat misselijk, ik had spierpijn en een beetje koorts. Allemaal bekende bijwerkingen. Dus ik lag in bed en dacht: yes, ik heb het vaccin!»
– U zegt ‘yes’, maar anderen worden bang van de gedachte dat er een vaccin in hun lichaam zit dat in zo’n korte tijd is ontwikkeld. En dan wordt er ook nog eens gebruik gemaakt van een nieuwe techniek. Wat is mRNA precies? Het klinkt futuristisch.
PRUIJSSERS «mRNA is gewoon een natuurlijk molecuul, het is iets dat in elke cel zit. De ‘m’ staat voor messenger (boodschapper, red.). De genetische code geeft cellen de opdracht om bepaalde eiwitjes te produceren. In dit geval eiwitjes om het coronavirus te bestrijden. Het vaccin stuurt het mRNA verpakt in vetbolletjes het lichaam in. Andere vaccins gebruiken in plaats van die vetbolletjes voor de mens onschadelijke virussen om het RNA in de cellen te brengen, zoals een chimpanseeverkoudheidsvirus (AstraZeneca en Janssen gebruiken deze techniek, red.). Maar als je het RNA alleen aflevert in vetbolletjes, die bijna meteen weer vergaan, ben je in mijn ogen veel preciezer bezig. Mede daarom denk ik dat mRNA-vaccins ook effectiever zullen blijken dan de andere vaccins. Maar die zijn vaak weer goedkoper, en hoeven minder koud te worden bewaard.»
– Is mRNA straks ook een oplossing voor bijvoorbeeld kankerbehandelingen?
PRUIJSSERS «Ja, het is echt technologie die overal toegepast kan worden. Bij vaccins tegen andere infectieziekten, maar inderdaad ook bij de behandeling van kanker. Je kunt het immuunsysteem met mRNA trainen om kankercellen te herkennen. Wat dat betreft kan het echt een revolutie zijn.»
– Toch zijn er dus mensen die het niet vertrouwen. Snapt u de scepsis?
PRUIJSSERS «Ik snap het. Het is nieuw en wat de boer niet kent, dat vreet-ie niet. Maar ik denk: de data die er liggen, liegen niet. Ik begrijp dat mensen bang zijn voor bijwerkingen, ook op lange termijn. Maar als je kijkt naar vaccins, historisch gezien: er zijn niet heel veel voorbeelden van vaccins die eerst veilig leken, en een paar jaar later toch bijwerkingen gaven. Die kun je echt op één hand tellen. Bovendien is dat heel goed onderzocht. Je blijkt al bij de eerste immuunrespons na het toedienen van een vaccin tekenen te kunnen zien of dat soort effecten later kunnen optreden. Daar is nu echt goed naar gekeken. En fouten die in het verleden zijn gemaakt, die maken we niet meer.»
– Dus het vaccin is honderd procent zeker veilig?
PRUIJSSERS «Honderd procent garantie geven, dat kan niemand. Maar ik denk dat de risico’s van het vaccin écht heel heel klein zijn, ook als je het afzet tegen het voordeel dat het je oplevert. Corona krijgen is echt een véél groter risico dan het vaccin nemen. Er gaan ook jonge mensen zonder onderliggende aandoeningen dood aan corona. En mensen die niet doodgaan, hebben vaak heel lange tijd vage klachten als vermoeidheid, hartritmeproblemen, neurologische klachten. Dat zie je veel, maar over dat grijsgebied tussen gezond en dood wordt weinig gepraat. En ik kan zeggen dat de mRNA-vaccins die er nu liggen, je goed kunnen beschermen tegen de ziekte.»
(AD)