null Beeld

Annelies Verbeke tast de grens af

Annelies Verbeke volgt in ‘Dertig dagen’, in velerlei opzichten haar breedste roman, een maand lang het spoor van de 40-jarige klusjesman Alphonse. Hun beider goedheid slecht grenzen.

Bart Vanegeren

‘Dertig dagen’ begint sterk. Verteller Alphonse weidt vanzelfsprekend niet uit over zijn voor zichzelf evidente huidskleur, zodat de lezer via de reacties van andere personages geleidelijk aan begrijpt dat hij zwart is.

Annelies Verbeke «Dat wilde ik echt zo. Omdat een blanke verteller ook nooit benadrukt dat hij blank is. En omdat van dat benadrukken algauw kitsch komt als ‘regendruppels op zijn zwarte huid’ (lachje). Dat ligt gevoelig, omdat ik intussen al vijf jaar mijn leven deel met een man van Afrikaanse origine.»

HUMO Je maakt tastbaar dat wat een evidentie zou moeten zijn, dat eigenlijk niet is.

Verbeke «Racisme komt in gradaties, ik laat in de roman zijdelings een deel van het spectrum aan bod komen: van het jongetje dat tegen een paal fietst omdat hij een zwarte ziet, tot ronduit levensbedreigende situaties.

»Ik vond het stukje over racisme in de kerstconference van Michael Van Peel heel erg goed. Hij had het over Obama, als aap afgebeeld in de krant. En hoe maken we dat vervolgens goed? De volgende die Obama hier verwelkomt doet dat met een grote speculaas van een karikaturale zwarte in het plunje van een basketballer. Van Peel zei te hopen dat we in dit land de gênante nonkel op een feest zijn, die aangeschoten en met zijn das om het hoofd geknoopt op je Congolese vriendin afstapt en uit de maat ‘In Zaire’ begint te zingen (lacht). Het erge is dat je moet hopen dat het dát maar is, lompheid en een gebrek aan verfijning. Want wat is het anders? Een moedwillige vernedering van andere mensen.»

HUMO Je weet toch dat volgens de bevoegde minister, Homans, racisme relatief is en vaak als excuus wordt gebruikt?

Verbeke «Een absurde uitspraak. Natuurlijk is racisme niet relatief. Integendeel, voortdurend worden heel veel mensen erdoor getroffen.

»Racisme niet altijd zo bedoeld; vaak zijn mensen zich niet bewust van wat ze eigenlijk aan het zeggen zijn. Daar ontstaat de denkfout – laat ik het maar beleefd zo noemen – het relatief te noemen. Het gaat over onze denkkaders, over onze opvoeding, over verhalen die we hebben meegekregen, over wat we al dan niet hebben meegemaakt in het leven. Uit een kleine, besloten leefomgeving groeien geen mensen van de wereld, maar mensen die moeite hebben met wat nieuw op hen afkomt. Vaak is racisme dan ook geen kwestie van schuld, ik wil daar niet te streng over zijn. Maar natuurlijk moet een samenleving wel duidelijk maken wat niet kan, moet een overheid wél helder formuleren wat niet getolereerd mag worden. En daarnaast zou ik graag zien dat meer mensen zichzelf en hun denkkaders in vraag stellen. Ik denk dat mensen – ikzelf incluis – heel vaak niet beseffen in welke hokjes ze zitten en denken.»

undefined

'Waar het ons tegenwoordig aan ontbreekt, is plezier. En dat is volgens mij een combinatie van levenslust, humor, vriendelijkheid en moed'

HUMO Ben je de afgelopen vijf jaar vaak geschrokken?

Verbeke «Heel vaak. Dan gaat mijn vriend bijvoorbeeld een café binnen, vraagt hij een glas wijn en krijgt hij staalhard en afgemeten ‘Onze wijn is allemaal op’ in het gezicht gespuwd. Dat soort dingen.

»Maar vaak is het subtieler, valt er niet eenduidig de vinger op te leggen. Een klein jaar geleden is hij werkloos geworden, omdat het zonnepanelenbedrijf waar hij werkte overkop gegaan is. Hij is dus op zoek naar werk, heeft bijna een opleiding aan de VDAB afgerond. En we kunnen niet anders dan vaststellen dat er overal, naast mensen die hem echt wel willen helpen, ook mensen zijn die hem tegenwerken. Daar knelt het schoentje. Omdat het zo moeilijk te bewijzen is dat iemand je moedwillig dwarszit of niet zijn best voor je doet – laat staan dat je kan bewijzen dat die onwil met je huidskleur te maken heeft. Ik ben dan ook heel blij dat er onlangs interimbureaus doorgelicht werden: de realiteit is dat werkgevers wel degelijk kunnen vragen naar een blanke werkkracht. Het is goed dat mensen dat nu weten: racisme is reëel, niet relatief.»

HUMO Deel jij in de klappen? Ook de vriendin van Alphonse, Kat, stoot geregeld op vooroordelen: ‘Vond je niemand anders, slet?’

Verbeke «Onvermijdelijk. Als mijn lief en ik op café zitten, komt die ene ladderzatte ambetanterik, uit op ruzie, gegarandeerd op ons af. En dan krijg ik er ook van langs, ja. Dat maakt dat we soms moeten opstappen, maar het houdt ons gelukkig nog niet tegen om uit te gaan.

»Onschuldiger, maar ook treffend: toen we net samen waren, hebben wel érg veel mensen bij me geïnformeerd naar de grootte van zijn geslachtsorgaan. Dat zal dan wel gezonde nieuwsgierigheid geweest zijn, maar de zesde keer begon die krankzinnige vraag me wel de keel uit te hangen. Nog zo’n vraag, vaak verbluft gesteld: hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Alsof het wel erg vreemd gelopen moet zijn. Dat speelde zelfs bij mensen die ik als breeddenkend kende, alleen maar omdat ik een dubbel grensje overschreden heb: mijn vriend is niet alleen zwart, hij is ook nog eens een arbeider. Ik vrees dat sommige van die vragenstellers minder geschokt zouden zijn als ik met een zwarte professor samen was. ’t Is een kwestie die ons als een schaduw vergezelt, dag aan dag: niet alleen het gedrag van anderen, maar ook het evalueren van dat gedrag door onszelf. Best heftig.»

HUMO Kijk je door je vriend ook anders naar je eigen land? In ‘Dertig dagen’ heb je het over ‘een Belgische soort raar’.

Verbeke «Geregeld krijg ik te horen dat mijn boeken één en ander gemeen hebben met in ‘In de gloria’ en ‘Man bijt hond’. Dat is wel zo, denk ik, het gaat dan om een soort surrealistische anarchie. Misschien schemert daar toch iets als een volksaard doorheen, al wil ik daar niet mee bezig zijn. Uiteindelijk ben ik meer geïnteresseerd in wat overal hetzelfde is, in het universele, in de aard van de mens en niet die van een volk.»


Kosmische seks

HUMO ‘Dertig dagen’ is het spiegelbeeld van ‘Vissen redden’: je nieuwe roman stelt scherp op het halfvolle glas, je vorige op het halflege.

Verbeke «Ik heb het zelf pas achteraf ontdekt, maar die twee boeken zijn inderdaad op veel vlakken elkaars negatief. De focus van beide boeken is tegengesteld, de basis is dezelfde: de mens is kwetsbaar, het geluk vluchtig.

»Het leven is nu eenmaal niet eerlijk. ’t Is geen toeval dat het Bijbelboek Job in ‘Dertig dagen’ voorkomt. Dat is literatuur op z’n best: een verhaal van duizenden jaren oud over een mens die zich de vragen stelt waar iedereen ook vandaag nog mee bezig is. Ik vond er ook prachtig verwoord hoe mensen beloond willen worden en willen dat eerlijk het langst duurt. Dat wie goed doet, goed ontmoet. Maar dat is gewoon niet zo: eerlijk duurt dus niet het langst. Er is althans geen garantie. Het leven is nu eenmaal willekeurig en onvoorspelbaar.»

undefined

'In alles waarin leven zit, zowel de mens als de natuur, woedt ook iets wilds, iets ontzettend onstuimigs. Dat kan tot zowel moord als grote verliefdheden leiden'

HUMO Alphonse countert dat bittere inzicht met goedheid.

Verbeke «Goedheid wordt vaak verdacht gevonden. Alsof iemand altijd goed doet om iets van anderen te krijgen of om graag gezien te worden. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Alphonse doet goed omdat hij dat kan. Dat was voor mij een ontdekking. Mijn bundel ‘Groener gras’ eindigt met een verhaal waarin iemand schietend de straat op gaat, ik schrijf daar: ‘Hij doet dit omdat hij dit kan. Omdat de mogelijkheid de enige reden is.’ Maar wat geldt voor de vernieling, gaat net zo goed op voor de goedheid: er vallen altijd veel redenen te bedenken, maar uiteindelijk doen mensen dingen omdat ze het kunnen.»

HUMO Heb je die goedheid uit jezelf opgediept?

Verbeke «Ik ben de Messias niet (lacht). Maar ik heb zeker een goedheid in mij, net als vele anderen. Ze is immers des mensen, ook al vraagt het een zekere moed ze toe te laten en ernaar te handelen.

»Mijn grootste verworvenheid vind ik dat ik op een punt in mijn leven gekomen ben waarop ik blij ben met mezelf en met het feit dat ik leef. Dat was echt niet altijd het geval. Het mooie van die verworvenheid is dat ze me gewoon overkomen is (lacht). Het hangt samen met een zekere eerbied voor het leven, die dan weer gefundeerd is in de erkenning van de mogelijkheid dat op elk moment dat leven zomaar weggevaagd kan worden. Het lukt wellicht geen leven lang, maar ik denk dat je perfect een periode van je leven kunt ageren vanuit de gedachte: ‘Ik doe goed omdat ik het kan.’ En dat je op die manier ook gelukkig kunt zijn, net zoals Alphonse.»

HUMO Tien jaar geleden zei je nog in Humo: ‘Er valt niet te schrijven over puur geluk, toch niet langer dan een paar alinea’s.’

Verbeke «Kijk eens aan… Mensen veranderen (lachje).

»Ik had lang een standaardrepliek paraat voor mensen die me weer eens vroegen waarom er zoveel ongelukkige personages in mijn boeken rondlopen: ‘Les gens heureux n’ont pas d’histoire.’ Maar op een gegeven moment geloofde ik dat zelf niet meer. Ik zag in mijn omgeving immers mensen die zware tijden doorgesparteld hadden en in een gelukkige periode beland waren. Het klopte dus niet wat ik toen in mijn jeugdige alwetendheid in Humo verkondigde.»

HUMO Schrijven over geluk vereiste blijkbaar een andere aanpak; in vergelijking met eerdere romans heeft de plot aan belang verloren.

Verbeke «’t Is geen toeval dat het in de literatuur zeer zelden over geluk gaat. Een fundamenteel en basaal geluk is moeilijk te vatten. ’t Is makkelijker een personage bij het begin van een roman in één of andere knoop te leggen, want dan heeft je boek meteen een spanningsboog: zal hij uit de knoop raken en zo ja, hoe dan wel?

»Maar een jaar of drie terug kreeg ik genoeg van dat geformatteerde van de Amerikaanse roman. Dat had met mijn lectuur te maken. Elk jaar lees ik 52 boeken, eentje per week, en daarbij overschouw ik alle continenten – Arctica en Antarctica uitgezonderd (lacht) – en minstens drie eeuwen. Een interessante manier van lezen, omdat ik zo een brede blik hou op wat literatuur allemaal kan zijn. Steeds meer begon ik te houden van boeken die tegen het geijkte kader ingaan: het werk van de Tsjech Karel Capek uit de jaren 30 van de vorige eeuw bijvoorbeeld, of ‘Gotz and Meyer’ van David Albahari. Zij gaven me de moed het zelf eens anders te proberen.

»Ik wilde in ‘Dertig dagen’ ook zo dicht mogelijk bij het leven blijven. Dat is vaak onvoorspelbaar en zelden causaal, wat die geformatteerde fictie bijna uitsluit. Ik wilde het volle leven vatten, mét zijn onverwachte wendingen. Net zoals ik ook een realistisch beeld van de liefde wilde schetsen. De liefde ís niet simpel. ’t Is nu eenmaal niet altijd prettig om samen te leven, en dan weer heel hard wél. Zo gaat het in relaties: er worden dingen gezegd, er gebeuren dingen, er doen zich vertrouwensbreuken voor.»

HUMO Daar komen in de roman harde uitspraken van, zoals ‘Het maakt mij eenzaam van je te houden’.

Verbeke «Zo gaat het toch in discussies in een relatie? Iets heftigs ontglipt je en de dag nadien besef je dat je overdreven hebt. Geen drama: dergelijke buitenproportionele uitspraken, in één of andere kramp gedaan, ebben later vanzelf ook weer weg. Nog zo eentje uit het boek is ‘Wij neuken het weg’ – alsof het bed de dialoog kan vervangen.

»Ook de erotiek van een koppel heb ik op een geloofwaardige manier proberen weer te geven. Er komen wolkjes seks in het boek voor, maar erotiek blijkt meer te zijn dan copulatie. Soms gaat het gewoon over een aanraking, een blik op de huid of de schouder van een ander.»

HUMO Ten tijde van ‘Reus’ zei je me niet graag over seks te schrijven.

Verbeke «In ‘De diëtiste en de stukadoor’, twee zomers geleden voor Humo geschreven en nu in ‘Dertig dagen’ opgenomen, schreef ik wél heel graag over seks (grinnikt). Ik was ook best tevreden over dat verhaal; ’t is liefdevol, zonder irreëel of melig te worden.

»Een erotisch verhaal schrijven is altijd een beetje lastig, omdat je toch min of meer in een domein laat kijken dat je liever privé houdt. ’t Is ook moeilijk de technische kant van de zaak aangenaam leesbaar te houden en toch iets extra’s mee te geven. Nu goed, ik wist ook niet waar ik zou uitkomen toen ik aan ‘De diëtiste en de stukadoor’ begon. Achteraf stelde ik vast dat het een humoristisch pornoverhaal met kosmische dimensies geworden was. ‘Wat grappig dat ik zoiets heb geschreven,’ vond ik zelf (lacht).»

HUMO In ‘Slaap!’, je debuut, schreef je nog: ‘Liefde was een illusie, verliefdheid te kort.’

Verbeke «Ik was vijftien jaar jonger en minder wijs (lacht). Vandaag is liefde voor mij absoluut geen illusie. ’t Is waar dat verliefdheid kort is, maar dat zie ik niet meer als een bedreiging van de liefde. Er zijn verdiepingen, zo heb ik geleerd. En ook dat er véél moet kloppen, wil je nog maar een vrij gelukkige relatie hebben (lachje).

»Ik ga niet beweren dat ik voor de rest van mijn leven verlost ben van de irrationele kanten van de liefde. Dat weet ik niet. Verliefdheden kunnen toeslaan en je meesleuren in iets dat je rationeel absoluut niet ziet zitten. In alles waarin leven zit, zowel de mens als de natuur, woedt ook iets wilds, iets ontzettend onstuimigs. Dat kan tot zowel moord als grote verliefdheden leiden. Dat is niet anders.»


Zin in zen

HUMO ‘Dertig dagen’ is een roman over zingeving, rust en onthechting. Zo schrijf je meer over de natuur dan tevoren.

Verbeke «Ik ben in een dorp opgegroeid en speelde ook weleens in de velden, maar na de lagere school werd mijn kennis over de natuur decennialang niet meer aangevuld. Tot ik enkele jaren geleden op stap ging met een goede vriendin die biologe is en ik met veel plezier de rol van het leergierige kind opnam.

»Ik raakte ook geïnteresseerd in wolken en werd lid van The Cloud Appreciation Society. Toen ik me hun ‘The Cloud Collector’s Handbook’ aanschafte, wist mijn boekhandelaar te vertellen dat hij dat boekje in een maand tijd meer dan 100 keer verkocht had – zonder enige persaandacht. Hetzelfde gebeurde met boeken over wandelen en over bomen. Dat verlangen naar rust en die hernieuwde aandacht voor de natuur leven dus blijkbaar bij meer mensen. Ik heb dat fenomeen voor het gemak maar in een oneliner gevat: er groeit een verlangen naar echte wolken boven de cloud. Dat is écht zo: mensen hebben de behoefte om even te kunnen stilstaan - in de eerste plaats bij zichzelf, en vervolgens ook bij wat hen omringt. Wat we op het nieuws allemaal horen over terreurbewegingen, de bankenwereld en de dictatuur van de commercie werpt vragen op: ‘In hoeverre zijn we nog vrij?’ Die zucht naar onthechting valt volgens mij samen met een verlangen naar persoonlijke vrijheid.»

null Beeld

HUMO Toch ben je niet helemaal mee met de hype, net als Kat: ‘Zo zen zijn yogi niet.’

Verbeke (grijnst) «Ik relativeer graag. Ik heb niks tegen yoga, ook al doe ik er zelf niet aan. Het ging me erom een kanttekening te plaatsen, omdat ik het gevoel heb dat de mensen iets voorgelogen wordt. Het lijkt wel alsof we allemaal perfect stabiele mensen kunnen worden als we een lijstje afwerken. Natuurlijk is gezonde voeding belangrijk en vanzelfsprekend helpt bewegen ook, maar het is me allemaal wat te dwangmatig geworden: wie niet voortdurend bezig is die ideale mens te worden, treft al bij voorbaat schuld. Komaan, zeg: laat de mensen eens een beetje met rust, laat ze zelf het pad zoeken waar ze zich gelukkig bij voelen. Als ik mensen zo bezig zie en hoor, moet ik altijd de neiging onderdrukken om heel luid ‘Chill!’ te roepen (lacht).

»Waar het ons tegenwoordig node aan ontbreekt, is plezier. We hebben dat echt nodig, maar velen zijn dat ergens kwijtgeraakt. En plezier is volgens mij een combinatie van levenslust, humor, vriendelijkheid en moed. Eén van mijn reportages in ‘Wakker’ speelde zich af in de travestiewereld. Van Patricia Spotlight leerde ik toen dat alles tegenwoordig wordt uitgezogen en opgepompt, zodat de travestieten er vandaag veel beter uitzien. Maar tegelijk zijn het verschrikkelijke bitches in een haatdragend wereldje geworden, het plezier is verdampt. Toen ik dat hoorde, wist ik meteen dat het over veel meer ging dan over het travestiewereldje alleen. We missen allemáál het plezier tussen mensen.

undefined

'Het is me allemaal wat te dwangmatig: wie niet voortdurend bezig is de ideale mens te worden, treft bij voorbaad schuld'

»Rust is in de eerste plaats een moreel gevoel, een vrede die over je neerdaalt. Die kan er best zonder sport komen, want ze moet je uiteindelijk toch overkomen. Je kunt ze op geen enkel moment zelf bepalen of afdwingen; alles waar mensen zo krampachtig rust in zoeken, is van secundair belang.»

HUMO ’t Zijn allemaal vervangmiddelen voor godsdienst, volgens Alphonse ‘een handig middel om de omgang tussen mensen onnodig te compliceren’.

Verbeke «Daar ben ik het mee eens, al wil ik religie niet afschrijven.

»Ik ben niet katholiek opgevoed, mijn ouders noemen zichzelf atheïst. Ik ben wel gedoopt, om mijn grootmoeder geen hartaanval te bezorgen. Maar op de lagere school heb ik zelf gevraagd of ik godsdienst mocht volgen. Ik ben nog steeds gefascineerd door geloof. Door de figuur van Christus, door de Bijbel, door alle verhalen.»

HUMO Intussen riskeer je wel een fatwa: ‘Allah is een beetje een zeur.’

Verbeke (lacht) «In die passage gaat het over wat de namen van de verschillende goden oproepen, daar zal geen moslim over vallen. Hoop ik.»

HUMO De kora, een West-Afrikaans snaarinstrument, is een haast religieuze rustbrenger voor zowel Alphonse als jou, begrijp ik uit de Bozar-uitgave ‘The Space Between the Notes’.

Verbeke «Er gaat in elk geval een meeslepende rust vanuit, voor het eerst heb ik met muziek geschreven. Ik denk dat het ermee te maken heeft dat die muziek niet crescendo gaat, maar ‘vermeerdert’. Het begint met enkele snaren en gestaag komen er bij, tot ze alle 21 gebruikt worden. Een andere manier van opbouw, een andere luisterervaring ook: het wordt gestaag voller, in plaats van luider of heftiger. En dat heeft een hypnotiserende werking op mij, vergelijkbaar met die van het landschap in de Westhoek.»

HUMO De Westhoek en Frans-Vlaanderen zijn meer dan louter decor in ‘Dertig dagen’: ‘Al wat hier in leven gehouden wordt, is de dood.’

Verbeke «De soldatenkerkhoven kende ik natuurlijk al, maar door voor het project ‘300 jaar grens’ een jaar lang intens de streek te verkennen, heb ik ontdekt dat de dood er werkelijk overal is. De mensen trekken weg, de cafés sluiten, het zelfmoordcijfer is ontzettend hoog. Onlangs is er een aanspreekpunt opgericht voor boeren in nood. Die hebben het erg moeilijk, er zijn er die voortdurend hun kolen onder de prijs verkopen omdat ze uitgeperst worden door supermarktketens. Dat zijn persoonlijke drama’s waar niemand om maalt en waar die mensen onderling ook niet over praten. Er is veel ongedeeld verdriet.

»Als de bomen kaal zijn, domineren die graven het landschap nog meer en wordt het allemaal extreem onherbergzaam. Alsof de dood nog meer naar boven komt. Maar niet alleen draagt het landschap de sporen van twee wereldoorlogen, ook vandaag blijven wereldwijde oorlogen de mensen naar daar leiden. Net over de Franse grens zijn er vandaag opnieuw loopgraven, geïmproviseerde vluchtelingenkampen waar Afghanen verblijven als tussenstop onderweg naar Engeland. Curieus hoe uitgerekend op zo’n besloten plek de wereld blijft samenkomen, en vaak op een treurige manier.»

undefined

'Net over de Franse grens zijn er vandaag opnieuw loopgraven: geïmproviseerde vluchtelingenkampen waar Afghanen verblijven als tussenstop onderweg naar Engeland'

HUMO Je bent een paar dagen opgetrokken met de hulpverleners van Médecins du Monde. Wat heeft je het meest geraakt?

Verbeke «Die jongens. Ik ben intussen 39 en zag daar dus jongens die mijn kinderen zouden kunnen zijn. Verschrikkelijk. Die jongelui hebben moeten kiezen tussen vechten of vluchten, zijn aan een eenzame en barre tocht begonnen, zijn uiteindelijk ergens in een beschaafd land in vrede beland, en daar worden ze dan niet als slachtoffer opgevangen maar als vijand bekeken. Zonder meer dramatisch. Ik ken de ideale oplossing voor dat probleem ook niet, maar ik weet wel dat we het nu niet fatsoenlijk aanpakken. Om te beginnen moeten we maar eens ophouden met ons af te vragen of die grote migratiestromen wenselijk zijn. Ze zijn er, onvermijdelijk. We moeten ons dus hoogdringend iets anders afvragen: hoe gaan we daar humaan mee om?

»Ik heb een hulpverlener met wie ik optrok net dezelfde vraag gesteld: ‘Wat heeft je hier het meest geraakt?’ Ik verwachtte een schrijnend verhaal over een vluchteling, maar ze begon over het tegenwerken van de hulpverleners. Zo was op een gegeven moment de weg versperd door landbouwvoertuigen, zodat de hulpverlening niet kon passeren. Ze hebben toen het nodige uit het busje van Médecins du Monde gehaald en zijn drie kilometer door de regen naar de loopgraven gestapt om er bij kaarslicht vluchtelingen te verzorgen. Maanden later heb ik ontdekt dat mijn stukje over net dat voorval gecensureerd is in de Franse editie van ‘300 jaar grens’. Het ligt daar dus blijkbaar zeer gevoelig - logisch, want wie hulpverlening tegenhoudt schendt de Conventie van Genève. Ten tijde van Sarkozy was er zelfs een kliklijn: je kon anoniem een nummer bellen als je weet had van een leegstaand huis dat gekraakt was door vluchtelingen. ’t Gaat wel héél ver als een maatschappij die zichzelf borstklopperig beschaafd noemt, klikken in de hand gaat werken.»

null Beeld

HUMO Ik heb een quote van de buurman van Alphonse voor het laatst bewaard: ‘Wie schrijft die blijft, dat is meestal toch niet waar. Stof en as, ja. Zoals alles.’

Verbeke «Maar ik kan niet anders. ’t Is een noodzaak, een innerlijke drang. Het klopt als je het utilitair bekijkt: wie gaat er nu in godsnaam schrijven? ’t Is niet bepaald een carrière die je veel geld en weinig tegenkanting zal brengen.

»Schrijven is voor mij het best mogelijke wat ik kan doen. Bij elk boek vraag ik me af: ‘Moet het er zijn?’ Alles valt pas op zijn plaats als ik daar een bevredigend antwoord op heb. Maar mijn onzekerheden blijven beperkt, ’t is nooit zo radicaal dat ik me afvraag of ik niet beter iets nuttigers zou gaan doen: ergens concrete hulp gaan bieden. Die vraag vind ik zeker legitiem, maar ik weet dat ik ongelukkig ben als ik niet schrijf. En met ongelukkige mensen schiet de wereld ook niks op. Blijvend ongelukkig zijn heeft nog van niemand een beter mens gemaakt.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234