Anton Corbijn: fotograaf van de pijn
Ik bevind me in galerie Zeno X in Borgerhout, waar ik naar de prachtige expositie ‘New Squares’ kijk, portretten van rockmuzikanten en beeldend kunstenaars waarop Anton Corbijn (59), fotograaf, in één welgekozen oogopslag mensen van licht en schaduw maakt.
Behalve een wereldbekend fotograaf is Anton Corbijn de jongste jaren ook met succes filmregisseur: na ‘Control’ en ‘The American’ zullen we binnen afzienbare tijd ‘A Most Wanted Man’ kunnen zien, een thriller naar een boek van John le Carré, en nog later ‘Life’, een biopic aangaande James Dean.
HUMO Wat heb je, door al die jaren wereldberoemde mensen te fotograferen, over roem geleerd?
Anton Corbijn «Dat roem op zich niets betekent. Roem die niet door kwaliteit is onderbouwd, is voor mij iets bijna goors. Toen ik heel jong was, heb ik ook met open mond naar bekende mensen staan kijken, maar dat was maar een korte periode, in het midden van de jaren 70. Heel wat wereldberoemde mensen die ik vaak gefotografeerd heb, kende ik overigens al vóór ze wereldberoemd waren.
»Roem is voor mij nooit een reden geweest om mensen te volgen. Ik volg ze omdat ik ze interessant vind. Ik heb altijd geprobeerd om de bekende mensen die ik fotografeer een andere waarde te geven, iets dat hun bekendheid of hun renommee overstijgt. Ik wil dat mijn foto’s op zich kunnen staan, dat ze dus méér zijn dan de beroemde persoon die ze afbeelden.»
HUMO Zoek je in iedereen die je fotografeert iets anders? Of zoek je altijd weer hetzelfde in al je menselijke onderwerpen?
Corbijn «Altijd weer iets anders, omdat je al je foto’s telkens weer anders wil laten zijn. Maar ik denk dat ik altijd wel iets fragiels zoek in mensen – ik heb weleens gezegd dat ik bij muzikanten nog het meest geïnteresseerd ben in de pijn van het scheppingsproces van hun werk, de pijn waarmee het schrijven van een song vaak gepaard gaat. Wat ze op het podium doen, interesseert me minder. Eigenlijk wil ik iets van die pijn van de creatie in mijn foto’s vastleggen.»