Archief: Het bloedbad in de Columbine High School
Op 20 april 1999 schoten twee jongeren twaalf medestudenten en een leraar dood op de Columbine High School in Littleton (USA). Ze pleegden vervolgens zelfmoord. Vooraf verduidelijkten ze hun motieven in enkele videotapes. Filmmakers Gus van Sant (' Elephant') , Michael Moore ('Bowling for Columbine') en Andrew Robinson ('April Showers') maakten een film naar aanleiding van dit bloedbad, en in april 2000 publiceerde Humo een reportage over de gruwelijke gebeurtenis.
(Verschenen in Humo 3110/16 op 11 april 2000)
'Dit worden de spannendste vijftien minuten van mijn leven. Ik hoop dat we er 250 van jullie afmaken'
Waarom ze het deden: de videotapes van de highschoolmoordenaars uit Littleton
Op 20 april 1999 vermoordden Dylan Klebold en Eric Harris op de Columbine Highschool in Littelton dertien mensen. In de maanden voor de slachtpartij maakten ze video-opnames van zichzelf en legden ze uit wat ze van plan waren en waarom: 'Wij haten alle nikkers, tacovreters, joden, homo's en blanke klootzakken. We zullen als geesten op jullie jagen en jullie tot krankzinnigheid drijven.' Het krankzinnige verhaal van twee 'gewone' pubers.
De moordenaars wachtten totdat de ouders boven in slaap waren gevallen, voordat ze naar de kelder gingen om hun videoshow op te voeren. De eerste band sis bijna onverdraaglijk om naar te kijken.
Dylan Klebold zit in een geelbruine stoel, kauwend op een tandenstoker. Een paar meter verderop maakt Eric Harris zijn videocamera gereed, waarna hij plaatsneemt in zijn stoel, een fles Jack Daniels binnen handbereik. Op zijn schoot ligt een afgezaagd geweer dat hij Arlene noemt, naar zijn favoriete figuur uit de bloederige video- en boekenserie 'Doom'. Hij neemt een kleine slok. De whisky brandt duidelijk in zijn keel, maar hij probeert een reactie te onderdrukken.
Deze video's, voorspellen ze, zullen eens over de hele wereld vertoond worden. Ooit, als ze er in geslaagd zijn hun meesterwerk te realisern en iedereen het hoe en het waarom wil weten. 'Denk niet dat we iemand proberen na te doen,' zegt Harris, verwijzend naar de schietpartijen die in scholen in Oregon en Kentucky hadden plaatsgevonden. Zij hadden het al lang geleden bedacht, 'nog voordat de eerste schietpartij had plaatsgevonden.' En hun plan is beter, 'dan dat van die fucks in Kentucky met hun camouflagekleren en lullige .22-pistooltjes. Die kinderen waren er alleen maar op uit om door hun ouders geaccepteerd te worden.'
Harris en Klebold hebben een inventaris gemaakt van hun gezamenlijk vijanden: alle 'nikkers, tacovrters, joden, homo's en blanke klootzakken', de vijanden die hen misbruikten en de vrienden die te weinig deden om hen te verdedigen. Maar spoedig zal dat allemaal voorbij zijn. 'Ik hoop dat we er 250 van jullie doden', zegt Klebold. 'Ik verwacht dat het de spannendste vijftien minuten van mijn leven worden, nadat de bommen in de school geplaatst zijn en we wachten totdat we kunnen aanvallen. Seconden zullen uren lijken.' 'Het zal net zo worden als in dat kut-Doom,' zegt Harris. 'Tik, tik, tik.. Ha! Dat klotegeweer komt rechtstreeks uit Doom!'
Ze leggen vervolgens uit hoe gemakkelijk het was iedereen voor de gek te houden, toen ze hun generale repetitie hielden en hun spullen verstopten: de geweren in hun gymtassen en de pijpbommen op het toilet. Klebold brengt voor de camera in herinnering hoe zijn ouders op hem afliepen, toen hij zijn zwarte leren jas probeerde aan te trekken met zijn geweer met afgezaagde loop eronder. 'Ze hadden niks in de gaten.' Harris herinnert zich nog hoe zijn moeder eens had gezien dat hij een gymtas droeg waar een stuk van een geweerloop uitstak. Ze ging ervan uit dat het zijn luchtdrukpistool was.
Elke dag gingen Klebold en Harris naar school, zaten in de klas, lunchten met hun schoolmaatjes en planden hun slachtpartij. Iedereen trapte in hun leugens. 'Ik had ze ervan kunnen overtuigen dat ik de Mount Everest ging beklimmen of dat er een tweelingbroer uit mijn nek groeide,' zegt Harris, 'ik kan iedereen alles wijsmaken.' Zelfs als het voorbij is, beloven ze, zal het nog niet voorbij zijn.
Ze hopen voor altijd in herinneringen en nachtmerries voort te leven. 'Wij gaan een revolutie starten,' zegt Harris - die van de verstotenen. Hij belooft ook: 'We zullen als geesten op jullie jagen en jullie tot krankzinnigheid drijven.' Het wordt laat. Harris kijkt op van z'n horloge. Het is 15 maart, twee minuten voor half twee 's nachts. Klebold zegt dat mensen de datum en de tijd zullen noteren als ze ernaar kijken. En hij weet wat zijn ouders zullen denken. 'Hadden we hun kamer maar doorzocht,' zegt Harris. 'Hadden we de juiste vragen maar gesteld.'
Het bloedbad in de Columbine High School: 'Meer woede'
De politie en de FBI zijn tot op de dag van vandaag nog steeds bezig met het doorzoeken van tienduizenden stukken bewijsmateriaal, het natrekken van vijfduizend tips en het bekijken van de dagboeken en websites van de jongens en de vijf geheime homevideo's die ze maakten in de weken voor de slachtpartij.
Nu al is duidelijk dat hun bevindingen iedereen die ervan uitgaat dat twee lelijke, boze jongens geflipt zijn en hun opgekropte frustraties eruit hebben geknald, zullen verrassen. Vernedering, met name door de sportjongens van de rugbyploeg, was voor Harris en Klebold zeker een drijfveer.
Ze vingen in feite twee vliegen in één klap: wraak op degenen die hen hadden gekwetst, én vereerd worden door iedereen die ook geleden heeft en verstoten is. Ze wilden dat er films over hun verhaal werden gemaakt. 'Regisseurs zullen om het verhaal vechten,' zegt Klebold- en de jongens filosofeerden over de vraag wie ze het script het meest toevertrouwden: Steven Spielberg of Quentin Tarantino.
De jongens wisten dat het publiek na hun optreden onmiddellijk naar de schuldvraag zou gaan zoeken. En dus voldeden ze aan die vraag, door aan te geven waarom ze zoveel mensen haatten. In de weken voorafgaand aan wat zij De Dag des Oordeels noemden, zaten ze in hun kelder en maakten ze video's, waarin ze hun plannen tot in de details ontvouwden, hun motieven uitlegden en zelfs hun spijt betuigden. Ze lieten de video's achter in de slaapkamer van Harris, zodat de politie en de ouders ze zouden vinden als alles voorbij zou zijn.
Op Columbine Highschool vraagt men zich echter nog steeds vertwijfeld af hoe dit kon gebeuren. Met wat men nu weet, is het voor iedereen gemakkelijk de voortekenen te zien: hoe de joy-stick van een videospelletje van Harris een betere schutter maakte, zoals een golfer beter hoopt te worden door naar een Tiger Woods-video te kijken; hoe hij besloot te stoppen met het innemen van het medicijn Luvox, waardoor zijn onlustgevoelens wat gemakkelijker opborrelden.
Hoe Klebolds gewelddadige schoolopstellen schriftelijke voorbodes waren van zijn plannen. Als de ouders van Harris alleen maar in de middelste la van diens bureau hadden gekeken, hadden ze de vier opwindklokken kunnen vinden die later voor de bommen gebruikt zouden worden. Hadden ze zijn tas in de toiletruimte opengemaakt, dan hadden ze de pijnbommen gevonden.
In zijn cd-verzameling hadden ze een plaat kunnen aantreffen die zoveel voor hem betekende dat hij 'm aan een meisje opdroeg in zijn laatste op videoband vastgelegde zelfmoorbericht. De titel van de cd luidde: 'Bomthreat Before She Blows'. De banden waren bedoeld als hun laatste woord, gericht tegen allen die hen hadden getreiterd en tegen iedereen die met een theorie zou komen aanzetten over hun innerlijke, duivelse krachten.
Harris en Klebold waren niet alleen bij machte hun onlustgevoelens te bedwingen, zoals hun psychiaters stelden, maar ze voedden hun razernij juist, omdat ze wisten dat ze dat nodig hadden om te doen wat ze wilden doen. 'Meer woede,' zegt Harris. 'Doorgaan met het opbouwen van die woede,' en hij slaat een vuist in z'n handpalm.
Harris herinnert zich hoe vaak hij met zijn familie - zijn vader was militair - moest verhuizen en dat hij elke keer opnieuw moet beginnen. De mensen lachten hem voortdurend uit, 'met mijn gezicht, mijn haar, mijn shirts.'
Ook Klebold heeft zijn haat jarenlang opgebouwd. Zijn broer Byron was populair, zag er goed uit en maakte altijd misbruik van Klebold, net als de vrienden van zijn broer. Behalve zijn ouders behandelde de rest van de familie hem als een stuk vuil. 'Jullie hebben mij gemaakt tot wat ik ben,' zegt hij. 'Jullie hebben een bijdrage geleverd aan mijn woede.'
En dat ging terug tot zijn vroege jeugd. Al op het kinderdagverblijf Foothills haatte hij alle verwaande kinderen en die lieten duidelijk blijken dat ze hem ook haatten. 'Ik ga jullie allemaal doden,' stelt hij vast. Jullie hebben ons jarenlang vernederd.'
Klebold en Harris raakten geobsedeerd door geweld: films als 'Reservoir Dogs' en bloederige videospelletjes kwamen voor hen tot leven. Dat ze mikten op zo'n 250 doden geeft aan dat hun motieven verder gingen dan het uitschakelen van mensen die hen dwarsgezeten hadden.
Het was zorgvuldig voorbereid: wanneer ze zouden aanvallen en waar ze de bommen zouden plaatsen. Ze konden nauwelijks wachten. Harris pakt het geweer op en imiteert schietgeluiden. 'Is het niet grappig het respect te krijgen dat we verdienen?' vraagt hij.
Ze verdedigen de vrienden die de wapens voor hen kochten, en aan wie Harris en Klebold niets over hun plannen vertelden - alsof ze bezorgd zijn dat onschuldige mensen verantwoordelijk worden gesteld voor de slachting van onschuldige mensen. Als ze niet aan de wapens hadden kunnen komen die ze wilden hebben, 'hadden we wel wat anders bedacht,' zegt Harris.
Het bloedbad in de Columbine High School: 'Ik zal iedereen doden'
Ze hadden genoeg gelegenheden om ervan af te zien en er waren heel wat kansen om betrapt te worden. Op een dag was het bijna zover, toen een werknemer van de Green Mountain Gun het huis van Harris belde en zijn vader de telefoon opnam. 'Je patronen zijn binnen,' zei de winkelbediende. Zijn vader antwoordde dat hij geen patronen besteld had, maar vroeg niet door, en de bediende ook niet.
Je zou een grote huiskamer kunnen vullen met de mensen wier leven compleet veranderd is door die schuldgevoelens die ze vanaf die verschrikkelijke dag hebben. De politieagenten die getipt waren over de weerzinwekkende website van Harris, maar er niets tegen deden. De rechter en de jongerenwerker die de jongens een jaar werkstraf gaven nadat ze een vrachtwagen hadden opengebroken en daarna concludeerden dat ze gerehabiliteerd waren.
Harris en Klebold hadden een vriendenkring. Harris en Klebold hadden een vriendenkring. Harris voetbalde tot aan de zomer van '98 en Klebold was lid van de toneelvereniging. Een week voor de noodlottige gebeurtenissen hadden de jongens voor het vak Engels nog een gedicht geschreven. Harris schreef over het stoppen van de haat en het liefhebben van deze wereld. Klebold ging het weekend voor de slachtpartij naar het eindfeest; Harris kon geen date krijgen, maar was wel aanwezig op andere party's, waar hij de studenten ontmoette die hij later zou vermoorden.
Bij volwassenen was Klebold altijd overgekomen als het schuchtere, nerveuze type, dat niet erg goed kon liegen. Toch slaagde hij erin zijn duistere geheim te bewaren. 'De mensen snappen er niets van, ' zegt Klebold op één van de videobanden.
Niemand, behalve de familie Brown misschien. Brooks Brown kwam in de belangstelling te staan omdat politiemensen na de slachtpartij lieten doorschemeren dat hij er wellicht op een of andere manier bij betrokken was. Dat was hij ook, maar niet zoals de politie dacht. Brown en Harris hadden in '98 ruzie gehad en Harris had Brown bedreigd; Klebold vertelde hem ook dat hij de website van Harris moest lezen en hij gaf Brooks het webadres.
Daarop was het allemaal te lezen: de afmetingen en bijnamen van zijn pijpbommen. De doelwitten van zijn wraak. De zin van het leven. 'Binnenkort zal IEDEREEN mij moeten vrezen. Ik zal tot de tanden bewapend zijn en IEDEREEN doden.' Hij richt zich tot de inwoners van Denver, 'met hun arrogante houding, denkend dat ze almachtig zijn... God, ik kan nauwelijks wachten om jullie soort te doden. Het kan me niet schelen of ik de slag overleef of niet. Ik wil alleen maar zovele mogelijk van jullie doden en verwonden, vooral bepaalde types. Zoals Brooks Brown.'
De Browns wisten niet wat ze moesten doen. Vader Randy wilde de vader van Harris aanspreken, maar moeder Judy dacht dat het geen zin had; de vader van Harris had zijn zoon ook geen reprimande gegeven toen die een ijsbal tegen de auto van de Brtowns had gegooid. Randy Brown stelde voor om anoniem kopieën van de teksten op de website van Harris naar het kantoor van diens vader te sturen, maar Judy was bang dat dat Harris alleen maar zou aanzetten tot het gebruik van geweld. En hoewel ze al jaren bevriend was met Susan Klebold aarzelde Judy om contact met haar op te nemen en haar te vertellen wat er op de website van haar zoon stond. Uiteindelijk besloten de Browns het politiebureau te bellen.
Op de avond van de 18de maart kwam een politieman naar hun huis. Ze gaven hem afdrukken van enkele teksten van de website en hij schreef een verslag over wat hij zo beschrijven als 'verdachte omstandigheden'. De Browns gaven hem de namen van Klebold en Harris, maar drukten de politieman op het hart niet te vermelden dat hun zoon ze had aangegeven.
Ongeveer een week later belde Judy het bureau met de vraag wat er met hun klacht was gedaan. De rechercheur met wie ze sprak, leek ongeïnteresseerd. Hij verontschuldigde zich zelfs voor zijn ongevoeligheid, omdat hij al zoveel misdaden had meegemaakt. Judy Brown bleef aandringen.
Op 31 maart werden zij en haar man uitgenodigd voor een gesprek met een aantal rechercheurs. Enkele bomexperts lietne hulpvaardig zien hoe een pijpbom eruit ziet - voor het geval er eentje in hun brievenbus zou belanden. De politie had al een dossier van de jongens, over het openbreken van de vrachtwagen, maar de nieuwe aanklacht werd er vooralsnog niet in opgenomen.
Weken gingen voorbij en voor de Browns werd het steeds moeilijker om contact te krijgen met de rechercheurs, omdat die volop bezig waren met een drievoudige moord. Naarmate de tijd verstreek en er niets gebeurde, nam de vrees van de Browns af - hoewel ze wat ongerust werden toen hun zoon weer meer optrok met Harris.
Dat bleek op die bewuste 20ste april. Toen de schutters de school binnenkwamen, zag Harris Brown lopen en riep hij dat hij weg moest lopen. Maar toen de rook was opgetrokken en de lijken werden geteld, zochten de Browns de publiciteit en vertelden ze dat de politie had nagelaten hun waarschuwingen serieus te nemen.
Het bloedbad in de Columbine High School: De Dag des Oordeels
Sommige agenten waren het daar zelfs mee eens geweest. 'Er had iets mee gedaan moeten worden,' zegt politieman Stone, vanaf janurari '99 de nieuwe commandant. 'Het is er tussendoor geslipt,' geeft recherchechef John Kiekbusch toe.
Rechercheur Kate Battan ziet het nog steeds voor zich. Kogelgaten in de blauwe kleedkastjes. Doorzeefde tegels, die door kinderen uit het plafond getrokken waren om zich tegen de aanval te beschermen. Schoenen, achtergelaten door kinderen die er in paniek letterlijk uitgestapt waren.
Dode lichamen in de bibliotheek, waar studenten zich verstijfd van angst onder tafels verborgen hadden. Eén jongen stierf met z'n bril in een hand geklemd, een andere greep een pen. Was hij bezig een afscheidsbriefje te schrijven? Of was hij zo bang dat hij vergat dat hij een pen in zijn handen had?
'Als je binnenkwam, was het alsof de tijd was stilgezet,' zegt Battan. 'Dit zijn kinderen. Je blijft je afvragen hoe hun laatste minuten zijn geweest.' Battan had de leiding over tachtig rechercheurs, verdeeld over verschillende groepen: de bomgroep, de bilbiotheekgroep, de kantinegroep en de vriendengroep, die de vrienden van Harris en Klebold onder de loep nam, incluis de Trench Coat Mafia (de Regenjas-maffia), als eventuele medeplichtigen.
De onderzoekers spraken met leerlingen, leraren en de schoolleiding; ze analyseerden de videobanden vna de veiligheidscamera's die in de kantine hingen en de videobanden die de moordenaars maakten. En ze liepen door de school, stap voor stap, in een poging een beeld te krijgen van wat er gebeurde in de 46 minuten waarin vijftien doden vielen en duizend vragen werden opgeroepen.
Het werd de onderzoekers snel duidelijk dat de aanslag niet plaatsvond zoals de moordenaars hadden gepland. Eerst hadden de bommen moeten afgaan en dan zouden ze gaan schieten. De jongens hadden drie setjes bommen geplaatst. Eentje op een paar kilometer van de school, om de politie weg te lokken.
Een tweede in de kantine, met als doel de geschrokken studenten de parkeerplaats op te jagen, waar Harris en Klebold ze zouden opwachten om ze vervolgens neer te maaien. En een derde setje in hun auto's, bedoeld om af te gaan op het moment dat de ambulances en reddingswerkers zouden arriveren en ook zij gedood zouden worden.
Het liep anders. De Dag des Oordeels, zoals ze het noemden, begon om zeventien minuten over elf. Even voor elf uur 's ochtends hadden ze twee tassen met bommen naar de kantine gedragen. Daarna keerden ze terug naar hun auto's, hingen hun wapens en munitie om, trokken hun zwarte regenjassen aan en wachtten af.
Maar de bommen gingen niet af. Nadat er twee minuten verstreken waren, liepen ze op de school af en openden het vuur. De eerste twee van hun dertien slachtoffers waren dood.
Daarna gingen ze de school binnen. Politieman Gardner zat te lunchen in zijn patrouillewagen toen de melding binnenkwam dat een meisje uitgestrekt op de parkeerplaats van de school lag.
Gardner reed op haar af, hoorde geweerschoten en dook achter een Chevy Blazer, waarna hij in een vuurgevecht raakte met Harris. Ik moest die jongen doden, hield hij zichzelf voor. Maar hij was bang daarbij ook anderen te raken. Bovendien luidden zijn instructies dat hij zich moest concentreren op de bewaking van de omgeving, zodat verdachten niet zouden knnen ontsnappen.
Patti Nielsen, een lerares, had Harris en Kiebold zien aankomen, en rende een paar stappen voor ze uit, richting bibliotheek. Eén leerling was een berekening aan het doen op zijn zakrekenmachine; een andere vulden een toelatingsformulier voor een universiteit in; een derde las een artikel uit het blad 'People' over de breuk tussen Brooke Shields en André Agassi. '
Ga liggen!' schreeuwde de lerares. Ze draaide het alarmnummer 911 en liet de telefoon vallen, toen de twee schutters binnenstormden. Op die manier kreeg de politie een telefonisch verslag van wat daarna gebeurde.
Op het 911-bandje is via de open telefoonlijn te horen dat Harris en Klebold lachen fals ze hun slachtoffers horen kermen en schreeuwen. Toen Harris de scholiere Cassie Bernall vond, riep hij 'Kiekeboe!' en schoot haar vervolgens dood. De terugslag vna zijn geweer brak zijn neus. Het bloed stromde over zijn gezicht, toen hij Brea Pasquale zag, die op de grond zat. 'Wil jij vandaag sterven?' vroeg hij haar. 'Nee,' stamelde ze. Net op dat moment riep Klebold Harris, en zo werd haar leven gespaard. Waarom had niemand hen op dat moment kunnen stoppen?
Het bloedbad in de Columbine High School: De oorlogszone
Het was nu één minuut voor half twaalf; door de open telefoonlijn wist de telefonist van 911 al zeven minuten lang dat de twee schutters in de bibliotheek waren en dat ze medescholieren hadden gedood. Op dat moment waren zo'n twaalf politieagenten ter plekke, maar niemand van hen had beschermende kleding of zware wapens bij zich.
Ze hadden met hun handwapens naar binnen kunnen gaan, maar hun commandanten hadden hen bevolen daarvan af te zien en de omgeving te bewaken, zodat de schutters niet zouden kunnen vluchten en niet achter de scholieren die ontsnapt waren aan konden gaan.
Tegen de tijd dat het arrestatie-team arriveerde, waren de moordenaars vanuit de bibliotheek naar de kantine gelopen. Die was zo goed als leeg, op 450 boekentassen na, en de vier scholieren, die zich onder tafels verborgen hadden. Het moorden en het schreeuwen naar elkaar had de moordenaars blijkbaar dorstig gemaakt.
De veiligheidscamera's laten zien dat ze uit bekers drinken die vluchtende kinderen hadden achtergelaten. Daarna gingen ze weer aan het werk. Ze waren gefrustreerd dat de bommen, die ze binnen en buiten geplaatst hadden, geen van alle waren afgegaan, en nu zagen ze vanachter de ramen van de kantine de politieauto's, ambulances en arrrestantenwagens aankomen.
De meeste mensen die die dag de rechtstreekse beelden op tv volgden, zagen hoe inmiddels zo'n achthonderd politiemensen zich rondom de school verzameld hadden, onder hen ook de leden van het arrestatieteam die urenlang buiten stonden, terwijl, voor zover duidelijk, binnen de moordenaars kinderen in gijzeling hielden.
Voor de ouders wier kinderen in de val zaten, was er geen enkel excuus voor die afwachtende houding. 'Als vijfhonderd agenten een oorlogsgebied in gana en er komt er niet eentje met ook maar een schrammetje naar buiten, dan zit er iets fout,' zo luidt de aanklacht van Dale Todd, wiens zoon Evan in de school gewond raakte. 'Ik verwachttte dode agenten, gewonde agenten - niet alleen kinderen en leraren.'
Die kritiek is 'een stomp in de maag', zegt politieofficier Terry Manwaring, die die dag de arrestatie-eenheid leidde. 'Wij waren bereid voor die kinderen te sterven.'
Waarom dan die afwachtende houding? De chaos speelde een belangrijke rol. Vanaf het moment van de eerste geweerschoten op Columbine waren er leden van het arrestatie-team vanuit alle richtingen komen aanrijden, sommigen zonder uitrusting, om maar zo snel mogelijk bij de school te kunnen zijn.
Er waren op dat moment in totaal maar twee kogelwerende schilden beschikbaar. Manwaring had diverse kinderen waren in shock, ze wisten niet meer wat links of rechts, noord of zuid was. Gedurende het grootste gedeelte van de 46 minuten dat Harris en Klebold aan het schieten waren, kon de politie niet vaststellen waar zij zich bevonden of met hoeveel man ze waren. Scholieren en leraren, die in verschillende delen van de school opgesloten zaten, belden naar 911, waardoor de indruk ontstond dat er overal tegelijkertijd schietpartijen plaatsvonden.
Ze hadden het geluid van geweervuur kunnen volgen, ware het niet dat het brandalarm zo hard aan het loeien was, dat zelfs een geweerschot van een paar meter afstand niet te horen was.
En dus behandelden de politieagenten het probleem als een gijzelingssituatie, en drongen de school binnen op een plek die ver verwijderd was van waar Harris en Klebold zich ophielden. Elke gang, elke toiletruimte en elk klaslokaal werd onderweg minutieus doorzocht op schutters, bommen en booby traps.
'Elke keer als we een hoek om gingen,' zegt brigadier Allen Simmons, die de eerste arrestatie-eenheid leidde, 'wisten we niet wat ons te wachten stond.' Ze maakten vluchtwegen voor de scholieren die ze onderweg tegenkwamen. En ze bewogen zich uiterst langzaam en behoedzaam voort.
Evan Todd, 16 jaar, vertelt een ander verhaal. Hij raakte gewond in de bibliotheek, wachtte totdat de schutters verdwenen waren en vluchtte toen naar de vrijheid. Evan, die vertrouwd is met wapens, zegt dat hij onmiddellijk een groep politiemensen ingelicht heeft. 'Ik beschreef het allemaal voor ze - de wapens die ze gebruikten, de munitie. Ik vertelde ze dat ze levens konden redden als ze meteen naar de bibliotheek gingen, waar een aantal gewonden lag. Ze zeiden dat ik wat rustiger moest worden en me ergens anders moest gaan afreageren.'
Tegen het middaguur keerden Harris en Klebold terug naar de bibliotheek. Op twee gewonde kinderen en vier leraren na was iedereen erin geslaagd te vluchten terwijl zij even weg waren geweest. De schutters vuurden vanuit een raam wat kogels af op politiemensen en medisch personeel buiten en toen plaatste Klebold midden op een tafel een laatste molotov-cocktail, gemaakt van een frisdrankfles.
Terwijl het lontje siste en rookte, schoot Harris zichzelf neer en viel hij op de grond. Toen Klebold enkele seconden later hetzelfde deed, viel zijn Red Sox-honkbalpetje op een been van Harris. Om vijf over twaalf waren ze dood.
Het bloedbad in de Columbine High School: Duizend bommen en granaten
Even later floepte de sprinklerintallatie aan en doofde hun laatste bom. Maar de politiemensen wisten nog niks van dit alles. Ze waren nog steeds, langzaam en voorzichtig, gangen en lokalen aan het doorzoeken. Ze vonden twee conciërges die zich in de koelcel hadden opgesloten. Scholieren en leraren hadden lokalen gebarricadderd en weigerden deuren te openen, bang als ze waren dat de schutters zich voordeden als politieagenten.
Boven, in een scheikundelokaal, belde scholier Kevin Starkey het 911-nummer. Leraar Dave Sanders was neergeschoten in de gang op de bovenverdieping terwijl hij iedereen had proberen te waarschuwen; Sanders bloedde hevig en had snel hulp nodig.
Maar alarmnummer 911 was inmiddels zo overspoeld met telefoontjes dat de telefoonmaatschappij ertoe was overgegaan enkele verbindingen af te breken, incluis die van Starkey. Na lang zoeken vond het tweede arrestatieteam Sanders in een kamer, met zo'n vijftig tot zestig kinderen. Maar het had allemaal te lang geduurd.
Harris en Klebold hadden zichzelf even na twaalf uur gedood, maar Sanders werd pas om drie uur 's middags door het arrestatieteam gevonden.
Tegen de tijd dat het arrestatieteam de bibliotheek bereikte, begrepen ze dat de aanslag op de schoolvoorbij was. Door de hele zaal van de bibliotheek lagen bommen die niet waren afgegaan.
Voorzichtig tussen de bommen laverend gingen de politiemensen op zoek naar overlevenden. En vervolgens vonden ze de moordenaars, dood. 'We zullen nooit waten waarom ze juist op dat moment gestopt zijn,' zegt Battan.
Voordat de arrestatie-eenheden de lichamen van de schutters vonden, waren rechercheurs al op pad gegaan om de huizen van de jongens te doorzoeken: de kinderen die erin geslaagd waren te vluchten, hadden verteld wie de schutters waren.
Bij beide gezinnen waren alleen de vaders thuis. Het nieuws van de aanslag op Columbine was inmiddels live op de tv te volgen. Pa Harris belde eerst zijn vrouw en vroeg haar om onmiddellijk thuis te komen. Daarna belde hij zijn advocaat.
De Klebolds verkeerden in onzekerheid of hun zoon erbij betrokken was. Ze wisten dat zijn auto gevonden was op de parkeerplaats. Ze wisten dat getuigen hem hadden geïdentificeerd als een van de schutters. En hij was nog steeds niet thuisgekomen.
Pa Klebold noch zijn vrouw konden geloven wat er gebeurd was. 'Dit is echt,' zei pa Klebold om zichzelf te overtuigen. 'Hij is erbij betrokken.' Binnen tien dagen werden de Klebolds uitgebreid door het onderzoeksteam gehoord. Pas maanden later kon het team terecht bij de familie Harris, omdat ze probeerden ontheffing van vervolging te krijgen.
Het bloedbad in de Columbine High School: Geweldige ouders
Officier van justitie David Thomas sloot een aanklacht niet uit, maar zegde erbij dat er weinig bewijs was voor kwaad opzet. Hij was er ook niet van overtuigd dat iemand er ook maar iets mee opschoot als de ouders vervolgd zouden worden.
'Kan ik ze nog meer straffen dan nu al gebeurd is?' Politiecommandant Stone ondervroeg de familie Harris zelf. 'Je wilt ze aanpakken. Hoe konden ze het niet weten? zegt Stone. 'En dan realiseer je je dat ze niet anders zijn dan wij.'
En Kate Battan en haar team concludeerden na de gesprekken dat de ouders net als alle anderen op het verkeerde been waren gezet. 'Het zijn geen ouders die nooit thuis waren. Het zijn normale mensen die voor hun kinderen willen zorgen en die betrokken zijn bij wat ze doen,' zegt Battan. 'Zij hebben ook een verschrikkelijk verlies geleden: allebei een kind, en het geloof in hun instincten.'
Veel ouders van slachtoffers willen met de families Klebold en Harris praten. Donna Taylor, wier 16-jarige zoon Mark zes 9mm-kogels in zijn lichaam kreeg en 39 dagen in het ziekenhuis doorbracht, heeft geprobeerd contact te leggen. 'We willen het gewoon van hen zelf horen,' legt ze uit. 'Misschien letten ze wél op hun jongens en zijn ons niet de juiste verhalen verteld.'
De videobanden tonen dat hun ouders de enigen zijn tegenover wie Eric en Dylan spijt betuigen. 'Ik vind het klote dat ik ze dit moet aandoen,' zegt Harris over zijn ouders. 'Ze zullen door een hel gaan als we dit eenmaal gedaan hebben.' En dan richt hij zich rechtstreeks tot zijn ouders.
'Er is niets dat jullie hadden kunnen doen om dit te voorkomen,' zegt hij. Klebold vertelt zijn vader en moeder dat ze 'geweldige ouders' zijn geweest die hem 'zelfbewustzijn en zelfredzaamheid' hebben geleerd. 'Ik heb dat altijd gewaardeerd.' En hij voegt eraan toe: 'Excuses nog voor mijn woedeaanvallen.'
De politie heeft de schoolleiding maandenlang op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek, en die wil nagaan of de school ook blaam treft. Er waren klachten dat het sociale klimaat op school nogal hardvochtig was en de vernederingen door de sportjongens zo onverdraaglijk, dat het de jongens tot hun moordpartij aanzette.
Volgens de schoolwoordvoerder Rick Kaufman blijkt uit niets dat de jongens op school als paria's behandeld werden. 'Harris en Klebold wilden culthelden worden. Ze wilden iets doen waardoor ze voor altijd vereerd zouden worden.'
Maar Evan Todd, de stevig gebouwde speler van het rugby-team, die gewond raakte in de bibliotheek, beschrijft de sfeer op school als volgt: 'De school is een goeie plek voor gewone, nette mensen, niet voor zombies als Klebold en Harris. De meeste kinderen moesten niets van ze weten. Ze hielden zich gewoon bezig met zwarte magie, voodoopoppen en dat soort dingen. Natuurlijk plaagden we ze wel eens. Maar daar vraag je toch om als je op school komt met rare kapsels en bokkenhoorns op je hoed? Ze waren pispaaltjes; de hele school walgde van ze. Ze waren een stelletje homo's, ze zaten voortdurend aan elkaars edele delen. Als je van iemand af wil, dan ga je 'm pesten. Dus schold iedereen ze uit voor homo's en als ze iets zieks deden, dan zeiden we ze dat ook duidelijk.'
Anderen zeggen weer dat die wurgende sociale druk nooit bestaan heeft, of in ieder geval sterk overdreven wort. Steven Meier, leraar Engels en adviseur van de schoolkrant: 'Ik denk dat die kinderen iets wilden doen waardoor ze beroemd zouden worden. Anderen halen eerst hun diploma's en maken dan carrière, in een poging om misschien beroemd te worden. Ik denk dat ze een afwijkende kijk op het leven en de onsterfelijkheid hadden.'
Op de ochtend van de slachtpartij maakten de moordenaars hun laatste videoband. Eerst houdt Harris de camera vast, terwijl Klebold praat. Als de camera inzoomt, zien we dat Klebold een rode Red Sox-pet draagt, omgedraaids op z'n hoofd. 'Het is een half uur voor de Dag des Oordeels', zegt Klebold in de camera. Hij wil afscheid nemen van zijn ouders. 'Ik hield niet zoveel van het leven,' zegt hij. 'Ik weet dat ik naar een betere plek ga.' Hij neemt de camera over van Harris, die aan zijn afscheid begint. 'Ik weet dat mijn pa en ma geschokt zullen zijn en dat ze het niet zullen geloven,' zegt hij. 'Ik kan er niets aan doen.'
Klebold onderbreekt hem. 'Het is iets wat we moesten doen.' Ze noemen de titels van cd's die ze aan bepaalde vrienden willen nalaten. Klebold knipt met zijn vingers en Harris moet opschieten. De tijd dringt. 'Dit is het dan,' concludeert Harris kortaf. 'Sorry. Tot ziens.'