'Charlatan'
Arno en Dominique Deruddere: ‘De avond voor mijn operatie trad ik nog op in Parijs met een zakje chemo op mijn rug’
Dat de definitieve Arno-documentaire als titel ‘Charlatan’ moest krijgen, was voor regisseur Dominique Deruddere (63) evident. ‘Arno is de koning van het charlatandom,’ zegt hij: ‘het lijkt altijd alsof hij er met zijn hoofd niet bij is, maar hij weet precies wat hij doet. Zijn muzikanten stuurt hij zijn hele leven al recht op zijn doel af, niet als een chef maar als een charlatan, bevlogen en speels. Zo krijgt hij iedereen juist waar hij ze hebben wil.’ ‘Da’s waar,’ zegt Arno (71), en lacht zijn zalige jongetjeslach. Nooit stond er iemand anders dan Arno zelf aan het roer van zijn leven. Tot nu, nu het onvermijdelijke hem steeds dieper in de ogen kijkt.
Humo eert Arno
Herlees het beste van Arno uit het rijkgevulde Humo-archief, gebundeld in een speciale editie: zijn opmerkelijkste interviews, concerten en songs
Er was Deruddere de voorbije decennia al een paar keer gevraagd om een documentaire over zijn vriend te maken, maar hij zei altijd nee, uit angst dat de vriendschap een eerlijke documentaire in de weg zou staan. Deze keer was het Arno zelf die de bal aan het rollen bracht.
ARNO «Is dat zo? Dat weet ik niet meer.»
DOMINIQUE DERUDDERE «Ik had weer nee gezegd toen Borgerhoff & Lamberigts het me vroeg, maar daarna belde jij me opeens: ‘Zeg, ik heb gehoord dat jij een documentaire over mij gaat maken.’ Waarop ik zei: ‘Neenee, dat klopt niet.’ Maar een tijdje later vertelde je me dat je ziek was (bij Arno werd in 2019 pancreaskanker vastgesteld, red.) en toen ben ik beginnen te denken: ‘Dat is een ernstige ziekte. Misschien moet Arno’s verhaal toch een keer góéd verteld worden,’ want – met alle respect voor de docu’s die al zijn gemaakt – dat was nog nooit gebeurd. Toen heb ik hem gebeld: ‘Zou jij dat tof vinden?’ Waarop hij: ‘Bah ja.’ Daaruit maakte ik op dat hij het graag wilde.»
ARNO «Ik ben door de chemo veel vergeten. Ik krijg ook flashbacks, soms zit ik daar wel een minuut in vast. Sinds die documentaire gebeurt dat steeds vaker. Het is heel bizar om zo geconfronteerd te worden met mijn verleden. Er zijn zotte dingen van vroeger die anderen vertellen in die film waarvan ik me echt niks herinnerde.»
HUMO Weet je nog wanneer je Dominique leerde kennen?
ARNO «Ja! Daarover heb ik een flashback gehad. Het was in Leopoldsburg. Hij had samen met Marcel Vanthilt een concert georganiseerd voor Tjens Couter.»
DERUDDERE «In De Wrat, het punkcafé dat ik samen met Marcel runde. Dat was in heel België bekend om de experimentele optredens. Ik weet nog dat Arno, Paul Couter en drummer Rudy Cloet bij Marcel gingen slapen, en Ferre Baelen, de bassist, bij mij. Ferre en ik zijn toen de hele nacht blijven doorzuipen, tot Arno om negen uur ’s ochtends voor de deur stond om hem in het camionnetje te stoppen.»
ARNO «Ikke niet, hè? Ik had niet gedronken.»
DERUDDERE «Neen, want je moest de volgende dag weer spelen. Hij drinkt nooit voor optredens.»
ARNO «Maar we hebben elkaar echt leren kennen later in Brussel, in de Falstaff, waar ook Jan Decorte, Josse De Pauw en Marc Didden kwamen. Wij waren de eerste Vlamingen van de Rue Antoine Dansaert (dat daarna het centrum van een hippe Vlaamse wijk is geworden, red.). Ik heb er laatst nog over nagedacht: dat wij elkaar daar allemaal gevonden hebben, dat was toch ongelofelijk!»
HUMO ‘We hadden het nergens over,’ zegt Jan Decorte. De enige vraag die we stelden, was: ‘Wat drinken we?’
DERUDDERE «Ik denk dat dat redelijk klopt.»
ARNO «Pour se cultiver, il faut se mouiller. Santé!
»(Staat op) Ik ga dat Zero Zero-pintje hier ’n keer opendoen. Jij begint over drank en ik heb meteen dorst.»
HUMO Jullie waren allemaal uitgesproken karakters en, zegt Decorte, wilden stuk voor stuk de beste zijn in jullie kunst.
ARNO «En een shot geven tegen het establishment. Ik denk dat dát ons bond.»
HUMO In het nummer ‘Court-circuit dans mon esprit’ op je wondermooie laatste plaat ‘Santeboutique’ zing je: ‘Est-ce que l’anarchie est de la nostalgie?’
ARNO «Vroeger was rock-’n-roll anarchie, het was tegen het systeem, maar de rock heeft nu geen roll meer. Iedereen loopt nu in de pas van de industrie en het geld.»
HUMO Jou zit dat ook flink in de weg, hè Dominique? Omdat je geen films meer kunt maken zoals jij ze wilt, maak je ze bijna niet meer.
DERUDDERE «Het wordt moeilijker en moeilijker, in België ook. Er zijn nog wel echte auteursfilms – Felix Van Groeningen maakt ze bijvoorbeeld, en Michaël Roskam, en Fien Troch en Lucas Dhont – maar in de filmwereld zijn het steeds vaker de producers die de lijnen uitzetten.
»Arno heeft ook altijd alleen maar zijn goesting gedaan. Niemand kon hem vertellen wat hij moest doen.»
ARNO «Ja, haha, er waren veel kosten aan mij. Nog altijd.»
DERUDDERE «Hij heeft samen met Paul lang op straat gespeeld. Ze hebben op een gegeven moment wel een plaat gemaakt, maar de platenfirma had er weinig fiducie in en ze zijn zelf met de dozen de platenwinkels afgegaan om te vragen of ze ze alsjeblieft wilden verkopen.»
HUMO Je wilde even uniek zijn als een coca-colaflesje.
ARNO «Wie heeft dat gezegd?»
DERUDDERE «Jij hebt dat zelf ooit gezegd tegen Firmin Michiels (lang A&R verantwoordelijke bij Virgin, red.): ‘Ik wil qua stijl zo herkenbaar zijn als een coca-colaflesje.’»
ARNO «Dat weet ik niet meer, maar ik wilde nooit een kopie zijn van iemand anders. Dat is werken, hè, proberen iemand anders te zijn, en ik heb nooit willen werken. Muziek maken is nooit werken geweest voor mij.»
HUMO Producer Mike Butcher zegt: ‘Ik had nog nooit een band gezien met die attitude. Arno is een geboren ster.’ En Paul Couter: ‘Arno hád ’t gewoon.’ Had je dat zelf ook door?
ARNO (denkt na) «Het is heel bizar. We speelden met Tjens Couter het college circuit in Engeland, in Duitsland stonden we in ‘Plattenküche’ (het toen toonaangevende muziekprogramma, red.) en in Nederland in ‘Toppop’, en hier werden we uitgemaakt voor West-Vlaamse boerkes. Dat heeft me nooit gekwetst, ik vond dat plezant, haha. Dat is het surrealisme van België. Hoeveel Belgen weten dat het iconische Apple-embleem door Magritte is uitgevonden?»
DERUDDERE «Niet veel.»
ARNO «Da’s België.»
HUMO Ook heel surrealistisch is dat jij eigenlijk niet kon zingen. Daarvan was Dominiques zoon Louis, die de documentaire monteerde, nog het meest onder de indruk: ‘Arno stotterde en kon niet zingen, en toch wilden alle topmuzikanten met hem spelen.’
ARNO «Als ik niet had gestotterd, was ik misschien geen zanger geworden. Of nee... Als ik niet had gestotterd, was ik misschien zánger geworden, een échte zanger, zoals de mensen dat zien.»
HUMO Je bent op je zesde spontaan beginnen te stotteren.
ARNO «Het schijnt. Ik weet niet hoe het gekomen is.»
DERUDDERE «Ik heb ook gestotterd in mijn jeugd. Ik weet ook niet waarom.»
HUMO Jullie hebben allebei last van angsten.
DERUDDERE «Ik ben een bangschijter, maar ben niet te bang om dat toe te geven. Ik was bang voor alles: water, meisjes...»
HUMO Arno, jij was ook bang van mensen. In het college voelde je je niet op je gemak tussen de zonen van dokters en notarissen. Je vluchtte weg in je fantasie.
ARNO «Da’s waar. Maar ik had wel vrienden, hè. Ik was graag bij mijn vrienden, maar als ik daar was, was ik vaak stil. Ik zit nog steeds het liefst alleen op café zonder iets te zeggen. Ik heb een vorm van autisme, weet ik nu. Maar ja, zonder dat autisme en dat stotteren was ik iemand anders geweest. Vraag me niet wat voor iemand. Ik wil dat niet weten (lacht).»
KWADE DRONK
HUMO Jij zegt altijd, Dominique, dat angst en creativiteit vaak samengaan.
ARNO «Maar daar is de blues toch ook uit voortgekomen! Uit het gevoel gediscrimineerd te worden, de drang om daardoor te beginnen drinken en dan muziek te maken. Net als de songs die slaven zongen op de katoenvelden, op het ritme van hun bewegingen, om het werk vol te kunnen houden. Muziek is therapie.»
HUMO Je vader was bezorgd om jou.
ARNO «Natuurlijk! Hij had schrik voor mijn toekomst. Mijn vader heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, is naar Engeland gevlucht toen de nazi’s binnenkwamen – hij heeft daar voor de RAF aan Spitfires gesleuteld. En ineens krijgt hij te maken met een zoon met lang haar. Mensen weten dat niet meer, maar ik mocht sommige cafés niet binnen omdat mijn haar lang was. In scholen moest je vaak verplicht naar de kapper. We zijn dat allemaal vergeten. Nu drinken jonge gasten whisky, dure wijn en champagne. Wij deden dat niet, want dat was voor de rijken. Wij liftten naar Marokko om joints te roken. Oostende (Arno’s geboortestad, red.) was een havenstad, een smeltkroes waar vijf talen werden gesproken, een nachtleven van 24 uur op 24. Er was een gay kwartier – dat was normaal voor ons. Moet je nu eens zien wat er met de gays allemaal gebeurt. Alles is zo conservatief geworden. Ik word daar niet goed van.»
HUMO Jullie hadden allebei strenge vaders die niet veel complimenten gaven.
ARNO «Nee. Complimenten, daar deed mijn vader niet aan.»
DERUDDERE «De mijne ook niet. Maar omdat ik de derde zoon was, was hij het opvoeden beu. Hij liet me doen. Ik moest mijn eigen grenzen opzoeken – wat ik trouwens óók een manier van opvoeden vind, één die ik ook heb toegepast op mijn zonen.
»Mijn vader had een kwade dronk. Hij kreeg dan losse handjes. Dan moesten we op kousenvoeten door het huis lopen en vooral geen verdachte beweging maken.»
ARNO «Mijn vader dronk niet. Hij was een serieuze man die niet veel sprak. Hij hielp mensen, legde gratis gasleidingen bij mensen die het niet konden betalen. Hij had geen rijbewijs maar kon wel auto’s repareren. Iedereen belde daarvoor bij hem aan. Studenten liet hij onze woordenboeken en encyclopedieën gebruiken. Hij was een socialist pur sang. Achiel Van Acker (premier in de jaren 50, red.) en Louis Major (sterke man van het ABVV, red.) hebben nog bij ons aan de keukentafel gezeten.
»Op zondag luisterde hij altijd naar klassieke muziek en las hij Engelse boeken. Dat weet ik nog.»
DERUDDERE «Ik wist niet dat je vader niet dronk. Van wie heb jij dat dan?»
ARNO «Van mijn grootvader, Charles, de vader van mijn vader. Hij was ook een womanizer. Charles maakte een kind en wist dat niet.»
HUMO Die eigenschappen hebben dan een generatie overgeslagen
DERUDDERE «Hahaha, inderdaad.»
HUMO Je vader was heel handig.
ARNO «Ja. Hij werkte bij Wagons-Lits, de internationale spoorwegmaatschappij. Hij kon alles met zijn handen.»
HUMO Jij daarentegen bent zo onhandig dat je, als je vader iets aan het maken was, vooral op afstand moest blijven.
ARNO «Twintig meter! Ik mocht niet in de buurt komen. Paul Couter zei ook altijd dat ik overal af moest blijven. Soms kwam ik de studio in en sloeg alle apparatuur op tilt. Dat gebeurt nu nog. Vraag het maar aan mijn muzikanten.»
DERUDDERE «Tijdens het draaien van de docu zijn de camera’s ook een keer zomaar in panne gevallen. Hij was juist dat verhaal aan het vertellen! ‘Zie je wel,’ zei hij meteen.»
ARNO «Gisteren nog liep ik de biowinkel binnen en meteen: túúúút! Het alarm. Mijn vader zag het niet goedkomen met mij. Het is voor hem dat ik het tot het einde heb volgehouden op de koksschool. Ik moest tot mijn 18 jaar om elf uur thuis zijn als ik naar de jeugdclubs ging. Daarna ben ik het huis uit gegaan. ‘Je mag gaan,’ zei mijn vader, ‘maar je mag nooit om geld komen vragen. Wel om eten, maar niet om geld.’ Ik heb nooit om geld gevraagd. Het maakte me niet uit. Ik wilde mijn vrijheid hebben. In die tijd was dat ook geen probleem. Wij deelden alles. Een joint rook je nooit alleen, hè, en overal was de frigo voor iedereen.»
HUMO Terwijl, zeg je, de mensen nu zo individualistisch zijn dat iedereen zijn naam op zijn eten zet in de ijskast.
ARNO «Ja. Nu, mijn vader legde soms ook wel een briefje in de ijskast: ‘Dit is van mij, Arno.’ Zo bleef er tenminste nog iets over voor hem (lacht).»
HUMO Je woonde op een kamertje zonder verwarming en met alleen koud water. Dat zuinige leven leid je nog steeds: je slaapt op een matras op de grond en verder staat er in je huis niet veel.
ARNO «Ik heb geen auto, geen rijbewijs. Luxe interesseert me niet. Daar moet je de hele tijd mee bezig zijn: oeioei, ik moet er niet aan denken, verschrikkelijk! Ik wil mijn vrijheid.»
HUMO Je koopt ook nooit nieuwe kleren. Je ging onlangs naar de H&M voor een nieuwe jeans en hebt die toen toch niet gekocht.
ARNO «Neen. Alleen, kijk... (Toont de binnenkant van zijn broekzak) Door de ouderdom van mijn broeken moet ik ze soms repareren.»
HUMO Je hebt die aaneengeplakt met ducttape!
ARNO «Ja. Ik heb die broek al vijftien jaar. En dit jasje ook (toont de binnenkant van zijn leren jasje, dat met draden aaneenhangt).»
DERUDDERE «Hij koopt ook altijd zonnebrillen op de voddenmarkt. Tien minuten later is hij die dan alweer kwijt.»
ZUIGEN EN BLAZEN
HUMO Wanneer wist je eigenlijk dat je muzikant wilde worden? Dat wordt in de documentaire niet echt duidelijk.
DERUDDERE «Dat gebeurt volgens mij nooit op één precies moment. Je voelt toch dat er mensen zijn die hem beïnvloed hebben? Elvis Presley, en de bluesplaten die hij kreeg van Hubert Decleer, zijn leraar zedenleer op de koksschool. Dat vormt je geleidelijk aan, tot je zegt: dat wil ik ook doen.»
ARNO «‘Alles waar je nu naar luistert,’ zei Hubert toen hij me die platen gaf, ‘is eigenlijk uitgevonden door deze gasten: Sonny Boy Williamson, Muddy Waters, Fred McDowell, Lightnin’ Hopkins en Robert Johnson.
»Ik was al vanaf mijn acht jaar verslaafd aan rock-’n-roll. De eerste keer dat ik ‘One Night’ van Elvis Presley hoorde… ik kwam klaar. Tadaaa! Dat was aarde! Power! Ik luisterde ook altijd naar het programma van Guy Mortier op zaterdagmiddag (‘Schudden voor gebruik’, het eerste radioprogramma dat alleen rock-’n-roll draaide, red.). En naar Radio London en Radio Caroline, die je in het binnenland niet kon ontvangen, maar aan de kust wel.»
HUMO En je eerste mondharmonica...
ARNO «Die heb ik gekregen van een Duitse madam. ‘Hier,’ zei ze, ‘omdat je zo van blues houdt. Je hoeft er alleen maar op te zuigen en te blazen.’»
HUMO En een mondharmonica krijg zelfs jij niet stuk.
ARNO «Neen (lacht). Daarna heeft Paul Vandecasteele me gevraagd bij Freckleface mondharmonica te komen spelen, en ik nam Paul Couter mee. Ik schreef teksten. Die gaf ik aan Paul, maar hij vond dat ik ze zelf moest zingen.»
HUMO Freckleface was een progrockgroep. Paul Couter en jij wilden een andere richting op.
ARNO «Paul groeide op in het café van zijn vader, waar een jukebox stond vol muziek uit de VS: Deep Purple, The Pretty Things, Rory Gallagher.»
HUMO Samen met hem ben je op straat beginnen te spelen. In Parijs hebben jullie ook een keer een Franse rockwedstrijd gewonnen.
ARNO «Ja. Al die rockers hadden Marshallversterkers en kostuums, wij kwamen daar aanzetten met een gitaar en een harmonica. Maar we wonnen die wedstrijd. De prijs was een platencontract bij Barclay, maar we zijn dat gewoon vergeten te gebruiken.»
HUMO Jij luisterde als kind naar Vera Lynn. Bij je grootmoeder hoorde je Edith Piaf. Het unieke geluid van T.C. Matic is altijd een bizar amalgaam geweest van invloeden, zelfs balmuziek en tango.
ARNO «Ik maak een smeltkroes van alles. Ik heb ook altijd met muzikanten gespeeld die naar andere muziek luisterden dan ik. Rudy Cloet naar Jethro Tull, Ferre Baelen naar funk, Serge Feys naar Yes en Rick Wakeman. Wat me vooral aan Serge interesseerde, was dat zijn vader Freddy Feys in Oostende een legendarisch balorkest had opgericht. Hij was de saxofonist, en weet je wie in dat orkest gitaar speelde? Will Tura!
»Ik heb die mensen samengebracht – Rudy, Ferre en Serge, ieder met hun eigen stijl. Dat heeft T.C. Matic gemaakt.»
HUMO ‘Arno zei dan tegen mij,’ vertelt Serge Feys, ‘dat ik klank moest maken als een blauw gordijn.’ En Paul Couter vertelt dat hij van jou ‘moest klinken als een mes dat door de boter gaat’.
ARNO «Ja. Zo praat ik tegen mijn muzikanten.»
HUMO En zij begrepen jou?
ARNO «Ja. Omdat we zoveel bij elkaar waren. Het is surrealistisch, ik weet het.»
HUMO Jullie repeteerden vijf uur per dag, zelfs als je daarna nog moest optreden.
ARNO «Ja. Muziek was therapie voor mij.»
DERUDDERE «Mij verbaasde het ook hoe lang en intensief T.C. Matic elke dag repeteerde en hoe ernstig ze de muziek namen.»
ARNO «Ik zal eens vertellen hoe ‘Oh la la la’ is ontstaan. Ik zal het nooit vergeten: ik had net eten gemaakt voor Marvin Gaye en kwam het repetitielokaal binnen. In de ene hoek zat Ferre de riff te spelen waar hij mee opwarmde: dudududududududu. Aan de andere kant zat Rudy zich in te spelen: tsjukke-tsjukke-tsjukke-tsjukke, steeds hetzelfde ritme. Speel dat nu eens samen, heb ik toen gezegd. Ze deden dat en ik zei: ‘Da’s magnifiek!’ En daar was ‘Oh la la la’.»
DERUDDERE «Hij doet eigenlijk hetzelfde als een regisseur. Die bedient ook niet zelf de camera en het licht, en acteert niet zelf, maar hij inspireert degenen die dat doen om een specifiek doel te bereiken. Arno stuurt zijn muzikanten ook, gebruikt hun talent om het geluid te krijgen dat hij in zijn hoofd hoort.»
HUMO Je hebt echt alles uitgeprobeerd: elektronische muziek, voodoo, tango. Je hebt ik-weet-niet-hoe-vaak het roer omgegooid, en vaak ook van muzikanten gewisseld.»
DERUDDERE «Ik doe dat ook, me steeds weer tegen mijn vorige werk afzetten om een heel ander genre te verkennen. Alle integere artiesten doen dat – en Arno zeker. Je wilt geen one trick pony zijn die steeds hetzelfde doet omdat het succes heeft.»
VROUWENMAGNEET
HUMO Jullie lopen aan de leiband van jullie verbeelding. Die erfden jullie van jullie moeders, beiden flamboyante en mooie vrouwen.
DERUDDERE «Nu je het zegt: we hadden allebei bijzondere moeders. Mijn moeder was een geweldige verteller. Dan spéélde ze elk personage. Ze zou een fantastische actrice zijn geweest.»
HUMO Arno, jij bezingt nog steeds bij elk optreden je moeder: ‘Ma mère elle a quelque chose / Quelque chose dangereuse / Quelque chose d’une allumeuse / Quelque chose d’une emmerdeuse.’
ARNO «Mijn moeder was héél apart, een feministe avant la lettre. Zij was de baas in huis. Als mijn vader thuiskwam, gaf hij het geld aan mijn moeder. Ze had heel kort haar en was altijd mooi gekleed. Haar grootvader was een Nederlander – hij was de eerste directeur van de haven van Oostende. Twee van zijn zoons zijn getrouwd met madams van Oostendse maisons closes. Daar hingen Ensors en Spilliaerts aan de muur en kwamen kunstenaars samen om met vrouwen te spreken, en er eventueel mee naar boven te gaan. Ik ben altijd omringd geweest door vrouwen: eigenlijk ben ik opgevoed door mijn moeder en haar zussen. Ze hadden het over het existentialisme, over Jean Cocteau, over Sartre en Simone de Beauvoir...»
HUMO Heb je ooit een vrouw gevonden die aan je moeder kon tippen?
ARNO «Goh. Mijn moeder was heel speciaal, maar ik heb óók heel speciale vrouwen gehad. (Verzinkt even in gedachten) Amaai, pffff. Er zijn veel kosten aan mij, maar aan hen ook, hoor (lacht). Da’s het leven, hè. We zijn maar mensen. Een perfecte wereld, dat zou toch niet marcheren?»
HUMO Je was een vrouwenmagneet, zegt fotograaf en vriend Danny Willems in de docu.
ARNO «Ja. Ik was wel sportief (lacht).»
HUMO ‘Het is zijn onbeholpenheid waar de vrouwen voor vielen,’ zegt hij.
DERUDDERE «Hij en nog vele anderen (lacht).»
HUMO Toen je moeder wist dat ze ging sterven, heeft ze je toenmalige vriendin, Sonja Vanhee, gevraagd haar rol over te nemen. Je was toen 23.
ARNO «Ze heeft Sonja gevraagd voor mij te zorgen, ja. Ik heb ook gehoord dat Sonja dat zegt in de film. Ik wist dat niet.»
HUMO Na tien jaar vond ze dat het tijd was voor haarzelf. Je had veel aandacht nodig, zei ze. Daarna ontmoette je zangeres Sonja Dufour, die je meenam naar Brussel.
ARNO «Mja. Ik ben ook eens in Amsterdam gaan wonen omdat een vrouw zei: ‘Trek bij mij in.’ In Kopenhagen heb ik óók gewoond vanwege een vrouw. En in Parijs ook. Wat wil je dat ik zeg? (grijnst)»
HUMO Ik vind ‘Charlatan’ – de naam van de plaat die Arno in 1988 uitbracht – wel een heel juiste titel voor de documentaire.
DERUDDERE «Alle artiesten zijn charlatans: mensen die een loopje nemen met de waarheid, een eigen draai aan het leven geven, er iets méér mee doen. In die zin vind ik Arno de koning van het charlatandom.»
HUMO Producer Glenn Rosenstein zegt: ‘Arno noemt zichzelf een idiot savant’ – dat is ook de titel van zijn plaat uit 1993 – ‘maar ik heb meteen tegen hem gezegd: ‘Ik trap daar niet in. Jij bent een savant.’’
DERUDDERE «Dat vond ik zó juist. Ik had het net al over de ernst waarmee Arno met muziek bezig is. Het lijkt wel of hij er met zijn hoofd niet bij is, maar hij weet altijd precies wat hij doet. Zijn muzikanten stuurt hij zijn hele leven al recht op zijn doel af, niet als een chef, maar als een charlatan: bevlogen en speels. Zo krijgt hij iedereen juist waar hij ze hebben wilt. Ook de vrouwen, volgens mij.»
ARNO «Da’s niet waar.»
HUMO Jouw vrouwen hebben de touwtjes altijd stevig in handen. Het is ook je toenmalige vriendin Sophie Dewulf die je, toen ze zag dat je huid geel was, dwong naar de dokter te gaan en zo je leven heeft gered.
ARNO «Ja. Dat is waar. Zij heeft me naar het ziekenhuis gestuurd.»
HUMO Dat was vlak na de release van ‘Santeboutique’. Je broer vertelt dat hij niet naar die plaat kan luisteren: ‘Arno was toen depressief. Ik hoor dat.’
ARNO «Ja. Hij vindt het een donkere plaat. Hij heeft gelijk. Ik was toen op weg naar de depressiviteit. Er was iets aan het gebeuren in mijn hoofd. Ik weet niet wat het was. Een burn-out? Of misschien was het een burn-ín (lacht). Ik heb er een nummer over geschreven, ‘Court-circuit dans mon esprit’.»
HUMO ‘J’suis avec tout l’monde mais avec personne (...) Maintenant, je paie mes conneries du passé / Save me, save me.’
ARNO «Al die alcohol... Daar gaat het ook over. Er zijn veel cafés failliet gegaan doordat ik nu niet meer drink (lacht). Ik had toen ook al last van die flashbacks. Ik werd nostalgisch en daar hou ik niet van. Ik leef vandaag. Gisteren is dood. En morgen bestaat niet. Zo wil ik leven: van dag tot dag.»
HUMO Dat heb je toch altijd gedaan?
ARNO «Maar nu is het anders. Ik ben meer realistisch in mijn kop nu. Ik word geconfronteerd met de dood, hè. Ik profiteer nu van alles, nu ik nog leef. Amaai! Ik ga straks coquilles Saint-Jacques klaarmaken met rijst en look en peterselie. Fantastisch! Gisteren heb ik mosselen gegeten.»
HUMO Eten ging een tijdje niet meer, hè, toen de kanker terug was en je weer chemo kreeg? Maar je bent onverwoestbaar. Je hebt ook weer een plaat gemaakt: oude nummers in een uitgeklede versie, met alleen piano en stem.
ARNO «Wat moet ik anders doen?»
HUMO Paul Couter heeft ook nog een plaat gemaakt.
ARNO «Een fantastische plaat. Echt.»
HUMO De kanker heeft hem ook te pakken.
DERUDDERE «Jullie noemen elkaar the chemical brothers, vertelde je broer.»
ARNO «Paul wordt niet meer behandeld. Hij zit aan de morfine. Ik ben er niet goed van, jong. Paul is mijn broer. Ik heb een verschrikkelijk jaar achter de rug: the worst year of my life. Wat voor zotte dingen heb ik allemaal niet meegemaakt! Ik heb Paul zijn madam net nog aan de telefoon gehad. Het gaat nu snel. Ik ben blij dat hij die plaat nog heeft gemaakt. Ik weet niet of hij toen al ziek was. Hij heeft mij nooit verteld dat hij kanker had. Een tumor in de hersenen.»
HUMO Toen jij hoorde dat je ziek was, ben je ook blijven gaan alsof er niets aan de hand was.
ARNO «Ik heb de avond voor de operatie nog opgetreden in Parijs met een zakje chemo op mijn rug. De twee concerten in de AB deed ik ook zo. Maar de strafste chemo heb ik later gehad. Een paar maanden geleden, toen ze weer iets hadden gevonden. Maar kijk. Het is allemaal weer oké nu.»
HUMO Je nieuwe, uitgeklede versie van ‘Solo Gigolo’ is net uit. Dat ben je wel echt, hè: een solo-gigolo, een lonesome cowboy.
ARNO «Dat is misschien dat autisme, hè. Ach, het is allemaal oké geweest. Alleen dat stotteren, daar heb ik me niet goed bij gevoeld, maar dat is veranderd door te zingen. Als je zingt, stotter je niet. Dus voor stotteraars die dit lezen: begin te zingen!»
DERUDDERE «Maar niet allemaal tegelijk.»
ARNO «Dat is niet om te lachen, hè. Ik méén dat. Zingen is voor mij echt therapie geweest.»
HUMO Ik heb me vaak afgevraagd; zie jij jezelf graag?
ARNO «Zie ik mezelf graag? Neen. Maar mezelf níét graag zien, doe ik ook niet. Ik ben er niet mee bezig, eigenlijk. Ik heb daar geen tijd voor. Mijn vader zei altijd: ‘Een mens heeft een streep meer dan een trekhond.’ Je moet alles relativeren. Een mens is heel kwetsbaar. Vandaag ben je in topvorm en morgen ben je dood. Dus leef ik vandaag.»