Atoms For Peace: Thom Yorke en Nigel Godrich
De wereld, hoe blind ook, heeft altijd al veel in Thom Yorke gezien. Hij was en is het grote genie van Radiohead, de tegendraadse misantroop die rochelt op het eigen succes, de pokdalige popster die zijn publiek hardhandig doet wennen aan verandering, de rosse Robin Hood die de macht van de muziekindustrie wil overdragen aan de groepen.
Van al die incarnaties, die altijd naast elkaar hebben bestaan, hadden we er geen enkele willen missen. Ook de nieuwste niet, die de richting aanwijst in Atoms For Peace, een groep waar verder ook Nigel Godrich, Joey Waronker, Mauro Refosco en – tegenwoordig Chili Pepper in bijberoep – Flea voor hebben ingetekend.
Atoms For Peace valt met gemak een supergroep te noemen, ware het niet dat die term de voorbije jaren door veelvuldig misbruik een uitgesleten stoplap voor de luie journalist is geworden. Zelf zijn we, hoewel minstens even lui, nieuwsgierig genoeg om te kijken hoe de groepsleden hun tijdelijke samenwerkingsverband zélf hebben omschreven.
Yorke sprak al ergens van ‘een muzikantenversie van ‘Desperate Housewives’: iedereen ziet er gelukkig en normaal uit, maar onder het oppervlak schort er altijd wel wat’; Godrich houdt het op ‘vier volwassen mannen en één kind’ (maar wil verder niet zeggen wie dat kind dan precies is), en volgens Flea mogen we het zien als een soort creatieve survival of the fittest.
We krijgen Yorke samen met Godrich te spreken in de Londense studio van die laatste. Godrich is behalve het officieuze zesde Radiohead-lid én hun vaste producer, ook de bezitter van de gouden vinger die belangrijke knoppen beroerd heeft bij opnames van al even belangrijke platen van onder meer Beck, Pavement, Travis en The Divine Comedy. Binnen Atoms For Peace is hij voornamelijk regisseur en verkeersfrik: terwijl de rest van de band vooral aan het improviseren sloeg, scheidde hij kaf van koren.
Zijn studio blijkt onderdeel van een gebouw dat voor het overige voornamelijk een gentlemen’s club huisvest, de posh variant van het soort members only-geval waarachter bij nader inzien vaak gewoon een stripclub schuilgaat.
Die aanvraag tot lidmaatschap zal voor een andere keer zijn: er moet over ‘Amok’ gepraat worden, de eerste plaat van Atoms, die dik anderhalve maand na onze eerste beluistering vlot op weg is om een plaats te krijgen naast het allerbeste van Radiohead. In onze kast is dat nog altijd ‘OK Computer’, ‘Kid A’ en ‘In Rainbows’.
Atoms For Peace verwijst, behalve naar de gelijknamige song op Yorke’s voorlopig enige soloplaat ‘The Eraser’ ook naar een speech van eertijdig US-president Dwight D. Eisenhower. Die wilde, in 1953, kernenergie ontdoen van zijn (ergens in de buurt van Hiroshima en Nagasaki ontstane) vieze nasmaak, en de mensheid overtuigen van de hoopvolle, wereldverbeterende kracht ervan.
Dat was toen. In een nog níét achterhaalde toekomst ligt ‘Amok’ in de winkel op 25 februari. U wordt daar dan ook verwacht.
HUMO Een gentlemen’s club, heren?
Nigel Godrich «Het hele gebouw is van Paul Allen, de medeoprichter van Microsoft. Toen de eerste bouwplannen op tafel lagen, was het nog de bedoeling om hier een heel pak opna- mestudio’s in onder te brengen: ik werd toen gevraagd om hen wat advies te geven over hoe ze dat het beste zouden aanpakken. Uiteindelijk is er slechts één studio gekomen, de rest wordt ingenomen door een club.»
Thom Yorke «En die club is, samen met de ligging, de voornaamste reden waarom ik zo van deze plek houd. Als we hier de deur opentrekken, zitten we meteen tussen het gefeest en gejoel. Op één seconde tijd een compleet andere energie waar ik me dan in kan onderdompelen: geweldig! Ik heb het gehad met opnamesessies in landhuizen in Armpit, Essex.»
HUMO Terwijl je die isolatie vroeger dan weer nodig zei te hebben.
Thom Yorke «Ja. Maar toen waren we nog jong. Als we op ons achtentwintigste hadden geprobeerd om iets op te nemen in het cen- trum van Londen, waren we nooit aan werken toegekomen.»
Godrich «Toen móésten we ons opsluiten in een afgelegen boerderij, een eeuwenoud kas- teel, een alleenstaand herenhuis; het maakte weinig uit, als er maar een stevig slot op de deur zat en er in een omtrek van twintig kilometer geen lor te beleven viel. Anders was het risico te groot dat we mensen zouden verliezen tijdens het opnameproces. Had er altijd wel iemand de benen genomen om de stress weg te drinken.»
Yorke «Ik in de eerste plaats.»
Godrich «Als er vijf jonge mensen in een studio zitten, heb je slotgracht en ophaalbrug nodig.»
HUMO Microsofts Paul Allen als sugar daddy van Nigel Godrich: ik was op veel voorbereid, maar díé had ik niet zien komen.
Godrich «He owns my butt. Nee, eigenlijk is hij een zeer grote muziekfan. Hij heeft ook een Jimi Hendrix-museum geopend in Seattle.»
HUMO Je zei ooit dat, als je op het platteland opneemt, de seizoenen een essentiële, niet te ontlopen invloed hebben op de klank van een plaat: in de winter opgenomen songs klinken anders dan zomersongs. Wat zijn de invloeden in de stad?
Godrich «Eerst moet je weten dat de plaat deels in Londen is opgenomen, deels in Los Angeles. (Twijfelt even) Shit, dat deed me klinken als een ontzettende wanker, didn’t it? Zo’n drukdoend producerstype dat er in elk interview over opschept dat hij zijn nieuwste plaat op vier verschillende plaatsen heeft opgenomen, waaronder een bungalow onder water.
» Wat ik bedoelde: beide steden hebben volgens mij elk een andere invloed op het schrijfproces gehad. Dat we naar Los Angeles zijn getrokken, komt trouwens alleen omdat Flea en Joey er wonen.»
Yorke «LA bleek een inspirerende plek voor ons. Nu, het is uiteraard geen stad in de klas- sieke zin van het woord, en we hebben ons dan ook nog eens voornamelijk opgehouden in compleet stress- en druktevrije buurten als Silver Lake en Laurel Canyon.
»De vier weken die we er hebben doorgebracht, waren opvallend ontspannen. Beetje rondhangen, aan muziek prullen, van de zon genieten, biertje drinken, nieuwe song inzetten. Ik heb er voor de eerste keer ondervonden dat werken ook leuk kan zijn.
»Daarvoor had ik altijd gedacht dat dat een ervaring is die alleen ánderen overkomt. Als het vroeger leuk dreigde te worden, had ik de reflex om dat zo snel mogelijk af te breken – alsof ik een klein mannetje op mijn schouder had zitten dat zei: ‘This is where you lose the plot. Als werk gezellig wordt, levert dat snertplaten op.’ Dat was dit keer anders.»
HUMO Valt dat ook te horen voor wie er niet bij was?
Yorke «Het is een opvallend vrolijke plaat voor mijn doen. In mijn hoofd, toch. Maar ik maak me geen illusies: zij die vinden dat ik sowieso altijd zeurderige muziek maak, zal ik hiermee niet overtuigen. Iemand beschreef me op het internet onlangs als een soort zeikerige Midas: ‘Alles wat hij aanraakt, verandert onmiddellijk in depressieve stront.’ (lacht hard)»