Baard met een mop: Alex Agnew (lang) voor de comeback
Net nu hij er zijn eerste zomer als voltijdse zanger van Diablo Blvd op heeft zetten, is Humo daar voor een gesprek over comedy (zijn dvd ‘Interesting Times’ zit volgende week bij het blad). Alex Agnew, dat weet u vast, zette vorig jaar met nog een laatste rondje Sportpaleizen een voorlopig punt achter zijn carrière als stand-upcomedian, om zich volledig op zijn metalband te kunnen toeleggen. Blijkt hij stiekem toch nog een paar keer grappig te zijn geweest. En tegenover ons doet hij het verdikke wéér.
Life Of Agony, dat is de groep rond frontman Keith Caputo. Of beter: wás de groep rond Keith Caputo. Nu is het Mina Caputo. Dan kan het bij een comedian die graag de rand opzocht, toch niet anders dan beginnen te jeuken. En jawel.
Alex Agnew «Mina Caputo, ik blijf toch gewoon Keith zeggen, hoor, ik krijg dat er niet uit. En hij heeft nog een penis. (In het Antwerps) Hèt ’m ne piet dan noemt ’m Keith, (in overbeschaafd Nederlands) heeft hij een vagína, dan is het Mina. Hahaha!
»Een paar weken geleden hebben we met Life Of Agony op het Alcatraz Festival in Kortrijk gespeeld. Hun manager is naar ons komen kijken, vond het keigoed en heeft gevraagd of wij voor hen wilden openen in New Jersey. Eén concert maar, ze zijn aan een soort voorzichtige reünie bezig, en ik denk dat ze nog twijfelen of ze het wel echt willen. Ik vond ze wel goed op Alcatraz. Keith pakt hormonen, hè, waardoor hij ineens klinkt als zijn jongere zelf van twintig jaar geleden, waardoor hij ook al die oude noten weer aankan. Ik ben mij gaan afvragen of het niks voor mij zou zijn, zo’n hormonenkuur. Wat zou ik dán allemaal kunnen als zanger? Die borsten nemen we er dan wel bij.
»Het gaat goed met Diablo, ja. We zullen hoogstwaarschijnlijk bij een platenfirma tekenen – de firma die ik wilde, nota bene – en daar gaan degelijke tours in het buitenland van komen. En het buitenland is altijd de bedoeling geweest. Als je alleen op België mikt, ben je na één zomer uitgetourd. We hadden een paar jaar geleden met de groep ook al zotte dingen kunnen doen, we hebben geweldige voorstellen gehad, maar ik moest altijd zeggen: ‘Sorry, maar ik sta vier keer per week als comedian op het podium.’ En je krijgt geen platencontract als je niet kunt touren. Aan platenverkoop valt tegenwoordig niks meer te verdienen.»
HUMO Wat voor de rest van de groep wellicht net iets belangrijker is dan voor jou?
Agnew «Ik zou liegen als ik zeg dat ik er financieel niet beter voor sta dan de rest van de groep. Ze hebben wel een job, maar het is voor hen zeker een groter risico dan voor mij.»
250 keer interessant
HUMO Anders dan veel van je ex-collega’s heb jij zelden je opwachting in tv-programma’s gemaakt. Ook omdat je het financieel niet nodig had?
Agnew «Nee, omdat ik niks met tv heb. Aan ‘Scheire en de schepping’ heb ik een paar keer meegedaan, omdat ik Lieven van vroeger in het comedycircuit ken. En ik heb één keer in ‘De pappenheimers’ gezeten, wat ik vreselijk vond. Ik vind televisie een heel beperkend medium. Ik voel mij er niet vrij in, alles moet conform een hoop regels zijn van mensen die het beter menen te weten dan het publiek. Je wordt nergens grandiozer onderschat dan op tv. Als je praat met mensen die televisie maken, ben je beledigd in de kijker zijn plaats. Ze denken dat de mensen dom zijn, maar als er dan eens een programma is dat er kwalitatief bovenuit steekt, zoals bijvoorbeeld ‘In de gloria’, dan vindt ook iedereen dat veel beter dan de rest. Ze zouden intussen toch moeten weten dat kwaliteit wel degelijk belangrijk is. Maar nee: de ene hoop rommel na de andere. Dat kransje Bekende Vlamingen dat in elkaars panels komt zitten, zodat je niet meer wéét naar welk programma je aan het kijken bent: een beetje pathetisch toch. Maar wat ik dus wilde zeggen: ik voel me op televisie nooit op mijn gemak. Live voor een publiek staan, dat is waar ik voor leef.»
HUMO Ook als je voor de vijftigste keer dezelfde comedyshow moest spelen?
Agnew «Dan begon het pas echt goed te worden! ‘Interesting Times’ heb ik misschien 250 keer gespeeld, als het niet meer is. Ik ben altijd verbaasd als ik iemand als Geert Hoste in een interview hoor zeggen dat een show na dertig keer spelen op is. Dan denk ik: man, ik begin pas na het honderdste optreden te beseffen waar mijn show eigenlijk over gaat.
»‘Interesting Times’ is ontstaan uit improvisatie. Mijn eerste twintig try-outs waren met briefjes met vragen die ik willekeurig uit een doos plukte en aan het publiek stelde, met een dictafoon naast mij. De beste dingen bewaarde ik, de rommel gooide ik weg. Toen dat briefjesconcept na twintig optredens op was, had ik genoeg materiaal voor veertig, vijftig minuten gewone show. En daar bouw je op voort. De uiteindelijke versie duurde tweeënhalf uur. De Bruce Springsteen van de comedy (lacht). Maar om terug te komen op je vraag: op een bepaald moment is het natuurlijk grotendeels op. Maar bij mij is dat doorgaans als ik de kaap van de tweehonderd shows ben gepasseerd.»
HUMO Wanneer is comedy voor jou geslaagd?
Agnew «Sta mij toe Kid Rock te citeren, niet mijn favoriete artiest aller tijden maar wel een figúúr: ‘If it looks good you’ll see it, if it sounds good you’ll hear it, and if it’s marketed right you’ll buy it. But if it’s real you’ll feel it.’ Beter kan ik het niet samenvatten. Je voelt het of je voelt het niet. En ik heb veel liever dat iets me verschrikkelijk enerveert dan dat het me koud laat. Banaal is het ergste wat er is. Je wilt niet dat ze dat over je zeggen. Ik merk dat ik zowel met mijn comedy als met mijn muziek de mensen heel hard verdeel. Je bent pro of contra, en dat vind ik niet erg. Ik zou het wel erg vinden mocht iemand zeggen: ‘Die Agnew, bwah, stoort niet, hè.’ Nee, ik krijg gelukkig de vreselijkste dingen naar mijn hoofd (lacht).»
HUMO Kun je daarmee om?
Agnew «Nee, totaal niet. Maar dat moet ook niet. ‘Kritiek, daar moet je mee om kunnen,’ hoor je vaak. Wel, fuck you! Waarom zou je daarmee om moeten kunnen? Wie heeft dat ooit gezegd? Er is kritiek waar je iets aan hebt, en er is kritiek waar je niks aan hebt. En die waar je iets aan hebt, komt het hardst aan omdat je weet dat de man of vrouw in kwestie een beetje gelijk heeft. Kut, maar constructief. Maar 90 procent van de random shit die mensen op fora posten, is gewoon pure haat. Ooit echt gelezen over mij: ‘Wat een kutkomiek, ik hoop dat zijn dochter kanker krijgt.’ Dat is wel een heel hard verdict voor iemand die gewoon grappen vertelt die jij niet leuk vindt. Wow. Wat gaan we iemand als Dutroux of Anders Breivik dan toewensen? Als Lou Reed en Metallica een slechte plaat maken, ga ik toch niet roepen: ‘Kankèèèèr!’»
Den ice bucket
HUMO Mis je de comedy?
Agnew «Nee, totaal niet.»
HUMO Als je zo’n ice bucket-rage ziet passeren, denk je dan niet: ‘Damn, daar had ik iets mee gekund’?
Agnew «Tuurlijk wel, maar dat is niet erg, want als ik terugkom, zal er wel weer iets anders zijn. Aan irritante, vervelende hypes zal er niet snel een tekort zijn. Ooit zullen we nog nostalgisch terugdenken aan die ice bucket: ‘Ha, den ice bucket, dat was tenminste nog een toffe hype!’ (lacht)
»Ik heb onlangs in Brussel een paar keer comedy gespeeld voor expats, in het Engels. Leuk, omdat niemand wist wie ik was. Ik moest weer van nul af aan beginnen.»
HUMO Met nieuw materiaal of vertaalde grappen?
Agnew «Vertaald. Maar als je iets vertaalt, krijg je gek genoeg vaak heel ander materiaal. Ik ben tweetalig opgevoed, en ik merk nu pas weer dat het Engels voor mij een veel makkelijker taal is. Dingen waarvoor ik in het Nederlands drie zinnen nodig heb, leg ik in het Engels soms in drie woorden uit. Een kortere show (lacht). Maar ook beter, omdat de grappendichtheid veel groter is. Ik zie het mij nóg doen, in het Engels spelen. In het Nederlands voelde ik dat ik een beetje op mijn tandvlees zat, het was goed om even te stoppen. In mijn laatste show vertikte ik het bij momenten zelfs om de grap te maken, en ik vrees dat het bij een volgende show één grote preek zou zijn geworden. Over sommige dingen kun je niet grappig blíjven zijn, hè. Die kookhype, hoe lang duurt die nu al? Ik krijg er het schijt van. (Met bekakt stemmetje) ‘Koks zijn de nieuwe rocksterren.’ Zever! Alle respect, maar koks zijn koks, rocksterren zijn rocksterren. Als ik op een feestje Mick Jagger en Jeroen Meus tegenkom, weet ik wel bij wie ik ga staan. ‘Ha, die nacht in ’71, toen we coke aan het snuiven waren op de buik van een crackhoer!’ – ‘Jaja, Mick, maar vorige week is mijn soufflé mislukt, dát had je moeten zien!’»
Hier lacht men niet
HUMO Wat vond je van de column van Henry Rollins waarin hij de zelfmoord van Robin Williams afkeurde?
Agnew «Ik was het niet eens met wat hij zei, maar ik vond het wel cool dát hij het zei. Hij zei ook op voorhand: ‘Ik weet dat ik hier waarschijnlijk mensen mee ga kwetsen, maar mijn persoonlijke mening is…’ Waarna hij uitlegde waarom hij moeite heeft om mensen die zelfmoord hebben gepleegd nog au sérieux te nemen. Rollins heeft één van zijn beste vrienden vermoord zien worden, een traumatische ervaring die zijn mening enigszins heeft gekleurd.»
HUMO Hij heeft voor die column enorm veel stront over zich heen gekregen en heeft uiteindelijk zelfs zijn excuses aangeboden.
Agnew «Dat vond ik dan weer jammer. Ik vond niet dat hij iemand had beledigd. Iedereen is altijd zo rap beledigd. Trouwens: toen ik hoorde dat Robin Williams zelfmoord had gepleegd, verbaasde mij dat niet. Comedians, hè: dat zijn depressieve mensen. Wij zijn driekwart van de tijd niet gelukkig.»
HUMO Jij hebt een klacht aan je been gehad wegens grappen over de Holocaust.
Agnew «Ik vind dat je overal grappen over mag maken. Humor is voor mij geen verdeler, maar een gelijkmaker. Als je met iedereen lacht, zet je iedereen op hetzelfde niveau. En de mensen die vinden dat je niet met hen mag lachen, zijn meestal net diegenen die zich boven de rest plaatsen: ‘Je mag met iedereen lachen, maar niet met ons.’ En die klacht over een grap in ‘Interesting Times’, waar ging dat over? Ik zou de Holocaust banaliseren. Het enige wat ik zeg, is: ‘GAS-boete: niet echt een goeie naam. Geef die eens aan een Jood.’ ‘Niet zo goed,’ voeg ik er nog aan toe. Waar heb ik dan in godsnaam gezegd dat de Holocaust een goeie zaak was, of banaal, of dat die niets voorstelde? Hebben we de grap niet begrepen? Of kan in een humoristische context naar de Holocaust verwijzen sowieso níét? Dan hebben we het over censuur, hè. Ik ben een voorstander van het recht op vrije meningsuiting. En ook al doe ik het zelf niet en ben ik het er niet mee eens: de Holocaust ontkennen is een mening. Als die mensen daar een kruistocht van gaan maken, of vinden dat iedereen hun mening moet delen, wordt het een heel ander verhaal. Met mensen die hun mening willen opdringen, ben ik het nooit eens.
»(leest een sms die net is binnengekomen) Hier zie, ik zal ’m even voorlezen omdat we het er net over hebben: ‘Hey, Alex, Studio Brussel hier, we zouden je graag even bellen in verband met het onthoofdingsfilmpje van die Brugse komiek. We zouden graag willen weten hoe jij erover denkt, en hoever je kan gaan met humor.’ Da’s een gesprek dat ik al duizend keer heb gevoerd. Er zijn wel degelijk dingen waarvan ik vind dat je er geen grappen over maakt. Eén: omdat ze niet grappig zijn, en twee: omdat je er niks mee bereikt. Een goed voorbeeld is het busongeval in Sierre van een paar jaar geleden, waarin al die kindjes zijn omgekomen. Als je daar een grap over maakt, bereik je niks. Maar IS aanklagen middels een goeie grap: zeker doen!»