Bad Neighbours
Lachen met nachtlawaai.
Hoe wij weten dat we oud aan het worden zijn? Omdat we bij de burenruzie die centraal staat in ‘Bad Neighbours’ niet de kant kiezen van de zich de ziel uit het lijf smorende, zuipende en neukende jeugd, maar stiekem zitten te duimen voor de uitgebluste jonge dertigers next door. Een ontnuchterende vaststelling, maar we hadden het eerlijk gezegd wel zien aankomen: die geruite wollen pantoffels waarmee we in de cinemazaal zaten, hadden het eigenlijk al weggegeven. Hoe we dan weer met enige opluchting kunnen vaststellen dat we, ondanks verwoede pogingen, nog altijd niet helemaal tot volle wasdom gekomen zijn? Omdat we bijvoorbeeld nét iets te breed zitten te grijnzen wanneer Seth Rogen op het einde een gigantische plastic lul in het miljoenengezichtje van Zac Efron mept.
Wat voorafgaat aan die slapstick – excusez le mot – is niets wat een mens een dikke dertig jaar geleden niet kon zien in college movies als ‘Animal House’, met de betreurde John Belushi: een bende luidruchtige en losbandige studenten neemt het op tegen de rest van de wereld, die het niet zo begrepen heeft op uitbundig feesten. De frisse wind zit hem in het samenspel van Rogen en de geweldige Rose Byrne (‘Bridesmaids, ‘Get Him to the Greek’), die samen staan te knetteren als koppel dat het knetteren in sneltempo aan het verleren is, en zich met de moed der wanhoop probeert te schikken naar het gesettelde leven.
Eén been in de volwassenheid, maar het andere nog maar al te graag laten bengelen – een spreidstand waaraan je alleen maar je broek kan scheuren. Wat ook gebeurt eens het leegstaande huis naast dat van de Radners ingepalmd wordt door de studentenclub Delta Psi, aangevoerd door de duivels sympathieke Teddy: Efron, die tussen twee joints en drie shotjes door z’n Disney-verleden Miley Cyrus-gewijs van zich afwerpt. We zullen wel nooit zonder enige afgunst naar z’n wasbord kunnen turen, maar eerlijk is eerlijk: Efron toont in ‘Bad Neighbours’ dat hij meer achter de hand lijkt te hebben dan we tot nu toe durfden te vermoeden. Wie had dat ooit gedacht! Soms, héél soms, lijkt het wel alsof de rol van hersenloze idioot op z’n lijf geschreven is.
Pleit ook in Efrons voordeel: dat hij zich niet genadeloos laat wegspelen door Rogen, als die laatste weer eens met zichtbaar plezier aan het improviseren slaat in de dialogen. ‘Bad Neighbours’ is immers een vintage Judd Apatow, maar dan zonder Apatow. Regisseur Nicholas Stoller (‘Forgetting Sarah Marshall’ en spin-off ‘Get Him to the Greek’) heeft zich uit de naad gewerkt om alle elementen uit de films van z’n voorbeeld te bundelen: de acteurs (en dan hebben we het eigenlijk gewoon over Seth Rogen), de vaak deels geïmproviseerde dialogen, én de bijwijlen behoorlijk onkiese humor. En het is alleen bij dat laatste element dat er soms té vlot uit de bocht gevlogen wordt. Over plastic lullen hebben we het hierboven al gehad, maar er zijn ook tal van andere grappen die er bijgelapt lijken omdat het wel lollig leek tijdens een rondje – ahum – vredespijp roken. Een mens kan nu eenmaal maar zo lang de dunne lijn van de goede smaak bewandelen, tot hij met de blote reet in de ‘American Pie’ ploft. Rogen die Byrne met de moed der wanhoop begint te mélken: het leek wellicht aantrekkelijker op papier. Hoewel.
Gelukkig staan daartegenover wél genoeg geslaagde moppen om de boel recht te houden. Zie de running joke met de gestolen airbags – ook slapstick, maar dan goeie – en de hilarische scène op de Robert De Niro-fuif. Wat ons er dan weer aan doet denken dat we bijna te laat zijn voor óns ‘Taxi Driver’-themafeestje. You talkin’ to me?!
undefined
undefined