Bart Peeters & Bent Van Looy in 'The Voice': 'De eenheidsworstfabriek moet draaien'
Dit jaar nemen Bart Peeters en Bent Van Looy allebei het ambt van coach waar in ‘The Voice van Vlaanderen’. Soms vraagt een mens zich af of ze, los van de gage, misschien nog een andere reden hebben om dat te doen.
'Tomorrowland is er voor mensen die bang zijn voor muziek'
Dit jaar nemen Bart en Bent allebei het ambt van coach waar in ‘The Voice van Vlaanderen’. Soms vraagt een mens zich af of ze, los van de gage, misschien nog een andere reden hebben om dat te doen.
Bent Van Looy «Voor ik in 2013 coach werd in ‘The Voice’, had ik dat programma nog nooit gezien. De producent stuurde mij enkele afleveringen op, en ik zag snel in dat het je in de eerste plaats van alle kanten met emoties bestookte, zodanig zelfs dat je je er niet tegen kon verweren.»
Bart Peeters «Ja, goede human interest neemt het in ‘The Voice’ weleens over van de muziek, maar dat is geen schande, want in het beste geval komt het leven neer op goede human interest. Ik weet dat televisiekijkers op hun wenken bediend worden als het om sport en reality gaat, maar – verhoudingsgewijs – nog altijd niet wat muziek betreft. Terwijl muziek net zo levensnoodzakelijk is als eten, vrijen en slapen. ‘The Voice’ is een muziekprogramma, maar nog meer een wedstrijd. Voor mij hoeft dat niet, maar alleen maar mensen tonen die mooi kunnen zingen, werkt vandaag niet meer. Als het voetbal alleen maar om de schoonheid van het spel zou gaan en niet om de competitie, dan zou die sport ongetwijfeld ook veel minder aantrek hebben. Het wedstrijdelement is zo te zien van groot belang in ‘The Voice’, en iemand van Humo kent daar ook het belang van, want dat onafhankelijke weekblad heeft ooit de Rock Rally in het leven geroepen. Nu denk ik er ineens aan dat de deel-nemers van ‘The Voice’ songs coveren. De kandidaten van Humo’s Rock Rally moeten óók een cover spelen, want de onderliggende gedachte is: ‘Speel een cover en ik zal zeggen wie je bent.’ Een cover is makkelijker om te beoordelen, want je ziet er duidelijker de zielsafdruk van de zanger of de zangeres in.»
Een zanger is een open wonde op twee benen
HUMO Jij, Bart, hebt in je carrière zoveel mogelijk vermeden om publiekelijk oordelen over mensen te vellen, maar nu moet je wel.
Peeters «Ik weet het, en dat vind ik moeilijk. Vooral omdat ik er diep van doordrongen ben dat een zanger te allen tijde een open wonde op twee benen is.»
HUMO Ben jij vertrouwd met ‘de open wonde op twee benen’, Bent?
Van Looy «Maar al te goed, maar desondanks heb ik, toen ik 22 was, besloten om aan Humo’s Rock Rally deel te nemen en me bloot te stellen aan een jury die om zijn meedogenloze oordeel bekendstond. Muziek heeft natuurlijk niets met wedstrijden en een rangorde te maken, maar toch bleek ik plezier aan de competitie te beleven, en me zelfs af te vragen: ‘Welke tactiek moeten we nu gebruiken? Wie heeft welke fouten gemaakt en waarom?’»
Peeters «Ik weet nu al dat coach in ‘The Voice’ zijn geen comfortabele positie is. Dat je niet mag kijken vooraleer je je oordeel hebt geveld, is voor iemand als ik, die al z’n hele leven met televisie bezig is, een kwelling: je hoort heel duidelijk een zwarte zanger, je draait je om, en er staat een geheel blanke vrouw voor je. Zodra je de zangers van je keuze begint te coachen, blijkt ‘The Voice’ ook een wedstrijd voor coaches te zijn. Hoe de programmamakers het flikken, weet ik niet, maar er sluipt ook voor ons – of we dat nu willen of niet – competitiegeest in het spel, en heel snel worden we concurrenten.»
HUMO Jullie schelen één generatie. Kunnen jullie dat ergens aan merken?
Van Looy «Ik behoor tot de generatie die het belangrijkste deel van het publiek van Bart was. Hij is dan ook sinds mijn 14de een iconische held voor mij, die me met ‘Het leugenpaleis’ door mistroostige middelbareschooljaren heeft geloodst. Dat zal, in onze verhouding, altijd wel een rol blijven spelen.»
Peeters «In mijn generatie in Vlaanderen is niemand erin geslaagd om op een ongedwongen manier hip te zijn. De volgende generatie, waartoe Bent behoort, en ook dEUS, is daar dan weer wél in geslaagd. Net als de generatie vóór mij: Roland, Arno, die gasten waren ook cool van nature. Mijn generatie zat wat cool betreft in een soort vacuüm. Je kunt veel zeggen over The Radios, maar niet dat ze hip en cool waren. We streefden dat ook niet na, denk ik – we waren allang blij dat we ons ding mochten doen. Van Bent heb ik altijd gedacht: ‘Die gast is cool, en hij hoeft daar niet over na te denken.’»
Van Looy «Tja, zodra je cool probéért te zijn, ben je verloren.»
HUMO Volgens mij, Bent, ben je je toch erg bewust van de ideale verschijningsvorm waaraan je wil beantwoorden. Alleen al in je kleding lijk je niets aan het toeval over te laten.
Van Looy «Dat is waar, maar dat heeft dan vooral met mijn voorliefde voor vorm te maken. Ik ben beeldend kunstenaar van opleiding. Dat ik ooit drummer ben geworden, had met de vorm van de trommels tijdens het carnaval te maken. In mijn opvatting is iedereen een stripfiguur. En zelf ben ik er ook één. Voor alle duidelijkheid: zonder daarom een karikatuur te zijn.»
HUMO Op Cobra.be zag ik onlangs een filmpje waarin jij, Bart, in 1982 voor ‘Pop-Elektron’ Arno interviewde – ‘L’Apache’ van T.C. Matic was toen net uit. Je vroeg Arno waarom hij geen melodieën zong. Dat leek je jammer te vinden, maar je zei het niet expliciet.
Peeters «Ja, de melodie kwam niet van de zang van Arno, maar de energie dan weer wel. Pas op, ik vind T.C. Matic een erg melodieuze groep, maar dan dankzij de instrumentalisten. Arno is geen zingzanger, wat hij overigens zelf al vaak genoeg heeft gezegd.»
HUMO Zou hij een kans maken tijdens de blind auditions van ‘The Voice’?
Van Looy «Voor zijn stemkleur zou ik me meteen omdraaien.»
Peeters «Ik zou me omdraaien als hij pakweg iets van Brel zou zingen. Melodieën zijn nooit zijn sterkste kant geweest, maar als ik iets van ‘Human Incognito’, zijn jongste cd, op de radio hoor, denk ik toch: ‘Wat een mooie stem heeft die mens.’»
HUMO Jij schrijft vrijwel altijd melodieuze popsongs, Bent.
Van Looy «Ik ben daar zelfs extreem in: voor mij kan een popsong niet melodieus genoeg zijn. Zelfs als ik drum, ben ik in gedachten meer met melodie dan met ritme bezig – het ritme ís eigenlijk een melodie, in mijn geval.»
Peeters «Ik heb gisteren exclusief ‘Pyjama Days’ van Bent Van Looy mogen horen, zijn nieuwe cd, en ik ben helemaal betoverd door zijn akkoordensuites. We maken tijden mee waarin je altijd weer dezelfde twee à drie akkoorden hoort. Ik ben ze zo ongelofelijk beu. Het kan toch niet anders of die akkoordenarmoede wijst op een gebrek aan kennis en kunde?»
Van Looy «Volgens mij is de onderliggende gedachte vooral: ‘Dat is wat mensen willen.’ Gevolgd door: ‘Méér van dat dan maar.’»
'Bart Peeters: ''The Voice' is een muziek-programma, maar nog meer een wedstrijd. Voor mij hoeft dat niet, maar alleen maar mensen tonen die mooi kunnen zingen, werkt vandaag niet meer.'
HUMO Toen ik me op dit gesprek voorbereidde, merkte ik dat je je in interviews nog altijd openlijk ergert aan het verregaande succes en de wereldreputatie van dj’s, Bart, en ook wel aan het geluid waarin ze handelen.
Peeters «Ik woon op de grens van Boechout en Hove. Op bepaalde zomerdagen worden Anneke en ik van twee zijden ons bed uit gejaagd. Aan de ene kant voert de wind Tomorrowland aan (bootst snelle, machinale beats na) en aan Annekes kant van het bed horen we een mooi, complex ritme – sexy grooves die ons vanaf het Sfinksfestival tegemoet waaien: wereldmuziek. Die grooves van Sfinks veranderen voortdurend, maar die machine van Tomorrowland davert maar door, ein-de-loos. Dat is, kortom, zum Kotzen.»
Van Looy «Misschien heeft je leeftijd daar wel iets mee te maken, Bart. Dat soort elektronische muziek draait meer om escapisme – alles vergeten in de roes van het nu – dan om wat voor communicatie dan ook.»
Peeters «Ik wil nog wel toe-geven dat er, door toedoen van Tomorrowland, een niet onaangenaam en niet onvriendelijk sprookjessfeertje rond het dj’en is komen te hangen. Dat maakt het een beetje draaglijker. Vroeger waren dj’s hoofdzakelijk vervelende cokesnuivers die zo nu en dan ‘Make some fucking noise!’ in een microfoon brulden.»
Van Looy «En hun publiek made some fucking noise.»
Peeters «Nu is dat publiek neohippieachtig, maar ’t zijn wel neohippies van rijke komaf die, als ze een meisje zijn, zichzelf al eens een borstvergroting cadeau hebben gedaan op kosten van hun ouders. Ik let op zulke details. De muziek op Tomorrowland is er voor mensen die bang zijn voor muziek. En voor de rest hoor ik er het beatgeworden liberalisme in.»
HUMO Ik herinner me, Bent, dat je tijdens ‘The Voice’ in 2013 je team meenam naar Parijs, waar je toen woonde. Dat was, als ik het goed heb, een oefening in kosmopolitisme. Kort gezegd: je joeg een drom boeren door de lichtstad, om te zien wat er met hen zou gebeuren.
Van Looy (lacht) «Dat was mijn opzet, ja, en voor velen was Parijs choquerend – dat de gemiddelde wandelafstand langer was dan thuis, bracht hen al lichtelijk in de war. Ik geloof in heilzame verplaatsingen: als je jezelf in een andere wereld neerzet, werk je interessante veranderingen in de hand. Ik heb het zelf een paar keer meegemaakt, en ik forceer graag mensen die gewoonlijk niet op veranderingen gesteld zijn.»
HUMO Enig idee hoe je kosmopolitische instelling ooit is ontstaan?
Van Looy «Thuis werd er over vreemde landen verteld en gelezen, maar we gingen haast nooit op reis. M’n eerste palmboom zag ik pas toen ik 18 was, en nog wel in Zuid-Engeland. Ik denk dat mijn kosmopolitisme vooral een tegenreactie is.»
HUMO Bart, jij zingt, ook naar je jongste cd ‘Op de groei’ te oordelen, nog het liefst over je naaste omgeving: ‘Boechout mijn land’, ‘Dennenlaan’…
Peeters «Mijn wereld is een pars pro toto, wat betekent dat ik met mijn deeltje van de wereld de hele wereld bedoel. Ik heb met mijn pars-pro-totorepertoire nog niet zo lang geleden in Frankrijk opgetreden. Franse concertorganisatoren hadden mij opgemerkt op het Sfinksfestival in Boechout, waar ik de affiche deelde met Buena Vista Social Club en Youssou N’Dour. Ze zagen dat we er de boel platspeelden, maar ze wisten natuurlijk niet dat het een thuiswedstrijd voor me was. Goed, wat later stonden we op een festival in Nantes met Franse vertalingen van mijn liedjes en met Franse tussenteksten – mijn Franse schoonbroer had me wat dat betreft gecoacht. ‘On a tout compris,’ kreeg ik achteraf te horen. Ik dacht: ‘Natuurlijk heb je alles begrepen, want ik heb namelijk in het Frans gezongen en gesproken.’ (lacht) Op een bepaald moment waren mijn Franse vertalingen op, en de festivaldirecteur deed teken dat we door moesten gaan. Toen heb ik tot ieders verbazing maar ‘Non non rien n’a changé’ van Les Poppys ingezet. Daarna zijn we gewoon in het fucking Vlaams doorgegaan, en iedereen ging uit z’n dak.
»We hebben ook in Agadir opgetreden, waar ik het publiek, onder wie veel Berbers en vrouwen in boerka – in het Vlaams heb toegesproken. Onze Marokkaanse percussionist zorgde voor een simultaanvertaling. Weet ik veel wat hij zei. Misschien wel: ‘Spaar deze kafir, deze totaal goddeloze lul, vooral niet, en kom nader met uw bommengordels terwijl ik dekking zoek.’ (lacht) Kijk, ik zou niet in Agadir willen wonen, maar dat belet me niet om een kosmopoliet op het podium te zijn.»
'Wat wij menen te weten over God is totale onzin, want het is van a tot z verzonnen door religieuze copywriters'
Voor het vuurpeloton
HUMO Ondertussen woon je niet meer in Parijs, Bent, maar in Antwerpen. Hoe komt dat?
Van Looy «De huisbaas vroeg het dubbele van de huurprijs die ik tien jaar lang had betaald. En na tien jaar had ik niet langer het gevoel: ‘Ik ga hier volgende week iets ontdekken dat ik nog nooit heb gezien.’ Er verandert overigens niet veel in Parijs: ’t is een fantastische stad, maar Parijzenaars houden alles graag bij het oude.»
HUMO Je woonde er net niet meer toen de slachtpartijen van 13 november 2015 zich voltrokken.
Van Looy «Neen, in september ben ik verhuisd, maar ik ben er wel al teruggegaan. In mijn oude buurt zinderen de terreuraanslagen nog na. Bar Le Carillon was het café om de hoek. Parijzenaars, die gewoonlijk erg zelfverzekerd zijn, blijken nu erg onzeker te zijn. Er is ook veel angst: ‘Kom ik vanavond nog wel thuis?’ Dat is erg.»
HUMO Kort na die aanslagen heb jij het liedje ‘Hemel’ geschreven, Bart, dat over religieus geïnspireerde verschrikkingen gaat.
Peeters «In Brussel heerste dreigingsniveau 4 – daar mocht dus niets – en wij speelden in een zaal op 1 kilometer van Sint-Jans-Molenbeek, waar wel mocht worden opgetreden. Iemand van het zaalpersoneel bleek met Salah Abdeslam in de klas te hebben gezeten. Opkomen ‘met een lach en een pasje’, zoals Freek de Jonge het ooit zong, zat er dus niet in. In de dagen die aan dat optreden voorafgingen, heb ik dan maar een nummer gemaakt waarin staat dat geen enkele godsdienst in beginsel haat predikt. En dat er geen gouden lepeltjes en geen maagden zijn. Gek dat ik dat weet – ik ben er nooit geweest – maar ik wéét het. ’t Was een simpel liedje, maar omdat iemand het met een smartphone had gefilmd, kwam het op YouTube terecht, en een dag later was ik al te gast bij ‘RTL Late Night’, de veelbekeken talkshow van Humberto Tan in Nederland. Ik kreeg ook berichten van mensen die dat liedje in het Frans en het Engels hadden vertaald. Dat hoefde allemaal niet.»
HUMO In dat nummer ga je wel uit van godsdienst. In ‘Imagine’ zingt John Lennon: ‘Imagine there’s no heaven / It’s easy if you try / No hell below us / Above us only sky’. Even verder zingt hij: ‘Beeld je in dat er geen religie is.’
Peeters «Mijn vertrekpunt is: ik geloof in God, maar ik geloof niet in zijn plaatsvervangers op aarde. Wat wij menen te weten over God is totale onzin, want het is van a tot z verzonnen door religieuze copywriters.»
Van Looy «Ik heb nooit iets met godsdienst gehad, zodat ik er ook nooit mee heb hoeven te worstelen. Ik zoek troost in een mooi boek, in mooie muziek. Ik snap dan ook totaal niet waarom je in naam van een religie iets doet of iets laat. Nu ja, religie heeft ook iets makkelijks: ze biedt troost wanneer je getroost wil worden, terwijl ik troost veeleer toevallig aantref in boeken of muziek.»
undefined
'Religie heeft iets makkelijks: ze biedt troost wanneer je getroost wil worden, terwijl ik troost veeleer toevallig aantref – in boeken of muziek'
Peeters «Ik heb een kinderlijke visie op godsdienst. Je bent je roots, hè? Mijn grootvader was een verzetsman. Toen hij in het concentratiekamp voor het vuurpeloton stond, namen de Duitsers zich voor de ene krijgsgevangene af te knallen en de andere te sparen. Met de man die naast hem stond, sprak mijn grootvader af: ‘Wie van ons dit overleeft, zal zijn verdere leven ten dienste stellen van Onze-Lieve-Vrouw.’ In de praktijk kwam dat in het geval van mijn grootvader neer op het organiseren van diocesane bedevaarten naar Lourdes. Mijn broer Stijn en ik hebben in onze prille jeugd vaak voor brancardier gespeeld. Ooit had ik een oogontsteking in Lourdes, en ik mocht mee opstappen in de blindenstoet, met een kaarsje. Ik heb mijn hoofd toen in het heilige water ondergedompeld, en weg was mijn oogontsteking! Mirakel! Nu ja, dat een oogontsteking na enkele dagen geneest, is normaal. Maar het idee ‘mirakel’ beviel mij wel.»
Opa pop
HUMO Bart, onlangs is je compagnon de route Hugo Matthysen 60 geworden. Is de lol er dan enigszins af?
Peeters «Absoluut niet. Ik heb de indruk dat Hugo een grote heropleving beleeft. Zijn feest was atypisch voor hem.»
Van Looy «Met dj’s?»
Peeters «En blote wijven, maar laat ik me toch maar aan de feiten houden. Op een bepaald moment nam Hugo zijn gitaar. Ineens doken ook Jean Blaute en Stoy Stoffelen op, waarna Hugo, zeer tegen zijn gewoonte in, zei: ‘En nu emo.’ Ze speelden ‘Mamy Blue’ en ‘Goodnight Irene’: uiteraard voorzien van een lichtjes gestoorde Nederlandse tekst, maar toch wonderschoon. Na verloop van tijd heb ik hun gelederen versterkt, en we zijn nog urenlang doorgegaan. We zijn ook onmenselijk zat geworden.»
HUMO Jij, Bent, bent bijna 40. Hoe word je elegant ouder in de popmuziek?
Van Looy «Misschien moet er een houdbaarheidsdatum op popmuziek staan – ik hou er in ieder geval steeds meer rekening mee dat pop iets voor jonge mensen is. ’t Is zaak om, als je ouder wordt, ándere muziek te maken.»
Peeters «Ik heb op mijn 34ste de popmuziek vaarwel gezegd omdat m’n persoonlijke elastiekje van suspension of disbelief was geknapt. Dat betekende het einde van The Radios, en meteen gaf ik ook het Engels als zangtaal op. En ik ben teruggekeerd naar mijn roots: folk en wereldmuziek. Goden van de wereldmuziek zijn Ibrahim Ferrer, nu 89, van Buena Vista Social Club, en Queen Ida, de koningin van de zydeco, die ik nog heb zien optreden toen ze al diep in de 90 was. In de wereldmuziek is het toegestaan om oud te worden.»
HUMO Jij hebt al een team geleid in ‘The Voice’, Bent. Kon je aan die mensen ook aflezen wat je in zangers en zangeressen zocht?
Van Looy «Neen. Je zit in die draaistoel en je wordt acuut ontroerd door een stem. Of niet. Zo simpel is het. En je persoonlijke referentiekader heeft niets met die ontroering te maken. Mijn tactiek is: zodra ik twijfel, is het neen.»
Peeters «Ik heb de pretentie te denken dat ik na een vocale performance van drie seconden weet wat voor een persoonlijkheid er achter die stem schuilgaat. Wat hachelijk is. Ik wil vaak ook laten merken dat ik níét twijfel. En het gras is altijd groener aan de andere kant: ik ben niet met de zangstem van Helmut Lotti gezegend.»
Van Looy «Ik ben ook geen technisch bedreven zanger. Ik zing omdat ik een liedje wil brengen, maar toch denk ik vaak: ‘’t Moet prachtig zijn om een echte zangstem te hebben.’»
Peeters «Tijdens de workshops van ‘The Voice’ heb ik al gemerkt dat sommige kandidaten zowel Moloko als Patti Smith als Adele als Céline Dion aankunnen en ook nog eens ‘All By Myself’ van Eric Carmen, met toonsprongen van vijf noten.»
HUMO Je kunt je laten meeslepen door virtuositeit.
Van Looy «Neen, ik hoor wel als virtuositeit een lege doos is. Wat ik het meest doe als coach in ‘The Voice’ is: mensen dingen afleren. Alle ballast wil ik weghalen.»
HUMO Wat voor ballast is dat?
Van Looy «Wat je opslaat als je te vaak naar, bijvoorbeeld, Rihanna hebt geluisterd: een teveel aan vocale rococokrullen. Pas op, zijn zulke r&b-versieringen authentiek, dan kunnen ze heel mooi zijn, maar ik zet heel graag het mes in generische r&b-decoratie.»
HUMO Enkele jaren geleden nam je deel aan ‘De slimste mens ter wereld’. Daardoor werd je hier ineens bekender dan je ooit om je muziek en Das Pop was geweest. Gaf dat te denken?
Van Looy «Ik had natuurlijk liever gehad dat Das Pop een begrip was geworden, maar dat bleek niet het geval. Door die quiz kwam ik lange tijd in talloze huiskamers, waardoor ik bijna als een deel van honderden gezinnen werd ervaren. De vuilnismannen wuifden naar me op straat. Ik kreeg geen bier over me heen, ik werd niet uitgescholden: ik werd uitsluitend sympathiek bejegend. Dat was aangenaam, maar tegelijkertijd voelde ik me altijd opgelucht als ik weer op de trein naar Parijs zat.»
Peeters «Koen Wauters vroeg me ooit: ‘Bart, als jij naar de bakker gaat, wat gebeurt er dan?’ Ik: ‘Niets. Ik woon al mijn hele leven in Boechout.’ Koen: ‘En als je in Brugge naar de bakker gaat?’ ‘Ook niets.’ ’t Is te zeggen: de mensen herkennen me uiteraard wel, maar er gebeurt niets ergs. Ga ik in Amsterdam naar de bakker, dan is er altijd wel iemand die mij op iets te assertieve, zeg maar agressieve toon van iets te dichtbij zegt: ‘Weet je wat jíj zou moeten doen?’ En dan volgt er iets betweterigs. Daarmee vergeleken is Vlaanderen een paradijs voor mensen die beroepshalve bekend zijn.»
Het idee Bowie
HUMO ‘My Escape’, Bent, een voorsmaakje van je nieuwe cd, gaat over de behoefte aan een schone lei en een nieuw begin, hoorde ik je op de radio zeggen. Waarom had je daar nood aan?
Van Looy «In mijn leven heb ik al tot twee keer toe schoon schip gemaakt. Met de staart tussen de benen ben ik op m’n 16de van Antwerpen naar Gent gevlucht, waar ik helemaal opnieuw kon beginnen: niemand wist er wie ik was, ik was ineens weer een onbeschreven blad, wat ik als een bevrijding heb ervaren. In Antwerpen had ik het helemaal verknoeid op school. Ik zat ook klem in een rare driehoeksrelatie, en ik had moeilijkheden thuis. In Gent was ik ineens alleen, en in die omstandigheden bleek het veel makkelijker om wél mijn huiswerk te maken en iets op te bouwen. Toen ik op m’n 30ste in Parijs ging wonen, beleefde ik dat gevoel opnieuw.»
undefined
'Hypochondrie is een mannenaangelegenheid. Als ik het zikavirus níét krijg, dan ga ik dat de Schepper verwijten'
HUMO Als ik het goed begrijp, gaat er aan een nieuw begin een crisis vooraf.
Van Looy «Ja. Op een bepaald moment raakte ik onder-gesneeuwd door de verwachtingen van mensen. Wanneer ik in Gent naar een buurtwinkel ging, kwam ik onderweg wel negen mensen tegen die me allemaal naar mijn plannen vroegen. Ik werd me er toen ook van bewust dat ik elke straathoek van Gent kende, en de prijs van een croque-monsieur in elk café. Mijn vriendin was in die tijd net naar Parijs verhuisd. Ik ging haar bezoeken en ben daar gebleven. Ik kwam er weer mensen tegen die níét naar mijn plannen vroegen. Ik was ook een enorme hypochonder, en Parijs bleek de oplossing voor al die problemen.»
HUMO Hoe kwam je hypochondrie tot uiting?
Van Looy «Ik ging twee à drie keer per week naar de dokter, en telkens weer kwam ik met een nieuwe vreselijke ziekte aanzetten. Die dokter ontkrachtte mijn beweringen op een milde manier, wat me opluchtte: ‘Alles kan weer.’ Nauwelijks een paar dagen later dacht ik daar alweer anders over.»
Peeters «Hypochondrie is behalve een mensenrecht ook een mannenaangelegenheid. Mannen zijn zó graag ziek. Als ik het zikavirus níét krijg, dan ga ik dat de Schepper verwijten.»
Van Looy «Ik had het zikavirus jaren geleden al, toen het nog onbekend was (lacht).»
HUMO Ik las, Bent, dat jij elke dag aan de dood denkt, en jij, Bart, hebt er naar aanleiding van het overlijden van je vader, het liedje ‘Wat nog komen zou’ over geschreven.
Peeters «Mensen van mijn generatie komen elkaar stilaan vaker tegen op begrafenissen dan op babyborrels. De dood van mijn vader was tragisch: hij was een kanker- en hartpatiënt en uiteindelijk heeft hij om redenen van dementie de aarde verlaten. Een demente stervende is heel theatraal… Ik zong liedjes met hem terwijl hij bij mijn weten nooit een zanger is geweest. Dat zingen was op den duur zowat de enige communicatievorm die ons nog restte. Maar goed, hij is 83 geworden, heeft een mooi leven gehad en een geweldig huwelijk met mijn moeder. Op de keper beschouwd was de dood van Robert Mosuse, in de fleur van zijn leven, erger.»
Van Looy «De dood van David Bowie is erg, maar als je nagaat hoe intens en onverschrokken hij geleefd heeft, is sterven op je 69ste zo kwaad nog niet. Bovendien is dat oeuvre er nog: het idee David Bowie is belangrijker dan de man David Bowie. Voor óns, bedoel ik. Zijn naaste familie zal daar – terecht – anders over denken.»
Stemmen vs. sterren
HUMO ‘The Voice’ is wellicht minder een springplank dan het deelnemersveld denkt. Je kunt niet zeggen dat de drie laureaten tot nog toe – Glenn Claes, Paulien Mathues en Tom De Man – veel baat bij ‘The Voice’ hebben gehad.
Van Looy «Tom komt uit mijn team. Hij heeft een diamanten stem, maar is hij iemand die er elke dag voor wil ijveren om een wereldster te worden? Neen. Hij zingt in een lokaal bandje, en daar heeft hij vrede mee. En voor de rest geeft hij graag les. Wie ben ik om te zeggen: ‘Tom, ’t zou toch veel beter zijn als je nu de studio induikt.’ Op dat gebied kun je niemand forceren.»
HUMO Ik ga er anders wel van uit dat deelnemers aan ‘The Voice’ branden van ambitie.
Van Looy «Niet noodzakelijk. Heel mooi kunnen zingen impliceert geen gedrevenheid.»
Peeters «De winnaar is meer een stem dan een ster. En een stem is misschien maar één tiende van wat je nodig hebt om een wereldster te worden.
»In mijn prille jaren wilde ik toneelschrijver worden – creatief zijn, maar ondertussen een bestaan in het lage struikgewas leiden. ’t Was de bedoeling dat mijn broer Stijn, mijn fetisjacteur, de openbare figuur zou worden, want hij speelde de hoofdrol in de musical die ik had geschreven. Maar Stijn bleek architect te willen worden, wat volgens hem betekende dat hij de spotlights niet meer kon en wilde opzoeken. Dat was voor mij een traumatiserende mededeling. Uit noodzaak heb ik dan maar zijn plaats ingenomen.»
HUMO Je zei het al aan het begin van dit gesprek, Bent: je bent beeldend kunstenaar van opleiding en je bemoeit je ook met mode en vormgeving. Jullie zijn allebei veelkunners, of toch méérkunners.
Van Looy «Misschien wel omdat we ons moeilijk op één ding kunnen concentreren, maar ik ben anders wel blij dat ik niet aan één discipline vastzit. ’s Ochtends word ik wakker en denk blij: ‘Ha, vandaag televisie! Héérlijk, want gisteren heb ik in een donkere geluidsstudio gerepeteerd.’»
Peeters «Nu ja, al die disciplines houden ook verband met elkaar. ’t Zou heel anders zijn mocht één van ons zeggen: ‘Ik ben ook hersenchirurg.’ Je moet altijd een goede reden hebben om op te staan. Bij mij is dat meestal iets waar adrenaline mee gemoeid is. Daarom is er aan alles wat ik doe ook een fysieke component.»
HUMO Op de televisie ben je anders wel rustiger geworden.
Peeters «Ik kan zelfs op concerten op een krukje gaan zitten en een liedje voor zichzelf laten spreken! Maar dan mag ik niet op de Student Kick-Off staan, waarmee in Gent het begin van het academiejaar wordt gevierd. Het publiek, zowat alle eerstejaars, is gemiddeld 18. Er komt dan zo’n golf van energie op je af dat je denkt: ‘Daar kan ik wel iets tegenover plaatsen, want ik heb nog méér energie.’ Waardoor ik fysiek heel rare dingen begin te doen. Mijn dochter studeert aan de universiteit van Gent. Ze zei me de volgende dag: ‘Papa, jij vloog over ons hoofd en ik dacht: ‘De mensen rondom mij zullen nooit weten dat dat mijn papa is.’»
Van Looy «Een goede reden om op te staan is vaak: iets willen maken, wat vaak neerkomt op: dingen laten gebeuren. En als die dingen dan gebeuren, blijk je in een soort van trance te zitten. Je hebt niet de indruk dat je actief iets aan het doen bent – je bent veeleer een middel, een medium.»
Peeters «En in wat Bent en ik doen, komt het einddiploma nooit in zicht.»
Van Looy «Sterker nog: niemand vraagt je ooit naar dat einddiploma.»
Peeters «Waardoor je blijft denken: ‘Er kan altijd nog van alles.’»