Bart Peeters in Rwanda, dag 5
Een week lang vertoefde Bart Peeters met zijn gezin en Artsen Zonder Vakantie in Rwanda. Vandaag lees je het laatste deel van het dagboek dat hij voor Humo heeft bijgehouden.
Akagera, Rwanda, ochtend.
Onze zoon, die bij ons ligt, maakt ons wakker, er morrelt iemand aan de deur, meermaals. Hij doet open, en ik wik mijn woorden…er staat een aap voor de deur. Het beest is verbluffend assertief en kijkt ons onverstoorbaar aan met een blik van 'Koek, nu! Of ik schijt mijn naam op je gezicht en ik heet niet Jo of Jos!'. De dochters sms’en vanuit de kamer naast ons; Er staat een aap op de gang! Ja! Ja! Een aap op de gang! Dat is gelogen want het zijn er vier. Bavianen die slechts opkrassen in ruil voor koeken. In Akagera lachen ze je uit als je Baboons niet business as usual vindt.
Voor onze missie officieel begon gingen we in de maagdelijke vroegte naar het natuurreservaat van Akagera. Rwanda hoopt ooit veel toeristen aan te trekken, “wild life” zou wel eens de aap in de mouw kunnen zijn, andere economische troeven zijn er niet meteen.
Denise, de Rwandese natuurgids, denkt ecologisch, geen dieren voederen of ze worden lui… We krijgen een Ark Van Noah-gevoel... impala’s, 'pumba’s', krokodillen, nijlpaarden, apen, buffels.. en muskieten die je in het kader van de totaalervaring gratis in je gat prikken.
Het wordt ons duidelijk dat Spielberg de motoriek van vrij rondlopende giraffen en wilde olifanten heeft gebruikt als “motion-capture”-basis voor zijn dino’s in Jurrasic Parc. En zebra’s zijn zo sierlijk, zo pop-art en zo gracieus, dat gewone paarden eventjes de zebra’s van den Aldi lijken.
Denise heeft slecht nieuws: haar collega is buiten het park aangevallen door een buffel, onwrikbare omheining is duur. En het beest heeft er echt werk van gemaakt; gebroken ribben, een verwoeste maag, een sliert darmen naar buiten gebuffeld. De man vecht al 3 weken voor zijn leven in een plaatselijk medisch stulpje, wij geven de coördinaten van het dichts bijgelegen hospitaal dat samenwerkt met AZV. Misschien komt het goed met Jean-Baptiste.
We gaan naar Rilima in het Oosten. We kriskrassen behoorlijk, maar het land is maar zo groot als Belgie. Zes miljoen inwoners, voor de genocide een miljoen meer. Er zijn geen flitspalen in Rwanda, er zijn ook geen wegen waarop je meer kan dan wat rondboemelen.
Rilima oogt armoedig, maar In het Centre Sainte Marie, wordt aan gespecialiseerde kinderorthopedie gedaan. Dokter Emmanuel Nsengiyumva en Arts Zonder Vakantie Maurits Vreugde wisselen hoogstaande knepen van het vak uit.
Dokter Emmanuel is een speciaal geval. Hij mag dan van opleiding een generalist (wij noemen dat 'huisdokter') zijn, hij kreeg zoveel kennisoverdracht van AZV-artsen dat hij een echte topdog geworden is. Hij werd opgeleid door Vlaamse top- orthopedisten zoals Koen De Ridder (knieen, Sint Vincentius, Wilrijk), Dirk Uyttendaele (rug, heupen, voeten, UZ Gent), Greet De Reimaecker (klompvoeten, Pellenberg, Leuven). Qua met je gat in de Orthopedische boter vallen kan dat tellen. Het is al een bescheiden gitarist die alle truuks mag leren van The Edge, Matt Bellamy en Eric Clapton. Op de meest recente snufjes na weet hij alles.
Eigenlijk is Dokter Emmanuel ook een man met een roeping. Hij zou het kunnen afboren in Rilima, waar er kippen door het hospitaal lopen, waar er stromend water en elektriciteit is en dan weer niet. Dat was in al onze “maisons de passage” ook zo, maar een operatie moeten continueren met een emmer, en een mijnwerkerslamp op het hoofd dat is toch andere koek.
Dokter Emmanuel is nu eigenlijk zelf een ontwikkelingssamenwerker in eigen land geworden. Hij zou zichzelf , met knowhow en al kunnen verkopen aan een dure privékliniek in Kigali, en alleen nog rijke Rwandese operen. Maar dat doet hij niet, hij blijft bij zijn arme patiënten. En is klaar om andere 'generalisten' hoog op te leiden.
Ook hier zitten de patiënten vol vrolijkheid, het zijn vooral goedlachse kinderen. Het mystieke dwergmeisje Jeanne de Dieu valt meteen op. Ze lijkt één jaar, maar dat komt door ondervoeding, ze is er zes. Jeanne blijft fysieke toenadering zoeken, ze wil knuffels, en aandacht algemeen, zo’n minimensje is natuurlijk aandoenlijk schattig. Dan zie ik de mama sip kijken, ze denkt iets à la ’Die Peeters gaat hier toch geen Madonnake in Malawi doen...' Om misverstanden te vermijden, mik ik Jeanne netjes weer in de armen van de mama.
We ontmoeten ook Dokter Frans De Weer, een Vlaamse Orthopedist waarover we al veel gehoord hebben. Hij werd, een beetje per toeval de eerste Arts Zonder Vakantie, begin jaren tachtig tijdens een vakantie in Kameroen. De plaatselijke dokters begrepen niet hoe een Westerse dokter erin slaagde congé te pakken. Zelf hadden ze zoveel patiënten dat vakantie nemen onmogelijk was. Waarom kom je hier geen Polio-kinderen opereren? Frans De Weer liet zich vermurwen en kwam een jaar later terug, met collega’s Johan Mattelaer, Roland Bonneux en medisch materiaal, en het jaar daarna weer, en het stopte niet meer. Een opwelling werd een organisatie.
De eerste dokters werden verwelkomd door zwarte kinderkoren : 'Bonjour Les Medecins Sans Vacances!', zo komt de organisatie aan haar opmerkelijke naam.
En nu zijn we dertig jaar verder en “Les Sans Vacances” zijn niet meer weg te denken in Afrika. De uitnodigingen tot partnership komen van de hospitalen zelf, samenwerken met AZV betekent ” hôpital de reference” worden.
Moeder Theresa is dood. De Artsen Zonder Vakantie doen het omdat ze hun kennis willen overdragen, omdat het sneeuwbaleffect zo duidelijk is, omdat ze merken dat hun werk de drempel naar kwaliteitsverzorging in Afrika verlaagt, omdat je trots mag zijn op je eigen kunnen en al helemaal als je talent doorgeeft, omdat het niet verkeerd is iets te betekenen in een wereld die groter is dan je land of je gewest. Omdat de organisatie geolied is en de boekhouding helder. En ook wel omdat Afrika iets met je doet, na Afrika zie je alles in een ander perspectief. Het Afrika-cynisme is mij niet vreemd maar in dit geval zie ik geen enkele reden.
Murakoze!
Bart
Meer over Artsen Zonder Vakantie: www.azv.be.