Bed Rugs - Hard Fun Grand Design
Weinig adjectieven die het zo goed doen in promopraat als ‘psychedelisch’: een gitarist moet tegenwoordig maar een gebatikt T-shirt dragen of het is weer zover. En toch is het die helft van hun identiteit die Bed Rugs voor ‘Hard Fun Grand Design’ tot hun hele wezen hebben gemaakt.
Balzalen aan galm, aanzwellende mellotrons, bongo’s die ‘tonk tonk’ doen – en dat op een dubbelaar: 26 nummers. Daar wordt een mens sceptisch van. Maar nog voor we er 13 doorgejaagd hadden, was ons wantrouwen alweer gesmolten als sneeuw voor een straalkachel. Als iemand de overkant van het bewustzijn van een soundtrack moet voorzien, dan Bed Rugs: schatplichtig aan hun voorbeelden, maar nooit onderdanig. Op de eeuwige aardbeivelden zijn ze seizoensarbeiders, maar ze durven opslag te eisen. Ze verdienen die, want zelfs wanneer het krulletjesbehang weggeschraapt wordt en er voorbij het achttal niet altijd noodzakelijke intermezzo’s wordt gekeken, horen we een plaat waarop Bed Rugs voor elke gram stijl er twee aan inhoud op tafel gooit, en drie aan vakliefde. Geen makkelijk plaatje, aanvankelijk: de hoogtepunten zitten verstopt, maar ze zijn er wel. ‘Risky Trade’, ‘Influenza’ en ‘Spreads’ hadden niet misstaan op debuut ‘8th Cloud’ of op ‘Cycle’. ‘Pandora’ is een hogedrukgebied dat aan de laatste Millionaire doet denken. En ‘Paint’ is een breuk (Een capsule? Een arm? Een hart?) in wondermooie slow motion. Volgens de overlevering zouden er meerdere weckpotten weed gesneuveld zijn bij het maken van ‘Hard Fun Grand Design’: een goede investering.