Benjamin Clementine in De Roma
Benjamin Clementine, een man die eruit ziet alsof Tim Burton hem heeft verzonnen, kleurde onder begeleiding van z’n fantastische Parisian String Quintet zijn oeuvre in Technicolor.
An alien of extraordinary abilities’. Benjamin Sainte-Clémentine las die regel tekst op het formulier van z’n Amerikaanse werkvisum, ging achter z’n klavecimbel zitten en schreef een eigenzinnige, theatrale en soms ronduit ontoegankelijke plaat over de relatie tussen twee vliegen tegen de achtergrond van de migratiecrisis van 2015. Vanavond speelt hij alleen het openingssalvo van die plaat, ‘Farewell Sonata’, bij wijze van ouverture - een palate cleanser voor degenen die tijdens de heenreis per ongeluk de radio aan hadden laten staan.
In Antwerpen laat Benjamin Clementine - hij zal nog liever weer gaan busken in de metrostations van Parijs, dan zijn werk ook maar een haartje MNM-vriendelijker te maken - zich begeleiden door een kwintet strijkers uit Parijs. Een kwintet dat een innemende, haast transcendente schoonheid toevoegt aan het oeuvre. Ze winden er geen doekjes om: de arrangementen! O, de arrangementen! ‘Condolence’ - uiteengetrokken proza dat in Antwerpen nog net iets meeslepender neerdaalt, nog net iets dieper snijdt en nog net iets beleefder tegen de trommelvlies klopt - doet de studioversie moeiteloos verwelken.
De strijkers kleuren gebieden in Technicolor die tot voor kort alleen in zwart-wit verkrijgbaar waren. Om maar te zeggen: niemand heeft voorspeld dat vol schietende traanbuizen al zo vroeg in de planning stonden. De enige vraag die zich opwerpt tijdens een vurig ‘I Won’t Complain’ - enkel vergezeld door de schreiende cello van bandleider Barbara Le Liepvre - is of een staande ovatie na de eerste tien minuten van een set echt not done is. Achter op het balkon proest iemand uit: ‘You’re great!’ Want het was ‘great’. Weer prijs: ‘Nemesis’ - voordien het enige ‘soort van’ popliedje in Ben’s catalogus - krijgt een surrealistisch hoempapa-arrangementje toegestopt.
undefined
En dan toch: Benjamin kan het niet laten om even later een sliding te maken en Het Moment te tackelen. Daar houdt hij nog het meest van: ons, het publiek, bij de lurven pakken, de teugels strak aantrekken, zo nu en dan een wilde hengst geven en dan in een bombastisch ravijn vallen met een gutturaal gegrom of een exorbitante uithaal. ‘Cornerstone’ - ‘Ik schreef dit lied in een doos en zing het nu in een grote doos’ - eindigt onder de douche, expressionistisch blèrend. Prachtige melodieën meanderen en treden - zoals altijd bij Benjamin Clementine - uiteindelijk buiten de oevers. Conformeren is voor hem de grootste zonde. Het moet spannend blijven.
‘Reken het mij niet aan als ik fouten maak. Fouten maken we namelijk allemaal.’ Tijdens bis onthult Ben nieuw materiaal. Een nieuwe song die hij zowat ter plekke schrijft. ‘I’ll show you who I am without all the glitter and glam...’. Blootvoets, z’n haar als tulband rond het hoofd gewikkeld, blik op oneindig, z’n derrière half op een barkruk. Nina Simone, een beetje Screamin’ Jay Hawkins, maar toch vooral en meer dan ooit: zichzelf. De linkerhand zwerft over de klavier op zoek naar hypnotiserende loops, met de rechter zwiert hij door het luchtledige, als een dominee die voor z’n gemeente staat te oreren. De souplesse, de schwung, het op slordigheid afstevenende (ongemakkelijke) charisma.
We weten allemaal dat hij die microfoon onder zijn kin eigenlijk niet nodig heeft. Zingen doet hij steevast met trillende huig, alsof hij z’n stembanden aan flarden probeert te trekken. Er staat iets op het spel als Benjamin Clementine zingt, net zo als er iets op het spel stond toen Nina Simone zong. Hoewel de contrasterende tonen die hij doorgaans maar al te graag op elkaar afketst, door het strijkkwintet zo zorgvuldig mogelijk in elkaar worden geweven, blijft vervreemding het belangrijkste Leitmotiv in zijn muziek. Het is het Leitmotiv van z’n leven.
‘t Zou trouwens even goed de ondertitel van zijn biografie kunnen zijn: ‘Benjamin Clementine, an alien of extraordinary abilities’.
undefined