Bert van het concert: André Brasseur
Volgende week woensdag en pleine forme op het podium van de Roma in Borgerhout: André Brasseur en zijn onafscheidelijke hammondorgel. De eerste mocht onlangs 77 kaarsjes uitblazen (‘Bij de 56ste kaars kreeg ik het moeilijk, maar nadat ik mijn tweede adem had gevonden, waren de resterende 21 een koud kunstje’); de tweede doet al meer dan 53 jaar dienst. Faut le faire!
André Brasseur «Ik heb mijn orgel in ’63 gekocht, en ik speel er nu nog altijd op. Eén keer heb ik me een lichter, moderner model aangeschaft, dat in een flightcase paste: de crewmannen waren tevreden, maar ik vond het geluid bij nader inzien helemaal niks. Ik ben héél snel teruggekeerd naar mijn oude liefde.»
HUMO Naar verluidt noemt uw entourage u weleens Andréke Bricoleurke, omdat u uw eigen orgel herstelt.
Brasseur (lacht) «Ik heb thuis een klein ateliertje, met wat soldeerbouten en zo. Bij een kleine panne kan ik mezelf dus wel uit de slag trekken. Want – moet u weten – zo’n hammondorgel, dat is nog echte ouderwetse elektromechanica. Véél gemakkelijker te repareren dan die softwaregestuurde elektronica van tegenwoordig. Het is zoals met de moderne auto’s (lacht).»
HUMO Vroeger was alles beter, meneer Brasseur.
Brasseur (mijmerend) «Ik herinner me, ik was nog student, en op een gegeven moment hadden mijn huisgenoten en ik de toestemming gekregen om een piano naar de eerste verdieping te zeulen, zodat ik kon repeteren. Maar eenmaal het gevaarte boven stond, bleek er een balk in de weg te zitten. Wat deden we? We zaagden simpelweg die balk in tweeën! (lacht luid) Zoiets zou je in deze tijd niet meer kunnen uithalen. Maar de jaren 60 waren geweldig, hè: de mensen waren blij, er was werk genoeg, en in de cafés werd vrolijke muziek gespeeld. Place De Brouckère stond op een gemiddelde zaterdagmiddag vol met muzikanten; nu lopen er gewapende para’s rond. Nee, er is niet veel reden tot optimisme.»
HUMO Gelukkig is uw muziek er nog.
Brasseur «Dank u vriendelijk.
»Ik ben nog altijd lichtjes beduusd door wat er in minder dan een jaar tijd met me is gebeurd. Ik heb een compilatiealbum uitgebracht en een nieuw orkestje gevormd, en we zijn al maandenlang aan het touren. Vooral Pukkelpop – vijf sterren in alle kranten! – zal ik me altijd blijven herinneren. Wij dachten vooraf dat dat een festival voor louter jonge mensen was, maar tijdens ons optreden zag je alle leeftijden zingen en dansen, en op het einde scandeerden ze allemaal: ‘Merci André!’ Ik denk dat veel mensen verrast waren om nog eens een groep te zien die níét valsspeelde: onze gitaar klonk als een echte gitaar, onze contrabas als een echte contrabas. En op dat pad gaan we door: we hebben een hele rist concerten in het verschiet, en volgend jaar zou er een nieuw album moeten uitkomen. Er staat nog geen enkel nummer in de steigers, maar dat komt wel goed. Wie was het ook weer die ooit zei: ‘Mijn nieuwste boek is af. Ik moet het alleen nog schrijven’.»