Bert Wagendorp: 'Stop met dat gezeur over doping en corruptie in de sport'
Mocht u nog nooit van de Kees Fens-lezing gehoord hebben: geen nood, wij ook niet. Wat u moet onthouden, is dat schrijver, Volkskrant-columnist en wielerliefhebber Bert Wagendorp ze dit jaar voor zijn rekening mag nemen. ‘Fictie moet de sport redden’, zo heet het traktaat dat hij nu woensdag in De Rode Hoed in Amsterdam zal voorlezen, en dat ook in boekvorm wordt gepubliceerd.
Bert Wagendorp «Sport op zich is betekenisloos. Een etappe in de Tour gaat van A naar B, en wordt gewonnen door renner X of Y. In wezen is dat volkomen oninteressant, tenzij de verslaggever over X weet te vertellen dat hij een boerenzoon is wiens moeder hem al jong ontvallen is, en wiens vader maar één been heeft. Het enige wat er in de sport toe doet, is het creëren van verhalen. Alleen zijn er erg weinig sportjournalisten die dat begrepen hebben. In de gemiddelde voetbaltalkshow zitten vier bloedserieuze heren een wedstrijd te analyseren alsof de wereldvrede ervan afhangt. Als de dóód zijn ze om een beetje relativering toe te laten, want wat blijft er voor hen nog over wanneer de kijker in de gaten krijgt dat het allemaal niet zo belangrijk is?»
HUMO En dus?
Wagendorp «En dus hebben we meer sportjournalisten nodig die weten hoe ze een verhaal moeten vertellen, en die in staat zijn om die dodelijke sérieux te doorprikken. Wijlen Kees Fens, de toonaangevende literaire criticus die op latere leeftijd sportcolumns ging schrijven, had dat lang geleden al in de gaten. En zijn opvolger bij De Volkskrant, Jan Mulder, al net zozeer. Als Jan in zijn column schreef dat hij als sterspeler van Anderlecht na afloop van een wedstrijd samen met Catherine Deneuve in een taxi was beland, deed het er niet toe of dat echt gebeurd was of niet.
»Nu wil ik wel een onderscheid maken tussen de verhalen die door journalisten worden verteld en de verhalen die uit de koker van pr-lui komen. De grote sporten zijn alsmaar megalomaner aan het worden; het zijn hoe langer hoe meer echte industrieën, die hun product zo goed mogelijk proberen te verkopen en te beschermen. Dat houdt in dat er positieve verhalen gecreëerd worden over sterren als Usain Bolt en Lionel Messi, en dat negatieve verhalen zoveel mogelijk geweerd worden. Een jaar geleden heb ik het boekje ‘Vals spel’ geschreven, waarin ik betoog dat de grote sporten afgesloten, zichzelf controlerende systemen zullen worden. Dat Belgische voetbalschandaal van onlangs was alleen maar een teken dat het Belgische voetbal de zaak nog niet helemáál onder controle heeft. Men zou een voorbeeld moeten nemen aan het Amerikaanse basketbal, waar dat soort verhalen al lang niet meer naar buiten komt: ’t gaat daar enkel nog over hoe geweldig alles is.»
HUMO Is dat een goeie zaak?
Wagendorp (haalt de schouders op) «Het is onvermijdelijk. En eerlijk, als sportconsument zit ook ik niet te wachten op dat eeuwige gezeur over doping of corruptie. Vertel mij maar een mooi verhaal. Ik kijk naar sport als naar een mooie film: wat maakt het mij uit dat Robin Hood eigenlijk niet écht Robin Hood is, maar een acteur die hem speelt?»
Bert Wagendorp, ‘Fictie moet de sport redden’, Athenaeum