Bill Buford - Hitte
Bill Buford is de mythische ex-frontman van het Britse literaire magazine Granta, waar hij onder meer literair talent als Salman Rushdie ontdekte. Op gezette tijden pleegt hij zelf een boek: zo ging hij in het begin van de jaren negentig op zoek naar de ziel van de Britse voetbalhooligan, wat resulteerde in de bestseller 'Tussen het tuig'.
'Hitte'
fly on the wall
pasta fresca
Dante
'le mie opere'
Er zit best veel lekkers in 'Hitte': smakelijk bericht Buford over zijn uitschuivers als kok, pastamaker en leerling-slager. Door zijn sneltreinproza heen schemert de prettige waanzin van het keukenpersoneel van 'Babbo', hun obsessie met eten en elkaar voeden, het slavenlabeur dat hen verbindt, de botte maar subtiele omgangsvormen in de kleine keukens, waar een kontstoot de munteenheid is voor respect. 'Stoot me nooit meer aan, klootzak, of je ligt buiten,' snauwt Mario Batali, de chef van 'Babbo' een hulpje toe. 'Dit is mìjn keuken. Níémand stoot mij hier.'
Maar nooit wordt in die honderden bladzijden helemaal duidelijk waarom Buford die initiatie jarenlang volhoudt. Vindt hij pasta gewoon onverantwoord lekker? Of is het toch de last der jaren die begint te wegen? 't Is niet ondenkbaar: Buford is een levenslang voorstander van 'writing by boys', ook al zijn ze dan van middelbare leeftijd. Meer nog dan tomatensaus en runderingewanden spat in 'Hitte' het testosteron van het blad. Om vooral niet de indruk te wekken dat de ruime omgeving van kookfornuizen bevolkt wordt door vrouwen - of stel je voor! - mietjes, hamert Buford in interviews nogal op de gelijkenissen tussen chefs en hooligans.
Soms heeft Bufords queeste veel weg van een amechtige krachtmeting met Mario Batali, de chef van Babbo, die door het leven gaat als een buitenmaatse televisiekok, een soort karikatuur van wat Amerikanen zich bij een Italiaanse chef voorstellen. Larger than life, aards, rond, luid, liederlijk, imposant, vol rauwe seksuele energie. Buford wil óók imposant zijn en rauwe seksuele energie tentoonspreiden. Als hij het met Batali over de sottofesa heeft (een moeilijk te identificeren onderdeel van een koebeest), en Batali moet bekennen dat hij 'geen idee heeft waar Buford het over heeft', schrijft Buford: 'Wow. Op dit kleine gebied van deskundigheid wist ik meer dan Mario.' Het klinkt als: 'Eindelijk.' De midlifecrisis gesmoord in fijne olijfolie en kolkend pastawater, uitgebeend met het Toscaanse slagersmes.
Pas ruim voorbij bladzijde driehonderd gloort een Kritische Vraag aan de einder, als Buford zich afvraagt waarom voedselfanatici zulke 'dichterlijke freaks' zijn, waarom hun gesprekken na een tijd zo aftands klinken. Interessant uitgangspunt om eens een boek aan te wijden: als slotakkoord van een honderden bladzijden aanslepende rapsodie valt het wat magertjes uit.