Bill Janovitz blikt terug op de carrière van Buffalo Tom
‘Toen ik met Buffalo Tom begon, deed ik dat niet om gratis bier te kunnen drinken of om grieten aan de haak te kunnen slaan. Ik wilde maar één ding: nummers maken die langer zouden voortleven dan het cd’tje waarop ze gestanst waren.’ Bill Janovitz, schrijver en uitvoerder van minstens een half dozijn tijdloze wereldsongs, blikt terug op de carrière van Buffalo Tom, en vooruit naar zaterdagavond acht uur: dan speelt de groep op Crammerock.
Zeker sinds hun doorbraakplaat ‘Let Me Come Over’ uit ’92 grossiert Buffalo Tom eerder in langoureuze, langzaam uitwaaierende, in wezen tijdloze popsongs als ‘Taillights Fade’, ‘Wiser’ en ‘I’m Allowed’ dan in overstuurd gitaargeweld. En houthakkershemden hebben de leden nooit gedragen. Buffalo Tom, zo mag men stellen, is ondanks zichzelf bekend geworden: nooit hebben ze ergens bij gehoord, nooit hebben ze een duidelijk afgelijnd imago gehad, nooit hebben ze zich met drank, drugs of groupies ingelaten. En een poster boy à la Cobain of Vedder is frontman Bill Janovitz nimmer geweest. ’t Is de muziek en de muziek alleen die altijd heeft geprimeerd, met inbegrip van een solide livereputatie – gaat dat zien, zaterdagavond om acht uur op het Main North-podium.
Bill Janovitz (aan de telefoon vanuit Boston) «Hoe groot is Crammerock, weet jij dat? Ik had tot voor kort nog nooit van dat festival gehoord.»
HUMO Ik schat dat er zo’n 20 à 25.000 man op afkomt.
Janovitz «Wow, dat is groter dan ik had verwacht. We hebben al een tijdje niet meer voor zo veel mensen opgetreden, om eerlijk te zijn – tegenwoordig spelen we veelal in clubs en op kleinere festivals. Niet dat dat me deert, overigens: ik vermaak me uitstekend.
»Kijk, ik weet niet of dit een schokkende uitspraak is, maar zelf beschouw ik alles wat Buffalo Tom sinds de comeback in 2007 gedaan heeft, als een toegift. Ik zie het zo: in de jaren 80 en 90 hebben we alles verteld wat we als band te vertellen hadden. Met iedere plaat probeerden we de bakens weer wat te verzetten, maar na ‘Smitten’ (uit ’98, red.) waren we stilaan opgebrand, zoals zo veel bands van onze lichting. We hebben toen besloten om een lange pauze in te lassen, vanuit het idee: over een paar jaar staan we er weer. De meeste andere bands zouden gesplit zijn, en eerlijk: uit financieel oogpunt hadden wij dat beter ook gedaan. Dan hadden we nu vrolijk op de reüniekar kunnen springen en een lucratieve tournee kunnen ondernemen. Maar goed, officieel zijn we dus nooit gesplit; we zijn enkel een tijdje van de draaimolen gestapt. Al die tijd hebben we nog wel eens een optreden links en rechts gegeven, en zelf ging ik ook wel eens op tournee met mijn soloplaten, maar pas in 2007 zijn we teruggekomen met een nieuwe plaat, ‘Three Easy Pieces’. Die plaat en ook de opvolger ‘Skins’ (uit 2011, red.) zijn wat mij betreft niet meer dan kersen op de taart die Buffalo Tom heet. De taart zelf hadden we al een decennium eerder voltooid.»
HUMO Op ‘Three Easy Pieces’ staat wel één van de beste songs uit jullie rijke catalogus: ‘You’ll Never Catch Him’.
Janovitz «Dankjewel, ik vind het zelf ook een geslaagd nummer.»
HUMO ’t Is een wereldsong, meneer Janovitz. En desondanks nooit of amper op de radio te horen geweest. De enige reden die ik daarvoor kan verzinnen, is dat Buffalo Tom in 2007 niet hip genoeg bevonden werd door de radioprogrammatoren.
Janovitz «Daar zit iets in, ja. Al heeft het er volgens mij ook mee te maken dat we eind jaren 90 grotendeels gestopt zijn met touren. Waren we al die tijd een tourende band gebleven, dan hadden we wellicht voor de volle 100 procent van onze muziek kunnen leven, en dan hadden we wellicht ook een pr-dame op de loonlijst kunnen zetten die wat druk had uitgeoefend op radiozenders en platenbobo’s. Maar het punt is: eind jaren 90 begonnen we alle drie kinderen te krijgen, en we hadden nu eenmaal geen zin om vaders te worden die hun kinderen nauwelijks zien. Onlangs nog las ik een dubbelinterview met Jeff Tweedy (van Wilco, red.) en zijn 18-jarige zoon Spencer, met wie hij binnenkort een plaat uitbrengt (‘Sukierae’, releasedatum 16 september, red.). Spencer heeft het in één passage over de tijd dat hij nog een kind was, en over hoe Jeff toen altijd weg was. Ik vond het heel aangrijpend, en het bevestigde me nogmaals in mijn overtuiging dat ik destijds de juiste keuze gemaakt had door met touren te stoppen. Dat Wilco anno 2014 een grotere band is dan Buffalo Tom, neem ik er voor lief bij. Ook al omdat ik Wilco een warm hart toedraag.»
HUMO Houden je kinderen van Buffalo Tom?
Janovitz «Ze hebben er niets tegen, laat het me zo zeggen (lacht). Mijn dochter Lucy is 15 en luistert vooral naar hedendaagse indiemuziek: Vampire Weekend, Arctic Monkeys, Death Cab for Cutie, dat soort dingen. Mijn zoon Will is nog maar 9 en is vooral geïnteresseerd in voetbal. Ze kennen allebei wel veel Buffalo Tom-songs – omdat de zomer op zijn einde loopt, zijn ze nu helemaal into ‘Summer’. Fijn, want ik ben trots op die song.»
Uit de kosten
HUMO Je kunt niet voor de volle 100 procent van je muziek leven, zeg je. Wat doe je dan nog voor de kost?
Janovitz «Laat me je eerst iets bekennen: veruit het meeste geld dat we ooit met Buffalo Tom verdiend hebben, kwam uit commerciële exploitatie van onze muziek. Nike en Pontiac hebben ooit muziek van ons gebruikt voor tv-spotjes – ‘Tree House’ en ‘Sodajerk’ – en dat heeft ons bepaald geen windeieren gelegd. Indertijd werd je als rockgroep nog met een scheef oog bekeken als je zoiets deed – het heette dan dat je aan uitverkoop deed – maar zelf heb ik er nooit gewetensproblemen mee gehad: het liet ons toe om uit de kosten te raken.
»Maar om op je vraag te antwoorden: zoals je misschien weet, heb ik twee boeken geschreven over de Rolling Stones, eentje over ‘Exile on Main Street’ en een ander dat ‘Rocks Off’ heet. En sinds 2001 zit ik in vastgoed: ik verkoop huizen in mijn woonplaats Lexington, een tamelijk welgestelde buitenwijk van Boston. In de jaren veertig van de vorige eeuw kochten bekende architecten er boerderijen op om ze in modernistische, Bauhaus-achtige woonhuizen te transformeren: die huizen zijn mijn corebusiness.»
HUMO Bill Janovitz een huizenmakelaar: wie had dat gedacht?
Janovitz «Welja, ik moet wel. Ooit droomde ik ervan om een carrière uit te bouwen zoals die van Van Morrison of Nick Cave. Die mannen hoeven geen huizen te verkopen om rond te komen: ze hebben als artiest een zodanige status bereikt dat het publiek hen blindelings volgt. Die droom heb ik nooit kunnen waarmaken. En als ik eerlijk ben, betreur ik dat ook. Maar kijk, toen ik met Buffalo Tom begon, deed ik dat niet om gratis bier te kunnen drinken of om grieten aan de haak te kunnen slaan. Ik wilde maar één ding: nummers maken die langer zouden voortleven dan het cd’tje waarop ze gestanst waren. En in alle bescheidenheid meen ik dat ik dat met Buffalo Tom ook gedaan heb. Een song als ‘Taillights Fade’ is een blijver.»
HUMO Ik heb ‘Larry’ altijd nog een beter nummer gevonden.
Janovitz «Ah, nu we het toch over Van Morrison hadden: ‘Larry’ is pure Van Morrison, maar dan met de Marshallversterkers op negen. Die song heeft een extatische vibe; ’t is als een golf die je over je heen laat stromen.»
HUMO Jullie laatste plaat dateert alweer van drie jaar geleden. Mogen we nog ooit nieuw werk verwachten?
Janovitz «Weet ik niet. De leden van Buffalo Tom hebben niet veel tijd om elkaar te ontmoeten en over die dingen te discussiëren, omdat we allemaal onze eigen levens leiden. Maar hey, misschien dat we er op dat festival in België nog eens over praten. We’ll see. In ieder geval verheug ik me nu al op onze Benelux-tournee (Buffalo Tom speelt op 4 en 5 september ook in Nederland, red.). Ik hoop wel oprecht dat we onderweg naar Crammerock niet wéér panne hebben, zoals we dat ooit al eens meegemaakt hebben op een Belgische snelweg (lacht).»
HUMO In 1994, toen jullie op Torhout/Werchter speelden.
Janovitz «Juist. Onze geluidsman had onderweg van Torhout naar Werchter per ongeluk benzine getankt in ons dieselbusje: daar stonden we dan met een rokende motorkap langs de kant. En omdat een ongeluk nooit alleen komt, kwam toen juist een krantenfotograaf voorbijgereden, die is gestopt om toffe foto’s van ons te schieten. En waddayaknow, de volgende dag prijkten we zowaar op de voorpagina van een krant genaamd Het Volk.»
HUMO Kijk, dát kunnen Nick Cave en Van Morrison dan weer niet zeggen.
Janovitz «Nope (lacht). Wees maar zeker dat ze groen van jaloezie uitslaan.»