Black Mountain - In the Future
Die ochtend pik je in de platenwinkel 'In the Future' uit de bakken, de nieuwe van het Canadese kwintet Black Mountain. 'Adembenemend! Retrorock van de toekomst!' schreef je lijfblad. Je koopt 'm blindelings.
Je komt thuis, waar je Stella staat en het kleinood spoorslags in je cd-speler verdwijnt. Een fractie later rollen de riffs als woeste Vikingen uit de speakers. Wow!
Het lijkt wel alsof die van Black Mountain de vinylcollectie van je pa (grijsharige hippie, luistert énkel naar Classic 21) geplunderd hebben: ze trekken lijntjes tussen alles wat rockte - loeihard en keizacht - in de late jaren zestig, vroege jaren zeventig. Je hoort boogie en blues, kraut en folk, acid en stoner, prog en psychedelica. Je denkt aan The Velvet Underground, Jefferson Airplane, Buffalo Springfield, Fairport Convention, Deep Purple, Black Sabbath, Led Zeppelin en Vele Anderen. Ja, 'Wild Wind' (1'43'') had van Bowie kúnnen zijn, en 'Bright Lights' (16'41'') van de donkerste, gemeenste Pink Floyd, maar 't is pure Black Mountain. De sherpa's van voorman Stephen McBean zijn geen lijkenpikkers: ze ploeteren door de modder voor hun kunst en overstemmen hun invloeden moeiteloos.
Na een dozijn draaibeurten haal je er - een beetje suf getold toch - de teksten bij. 'In the Future' schetst een akelig plaatje: Bush-klonen grijpen de macht, het bloed druipt van de muren en we gaan er allemaal aan. Niet dat je Black Mountain kan verdenken van vergezochte hocus pocus: overdag zijn McBean en co. bijna allemaal in de weer als welzijnswerkers; ze wéten hoe de zelfkant van onze samenleving eruitziet.
En 'In the Future' is ook een pleidooi om de ketens af te schudden ('so quit all that running,' sust 'Stay Free'). 'Nooit over de top, altijd erop,' luidde het nog in je lijfblad. Je laat 'Tyrants' - een song die knalt als het laatste oordeel - nog eens voorbijkomen en je besluit: inderdaad.
De avond valt en het daagt je dat je die dag domweg niet bent gaan werken.
Toptrack: Tyrants