Bravoure uit de Balkan: Anderlecht-trainer Besnik Hasi
Zes op zes voor Anderlecht, en dus ook voor Besnik Hasi. Vorig seizoen deed de gewezen hulptrainer een ploeg die paars en wit tegelijk uitsloeg opnieuw blaken van gezondheid en alsof dat nog niet miraculeus genoeg was, haalde hij ook de verloren gewaande titel binnen. In Humo blikt hij deze week terug op die reddingsoperatie.
Besnik Hasni «Er werd wel degelijk naar mij geluisterd, ik had een zekere impact. Zowel John (Van den Brom, red) als het bestuur respecteerden mij, mijn ideeën werden gebruikt. Maar: niet allemaal. En dat is logisch.
»Ik heb vorig seizoen een ploeg overgenomen waar niks van veerkracht meer in zat. Die groep was helemaal in slaap gewiegd.
»Ik deed inderdaad bijna alles anders dan John (Van den Brom, red.). Maar wat moest ik doen? Nog eens alles proberen wat hij ook al had geprobeerd? Alles was al mislukt, ook dingen waar ik zelf voor honderd procent achter stond, dus ik moést wel iets nieuws doen.
»Aangezien het bestuur me had gezegd dat ik in aanmerking kwam om John op termijn op te volgen, kon ik het niet maken om tegenover de voorzitter of de manager kritiek te uiten op John, want dan zou het lijken alsof ik voor mijn eigen winkel aan het spreken was. Was ik Jean Dockx geweest, iemand die zijn hele leven lang assistent zou blijven, dan had ik het bestuur wellicht wél gezegd: ‘Mannekes, het gaat echt niet goed meer.’
»Ik wil beter doen als trainer dan als speler. Ik was geen topper, hé. Ik heb het maximum uit mijn carrière gehaald, maar ik zou er als trainer graag nog meer uit halen.»