Journalist Michiel Martin. Beeld Eva Beeusaert - RV
Journalist Michiel Martin.Beeld Eva Beeusaert - RV

tournée minérale

‘Brief aan mijn vader en zijn generatie: jullie drinken te veel. En te vaak’

Vorige week schreef De Morgen-journalist Michiel Martin een brief aan zijn vader. Er is binnen de Vlaamse bevolking geen groep die zo’n problematische omgang met alcohol vertoont als mannen tussen de 55 en 75, en daar is zijn vader - helaas - een schoolvoorbeeld van. Lees hier de bewuste brief, die inmiddels al heel wat stof deed opwaaien.

Michiel Martin

Dag pa,

Niet schrikken, maar ik heb een brief aan je geschreven. Hier, in die mooie gazet die al jaren bij je in de bus valt - dat leek me minder gedoe dan een postzegel kopen. Bovendien is hij niet alleen voor jou bestemd. Hij is evengoed voor je kameraden en copains, voor je generatiegenoten, voor Geert en Dirk en Stefaan die ergens tussen Westvleteren en Achel in hetzelfde straatje zijn beland. Ik weet dat jullie het niet graag zullen horen, zeker nu jullie al wekenlang murw geslagen zijn met verhalen over Dry January en Tournée Minérale. Maar ik ga het toch zeggen, Walter:

jullie drinken te veel.

Weet dat ik deze brief niet met vermanende vingers heb neergetikt. Ik heb de bedenkelijke blikken gevoeld, van collega’s of experts die stilletjes opperden dat ik je hiermee genadeloos onder de bus gooi. Dat ik je ga ‘exposen’. Maar - dit zinnetje zal later nog terugkeren - het moet zo zijn. Ik hoop dat je dat begrijpt.

Onlangs ben ik ’s nachts thuisgekomen na een avondje uit en onophoudelijk beginnen te snikken in het midden van de woonkamer. De ironie wil in benevelde toestand, en dat juist jij dan mijn hersenspinsels doorkruist. Ik fantaseerde hoe mijn dochter, die binnenkort het levenslicht ziet, met haar eerste schoolrapport komt aandraven. En ik zeg: ‘Opa zou trots geweest zijn.’

Zou geweest zijn. Gesproken in de vernietigende wijs. Mijn hoofd gaat er blijkbaar van uit dat je er tegen dan niet meer bent. Mijn lichaam brak op dat moment, in duizend stukjes, omdat het jouwe de voorbije jaren als geheel achteruit slentert.

Overgewicht. Hoge bloeddruk. Te veel cholesterol. Je tikt alle vakjes aan van ‘de 60-jarige man die jarenlang en veelvuldig alcohol heeft gedronken’. Dokter Hans Van Vlierberghe (diensthoofd maag-, darm- en leverziekten in het UZ Gent) ziet ze zo regelmatig passeren in de polikliniek. Samen met een verstoorde levertest. De een geeft het grif toe, de ander wandelt er met etalagebenen omheen, sommigen zweren zelfs ‘op het hoofd van hun kinderen’ dat ze niks meer aanraken, zegt gastro-enteroloog Isabelle Colle (ASZ Aalst). Maar het verdict is niettemin gelijk:

jullie drinken te veel.

Topdokter Hans Van Vlierberghe over onze lever: ‘Alcohol is altijd schadelijk, zelfs één glas per week’

Een trage optelsom

Mannen tussen 55 en 74 jaar zijn het vaakst probleemdrinkers, blijkt uit de meest recente Vlaamse preventiebarometer van Sciensano. Een op de vijf drinkt meer dan tien glazen per week, wat - in overeenstemming met de Vlaamse richtlijn, die tien van die standaardeenheden per week als limiet hanteert - als ‘riskant alcoholgebruik’ te boek staat.

‘En geen Engelse glazen, hé’, zegt klinisch psycholoog Yannic van Gils, die in ziekenhuisnetwerk GZA het zorgpad alcohol coördineert. Dat een standaardeenheid geen halve liter of een tot de rand gevuld wijnglas is, komt wel vaker aan bod in de eerste sessie. Bij sommige patiënten gaat die zelfs volledig op aan onderricht. Ze belanden er meestal omdat een arts aan de alarmbel trekt. In die zin is het niet zo vreemd dat er in januari alleen maar 55-plussers op het appel verschenen bij GZA.

Alcohol is namelijk een trage optelsom. Het doet de lever vervetten. Verhoogt het risico op hart- en vaatziekten of slokdarm-, lever- en darmkanker. Verergert psychische klachten zoals stress, angst en slaapstoornissen. Paart niet goed met medicijnen - zoals de cholesterolpillen of bloeddrukmedicatie die veel problematische drinkers sowieso al nemen. Zo kan je wel een tijd doorgaan.

Volgens de gerenommeerde Britse expert David Nutt is het ‘moeilijk om een orgaan te noemen dat er níét door wordt aangetast’. Het is een complexe mix aan gezondheidseffecten ‘die finaal tot een verlaagde levensduur leidt’, zegt ook Van Vlierberghe. Meteen de reden waarom het aantal probleemdrinkers bij de groep 75-plus weer sterk afneemt. Of ze hebben een radicale omslag gemaakt, of ze zijn niet meer onder ons.

Ik denk dat jij dat allemaal wel weet, pa. Hoogopgeleide mensen zijn doorgaans beter geïnformeerd, maar ze drinken daarom niet minder. Integendeel. De impact wordt weggewuifd, Jean-Luc Dehaene indachtig: ‘Een probleem moet je pas oplossen als het zich stelt.’ Het probleem heeft zich gesteld bij jou, enkele maanden geleden. Een zware jichtaanval in de handen. Ferm op weg richting diabetes type 2. ‘Een wake-upcall’, zei je.

Je bent intussen 14 kilo vermagerd - maar je stond wel érg zwaar. Je bent minder gaan drinken - maar je dronk wel érg veel. Ik ga het voorlopig dus nog niet van de daken schreeuwen. Je hebt al eens op dit punt gestaan, jij en zovelen met je. Bijna de helft van wie riskant alcoholgebruik vertoont, heeft de afgelopen twaalf maanden proberen te minderen. In dat cijfer zit een hardnekkige waarheid vervat: het is verdomd moeilijk om ingesleten gedrag aan te pakken.

En het is zo verdomd makkelijk om de riem weer een gaatje verder aan te slaan. Dan drink je weer eens drie Duvels - zes standaardeenheden - op een doordeweekse woensdagavond. ‘Een zeurmomentje’, zei je, en ik slikte mijn bezwaren weer veel te makkelijk in. Het volgende zeurmomentje diende zich nochtans alweer aan: een pensioendrink van een kennis, de week nadien. ‘Dan ben ik verplicht om te drinken’, verklaarde je.

Hoezo, verplicht? Ik heb die kennis gebeld, om te vragen of dat echt zo was. Ik had verwacht dat hij mij zou tegenspreken, maar neen. Hij beaamde het, zocht een tijd naar de juiste verklaring en sprak de gevleugelde woorden: ‘Het moet zo zijn.’

Hij probeert zelf nochtans ook wat te minderen, vertelde hij, met de nodige zelfrelativering daaraan toevoegend: ‘Na twee Duvels schakel ik nu over op Stella.’ En hij weet dat jij in het sukkelstraatje zit - via via weten je drinkebroers het allemaal. Maar er is niemand die neen zegt tegen ‘een slaapmutske’, die zelfs maar lichtjes tegensputtert, ook al is de drank al rijkelijk gevloeid. ‘Daar komt alleen maar ruzie van, zo’n delicaat onderwerp laat je best met rust.’

Of ik begreep wat hij bedoelde, vroeg die kennis meerdere keren. Ik denk het wel. ‘Mannen weten waarom’, luidt de befaamde Jupiler-slogan, maar vrouwen weten het evengoed: ‘Als je niet meedrinkt, dan ben je geen gezelligaard’, vat Isabelle Colle ze mooi samen, onze bourgondische cultuur vol rare kronkels. Zo heffen we telkens weer het glas op onze gezondheid, want we kunnen nu eenmaal ‘niks vieren zonder er alcohol bij te betrekken’, beaamt Yannic van Gils. En er valt altijd wel iets te vieren. Is het geen voltooide werkdag of een lekker lenteweertje, dan is er simpelweg voldoende zout op de patatten.

Sociale contacten

Ook ik drink te veel.

Vorige week in totaal zes zware bieren en twee pilsjes. Ik sloeberde ze gulzig naar binnen. Met de collega’s, bij een etentje, tegen de stress. Omgerekend veertien standaardeenheden. Te veel dus, ‘riskant alcoholgebruik’ als je het naast de richtlijn legt. En ik heb het al vele malen bonter gemaakt.

Je herinnert het je vast wel nog, dat ik als student op de spoedafdeling ben beland. Compleet lazarus, gevallen met de fiets langs een drukke Gentse baan. Ik had dood kunnen zijn. Of die keer dat je wakker werd, in het midden van de nacht, en op de zolderverdieping gerommel hoorde. Ik was, zo vertelde je achteraf, alle kasten aan het leeghalen om de spullen te stapelen op ‘een pallet’ - in realiteit een matras. Zo ver weg van de wereld dat ik mezelf op mijn vakantiejob in de fabriek waande. Hebben we achteraf eens goed mee gelachen.

Om maar te zeggen: wij verschillen niet zo heel erg veel, jij en ik. Dat blijkt ook uit onderzoek door Van Gils, die keek naar de beweegredenen van wie alcohol drinkt. Ze had gedacht verschillen aan te treffen, door de generaties heen. ‘Maar de belangrijkste beweegreden blijft dezelfde: sociale contacten. We gedogen het als we samen zijn.’

Toch is er wel degelijk een kanteling. Het aantal liter pure alcohol per hoofd van de totale bevolking, een vaak gebruikte parameter, is de laatste jaren sterk gedaald in België. Van 10,6 liter in 2014 naar 9,2 liter in 2019. Het blijft nog steeds een pak - in Nederland zitten ze op 6,5 liter - maar de groep probleemdrinkers slinkt.

Dat heeft alles te maken met context, zegt verslavingsexpert Geert Dom (UAntwerpen). Jullie, de babyboomers, zijn geboren in de schoot van een sociaal-economische shift, en dat betekende meer toegang tot middelen - in elke betekenis van dat woord. ‘Maar het wetenschappelijk bewustzijn over de impact bleef lange tijd achter’, zegt Dom. ‘Alcohol raakte daardoor diep ingebed in het maatschappelijke weefsel.’

In elke straat een café, dat soort dingen, en een dreupel op je communiefeest. Je hoeft niet eens zo ver terug te reizen. In de koffiekamer van het Vlaams parlement kan je nog steeds alcohol krijgen. Tijdens de werkuren drinken, dat heb ik altijd zo bizar gevonden. Op zondagochtend na het jeugdvoetbal. Af en toe zelfs samen met de huisarts, als je de allerlaatste was op consultatie. Jullie drinken niet alleen te veel.

Jullie drinken veel te vaak.

Ook hem heb ik gebeld, je oude huisarts. Hij trok me net niet door de telefoon om me een ferm pak billenklets te geven. ‘Er gaan elke dag mensen dood, aan kanker of andere zaken’, veegde hij al mijn argumenten van tafel. Wie zijn wij om het glaasje daags dan te ontzeggen? ‘Je leeft uiteindelijk maar één keer.’

Erg verrassend vind ik dat boterzachte discours niet. Ervaren huisartsen hebben het vaak moeilijker om alcohol ter sprake te brengen, blijkt uit een bevraging in opdracht van Domus Medica uit 2015. De langere vertrouwensband speelt wellicht een rol, zegt onderzoekster Chantal Van Audenhove (KU Leuven). ‘Hoe langer de relatie tussen patiënt en arts, hoe moeilijker het kan zijn om die signalen te benoemen. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij beginnende dementie.’ Wat ook speelt, blijkt dan weer uit onderzoek van Geert Dom, is dat oudere artsen het vaakst aangeven regelmatig te drinken.

Een fantastische pa. Die blijf je. Maar je sprankelt niet meer. Dat is wat alcohol doet op latere leeftijd. Het metabolisme is meedogenloos, lichaam en geest beginnen te sputteren.

 Beeld Damon De Backer
Een fantastische pa. Die blijf je. Maar je sprankelt niet meer. Dat is wat alcohol doet op latere leeftijd. Het metabolisme is meedogenloos, lichaam en geest beginnen te sputteren.Beeld Damon De Backer

De kloterij van het leven verdrinken

En dus blijft het potje vaak toe, ziet ook Yannic van Gils in de praktijk. Nochtans speelt er bij de groep problematische drinkers meestal nog een andere belangrijke beweegreden dan sociale motieven. Alcohol is ook een ‘copingstrategie’, drinken om de kloterij van het leven te verdrinken. De stress. De angst. Het verlies. ‘Op oudere leeftijd heb je vaker verlieservaringen. Het verlies van vrienden en familie, maar ook het verlies van gezondheid’, vertelt van Gils. ‘Het is de eindigheid die eraan komt.’

Meteen ook de reden waarom ze meent dat Tournée Minérale voor een groep drinkers weinig zoden aan de dijk brengt. Omdat die actie vooral focust op wat je drinkt. ‘En niet op wat je denkt en wat je voelt.’ Net dat zijn elementen die bepalen welke strategie het beste werkt. Net dat zijn elementen die we met een scherts en opgehaalde schouders de laan uit sturen.

Ze zegt ook, nadat ik een poos over je verteld heb: ‘Ik denk dat jouw vader niet lekker in zijn vel zit.’ Ik heb lang getwijfeld of ik dat wel ging opschrijven. Dan lijk je allicht een zielenpoot, een sukkelaar. Dat ben je niet. Ik ken geen ambtenaar die zo hard werkt als jij - wellicht de reden dat ik zo snel op mijn paard zit als iemand zich er laatdunkend over uitlaat. En je hebt veel vrienden. Vrienden die er zijn als je ze nodig hebt.

Ik zal je toevertrouwen waarom ik het toch doe: ik mis de pa die lekker in zijn vel zat. De pa die ‘s ochtends de krantenpagina’s opensloeg en van elk ontbijt een spetterende quiz maakte. De pa die alles, zelfs een kaarsrechte baan door het bos, tot een prikkelende ervaring transformeerde. De pa die me - met veel balgevoel - een pak slaag gaf aan de pingpongtafel en meezwoegde richting top van de Mont Ventoux. De pa die ik zelf ook graag zou willen zijn.

Een fantastische pa.

Die blijf je. Maar je sprankelt niet meer, als een glas champagne dat te lang onaangeroerd is gebleven. Je bent wat nukkiger geworden. Je hijgt als je bovenaan de trap bent. Je spendeert minder aandacht aan je uiterlijk. Dat is wat alcohol doet op latere leeftijd: hoe goed je ook kan zwelgen - in jouw geval wonderbaarlijk goed - je gaat er minder goed mee om. Het metabolisme is meedogenloos, lichaam en geest beginnen te sputteren.

‘Hij besliste zélf om meer te drinken. Dan ben je ook zelf verantwoordelijk voor de gevolgen’: tien getuigenissen over de bodem van het glas

‘Mijn’ lichaam, zal je vast zeggen. ‘Mijn’ geest. Ik weet dat je geen honderd jaar wil worden. Ik wens het je zelfs niet toe. Maar ik wil graag een misverstand de wereld uit: je hoeft geen zuiplap te zijn die thuis klappen uitdeelt, ’s ochtends een glas wodka naar binnen hijst en waggelt richting werkvloer, om je omgeving mee in bad te sleuren. Alcohol is een verhaal van vele grijstinten. ‘Ik vermoed dat je mama veel piekert’, zegt Van Gils. ‘En ik vermoed jij ook. Anders zou je deze brief niet schrijven’, zegt ze. Twee keer prijs.

Ik zal je straks vertellen wat ik je wél toewens. Maar eerst een boodschap van algemeen nut: het is nooit te laat om te minderen. Ik gebruik bewust het woord stoppen niet. Het was de enige voorwaarde die je stelde, toen ik je op voorhand waarschuwde dat ik iets van plan was: ‘Schrijf niet dat ik niets meer mag drinken.’

Dat doe ik dus niet. Dat hoeft ook niet, zegt Geert Dom. Uit onderzoek blijkt dat de gezondheidswinst vanaf een bepaalde leeftijd vrij gelijkaardig is tussen stoppen en minderen. Dat heeft vooral te maken met pragmatisme, focussen op wat haalbaar is. Iets wat ook in de richtlijn van tien standaardeenheden vervat zit, want laat dat duidelijk zijn: een glas is nooit of te nimmer gezond. ‘Maar drink je één Duvel op een avond in plaats van drie, dan is dat ook gezondheidswinst. Niet met factor drie, maar met factor zes.’

Lees wel: een avond, niet elke avond, en best enkel in het weekend. En lees meteen ook eens het boek ‘Drankje?’ van David Nutt. ‘Dat staat vol eye-openers’, zegt Dom. Die zijn nodig, zeker op jouw leeftijd. ‘Vanaf dan is het erop of eronder.’ Opveren of wegkwijnen, een tussenweg is er meestal niet meer.

Ik wens je ‘erop’ toe. Dat je geen tandje terugschakelt, maar er nog eentje bijsteekt. Dat je straks - als je op pensioen gaat - niet de drank maar het leven omarmt. Dat je zoals vroeger weer een elftal jonge voetballertjes boetseert en kneedt en plezier geeft in het spel. Dat je al je financiële kennis inzet voor een vzw waar je hart een slag sneller van gaat slaan. Dat je nog één keertje, met je schone kop vol grijze krullen, die kale berg in de Provence bestormt. Dat je nog lang omringd bent door de mensen die je oerend graag zien.

En dan drinken we er eentje. Op dat rapport. En op je gezondheid.

Liefs,

Michiel

(DM)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234