Broken Bells - Broken Bells
Ha, u vindt dat wij aan de late kant zijn met deze bespreking. Niets van aan!
We hebben u gewoon de kans gelaten om rustig de hangmat te ontrollen en een koppel kloeke cocktails te mixen. Broken Bells , de lang verwachte joint venture van Danger Mouse ('The Grey Album', Gnarls Barkley ) en James Mercer (The Shins ), laat zich namelijk het beste proeven in een staat van complete lethargie, met de zon op de knikker.
Wegdromen is een goed plan: wie nagelbijtend bij de stereo zit te turven op hoeveel nummers de torenhoge verwachtingen worden ingelost, kan alleen ontgoocheld worden. Nergens, ook niet in de uitschieters, wordt het niveau gehaald van het beste werk van één van beide heren.
Dat wil nog niet zeggen dat het slecht is: ondermaats spul staat er niet op (al heeft 'Sailing to Nowhere' zijn naam niet gestolen), Mercer kan nog steeds zingen als een halfgod, en samen met Muis heeft hij een paar lekker weghappende popnummers gepend, die vaak ook nog eens heel fraai worden ingekleurd.
Hoogtepunten? 'The Ghost Inside ', lome funk waarvoor Mercer zich een geinige falset laat aanmeten, is een perfecte showcase voor het talent van Danger Mouse. Hij voert wel meer subtiele kunststukjes op, goochelt met beats en effecten die bijvoorbeeld ook 'Vaporize ' en 'Mongrel Heart ' aantrekkelijker maken.
James Mercer heeft anderhalve tegenzet in de vorm van openingstrack 'The High Road ', die hij na de intro helemaal naar zich toe trekt (hij maakt er volbloed Shins van), en de verkwikkende slotsong 'The Mall and Misery ', die na een halfuur kabbelen het tempo eindelijk de hoogte in jaagt.
Dat gezegd zijnde, heeft Broken Bells tot nader order iets van een gemiste kans. Het vonkt hier en daar, maar het vat geen vuur. In de categorie dream pop hebben wij de jongste maanden al straffer werk gehoord van Real Estate en Beach House . Volgende keer beter.