Bruce Springsteen - Wrecking Ball
Groot artiest, Bruce Springsteen. Heeft zeker een tiental klassieke platen gemaakt. Geeft verbluffende, allesverschroeiende concerten. Schrijft teksten waar de concurrentie alleen maar jaloers op kan zijn. Heeft songs geschreven die ons uitermate dierbaar waren, zijn en zullen blijven. Heeft – volgens iedereen die hem ooit ontmoet heeft – het hart op de juiste plaats.
En toch, en toch. Als u ons met het geweer tegen het hoofd dwingt te kiezen tussen Bob Dylan of Springsteen, dan zeggen wij zonder één seconde te twijfelen: Dylan. Lou Reed of Springsteen? Lou Reed. Neil Young of Springsteen? Neil Young.
Nooit geweten hoe dat precies kwam, tot Chris Robinson van de Black Crowes in een Humo-interview eens de vinger op de wonde legde: 'Springsteen? The man never went crazy.'
Nagel op de kop. Nooit heeft Springsteen een plaat uitgebracht die uit vier kanten irritant en volstrekt onbeluisterbaar gitaargebrom bestond.
Nooit heeft hij zich tot pakweg het jodendom of de Hare Krishna bekeerd en daar dan vervolgens uitgebreid monotoon door zijn neus over staan zingen, tot zelfs zijn grootste fans zich wel moesten afvragen what the fuck in het hoofd van hun held gevaren was.
Nooit heeft hij zijn middelvinger opgestoken naar zijn eigen publiek. Nooit heeft hij een plaat met Metallica opgenomen, en daar in het wilde weg wat overheen staan blaffen.
Als Dylan, Reed of Young een slechte plaat opnemen, zijn het meestal fascinerend slechte platen. Springsteen maakt geen slechte platen, hij maakt in het ergste geval middelmatige platen. En (u voelde ons ongetwijfeld al van ver komen) laten wij 'Wrecking Ball' nu helaas een zeer middelmatige plaat vinden.
Goed, op Springsteens teksten valt als vanouds niks af te dingen – allemaal knappe kortverhalen over de bankiers en hun slachtoffers – maar de muziek? Songs als 'We Take Care of Our Own', 'Land of Hope and Dreams' of de titeltrack zijn niet kwaad, maar wij kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat we ze al eens gehoord hébben op andere Springsteen-platen, en in veel betere versies bovendien.
En als hij nieuwe muzikale wegen inslaat (het mariachi-orkestje in 'We Are Alive', wat beats en raps in 'Rocky Ground'...), vinden we de resultaten eerlijk gezegd niet echt héél interessant.
'Death to My Hometown' en 'American Land' zijn in se meer dan aardige folksongs, maar eerlijk: zit u op een alcoholvrije, propere stadionversie van The Pogues – God bless Shane MacGowan – te wachten? Sorry Bruce, wij echt niet.
De uitschieters heten volgens ons 'This Depression' (een mooie combinatie van een love- en protestsong) en 'Jack of All Trades', een ontroerend maar bitter verhaal over een wanhopige werkloze ('If I had a gun / I’d find the bastards and shoot them on sight'), al had die gitaarsolo van Tom Morello die er achteraan geplakt is voor ons echt niet gehoeven, dank u zeer.
Het mooiste, meest ontroerende aan 'Wrecking Ball' vinden we eigenlijk nog het tribute aan Springsteens oude makker Clarence Clemons in het cd-boekje: 'Clarence doesn't leave The E Street Band when HE dies, he leaves when WE die.' R.I.P., Big Man, en zet u ter zijne ere misschien het prachtige 'Jungleland' nog eens op.
undefined