kernfysicusGilbert Eggermont
‘Burgers hebben tijdens een gezondheidscrisis recht op de waarheid’
Voor Gilbert Eggermont is ‘Chernobyl’ meer dan een spannende fictiereeks. Als expert nucleaire straling zag hij 34 jaar geleden hoe de echte ramp ons land beroerde. Hij voorspelde niet alleen extra kankergevallen, maar zag ook de waarheid kreunen onder de nucleaire neerslag. Een interview over een milieuramp met een uitzonderlijk lange nasleep, zoals de radioactieve bosbranden in Oekraïne andermaal bewijzen.
Bij de VRT waren ze geen beetje trots toen ze vorig jaar de rechten op HBO-serie ‘Chernobyl ‘konden verwerven. De vijfdelige minireeks over de grootste kernramp ooit, die vanaf woensdagavond op Canvas te zien is, werd na de release universeel de hemel in geprezen. Wetenschappelijk onderbouwd, realistisch geëvoceerd, geloofwaardig gesitueerd in het tanende Sovjettijdperk. Bovendien zo sterk geacteerd dat de kijker zich nauwelijks ergert aan het Engels dat de personages consequent spreken, van kernwetenschappers over mijnwerkers tot de met een wijnvlek geschminkte Michail Gorbatsjov. Dat de serie van start gaat nu heel Vlaanderen vanwege een heel andere ramp aan een ophokplicht wordt onderworpen, zal de kijkcijfers beslist geen kwaad doen.
Gilbert Eggermont heeft niet gewacht om ‘Chernobyl’ alvast via een betaalzender te bekijken. Bijna exact 34 jaar geleden beleefde hij de Belgische sequel van de ramp van op de eerste rij. Als kernfysicus onderzocht hij aan de UGent de effecten van ioniserende straling toen op 26 april 1986 reactor 4 van de Vladimir Iljitsj Lenin Kerncentrale in Tsjernobyl ontplofte. Via zijn Europese netwerk kende hij als een van de eersten in België de koers van de radioactieve wolk die over West-Europa trok. De ontploffing zou hemzelf naar de voorpagina’s van de nationale media katapulteren. Zijn voorspelling dat de vrijgekomen straling in ons land zou leiden tot een stijging van het aantal schildklierkankers, druiste lijnrecht in tegen de ‘nul risico’-communicatie van de toenmalige regering-Martens.
Eggermont, die stralingsbescherming doceerde aan de VUB en de UA, kan op een gevarieerde carrière terugblikken. Hij was directeur bij het nucleair onderzoekscentrum SCK in Mol en riep na de ramp in Fukushima in 2011 binnen de Hoge Gezondheidsraad op tot een drastische herziening van de nucleaire noodplanning in ons land. We spraken hem van op veilige afstand over feiten en fictie in Tsjernobyl, maar ook over crisiscommunicatie in tijden van nucleaire en virale calamiteiten.
- Wat vond u eigenlijk van de serie?
GILBERT EGGERMONT «De superlatieven zijn niet overdreven. Spannend, sterk geacteerd en prachtig gefilmd; het ziet er heel realistisch uit. Als kijker ga je er helemaal in mee, een genoegen dat ik niemand wil misgunnen. Toch mogen we niet vergeten dat het om een gedramatiseerde weergave gaat, net zoals het boek van Svetlana Aleksijevitsj (die in 2015 de Nobelprijs voor Literatuur won, ER) waarop de reeks losjes is gebaseerd. De meeste feiten kloppen, maar de makers zijn niet vies van enige overdrijving. De herhaalde verwijzingen naar Hiroshima als maatstaf om de ernst van de kernramp te duiden, zijn wetenschappelijk betwistbaar. In Hiroshima zijn in enkele uren tijd tienduizenden mensen gecrepeerd, dat was vele malen erger. Jammer is ook dat de makers hier en daar een loopje met de geschiedenis hebben genomen.
- Kunt u dat – uiteraard zonder spoilers – verduidelijken?
EGGERMONT «Emily Watson speelt een Wit-Russische kernfysica die de oorzaak van de ramp onderzoekt. Een verzonnen personage; Ulana Khomyuk is de synthese van verschillende echte wetenschappers. Ik begrijp de scenaristen, maar toch vind ik het jammer voor Wit-Russische collega’s zoals Vassili Nesterenko die destijds hun nek hebben uitgestoken, eerst om de ramp te bestrijden en daarna om de ware toedracht te achterhalen.
»Ik heb ook bedenkingen bij de weergave van Valery Legasov, de topman van het befaamde Koertsjatov Instituut voor Atoomenergie die door de Sovjetleiding meteen na de explosie naar Tsjernobyl werd gestuurd om te redden wat te redden viel. Legasov was ook de expert die in augustus 1986 voor het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) in Wenen het officiële onderzoeksrapport over Tsjernobyl heeft voorgesteld, met een naar Sovjet-nomen ongeziene transparantie die in het Westen bewondering afdwong.»
- Zijn rol draagt de hele serie. Waar wringt het?
EGGERMONT «Legasov wordt voorgesteld als een tragische held die de feiten onder ogen ziet maar botst met de Sovjet-cultuur van geheimhouding en bureaucratie. Correct maar onvolledig, want zijn historisch belang gaat veel verder. Door zijn moedige houding heeft Legasov veel betekend voor de nucleaire veiligheidscultuur, ook buiten de Sovjet-Unie. Zijn voorstellen voor meer transparantie en onafhankelijk toezicht gaven destijds zelfs een boost aan de glasnostpolitiek (voor meer openheid, red.) van Michail Gorbatsjov. Die hele dimensie ontbreekt helaas in de reeks.»
- Toch kan de serie bezwaarlijk als antinucleair worden bestempeld. Deze ramp kon alleen in de Sovjet-Unie gebeuren, zo luidt de boodschap. Ze was het resultaat van een fatale ontwerpfout in de grafietreactor, gecombineerd met een cultuur van geheimhouding die verklaart waarom nucleaire ingenieurs er experimenten konden opzetten zonder bepaalde kritische eigenschappen van de reactor te kennen. Ondenkbaar in het Westen?
EGGERMONT «Daar valt veel op af te dingen. Inderdaad, meerkanaals-grafietgemodereerde reactoren waren een typische Sovjet-technologie, al is ze ook in het Westen bekend. Minder gesofisticeerd maar robuuster dan de watergemodereerde reactoren met stalen drukvat die doorgaans bij ons werden gebouwd, maar dat betekent nog niet dat de Russische kernindustrie inferieur was of is.»
- Toch blijft het verbluffend: de centrale van Tsjernobyl had geen betonnen omhulsel. Gevolg: de explosie leidde tot een uitslaande brand en een radioactieve besmetting zonder voorgaande. Ter vergelijking: Doel 3 en 4 en Tihange 3 hebben een dubbele koepel van gewapend beton die niet alleen beschermt tegen aanslagen en neerstortende vliegtuigen, maar ook de gevolgen van een kernongeval letterlijk binnenskamers houdt.
EGGERMONT «Ik wil het ontbreken van containment niet vergoelijken, wel duiden. De Russen bouwden hun kerncentrales ver van dichtbevolkte centra, heel anders dan bij ons. Constructies in gewapend beton beschouwden ze daarom als nodeloze kosten. Russische experts en ingenieurs werden daarin overigens bijgetreden door Amerikaanse collega’s, dat weet ik uit de vertalingen van Russische rapporten die we in het Gentse labo voor Kernfysica konden inkijken. Amerikanen gaven toe dat ze die koepels alleen bouwden om de publieke opinie te sussen, ze hoopten zelfs die overbodige investeringen bij toekomstige projecten te schrappen.
»Dat was typerend voor het arrogante vertrouwen in nucleaire veiligheid dat zowel in Oost als West heerste. In Amerika is dat pas gekeerd na de gedeeltelijke kernsmelt in Three Mile Island in 1979. Zonder containment was dat op een catastrofe uitgelopen, met een gedwongen evacuatie van een groot deel van de Oostkust.»
- Mogen we de cultuur van geheimhouding wel een Sovjet-specialiteit noemen?
EGGERMONT «Ook bij ons werd kernenergie lange tijd als militair geheim beschouwd, een sector die zichzelf reguleerde en geen pottenkijkers duldde. Misschien was het in de Sovjet-Unie nog een graadje erger, alhoewel. Eind 1986, het jaar van Tsjernobyl, is bij het SCK in Mol de Transnuklear-affaire aan het licht gekomen, een enorm schandaal rond Duits kernafval dat illegaal werd ingevoerd en opgeslagen.
»Of neem Fukushima. Natuurlijk werd de ramp in de eerste plaats door de tsunami veroorzaakt. Toch was er een tweede oorzaak: de keermuur en het grondniveau waren te laag om de vloedgolf tegen te houden. Onafhankelijke experts hadden geadviseerd om hoger te bouwen, maar exploitant Tepco heeft na het nodige lobbywerk die dure aanbeveling naast zich neergelegd. De heimelijke samenwerking tussen industrie en toezichthouders is een oud zeer. Ook buiten de nucleaire sector, zo heb ik tijdens de Tsjernobyl-crisis kunnen vaststellen.»
- Hoezo?
EGGERMONT «Miet Smet (CVP/CD&V), staatssecretaris voor Leefmilieu, werd destijds belast met het managen van de crisis. Een bekwame politica, maar haar kabinet werd platgelopen door belangengroepen, van de nucleaire lobby tot de Boerenbond. Zo kon het gebeuren dat in Zuid-Duitsland en Nederland een graasverbod voor melkkoeien werd ingesteld, terwijl de Belgische koeien buiten mochten blijven zonder risico voor de melkconsumptie.
»Het is bekend dat het weerpraatje van Armand Pien op 2 mei op vraag van hogerhand werd gemanipuleerd, met medeweten van de KMI-top en van Karel Hemmerechts, directeur informatie van de BRT, nu VRT. Van Pien kon je vernemen dat de wind uit het westen waaide, terwijl de Nederlandse omroep weerkaarten toonde waaruit duidelijk bleek dat de wind uit het oosten kwam, de bron van de besmetting. Allemaal met de beste bedoelingen: paniek vermijden. Maar als je de feiten vertekent, krijg je een averechts effect en oogst je publiek wantrouwen.»
- U gooide zelf een flinke steen in de kikkerpoel. Waarop baseerde u de waarschuwing voor extra schildklierkankers en het advies om zuigelingen geen verse melk te geven?
EGGERMONT «Ons labo in Gent beschikte over gevoelige meetapparatuur. Die moest vooral dienen om La Hague in Normandië te monitoren, het grootste nucleaire lozingspunt van West-Europa. Het was dan ook erg ongewoon toen onze meetpunten op 29 april radioactieve straling afkomstig uit noord-oostelijke richting vaststelden. De spectrumanalyse van een simpel veegstaal op een geparkeerde auto toonde alle isotopen die bij de explosie op 2.000 kilometer afstand waren vrijgekomen. Ook cesium-137 en jodium-131 waarvan de straling op respectievelijk lange en korte termijn kankerverwekkend is.
»Natuurlijk ging het om erg lage concentraties, de kans om eraan te overlijden was veel kleiner dan aan de gevolgen van roken. Maar dat er helemaal geen risico was, zoals Miet Smet in haar eerste communiqué beweerde? Afgaande op de meetresultaten van die 22 uur durende radioactieve wolk kwam ik voor de Belgische bevolking uit op twintig extra schildklierkankers, waarvan één dodelijk.»
- Twintig kankers waarvan één dodelijk, dat lijkt nogal mee te vallen.
EGGERMONT «Er ontstond deining toen ik dat vertelde op de radio en in De zevende dag, ik ben daar trouwens voor op het matje geroepen bij de decaan van mijn faculteit. Veel of weinig, het punt is dat burgers tijdens een gezondheidscrisis recht hebben op de waarheid. Tijdens de dioxinecrisis heeft men dezelfde fouten gemaakt. Hoe meer men de feiten probeerde te verdraaien en minimaliseren, hoe groter de ongerustheid van de bevolking werd. Gelukkig is dat besef intussen doorgesijpeld, dat blijkt nu tijdens de coronacrisis. Waarom wordt Marc Van Ranst zo gerespecteerd? Omdat hij zegt waar het op staat.»
- Over Tsjernobyl woedt nog altijd een cijferoorlog. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de ramp 4.000 rechtstreekse en onrechtstreekse slachtoffers gemaakt, Greenpeace schat tussen de 100.000 en de 400.000. Wat denkt u?
EGGERMONT «Voor schildklierkanker bij kinderen is er geen discussie: 6.000 gevallen in de omgeving van de ramp. Voor andere kankers zullen we het nooit echt weten, ook al omdat de epidemiologische opvolging in de meest geteisterde regio’s werd verwaarloosd. Niet uit onwil, er waren simpelweg geen middelen. Op het moment van de ramp was die hoek van de Sovjet-Unie al een economische puinhoop, en na het uiteenvallen in Oekraïne en Wit-Rusland werd het er niet beter op.
»Ik sluit me aan bij Elisabeth Cardis, de Canadese stralingsepidemiologe die de ramp voor het International Agency for Research on Cancer (IARC) heeft opgevolgd. Cardis ging in 2006 uit van 40.000 extra kankerdoden voor heel Europa. Dat was trouwens ook al de inschatting van Legasov, alleen heeft hij die onder druk van het Internationaal Atoomagentschap uit zijn rapport moeten schrappen.
»Cardis heeft door haar vaststelling nog last gekregen; ze is niet voor niks weggegaan bij het IARC. Achter die cijferoorlog gaat een enorme lobby schuil. De centrale vraag is of straling ook bij lage doses kankerverwekkend is. Volgens Cardis wel, en ik deel die analyse. Dat is niet alleen tegen het zere been van de nucleaire operatoren, ook sectoren zoals ruimtevaart, medische beeldvorming, afvalverwerking en zelfs verzekeraars zitten daar met een vergrootglas naar te kijken. Om maar te zeggen dat de extreem lage inschatting door de WHO er niet zomaar is gekomen, vooral het Internationaal Atoomagentschap heeft zwaar gelobbyd.»
- Was Tsjernobyl een keerpunt?
EGGERMONT «O ja, in verschillende opzichten. De toenmalige regering-Martens had grootse nucleaire plannen. In Doel stond een vijfde reactor op stapel, en België zou zwaar investeren in de snelle kweekreactor in het Duitse Kalkar, meer bepaald via SCK en Belgonucleaire, die samen nucleaire splijtstof zouden leveren. Omstreden plannen, want het verzet tegen kernenergie was al aan het groeien. Het kernongeval van Three Mile Island had al indruk gemaakt, en in 1984 is voor de Belgische kust de Franse ferryboot Mont-Louis met een lading uraniumsplijtstof gezonken. Tsjernobyl deed helemaal de deur dicht, de ramp heeft een dikke streep door Martens nucleaire plannen getrokken.»
- Ziet u ook positieve effecten?
EGGERMONT «Het was een gamechanger voor de nucleaire veiligheidscultuur. Wereldwijd, want de zogeheten INES-schaal waarmee het IAEA nucleaire incidenten registreert, danken we aan Tsjernobyl. En in België leidde de ramp tot het oprichten van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. Met onnodig veel vertraging, maar intussen is het FANC uitgegroeid tot een onafhankelijke toezichthouder met 150 deskundigen die niet naar de pijpen van Engie of andere nucleaire operatoren danst.
»Tsjernobyl verklaart waarom coherent veiligheidsdenken en ethiek inmiddels bij de opleiding van nucleaire experts horen. Voor 1986 was er nauwelijks sprake van noodplanning voor nucleaire of andere rampen. Dankzij Tsjernobyl is die er intussen wel, al heeft Fukushima aangetoond dat er nog veel hiaten zijn.»
- Heeft Tsjernobyl uw visie op kernenergie veranderd?
EGGERMONT «Uiteraard, maar ik wijs kernenergie niet principieel af. Natuurlijk moeten de scheurtjesreactoren zo snel mogelijk worden ontmanteld, net zoals de oudste drie reactoren. Doel 4 en Tihange 3 mogen vanuit veiligheidsoogpunt worden verlengd, maar alleen onder zeer strikte voorwaarden. Om te beginnen moet er fors in enkele zwakke plekken worden geïnvesteerd, een zogeheten core catcher ter bescherming van grondwater tegen een kernsmelt is een must. Daarnaast moeten er financiële afspraken worden gemaakt. Een betere verzekering, meer Engie-geld voor afvalverwerking, en de zekerheid vooral dat de opbrengsten naar België terugvloeien zodat we die in de noodzakelijke energietransitie kunnen investeren.
»Die transitie zal overigens alleen lukken als we een maximum aan nucleair elektrisch vermogen instellen. Er is nu te veel kernenergie, te dicht bovendien bij onze bevolkingscentra.»
‘Chernobyl’, vanavond om 22 uur op Canvas en integraal op canvas.be.
Om 21.15 uur voorafgegaan door ‘In de ban van Tsjernobyl’, een docureeks waarin VRT-journalist Jan Balliauw praat met de echte mensen achter personages uit de fictieserie.
Wie is Gilbert Eggermont?
- 74 jaar
- Licentiaat fysica, doctor nucleaire wetenschappen (UGent).
- Bekleedde verschillende topfuncties bij het Studiecentrum Kernenergie (SCK).
- Gastdocent stralingsbescherming aan de VUB en UA.
- Vijftig jaar lang pleitbezorger en expert nucleaire veiligheid.
- Betrokken bij Europese en internationale normering van nucleaire straling.
(DM)