'Callboys': 'Acteren met jongeheren'
Na ‘In de gloria’ (2000), ‘Het eiland’ (2004) en ‘Komen eten’ met Iwein Segers (2012) is Jan Eelen van zijn vierde komische reeks bevallen: het met toeters, bellen en half- tot poedelnaakte manspersonen op levensgrote affiches aangekondigde ‘Callboys’. ‘Eigenlijk,’ vertelt Rik Verheye, die u de komende zes weken zult leren kennen als de viriele staartdrager Jay Vleugels, ‘was het de bedoeling dat we al veel eerder met Jan Eelen hadden samengewerkt’.
Bekijk ook: 'Callboys', over de erectie van Matteo Simoni en zo meer
Lees ook: De 7 hoofdzonden volgens Matteo Simoni
Rik Verheye «In 2009 speelden wij vieren – Matteo (Simoni), Stef (Aerts), Bart (Hollanders) en ikzelf – met FC Bergman het stuk ‘De thuiskomst’ van Harold Pinter, op Theater Aan Zee. Jakke is toen eens komen kijken – hij is één van de weinige tv-regisseurs die weleens naar het theater gaan – en na de voorstelling hebben we een heel fijne avond, annex nacht, beleefd in Oostende. Van toen af wilde hij dus al met ons werken. Eerst was het de bedoeling dat we een rockbandje zouden spelen in ‘De Ronde’ – we hebben daar zelfs voorgesprekken over gehad, en mee over gebrainstormd. Maar op een bepaald moment zaten we in De Pallieter, ons stamcafé in Antwerpen, en Koen De Graeve kwam erbij zitten: ‘Hey gasten, ik kom juist van het productiefeestje van ‘De Ronde’’. Wij vielen uit de lucht natuurlijk: blijkbaar had Jakke in het bos onze boom niet meer gezien, en was hij ons straal vergeten (lacht). Enfin, toen vorig jaar in maart een volgend project evenmin doorging, heeft-ie gezegd: ‘Ik ga me even afzonderen, over twee weken spreken we terug af’. En effectief, twee weken later lag het idee voor ‘Callboys’ op tafel. En nog geen halfjaar later stonden we al op de set.»
HUMO Vertel eens: wie is Jay Vleugels?
Verheye «Van de drie gigolo’s plus hun manusje-van-alles rond wie de serie in essentie draait, is Jay Vleugels zo’n beetje de pitbull: een behoorlijk aanwezig alfamannetje met een grote bek en een kort lontje. Hij is de tweede in rang en functioneert zo’n beetje als adjudant van Wesley Biets, het personage van Stef. Jay steunt Wesley in alles, maar zodra de kat van huis is, danst Jay Vleugels op tafel, en probeert hij het leiderschap over te nemen. Niet dat hij voor het leiderschap in de wieg gelegd is, maar tot dat inzicht moet hij zelf nog komen.
»Om helemaal Jay Vleugels te worden, ben ik twaalf kilo bijgekomen, heb ik mijn tanden laten bleachen en heb ik geregeld in de spray tanning cabine gestaan. Maar wat het voor mij pas écht helemaal afmaakte, was die blonde Legolas-staart (naar het personage uit ‘The Lord of the Rings’, red.). Vanaf het moment dat ik dat ding begon te dragen, wérd ik mijn personage, en betrapte ik er mezelf op dat ik ook in de weekends naar mijn staart begon te grijpen – die er op dat moment natuurlijk niet was.»
HUMO Hoe heb je die twaalf kilo’s erbij gekregen?
Verheye «Door veel te eten, maar vooral ook veel te fitnessen. Want Jay moest wel enigszins chubby zijn, maar ’t was nu ook weer niet de bedoeling dat hij een tonnetje had. En verder heb ik ook als een gek van die weight shakes achterovergeslagen, net zoals Matteo. Alleen dronk hij ze met water en ik met volle melk – zo word je rap vet, natuurlijk.»
HUMO Ter zake nu, Rik: hoe voelt het eigenlijk om in je blote reet je ding te moeten doen voor een cameraploeg?
Verheye «O, dat valt best mee. Wij vieren kennen wat dat betreft sowieso geen schaamte meer: we hebben al zo vaak naakt op het toneel gestaan. ’t Is ook zo dat je bij naaktscènes met een closed set werkt: iedereen die er niet strikt noodzakelijk moet zijn, mag het afbollen. We wisten van tevoren ook dat alles in de eindmontage suggestief zou blijven, dat er geen geslachtsdelen te zien zouden zijn.»
HUMO Dan zal ik het maar gewoon aan je vragen: wie van jullie heeft de grootste?
Verheye «Moeilijk te zeggen, aangezien er een onderscheid bestaat tussen een bloedpiet en een vleespiet. Ooit van gehoord?»
HUMO Nooit.
Verheye (docerend) «De vleespiet, alias penis carnis, blijft constant ongeveer even groot, ook in erectie. De bloedpiet daarentegen, ook weleens penis sanguinis genoemd, is het soort piemel dat van een garnaal tot een kreeft kan uitgroeien – je snapt wat ik bedoel. Wie van ons vieren de grootste heeft, weet ik dus niet. Ik kan alleen maar zeggen dat ik zelf over een penis sanguinis beschik: laat ons zeggen dat je aan de omvang van mijn gerief de omgevingstemperatuur kunt aflezen (lacht).
»Trouwens: toen ik in de schminkkamer zat voordat ik mijn eerste vrijscène moest doen, zag Jakke dat ik nog haar op mijn ballen had staan. ‘Maar allee jong! Ik had toch gezegd: ál je schaamhaar eraf?’ Toen is Jan Eelen dus – echt waar! – op zijn knieën gaan zitten om eigenhandig mijn balzak te scheren.»
HUMO Die moet je later aan je kleinkinderen vertellen.
Verheye «Zeker! Als ze wat groter zijn, tenminste.»