Cass McCombs - Dropping the Writ

Met Cass McCombs, een mens die naar wij vermoeden elke dag een paddo bij zijn aardappelen geserveerd krijgt, zijn we beland in de categorie Rare Kwieten. John Peel zaliger noemde hem al 'unobtrusively brilliant' en van 'PREfection', zijn vorige plaat, dachten wij hetzelfde.

Daarop waren naast talrijke sixtiesverwijzingen invloeden te horen van The Smiths en The Cure, en bedolf hij zijn songs vaak onder een berg gitaarlawaai. Met 'Dropping the Writ' kiest hij voor een open, meer ontspannen geluid dat de West Coast-pop van groepjes als Love, Moby Grape en Jefferson Airplane in herinnering roept, maar ook doet denken aan Robyn Hitchcock en Elliott Smith.

Het is bijvoorbeeld uitstekend trippen op het grotendeels akoestische 'Full Moon or Infinity', en het zou ons niet verbazen als 'Deseret' ooit opduikt in een speelfilm die de spirit van het hippiedom verheerlijkt.

Zonnig zorgeloos kun je 'Dropping the Writ' desondanks niet noemen; daarvoor stopt McCombs te veel ontregelende geluidjes in zijn nummers, zingt hij te ongemakkelijk en gebeuren er te veel rare dingen. De plaat begint met het autoalarm waarmee 'PREfection' afsloot en in de eerste tekstregel komt net als in de opening van zijn debuutplaat 'A' een ziekenhuis voor. En terwijl bij anderen het openingsnummer de toon zet voor de rest van de plaat, kiest McCombs voor 'Lionkiller', een rusteloos voortdenderende song met een countryriff, die in niets lijkt op wat erna komt.

Het naar verluidt autobiografische 'That's That' is vermoedelijk de eerste popsong waarin toiletten worden schoongemaakt en in het acuut verslavende 'Crick in My Neck' heeft de hoofdpersoon een stijve nek. De man overschat zijn vocale kwaliteiten weleens - de falset in 'Wheel of Fortune' deed ons (o, gruwel) aan Mark Tijsmans denken - maar daar staat dan weer een mooi gezongen pareltje als 'Petrified Forest' tegenover.

Geen idee wat hij ons in de toekomst nog gaat voorschotelen, maar als er een freak in u woont, moet u McCombs zeker blijven volgen.

Toptrack: Crick in My Neck