Cesare Deve Morire
De krasse tachtigers Paolo en Vittorio Taviani beleven een boerenjaar: in februari won hun laatste worp op het filmfestival van Berlijn de Gouden Beer, en vorige week ontvingen ze in Gent uit de handen van de gebroeders Dardenne een Lifetime Achievement Award.
Goed voor hen, maar – en sorry dat we de feestvreugde hier moeten komen bederven - eigenlijk is alleen die laatste trofee verdiend: ‘Cesare deve morire’, een in zwart-wit gedraaide prent over een groep bajesklanten die binnen de gevangenismuren een theaterstuk van Shakespeare opvoert, haalt namelijk bijlange niet het torenhoge niveau van ‘Kaos’, ‘Padre Padrone’, ‘Allonsanfàn’ en ‘La Notte di San Lorenzo’ – vier adembenemende Taviani-meesterwerken die u op een verloren zondagmiddag absoluut eens in de player moet mikken.
Aan het verhaal zitten nochtans enkele fascinerende kantjes: zo ontpoppen de gevangenen – die bijna allemaal worden vertolkt door échte moordenaars, maffiosi en drugsdealers - zich één voor één tot ronduit spectaculaire acteurs die in hun teksten heel even de vrijheid vinden die hun door de gevangenis wordt ontzegd.
En in sommige scènes slepen de woorden van de bard je zo fel mee dat de binnenplaats van de gevangenis – althans in je hoofd – lijkt te transformeren in het forum van het oude Rome. Straf, maar voor het overige blijft ‘Cesare deve morire’ iets te veel steken in een weinig begeesterend theatraal sfeertje.
Bekijk de trailer: