Charlotte Gainsbourg (Les Nuits Botanique)
Als actrice in de duistere drama’s van Lars Von Trier wordt ze, op eenvoudig verzoek, een zelfdestructieve rouwende moeder of een op vernedering kickende nimfomane. In haar muziek is Charlotte Gainsbourg echter vooral op zoek naar zichzelf. Op het podium van Les Nuits Botanique zagen we een zangeres aan het werk die voortdurend kracht putte uit haar eigen kwetsbaarheid.
Lange tijd ging de artieste gebukt onder her gewicht van haar afkomst. Alles wat de dochter van Serge Gainsbourg en Jane Birkin deed werd met argusogen bekeken en voortdurend afgewogen aan het werk van haar ouders. Dat haar op controverse beluste pa haar als twaalfjarige Lolita liet debuteren in het aangebrande ‘Lemon Incest’ was, achteraf bekeken, geen cadeau. Het kostte haar jaren om Gainsbarres schaduw af te werpen, wat wellicht verklaart waarom ze in de voorbije twintig jaar slechts vier platen uitbracht. Maar vandaag, op haar 46ste, is ze eindelijk klaar om, ook op muzikaal vlak, haar eigen plek op te eisen.
Tijdens les Nuits Botanique in Brussel liet Charlotte Gainsbourg zich bijstaan door een vijfkoppige band, waarbij de synths en pulserende beats zich consequent vooraan in het klankbeeld wurmden. Het decor, een reeks rechthoekige buislampenconstructies, was vrij sober gehouden en de set putte voornamelijk uit ‘Rest’, een plaat met een rouwrandje, waarvoor de zangeres voor het eerst zelf de teksten schreef. De songs, met voorsprong haar persoonlijkste ooit, vormen de neerslag van een moeizaam rouwproces en de schuldgevoelens die ermee gepaard gaan. Vijf jaar geleden stapte Charlottes halfzus, de modefotografe Kate Barry, via het raam op de vierde verdieping van haar appartement in Parijs, uit het leven en dat trauma blijft in de meeste nummers nazinderen.
La Gainsbourg is niet de eerste die het verlies van een geliefde al zingend probeert te verwerken. ‘Electro Shock Blues’ van Eels, ‘Carrie & Lowell’ van Sufjan Stevens en ‘A Crow Looked at Me’ van Mount Eerie passen in dezelfde traditie. Alleen verpakt de Britse française haar elegische mijmeringen in schijnbaar opgewekte electropopdeunen, aangeleverd door de Franse DJ en producer SebastiAn, die eerder al samenwerkte met Frank Ocean en Justice. Ook soundtracks uit horrorfilms dienden als inspiratiebron en vormden een schild tegen de knagende tristesse. Dat contrast tussen vorm en inhoud –een recensent gewaagde al van downcast dance music– hielp Gainsbourg de nodige afstand te nemen van haar eigen verhaal en persoonlijke ervaringen in iets universeels om te zetten. Dat ze daarbij assistentie kreeg van goed volk als Guy-Manuel de Honem-Christo (van Daft Punk) Connan Mockasin en Danger Mouse hielp natuurlijk ook.
Op het podium in Brussel nam Charlotte Gainsbourg plaats aan het klavier, terwijl haar gezellen een sound tevoorschijn riepen die aanzienlijk potiger klonk dan op de jongste plaat. Haar beperkte fluisterstem klonk verrassend toonvast en krachtig, zodat ‘Lying With You’, een portret van vader Serge op zijn doodsbed, er meteen stevig inhakte. ‘Ring-A-Ring O’Roses’ mocht dan al verwijzen naar een oud kleuterrijmpje, je kon je niet van de indruk ontdoen dat, ergens achter een boom, een kinderlokker stond mee te gluren. In ‘I’m a Lie’ domineerden stuiterende elektrobeats én echo’s van Blonde Redhead, maar wie goed luisterde hoorde vooral iemand die last had van verlammende bedeesdheid en een laag zelfbeeld: ‘Je bois mon embarras / Dans la cuvette des chiottes’. Charlotte Gainsbourg die uit een toiletpot drinkt: raak dát beeld achteraf maar eens kwijt.
‘Songbird in a Cage’ kreeg de zangeres cadeau van Paul McCartney, al moesten wij vooral denken aan Amanda Lear, de Bowie van ‘Sound + Vision’ en het elektronische gepruttel van Giorgio Moroder. Ook ‘Sylvia Says’, een hommage aan de Amerikaanse dichteres Sylvia Plath, die ooit met het hoofd in een gasfornuis eindigde, liep op elastieken funkbenen. ‘Les Crocodiles’ werd aangezwengeld door een gruizige synthbas en ‘Deadly Valentine’, een flard donkere Eurodisco met veel filmische instrumentale passages, groeide uit tot hét hoogtepunt van de avond. ‘Kate’, een gevoelig chanson waarin jeugdherinneringen vragen opriepen die nooit meer zouden worden beantwoord, werd voor de gelegenheid vastgeklonken aan ‘Charlotte For Ever’, een nummer dat Gainsbourg opnam toen ze vijftien was. Een stijlbreuk? Zeker. Maar de chanteuse wilde er, naar eigen zeggen, vooral de nauwe band met haar zus mee onderstrepen.
Later volgde nog méér ouder werk, zoals ‘The Songs That We Sing’, een restant van een samenwerking met Air en Jarvis Cocker, en het springerige ‘Heaven Can Wait’, geschreven door Beck kort nadat Charlotte Gainsbourg een bijna fatale hersenbloeding had overleefd. Tijdens de bissen verraste de zangeres met het van Kanye West geleende ‘Runaway’, dat ze probleemloos naar haar hand (en haar stem) zette, en bracht ze een laatste ode aan haar pa met ‘Lemon Incest’. Het nummer stak schril af tegen de rest van de set en voor ons had die toegeving aan de oude fans dus niet gehoeven. Uiteraard was de knipoog ons niet ontgaan: als volwassen vrouw beseft de artieste nu écht waar ze als klein meisje over zong en kan ze het dus ook relativeren. Gainsbourg heeft een lange weg afgelegd, maar die eigen stem heeft ze inmiddels wel gevonden.
Charlotte Gainsbourg is op zaterdag 14 juli nog te zien op het Cactusfestival in Brugge.
Het moment
Ongeloof maar ook enthousiasme toen de zangeres haar set eindigde met het beruchte ‘Lemon Incest’, dat ze voor het eerst opnam toen ze twaalf was en toen het nodige stof deed opwaaien.
Het publiek
was blij in het gezelschap te verkeren van iemand uit de Gainsbourg-dynastie en liet dat ook duidelijk merken
Quote
Charlotte Gainsbourg die uit een toiletpot drinkt: raak dát beeld achteraf maar eens kwijt.
undefined