Comédienne Lies Lefever (37) is overleden. Humo sprak haar eerder: 'Op het podium amuseer ik me en vergeet ik hoe kwetsbaar ik ben'
Comédienne Lies Lefever is vandaag op 37-jarige leeftijd overleden. Ze verwierf naam en faam toen ze in 2009 het voorprogramma van Kamagurka verzorgde. Haar eerste eigen volwaardige comedyshow ‘Meisje van Plezier’ ging datzelfde jaar in première, waarna ze samen met Philippe Geubels door het land tourde. Herlees hier een openhartig interview met de toen 30-jarige Lies Lefever.
(Verschenen in Humo 3656, op 28 september 2010)
‘Ik heb echt veel te veel meningen,’ zegt Lies Lefever (30). ‘Zullen de mensen dat wel blijven pikken? Ik hoor ze soms nu al denken: ‘Wat staat die neger daar te zingen over de billen van ons Kim Clijsters?”
undefined
'Ik ben, denk ik, een mix van Boudewijn de Groot, een beetje Urbanus voor het onnozele en nog een beetje van mezelf dat ik niet helemaal kan plaatsen'
U ziet haar elke woensdag in ‘De laatste show’, de zwarte vrouw uit de Kempen die niet goed ziet maar wel een haarscherpe kijk heeft op de feiten en je in twee strofen attent maakt op je slechte gedachten – u dâcht dat hè, dat van Kim Clijsters? En het is allemaal de schuld van Kamagurka. Hij zag haar optreden: ‘Ze zag niks,’ aldus Kama, ‘haar man moest ’r gitaar aangeven. Ik dacht: oooh, dit wordt helemaal niks. Twee minuten later lag de hele zaal plat.’ Hij nam haar meteen mee op tournee en nu heeft ze binnenkort haar eigen show. ‘Wat ik doe is misschien wel onhip,’ zegt ze, en dat komt dan weer door haar hang naar ouderwetse kleinkunst.
Lies Lefever «Ik heb heel veel naar Boudewijn de Groot geluisterd. Ik ben, denk ik, een mix van Boudewijn de Groot, een beetje Urbanus voor het onnozele en nog een beetje van mezelf dat ik niet helemaal kan plaatsen.»
HUMO Boudewijn de Groot, lag dat bij je thuis?
Lefever «O neen. Mijn ouders luisterden naar Placido Domingo. De hel! Ze hadden er soms echt wel genoeg van dat ik naar kleinkunst luisterde. Zij vonden dat passé.
»De eerste keer dat ik iets kleinkunstachtigs hoorde, was op een begrafenis. Daar speelden ze ‘Het dorp’ van Wim Sonneveld. Ik was acht jaar en vond het prachtig. Ik ben dan in de bibliotheek op zoek gegaan naar cd’tjes, en toen ik een jaar of dertien was ben ik complete kleinkunstcollecties beginnen te kopen. Van vrienden met een gitaar leerde ik een paar akkoorden, en dan ben ik wat ambiance gaan maken op chirokampen en zo.»
HUMO Wat was je favoriete liedje van Boudewijn de Groot?
Lefever «Zeker niet ‘Verdronken vlinder’, want dat wordt zo grijsgedraaid. Op élk chirokamp vroegen ze (op zeurtoon): ‘Speelnog’sverdronkenvlinder...’ Nee, ‘De dominee van Amersfoort’, dat vind ik leuk. Dat is één van zijn weinige grappige liedjes (zingt:) ‘De dominee van Amersfoort die heeft z’n eerste vrouw vermoord / De tweede heeft hij ook gekeeld en de derde heeft zich doodverveeld / Alleen met nummer vier ging het van tierelierelier...’ Op het eind gaat de dominee zelf dood en dan komt hij in het ‘paradie’ en vindt hij er zijn vrouwen ‘alledrie’. ‘Helaas ontbrak nog nummer vier / die ging van tierelierelier / met de voorzitter van het kerkbestier...’»
HUMO Je kent alle liedjes uit je hoofd!
Lefever «Ja. Het is begonnen met ‘Kinderen voor kinderen’. Dat is natuurlijk niet iets om mee uit te pakken, maar die ken ik ook allemaal uit mijn kop.»
HUMO Alles is zo Hollands.
Lefever «Ja. Vroeger keken wij ook vaak naar Nederlandse televisieprogramma’s. En ik kijk niet naar Engelse series of films. Ik heb nog nooit ‘Friends’ of zo gezien: ik moet te veel moeite doen om de ondertitels te lezen, en daar ben ik te lui voor. Ik luisterde dus vooral. En als je goed luistert naar Engelse liedjes, denk je vaak meteen: ‘Wat een bullshit is dat!’ Die zijn meestal zo dom. Nederlands is veel cooler, alleen beseffen we het zelf niet altijd. »Stil ’s? Ik hoor een vlieg. (Staat op en pakt de vlieg) Daar is ie Sorry, ik ben snel afgeleid. Dat is voor andere mensen niet altijd even makkelijk, ik weet het.»
HUMO Maar naar die liedjes kon je dus uren luisteren.
Lefever «Ja. Vroeger luisterden we sowieso meer, denk ik.
»Wat ik ook héél jammer vind – schrijf dat maar op – is dat er geen radioprogramma’s meer zijn voor kinderen. Ik luisterde vroeger altijd naar ‘Kattekwaad’ en ‘Bengels’. Nu kan je niet meer tegen je kinderen zeggen: ga eens rustig zitten en luister eens naar de radio, daar gebeuren leuke dingen.»
HUMO Daarnet las je de krant zonder bril.
Lefever «Ja. Ik lees veel. Ik hou alles wel heel dichtbij: dan kan ik het zien. Maar het is moeilijk te zeggen hoevéél ik zie. Ik kan niet inschatten hoe dat bij andere mensen is. Ik weet niet wat het is om veel te zien.»
HUMO Waar droomde je van als kind?
Lefever «Ik had niet zoveel dromen. Iemand vroeg me pas of het mijn droom was om iets op tv te doen. Dan denk ik: ‘Huh? Natuurlijk niet! Zot!’ Als je in België woont, zwart bent en een beetje een Frankensteinachtig oog hebt, dan denk je niet: later ga ik iets voor tv doen. Onbewust ken je je beperkingen.
»Nu, stiekem wilde ik ook wel stewardess worden, natuurlijk. En daarna advocaat, in mijn John Grishamperiode was dat. Ik hou van discussiëren. Niet dat ik altijd gelijk wil hebben, maar ik wil toch wel héél graag altijd mijn goesting doen. Soms denk ik dat ik een beetje een moeilijk mens ben.»
undefined
'Ik ben ook niet zóveel gepest, terwijl ik toch alles had om er echt van langs te krijgen. Dat komt, denk ik, doordat ik altijd een grote mond had'
HUMO Wie heeft dat ooit tegen je gezegd, van dat Frankensteinoog?
Lefever«O, er zijn de gruwelijkste dingen tegen me gezegd. Kinderen zijn wreed, soms. Nu ook nog wel, dan schrikken ze als ze me zien en kruipen ze achter de benen van hun mama. Ik zette vroeger altijd een pet op. Belachelijk, denk ik nu. Dat was wel een beetje om me te verstoppen.
»Je kunt er natuurlijk ook een glazen oog in laten steken, maar dat is zo’n gedoe. Daar heb je zelf niks aan.»
HUMO Je hebt er kennelijk wel over nagedacht.
Lefever «Ja. Ze hebben me eens verteld dat het kon, dat er een operatie bestaat waarmee ze je oogleden rechtzetten zodat er een glazen oog in kan. Maar dat moet je dan regelmatig poetsen en in een potje doen, en daarna weer terugsteken, en als je iets wilds doet valt het er weer uit... Allez, niet te doen toch? Toen dacht ik: laat maar.
»Ik ben ook niet zôveel gepest, terwijl ik toch alles had om er echt van langs te krijgen. Dat komt, denk ik, doordat ik altijd een grote mond had. Op mijn rapport stond ook altijd: storend gedrag.»
HUMO Wat heb je op school gedaan?
Lefever «Van alles wat.
»Ik babbel niet graag over school. Omdat daar dingen gebeurd zijn waardoor ik het vertrouwen in scholen verloren ben.
»Ik zit nu te twijfelen naar welke school ik mijn kinderen volgend jaar moet sturen. Ik heb liever niet dat ze naar een katholieke school gaank maar ’t is wel de beste. Ze zitten nu ook op een katholieke kleuterschool. Er is er al eentje thuisgekomen met: ‘Jezus is mijn beste vriend. ‘ Waarop ik zei: ‘Ik dénk het niet.’
»Na mijn schooltijd had ik het gevoel: ik zal wel zien dat ik er zélf kom. Ik was toen ook gewoon invalide, en je krijgt hier een mooi maandinkomen om invalide te zijn. Heel mooi. En omdat er veel dingen zijn die ik wel graag wou doen maar niet kon, dacht ik: ‘Ik ga leven van die invaliditeit en kindjes maken. ‘ En toen kreeg ik een lief, én kindjes.»
HUMO Is het wel handig om kinderen te hebben als je zo graag je zin doet?
Lefever «Juist wel. Dat vind ik net zo leuk aan opvoeden, dat je je kinderen zo kunt maken als jij wil. Euh, dat moet ik even nuanceren. We hebben bijvoorbeeld veel muziekinstrumenten, en ik vind het fantastisch om daar samen met de kinderen op te spelen en zo misschien je eigen dingen op hen te projecteren. Niet dat ik ze probeer te kneden, maar het is boeiend om twee schepsels alles te leren wat je zelf aan kennis en vaardigheid hebt opgedaan.
»Mijn invaliditeitsuitkering gaf me ook de kans om veel te experimenteren. Mijn lief doctoreerde in die tijd, en ik was constant aan het zoeken wat ik wou doen. Dus ja, dat was wel een leuk leven.»
HUMO En heb je iets gevonden?
Lefever «Nee. Ik ben te lui en te eigenwijs en te koppig. Ik heb orthopedagogie gestudeerd en culturele wetenschappen, maar als ik iets niet leuk vind, dan houdt het voor mij op en stop ik direct. Dan denk ik niet: ‘Ik sla me er wel doorheen.’ Ik vind het zinloos om door te gaan met dingen die je niet graag doet. Ik zei al dat ik heel erg graag mijn goesting doe. Te graag eigenlijk.
»Ik ben dan aan een avondcursus journalistiek begonnen. Daarna heb ik voor Radio 2 gewerkt, via zo’n diversiteitsproject van de VRT, en vervolgens ben ik gaan freelancen voor De Morgen en Vacature. Allemaal niks voor mij, uiteindelijk. Ken je dat boek van Johan Anthierens, ‘Niemands meester, niemands knecht’? Die titel past wel bij mij. Ik mag van geluk spreken dat het marcheert met die comedy. Anders, ja, anders zou ik nu toch huisvrouw zijn (lacht).
»Ik ben nu getrouwd: daarom krijg ik die uitkering niet meer. Als je trouwt, moet je man maar voor je zorgen, vinden ze. Héél geëmancipeerd. We hebben er ook lang over nagedacht, maar vorig jaar had ik zoiets van: met die comedy zal ’t misschien wel marcheren, en dan heb ik een job.
»Ik vind het wel leuk om getrouwd te zijn. We zijn al zo lang samen en we hebben kindjes: trouwen maakt het zowat af. Nee, ik ben er echt blij om. Als we dan ooit uit elkaar gaan, kunnen we ook echt uit elkaar gaan, scheiden en zo.»
HUMO Ja, leuk.
Lefever «Maar we gaan niet uit elkaar. Gevaarlijk om te zeggen natuurlijk, maar ik ben er vrij gerust op. En dan helemaal opnieuw beginnen met iemand anders, zeker? Goed zot! Ik denk dat Joost ook wel bij mij zal blijven. En de kans is redelijk klein dat ik nog zo iemand als hij zal vinden. Wij passen goed bij elkaar, en dat vind ik een leuke gedachte. We kunnen allebei heel onnozel doen. We kunnen zo zeggen: ‘Oooh jaaaa, we kopen een mat met veel kleuren, zo één (wijst op een bijzonder kleurrijk en druk vloerkleed), waarvan andere mensen zeggen: ‘Allez, zô’n mat, nee toch.’
»Vroeger hebben andere meisjes natuurlijk wel aan mij gevraagd: ‘Ben je niet bang dat je nooit vriend zult vinden, met dat oog?’ Die heb ik nu toch maar mooi allemaal op hun plaats gezet. Niet dat ik het gemaakt heb, maar toch wel een piepklein beetje, vind ik. Dat geeft wel een goed gevoel. Vooral omdat ik het helemaal zelf heb gedaan.»
HUMO Wat heeft Joost gestudeerd?
Lefever«Wiskunde. Een klein minpuntje, ja. En hij werkt dan ook nog bij een bank. Net als mijn vader. Ik heb al heel mijn leven Kredietbankkalenders in de keuken zien hangen. Mijn vader gaf me er elk jaar één, en dat gaat nu gewoon door. Nu ja, er moet iemand iets serieus doen, hè. Zo heb je een basis om op terug te vallen. Ik denk wel dat Joost op de bank ook een buitenbeentje is. Hij zingt bijvoorbeeld constant, ook daar. Hij is altijd vrolijk, van ’s morgens vroeg. Vreselijk gewoon.
»Joost babbelde graag met mij, zo is het begonnen. Ik ben een vrouw die makkelijk met mannen omgaat. Bij hen voel ik me meer op mijn gemak. Vrouwen jagen me een beetje angst aan, omdat ik niet zo’n vrouwvrouw ben. Ik kan niet meepraten in de typische vrouwengesprekken, en ik heb ook helemaal geen zin om ’t altijd over mijn kinderen te hebben. Mannen kijken niet naar wat je aanhebt. Ja, ze hebben wel oog voor: kan ik in je decolleté kijken of niet – wat bij mij maar zeer zelden het geval is – maar ze beoordelen je niet op: zijn je schoenen wel volgens de laatste mode? »Ik denk dat ik bij ‘De laatste show’ maar een week een kledingsponsor heb gehad. Toen heb ik gezegd: ‘Dat moet ik niet hebben. Ik doe mijn eigen kleren aan.’ Iedereen zei: ‘Allez, Lies! Ben je nu zot!’ Maar ik heb geen zin om kleren aan te doen waar ik niet aan gewend ben. Ik zal wel zorgen dat ik een beetje fatsoenlijk overkom op tv, maar in andermans kleren voel ik mij niet op mijn gemak. Het is zo al stresserend genoeg, op tv komen.»
HUMO Klonk er net even triomf door toen je zei dat je het toch een klein beetje gemaakt had?
Lefever «Is dat niet logisch? Mensen hebben altijd zoveel vooroordelen. Ik zat eens in de wachtkamer bij de dokter en daar begonnen de andere mensen gewoon over mij te praten: ‘Weer zo’n zwarte die geen Nederlands spreekt, blablabla.’ Ik heb toen een sms’je gestuurd naar mijn vriend: ‘Bel mij.’ Dat deed hij, en toen ben ik hardop tegen hem begonnen: ‘Ik zit hier in een wachtkamer met mensen die denken dat ik geen Nederlands spreek...’ Het was ineens stil. Ze geneerden zich dood. Dat is toch ongelofelijk, dat het niet bij die mensen opkomt dat ik hen weleens zou kunnen verstaan. Ik begrijp dat niet.
»’t Is niet dat ik het gevoel heb dat ik iets moet bewijzen, maar in ‘De laatste show’ sta ik niet als een neger die gehandicapt is; ik sta daar gewoon. Daar kun je niet omheen. Dat kân dus: ik kan daar staan zonder dat er per se een punt van wordt gemaakt dat ik zwart en slechtziend ben. En dan denk ik misschien wel heel even: ‘Zie je wel. Nanananana...’»
HUMO Je schreef als kind al veel.
Lefever «Ja. Veel gedichten, ik kon daar veel in kwijt. Toen ik twaalf was, heb ik eens een prijs gewonnen van Jeugd en Poëzie. Daarna ben ik overgeschakeld op liedjes, want die gedichten waren vaak heel melig. Typisch zo van die ongelukkigepubergedichten, heel dramatisch allemaal (lacht). Weet je welke liedjes ik ook geweldig vind? Die van Drs. P. ‘Knolraap en lof, schorseneren en prei’ – fantastisch dat je een lied maakt met zo’n titel.»
HUMO Heel onze wereld wordt één woestenij/ knolraap en lof schorseneren en prei. Dat doet denken aan jouw ‘Lied voor Sien Eggers’, waarin je al het wereldleed opsomt en dan zingt: ‘Gelukkig is er nog Sien Eggers’.
Lefever «Ja, dat is zo. Ik vind dat heerlijk. Het gaat ergens over, en dan slaat het om in iets compleet onnozels. Dat helpt. Los daarvan zou ik me als tekstschrijver niet met Drs. P durven te vergelijken, hoor.»
SHOTTENDE NEGER
HUMO Je optreden in ‘De laatste show’ is min of meer het gevolg van een cursus comedy die je in je experimenteerperiode hebt gevolgd.
Lefever «Ja. Ik wou iets leuks doen. En aan het einde van die cursus moesten we het podium op, in comedycafé De Joker in Antwerpen. Ik heb afgebeld: ‘Sorry Henk (Rijckaert, red.), ik kan niet komen. Ik ben de enige met een gitaar en ik ga me compleet belachelijk maken.’ Maar toen zei Henk dat er nog meer cursisten afbelden, ‘dus jij nu toch (5(5k niet!’ Ben ik toch maar gegaan.»
HUMO De reacties waren heel enthousiast. Wat dacht je? ‘Wat gebeurt er nu?’
Lefever «Ja, en dat denk ik nog altijd. Die reacties vond ik heel leuk, natuurlijk. Omdat ik er zelf ook van uitging dat ik me belachelijk zou maken. En toen bleek ik de leukste te zijn van de hele avond, en ik mocht nog terugkomen ook.»
HUMO Een paar maanden later hoorde je dat je op tournee mocht met Kamagurka. En nu treed je in 2011 al op met een avondvullend programma.
Lefever «Elke keer denk ik: dit zal het wel zijn. Met Kamagurka op toer was al heel grappig. Toen belden ze van ‘De laatste show’ en dacht ik: ‘Oh fuck!’ En telkens als ik denk: ‘Allez, het is toch wel schoon dat ik dat gedaan heb’, komt er iets dat nog spectaculairder is. En nu willen ze dus een avondvullende show.»
HUMO Waar ging je nummer die eerste avond over?
Lefever «Over hoofddoeken. Heel flauw: ‘Ook al staan we met z’n allen aan de dop, liever dat dan een hoofddoek op mijn kop.’ En nog zo wat clichés erbij. Euh, hoe ging het ook alweer? Ik speel dat nummer nooit meer en ik schrijf niks op. Ik zou dat eens moeten leren.
»O ja. Op het einde kwam er nog een verontschuldiginkje: ‘Ze hebben hun eigen pitabars, ze hebben hun eigen kerk, maar beter dat dan een neger zonder werk.’ Dat vond iedereen heel grappig. Grappen over negers, dat is altijd makkelijk scoren, en jezelf relativeren is ook goed. Maar na twee minuten hebben mensen dat wel gehad.»
HUMO Pas nog heb je iets gemaakt over mannen met roze overhemden, per ongeluk ook iets waar ik niet goed van word.
Lefever «Vreselijk hè, net als die losjes om de schouder geslagen truien. Of docksides met blote voeten. Dat zijn toch geen echte mannen. Dat zou die van mij niet moeten proberen.
»Ergernis is een goeie bron voor liedjes. Ik had hier eens een papa van een vriendje die een roze hemd aanhad. Ik heb hem meteen gezegd: ‘Jan, ik ga een liedje over je maken, en het gaat hard zijn.’ Hij kon er achteraf mee lachen.
»Maar niet alles wat ik zing is waar. Dat lied over incontinentie dat ik vorig jaar in ‘De laatste show’ heb gezongen, en waarvan ik zeg dat het over mijn moeder gaat, was níét waar. Mijn moeder vond dat niet erg, nee, maar ze zei wel dat ze het gevoel had dat ze hier en daar precies anders bekeken werd.»
undefined
'Alles is anders sinds het internet. Iedereen heeft een mening, en iedereen kan die direct kwijt. Ik weet niet of dat wel zo’n verrijking is'
HUMO Je zegt over jezelf vaak dat je kwetsbaar en verlegen bent, maar is dat wel zo?
Lefever«Bwaah. Eén slechte commentaar en twintig goeie en ik zit met die slechte in mijn kop.
»Alles is anders sinds het internet. Iedereen heeft een mening, en iedereen kan die direct kwijt zonder datie je daarvoor een gele briefkaart moet sturen. Ik weet niet of dat wel zo’n verrijking is. Ik vind het soms gevaarlijk. Ik had ooit een liedje gemaakt over het Vlaams Belang, dat ze nergens tegen konden en zo, en dat stond op YouTube. Wat voor reacties je dan krijgt! Vieze neger, in de tijd van Hitler zou je al lang vergast zijn. ‘Misschien eindig ik dankzij mijn meningen ooit nog met een kogel tussen mijn ribben. Dat is me al gezegd op internet.’ Allemaal heel Vlaamsgezinde mensen, maar ze kunnen wel geen Nederlands schrijven zonder fouten.
»Wat ik ook grappig vind, is dat mensen zo negatief reageren op mij maar dan wel onder hun naam hebben staan: Love Anderlecht. Dan denk ik: hoe doen ze dat? Dat zijn dus Anderlechtsupporters die wél supporteren voor Lukaku maar die mij niet kunnen uitstaan omdat ik over het Vlaams Belang zing. Wat een loser ben je dan? Ik denk dat veel mensen ’t toch nog niet echt aanvaarden en over mij denken: ‘Dat is die neger die daar zomaar wat zit te zingen over de billen van ons Kim Clijsters.’ Terwijl: een shottende neger, dat vinden ze allemaal wél kunnen.
»Misschien eindig ik dankzij mijn meningen ooit nog met een kogel tussen mijn ribben. Dat is me al gezegd op internet. Dus ik ben op mijn hoede. »Ik was nu aan het denken: die Chris van ‘Mijn restaurant!’ die zelf moord heeft gepleegd, kan ik daar nu een liedje over maken of niet? Ik zou graag iets maken over hoe mensen door de boekskes worden opgejaagd. Zo’n Tom Boonen ook. Als die weer eens op een cover wordt beschuldigd van het één of het ander, kan ik me voorstellen dat hij denkt: ‘Fuck, ik spring van het dak.’ Ik zou ook zo zijn. Nu, ik lees die boekskes ook, hoor. Wie niet?»
HUMO Als je zo kwetsbaar bent, waarom neem je dan het risico om op een podium te gaan staan?
Lefever «Op een podium denk ik niet echt na. Ik amuseer me en vergeet hoe kwetsbaar ik ben. Nu, het marcheert nog altijd goed, en ik heb nog niet heel veel negatieve reacties gehoord of gelezen. Als het tij begint te keren, zal de lol er wel rap af zijn. Dan zal ik dat heel erg vinden, maar ik ben er de mens niet naar om iets te doen waarvan ik weet dat andere mensen het niet leuk vinden. Het kan dus best dat het over een halfjaar allemaal gedaan is.»
undefined
GEEN COMPASSIE
HUMO Van je vijf broers en zussen zijn er twee geadopteerd en drie niet.
Lefever «Klopt.»
HUMO En je moeder?
Lefever «Die is niet geadopteerd (lacht). Zij was huismoeder.
»Ze willen thuis niet dat ik over hen spreek. ‘Pas op hè,’ zeiden ze, ‘niet al onze vuile was buitenhangen.’»
HUMO Ben je de enige thuis met van die uitgesproken meningen?
Lefever «Dat denk ik wel.»
HUMO Je was als baby een beetje een zorgenkind, vanwege je ogen.
Lefever «Ik ben een stuk of tien keer geopereerd. Ik ben zeker geen aandacht tekortgekomen, dat is waar. Mijn moeder is véél met mij op schok geweest.»
HUMO Dus dat ‘eigenwijze gedrag’, dat altijd je zin willen doen en op een podium willen kruipen is je misschien gewoon ingegeven?
Lefever «Ja, dat kan wel. Daar zit zeker iets in. Absoluut.»
HUMO Annemie Struyf wou met je terug naar Afrika, maar jij wilde niet.
Lefever «Neen. Ik heb er lang over nagedacht, maar het maakte me een beetje angstig. Ik heb geen zin om dat op tv te doen, en zeker niet met mijn moeder erbij, zoals zij wilden. Dan wordt ’t me allemaal te persoonlijk. Dan wordt het emotv en dat wil ik niet. Ook al weet ik natuurlijk dat Annemie goeie bedoelingen had.»
HUMO Bén je al eens terug geweest?
Lefever «Neen.»
HUMO Veel geadopteerde kinderen willen uiteindelijk toch weten waar ze vandaan komen.
Lefever «Ik niet. Totaal niet. Ik zie dat niet als een gemis. Ik weet dat het hier beter is: dat volstaat. Zo egoïstisch ben ik ook weer wel. Bovendien, niemand weet waar ik vandaan kom, want ik ben een vondeling. Dan houdt het helemaal op, hè. Mijn ouders weten ook niks, neen. En ik vind ’t goed zo.»
HUMO Weten ze ook niet wat er als baby met je oog is gebeurd?
Lefever «Dat is weer een heel ander verhaal. Dat hebben ze me wel verteld. Ik heb iets in mijn oog gekregen dat, euh, niet echt heel proper was.»
HUMO Per ongeluk of expres?
Lefever «Het was geen ongelukje. Maar het hoe en wat van dat verhaal weet haast niemand. Ik vind ook niet dat iedereen dat hoeft te weten. Ze hebben me al ’s gevraagd mee te werken aan een boek en daarin het verhaal over mijn oog te doen, en toen heb ik al gezegd: ‘Als er iemand geld verdient aan mijn miserie, dan ben ik het zelf.’ Misschien dat ik dat ooit wel doe, er zelf een verhaal over schrijven en dat dan voor veel geld verkopen (lacht). »Waarom willen mensen dat toch zo graag weten? Er staan zo al te veel dingen in de boekskes waarvan ik denk: dit had ik nu echt niet willen weten.»
HUMO Je denkt dat mensen dat eigenlijk niet willen weten?
Lefever «Dat weet ik niet zeker. ’t Is meer: wat wil ik zélf dat mensen over me weten? Waar trek ik de grens? Het geeft ook meteen zo’n ander beeld van mij. Dan is het direct weer zo zielig allemaal. Het ís ook zielig (lacht), maar ik wil niet dat mensen compassie met mij krijgen. En ik wil zeker niet dat ze me erover aanspreken: ‘Was dat zo?’, en dat ik dan steeds weer opnieuw dat verhaal moet vertellen, honderd keer per week.
»Maar ik wil toch vooral géén compassie. Ik heb dat zelf ook nooit. Als mensen iets ergs is overkomen, denk ik hoogstens: ‘Tja, pech. Ik heb zelf (5(5k gewoon pech.’ Dat programma vorig jaar, ‘Voorbij de grens’ – met alle respect, maar als ik dat zie, dan denk ik: ‘Allez! Waarom?’ Misschien ligt het aan mij, aan mijn luiheid of zo, maar als ik geen benen had, dan zou ik niet per se hoge bergen willen beklimmen. Ik snap wel dat sommige mensen behoefte hebben aan een uitdaging, maar waarom zou ik het mezelf moeilijker maken dan het al is?»
HUMO Jij gaat op een podium staan.
Lefever «Maar dat is geen kwelling voor mij. Ik zie daar niet af. Mij zal je nooit aan pakweg een autorally zien meedoen voor de uitdaging. Dat is gewoon gevâârlijk, in mijn geval.»
HUMO Wat is, denk je, jouw sterkste kant?
Lefever «Als ik al een sterke kant heb, dan is het, denk ik, dat ik écht ben. Mijn vrienden zeggen altijd: ‘Op tv ben jij zo keihard jezelf.’ En dan denk ik: ‘Ja, wie ânders?’»