Concertreview: Baloji op Couleur Café 2017
In ons rechteroor komt het geluid van het publiek van bij Coely in golven. In ons linkeroor doet vooral de scheve blazer in Emir Kusturica’s No Smoking Orchestra denken aan all things Balkan. Wij staan op een smalle strook die leidt naar de kleine Blue Stage, waar de grote meneer Baloji elk moment gaat beginnen.
Baloji represent Lubumbashi (waar hij is geboren), Luik (waar hij bekend werd met Starflam) en Gent (zijn nieuwe hometown). Wij kennen niet alle harde en onverharde wegen die Baloji naar hier hebben geleid, maar de rapper die in 1998 Starflam naar de top voerde via ‘Ce plat pays qui est le mien / qui lentement agonise’, die is niet meer.
De man is Congo gaan verkennen, het is ook een niet altijd even makkelijke expeditie geworden naar alles diep bij 'm van binnen. Veel muzikantenhanden hebben hem de klus helpen klaren, en hier staat hij vandaag met een groep anciens die hetzelfde witte hemd en blauwe colbertje dragen als hij, en die het concert beginnen met funk die neigt naar bijna-disco à la ‘Voulez-vous voucher avec moi?’. De tune van ‘Voulez-vous coucher avec moi? bedoelen we dan.
Bassist Didier Likeng is in de kerken van Brussel en Wallonië ook een gerenommeerd gospelzanger, en dat komt de backings ten goede. Maar de man die - naast Baloji - het meest onze aandacht heeft, zit op z’n gezegende leeftijd op een stoeltje, en is gitarist Papa Dizzy Mandjeku. Hij heeft nog met Zap Mama, Mory Kante en Bart Peeters gespeeld, en speelt dus met iedereen graag mee. Op verzoek van Baloji brengt hij een gemeen stukje James Brown-funkgitaar: hij kan zo’n funkriedeltje treiterig aanhouden, en als Baloji de funktrein stillegt om af te reizen naar het muzikale hart van Afrika, is hij de gedroomde gids.
Lees ook: aan de toetsen en drums zitten evenmin krabbers, en danser/rapper/zanger/choreograaf/dirigent Baloji (die overigens heel goed staat met een hoed) trekt de groep steegjes in die vanaf song drie (‘Unité et Litre’) en vier (‘F.I.N.I’) leiden tot een verrukkelijke nieuwe lezing van Baloji’s jongste ep-tje ‘64 bits & Malachite’.
‘64 bits & Malachite’, jawel. 64 bit luidt bij ons ergens een klok, maar we riskeren de klepel niet te weten hangen, en van malachiet dachten wij dat het een in Congo naar boven gehaald conflictmineraal was zoals coltan (dat in onze gsm's zit) maar dat blijkt ook niet te kloppen. Plus: van het Frans van prachtsongs als ‘Spoiler’ en ‘Capture’ vrezen wij zonder ondertiteling niet veel mee te krijgen
Maar dit is zo’n perfect geoliede machine van een groep dat wij helemaal worden ondergedompeld in Baloji’s ritmes. Baloji lijkt dikwijls drie stappen tegelijk richting moderniteit en vernieuwing te zetten, de groep zet daarna telkens weer twee stappen naar achter tot bij de traditie. ‘Karibou Ya Bintu’ komt met een megafoon. Baloji danst de ziel uit zijn lijf. Hij acteert tijdens het zingen, maar het is nergens overacting. De bindteksten zijn geen showstoppers. Hij zegt dat mensen met wereldmuziek eigenlijk derdewereldmuziek bedoelen. In zijn Afrika lopen vrouwen niet met een riem van bananen rond. Om uit te leggen dat zijn oude song over corruptie in Ivoorkust helaas actueel zal blijven, somt hij gewoon de helft van de landen van Afrika op. En afsluiter ‘Tout Ceci Ne Vous Rendra Pas Le Congo’ draagt hij op aan de niet lang geleden overleden rapper Prodigy van Mobb Deep.
Dat hebben we allemaal luid en duidelijk gehoord, maar de wervelende muziek stond gelukkig nog een tikje luider. Grote klasse!