Concertreview: DJ Shadow in De Roma
‘I'm a bad ass motherfuckin' DJ. This is why I walk and talk this way! I'm a bad ass motherfuckin' DJ. This is why I walk and talk this way! I'm a bad ass motherfuckin' DJ. This is why I walk and talk this way!’, pochte Josh Davis toen hij ‘The Private Press’ maakte. Vijftien jaar later komt hij nog steeds graag steilorig uit de hoek, maar keigaaf is het DJ Shadow- optreden in ’t Stad niet helemaal.
De show van voorprogramma Noer The Boy is een auditief pinball spelletje. Drie kwartier lang flippert de nieuwe boy wonder van de bass music zijn beats en synth-klanken De Roma in. Doelen als glitch, trap en dubstep lichten op, maar flashen doen die lampjes slechts af en toe. Hoewel de prrrrts, bam bam bams en pjiew pjiews in de fragmentarische en stotterende elektronicastukken cool en spannend klinken, mikt de Californiër toch iets te veel op hetzelfde gaatje. We amuseren ons wel, maar dus niet de hele tijd.
Van de Whoaaah! uit de titeltrack van de nieuwe plaat ‘The Mountain Will Fall’ schrikken we terug op. Het ritme klinkt als een te lang in een kauwgomfabriek rondhippend stel sneakers, en boven de wenkbrauwen van de trip hop-pionier lijkt de waarschuwing ‘Don’t the fuck tell me what to do’ te kleven. De - trouwens heel aimabele- turntablist doet ook na die donkere en dromerige opener zijn zin. En dat is: doorheen het drammerige electrorock-track ‘I Gotta Rokk’ flarden ‘Walkie Talkie’ roeren. ‘He's so quick. He's so fast. He's so quick, he's so fast. He's upper-class player. He's on the crossfader (?). DJ Shadow with the scratch. Moves through town like a skater’ , zo klinkt het in die song. Davis blijkt geen grootprater, want later in de set zou hij ook andere nummers meesterlijk aan flarden scratchen.
Toch is ‘System Malfunction’ de boodschap die plots achter hem oppopt. Dat kan geen toeval zijn, want ook dat gegraai in de Grote Deejay- trukendoos kan niet verhullen dat Shadows kluts van funk, hiphop, ambient, en soul de volle negentig minuten te stil klinkt. Het eerste kwart van de set is ze ook flets. De Hudson Mohawke- versie van ‘Midnight In A Perfect World’ glanst de boel echter op. De ponden kiekenvlees die de samples van een trieste piano en melancholische keelgeluiden uit ‘The Human Abstract’ van David Axelrod en Meredith Monks ‘Dolmen Music’ ons bezorgen, zijn niet te wegen. DJ Octopus zou op dat moment een beter nom de plume zijn, want de hip hop- verkenner lijkt zich met minstens vier paar armen door die klassieker te turntableën. Davis grijpt wel vaker terug naar ‘Endtroducing.....’.
Vlak daarna volgt al het nachtelijk aandoende ‘What Does Your Soul Look Like’, maar die hyperkinetische DJ Spinn-remix lijkt bij de sinjoren niet binnen te komen. Hoewel Run The Jewels Trump fucks his youngest en ander geklokkenluid vanuit een doosje rhymed, is een behoorlijk militant overkomend ‘Nobody Speak’ wél banzai. ‘Bravo’ zeggen willen we ook tegen Davis omwille van zijn show. Een rasperformer zal de man wel nooit worden, maar zijn lofi- versie van Flying Lotus-achtige visuals ogen eigentijds, smaak- en stijlvol. Anderhalf uur lang flitsen rasterachtige figuren, cartooneske prenten van hijskranen, zeefdrukachtige kiekjes van luipaarden en meer realistische beelden van de broesse de zaal in. Straf zijn ook de fade-ins en outs tijdens het –tot de bissen opgespaard- geweldig verkapte ‘The Sideshow’ en het net niet losbarstende ‘Organ Donor’. Een op tape afgespeelde albumversie van ‘The Mountain Will Fall’ beëindigt het optreden van een baanbreker uit een ver verleden die ondanks zijn dipjes toch nog bij de zaak blijkt.