Concertreview: Girls In Hawaii en Aldous Harding op Feeëriën in Brussel
Zes Waalse mannen die zichzelf Hawaiiaanse meisjes noemen en een Nieuw-Zeelandse zangeres die Aldous – ‘Alice maar dan mannelijk’ – boven haar geboortenaam Hannah – ‘zó country’ – prefereert: de sprookjesvertellers op het Brusselse parkfestival de Feeëriën spraken op papier al tot de verbeelding.
Maar geen woorden hadden ons kunnen voorbereiden op de show van Aldous Harding. Drie pianoakkoorden en haar stem, meer had ze niet nodig om het Warandepark muisstil te krijgen tijdens ‘Horizon’. Ze zong alsof ze elk woord zopas had uitgevonden. Haar ogen stonden wijd en elke spier stond gespannen. Haar lichaam schudde mee met haar bibberende stem. Ze zwaaide haar armen wild om haar heen terwijl ze haar lief al zingend liet weten dat ze niet meer in zijn bed zal slapen.
‘Wat een geweldige Robert DeNiro-impressie,’ leest de meest gelikete reactie op het YouTube-filmpje van haar optreden bij ‘Later… with Jools Holland’. Had ook Jacques Brel kunnen zijn. Of Nicolas Cage.
Maar de ware intensiteit van haar optreden zat in de stilte. In de snaren die niet werden beroerd en de woorden die niet werden uitgesproken. Vragen stelde ze zonder antwoorden te geven. Als er een feestje is, wacht je dan op mij? Oké, je houdt van me, maar zal je ook bij me blijven? En: wat als vogels niet zingen maar schreeuwen? Bij dat laatste sta je beter niet al te lang stil.
Harding negeerde haar debuut uit 2014 straal en speelde bijna elk nummer van haar in mei uitgebrachte plaat ‘Party’. De liner notes van dat album staan vol – contradictio in terminis? - indieberoemdheden: het album verscheen op het prestigieuze 4AD-label (The National, Bon Iver, The Pixies), werd geproducet door John Parish (PJ Harvey) en kreeg extra kleur door twee bijdragen van Perfume Genius. Prikkelend, niet?
Enkele uren voor haar optreden hadden we Aldous Harding ontmoet. Bleek een lieve en gevoelige ziel te zijn. Instinctief, al zou ze graag bedachtzaam zijn. Zo iemand die doet wat in het moment goed voelt en daarna moeite heeft om te verklaren waarom ze het ooit heeft gedaan. Wie weet hoeveel Harding van het Warandepark zal herinneren.
Maar op het podium betoverde ze. Of je haar nu geniaal of vreemd vond, sowieso kon je je ogen niet van haar afhouden. Had haar set een iets snellere start genomen – Harding vindt ‘Swell Does The Skull’ zelf haar minste nummer en opent daar dan ook mee – dan had ze gerust nog een ster bijgekregen. De tweede zit? In de AB Club op 15 november.
De zon is nog maar net onder en daar zijn Girls In Hawaii al, bereid om geheimen te vertellen over hun binnen een maand te verschijnen plaat ‘Nocturne’. ‘Een album over eenzaamheid in het hart van de nacht. Over de magische vrijheid dat het donker kan bieden.’ Hebben wij niet geschreven – komt van hun officiële website – maar hebben we in het Brusselse plantsoen wél gehoord.
Als Girls In Hawaii aan de nacht denken, dan denken ze blijkbaar aan de eighties. Aan de ballads én de raves. ‘Indifference’ klonk als een ongeschreven OMD-nummer met een potige motorische groove. ‘Up On The Hill’ was een ware tegelplakker: broos maar hoopvol. Onze voorlopige favoriet? ‘Walk’, met zijn vettige bassen, Balthazar-achtige groove en aanstekelijke refrein.
De nieuwe nummers beloofden veel goeds, maar de songs vanop ‘Everest’ (2013) kwamen nog steeds het hardst binnen. Met die plaat deden de meiden namelijk iets bewonderenswaardig: muziek maken ondanks, dankzij en ter ere van hun drummer én de broer van co-frontman Antoine Wielemans die onverwachts om het leven was gekomen. Met tekstregels als ‘How can I see the living all around, when I struggle with you’ en ‘I miss you’ stuurt ‘Misses’ nog steeds pijnscheuten richting de hartstreek. Dat was ook niet anders in ‘Not Dead’ en het kolkende ‘Switzerland’.
Afsluiten deed Girls In Hawaii met ‘Rorscharch’, waarbij de frontmannen zongen over de torenhoge, met staal opgebouwde structuren die ze in de inktvlekken van de bekende psychologische test herkennen. Verbeelding hebben ze. Ambitie ook. Maar vooral, en dat blijft toch het belangrijkste: de songs.